Rie Cramer
bron
Rie Cramer, Als 't haantje kraait. W. de Haan, Utrecht 1927
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/cram006alst01_01/colofon.php
© 2014 dbnl / erven Rie Cramer
[Als 't haantje kraait]
ALS 't haantje kraait, als 't haantje kraait, Dan komt de zonneschijn,
En maakt het kindje wakker Door 't kiertje van 't gordijn.
Dan doet het één oog open, Dan doet het twéé oog open.
De zon zegt: ‘Morgen vriendje!’
‘Dág zon,’ zegt dan het kindje.
Rie Cramer, Als 't haantje kraait
Rie Cramer, Als 't haantje kraait
[Moes zegt, wanneer ik de letters ken]
MOES zegt, wanneer ik de letters ken, Dan krijg ik een mooi cadeautje!
Ik ken al een A en ik weet al een B, En een hoepeltje-rond is een O'tje.
En een o met een steeltje naar boven is d, En een o met een steeltje
naar onder is p,
Het kan toch zoo moeilijk niet wezen, Om gauw zelf mijn boekjes te lezen.
Rie Cramer, Als 't haantje kraait
[Als je groot bent kun je kijken]
ALS je groot bent kun je kijken Op de ronde wijzerplaat.
Jetje kan zoo hoog niet reiken Maar weet daarom toch wel raad!
Klimt eerst boven op een stoeltje Maar dan is het toch nog mis!
Al bereikt zij zoo haar doeltje Ze weet niet hoe laat het is.
Rie Cramer, Als 't haantje kraait
Rie Cramer, Als 't haantje kraait
[Waar is je schoone zakdoek]
WAAR is je schoone zakdoek, Hansje, Hansje sloddervos?
Waar is je schoone zakdoek?
Natuurlijk alweer zoek!
Waar zijn je nieuwe veters, Hansje, Hansje sloddervos?
Waar zijn je nieuwe veters?
Natuurlijk alweer los!
En al je mooie krullen, Hansje, Hansje sloddervos?
Je pas gekamde krullen?
Een echte ragebos!
Rie Cramer, Als 't haantje kraait
[Paardje - paardje, kom van stal]
PAARDJE - paardje, kom van stal, Zoó - zoó - zoó mijn diertje.
Ik ben nu koetsiertje,
Eén - twee - drie daar gaan we al, Langs de straten,
Langs de wegen, Komen alle vrindjes tegen.
En die zeggen: Kijk eens an Wat dat paardje loopen kan!
Hop - hop - hop mijn paardje, In een stevig vaartje!
Hop-hop-hop - we zijn er al!
Zoó - zoó - zoó - en paard op stal.
Rie Cramer, Als 't haantje kraait
[Jantje, Jantje]
JANTJE, Jantje, O wat een verdriet, Wil niet aan een handje,
Jantje wil dat niet!
En hij loopt te dreinen En hij is zoo kwaad.
Moes zegt: ‘groote jongens Huilen niet op straat.’
Jantje, Jantje, O wat een verdriet
Wil niet aan een handje, Dat wil Jantje niet.
Rie Cramer, Als 't haantje kraait
[Ho - ho - Hanneke]
HO - ho - Hanneke, Ho - ho - ho.
Nu gaan wij samen dansen, En
Dat doen we zóó!
Zet 't linkervoetje vóór, Trek 't rechterbeentje bij, En zet je beide handjes
Netjes In de zij!
Rie Cramer, Als 't haantje kraait
Rie Cramer, Als 't haantje kraait
[Dokter, Dokter kom eens kijken]
DOKTER, Dokter kom eens kijken, Want mijn kindje is zoo naar!
'k Heb haar buikje al gewreven, 't Heeft geen sikkepit gegeven,
Aldoor blijft ze schreien maar!
Ja mevrouw, uw kind heeft pokjes 'k Dacht het wel, een naar geval!
Warmpjes maar in 't wiegje blijven, 'k Zal u een receptje schrijven,
Dat haar beter maken zal.
Rie Cramer, Als 't haantje kraait
[Als Petertje is opgestaan]
ALS Petertje is opgestaan, Gaat hij zich lekker wasschen, Hij neemt zijn eigen groote spons En gaat dan flink aan 't plassen.
Hij poetst zijn tandjes, Hij wascht zijn handjes, Zijn mond en zijn neus en
zijn oortjes en zijn oogjes,
Zijn rechtervoetje, Zijn linkervoetje....
En dan komt Moetje En boent hem droogjes.
Rie Cramer, Als 't haantje kraait
Rie Cramer, Als 't haantje kraait
[Hop, hop]
HOP, hop, Door de straat - Rijdt op zijn paardje, Rijdt op zijn paardje, Hop, hop,
Door de straat, Rijdt op zijn paardje Een dapper soldaat!
Rie Cramer, Als 't haantje kraait