Rie Cramer
bron
Rie Cramer, Juli, hooimaand. G.B. van Goor Zonen, Den Haag 1938
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/cram006juli01_01/colofon.php
© 2014 dbnl / erven Rie Cramer
Rie Cramer, Juli, hooimaand
Juli
Hooimaand
In Juli's warme zonneschijn Helpt bij het hooien groot en klein.
Rie Cramer, Juli, hooimaand
De poppenwas
Marietje wast in moeders teil, De kleren van haar poppen.
De jurk met roosjes van Annet, Het zomergoed van Lies en Jet, En Jootjes jurk met noppen.
Ze slaat de zachte zeep tot schuim En wrijft de vuile plekken.
De jurk van Jet is bijna schoon, Maar die van Jootje zit gewoon Tot aan de hals vol vlekken!
Rie Cramer, Juli, hooimaand
Marietje wast en wrijft en spoelt Voorzichtig, zonder wringen.
Dan hangt ze, hoog aan moeders lijn, In zomerwind en zonneschijn, De natte poppedingen.
De poppen zitten stil en zoet Te wachten op hun kleren.
Ze weten wel; is alles klaar, Dan gaan ze allen met mekaar Met moes mee uit logeren!
Rie Cramer, Juli, hooimaand
Rie Cramer, Juli, hooimaand
De vijver
In onze tuin, heel in het begin, Is een vijver met kleine visjes.
Waterlelies drijven er in,
En aan de kant bloeien gele lisjes Naast een blauwe vergeet-mij-niet.
Maar dat is alles nog niet, wat je ziet!
Als je zo stilletjes ligt te kijken,
Dan gaat het heus op een sprookje lijken!
Je ziet, in het water, de wolken glijden, En dan, bij tijden
Trilt het, dan schiet er een visje, goud, Voorbij, daar benee in het koele woud Van gladde stelen - -
En daar komt een ander, Je ziet ze spelen,
Ze zoeken elkaar, en een salamander Gluurt er voorzichtig uit het riet, Maar schrikt een beetje, als hij me ziet, En roert zich niet.
Dommerd, ben je nu bang, voor mij?
Hoe kom je daar bij?
Daar is een tor, en opeens springt een kikkert Met een plons in het koele nat.
O wat een dikkerd!
Daar duikt hij onder een groot, groen blad.
‘Kwak’ - zegt hij, ‘Kwak’ en hij kijkt me aan, Of hij denkt, dat ik hem zal verstaan!
Ik doe of ik weet wat hij zeggen wil, En knik hem toe, en dan is hij stil - - En op het vlak van onze vijver, Glijdt er zo'n kleine, vlugge schrijver,
En schrijft iets, zó moeilijk, dat ik het niet spel, Maar toch - een béétje begrijp ik het wel.
Rie Cramer, Juli, hooimaand
De groenteman
De groenteman, de groenteman, Komt 's morgens met zijn wagen.
Het paardje, Bles, gaat sjokke - sjok, Soms mag ik even op de bok, Maar lang niet alle dagen.
Maar als het mag, dan ga ik mee Bij alle klanten vragen,
En Bles, het paardje, weet heel goed Waar of hij even wachten moet.
Rie Cramer, Juli, hooimaand
De groenteman, de groenteman, Heeft appels en citroenen, Tomaten, boontjes, rooie kool En bloemkool en savoye-kool En mooie net-meloenen.
Bij alle klanten belt hij aan, Dan roept hij: ‘- Hu -’
en Bles blijft staan.
En is hij klaar, Dan zegt hij: ‘- Hot -’,
dan gaan we maar.
En als ik bij de zijstraat kom Dan moet ik terug,
Dan keer ik om.
Rie Cramer, Juli, hooimaand
De bromvlieg
Tegen het raam botst een dikke brommer.
‘Laat me er uit!’
Hij bonkt - en hij ronkt - En hij doet al maar dommer!
Vlak naast de ruit Staat het venster aan,
Daardoor kan hij zo maar naar buiten gaan!
Maar dat ziet Hij niet -
En hij zwirt tegen 't glas, En hij denkt - ‘ik wou Dat ik wist, wat dat was...!
De lucht is blauw...
Dat zie ik..., alleen...
Ik kan er niet heen Zoals ik dat wou!’
O, wat ben je dom Met al je lawaai!
Ik help je wel - kom Zó - met een zwaai Doe ik je buiten, (Wil je...? Of niet?) In zonneschijn, Weg van die ruiten, Die je niet ziet, Maar die er toch zijn.
Rie Cramer, Juli, hooimaand
Rie Cramer, Juli, hooimaand
Het vogelbad
De mussen in het vogelbad Gaan o zo erg te keer!
Ze tjilpen en ze tjetteren, Ze spatten en ze spetteren In 't zachte zomerweer.
De mussen in het vogelbad Zijn danig aan de gang!
En kom ik zachtjes dichterbij, Dan kijken ze brutaal naar mij, Maar zijn heus heel niet bang!
Rie Cramer, Juli, hooimaand
Dan denken ze: Wat is me dat?
Daar komt me nog een aan!
Ga weg - dit is ons eigen bad!
Pas op - ik spet, ga weg - ik spat!
Blijf maar bij ons vandaan!
Rie Cramer, Juli, hooimaand
Toosjes tuintje
In Toosjes eigen tuintje, Loopt zij bedrijvig in het rond, Ze plukt de dorre blaadjes, En harkt de smalle paadjes, En giet de droge grond.
In Toosjes eigen tuintje Staat er van alles dicht bijeen Tot op het kleinste plekje, Een wit geschilderd hekje Loopt om dat alles heen.
In Toosjes eigen tuintje Is ze bedrijvig aan de gang, Daar gaat ze elke morgen Haar bloemetjes verzorgen, En 't duurt haar nooit te lang.
Rie Cramer, Juli, hooimaand
Rie Cramer, Juli, hooimaand
Rie Cramer, Juli, hooimaand
