• No results found

Rie Cramer, Dokter Levertraan · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Rie Cramer, Dokter Levertraan · dbnl"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

bron

Rie Cramer, Dokter Levertraan. G.B. van Goor Zonen, Den Haag 1934

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/cram006dokt01_01/colofon.php

© 2014 dbnl / erven Rie Cramer

(2)

Jantje krijgt,

vóór 't slapen-gaan, Eerst een lepel levertraan, En daarna mag hij een klontje Voor de nare smaak in 't mondje.

Rie Cramer, Dokter Levertraan

(3)

Dus - niet waar - wat wil je meer?

Toch gaat Jantje erg te keer!

Altijd is 't het zelfde lied:

Jantje wil dat goedje niet!

Rie Cramer, Dokter Levertraan

(4)

Maar - wat is dat?

- Klop - Klop - Klop - Jantje zit verschrikt recht op.

En hij ziet,

of zou hij dromen,

Iemand naar zijn bedje komen!

Rie Cramer, Dokter Levertraan

(5)

Nee - maar - kijk -!

Wie komt daar aan?

Dat is Dokter Levertraan!

Kijk, hij komt naar 't ledikantje Van klein Jantje.

Klaasje Klont die kleine guit, Springt tevreden

Voor hem uit!

Rie Cramer, Dokter Levertraan

(6)

Jantje schreeuwt, en huilt,

en trapt,

Tot hij van de lepel hapt!

Rie Cramer, Dokter Levertraan

(7)

Zo, daar ligt dat stoute Jantje, Eindelijk in zijn ledikantje.

Oei - hij zet zo'n boos gezicht!

Maar - - zijn ogen vallen dicht, - En dan slaapt dat kleine klantje.

Sst! - wees stil - - - uit gaat het licht!

Rie Cramer, Dokter Levertraan

(8)

En, als derde van de rij Komt er

Bleekneus Witwang bij!

Jan - Jan - Jan -!

Hoe moet het dan, Als ik je niet helpen kan!

Als je maar te keer blijft gaan, Roept: ‘ik wil geen levertraan?’

Rie Cramer, Dokter Levertraan

(9)

Jantje knikt -, en kijkt verschrikt Naar wat nu gebeuren zal.

Kijk - daar heb je Heintje al!

Uche - kuch, Met een penseel, Kriebelt die Jn Jantjes keel!

Jantje kucht, En hapt naar lucht!

Rie Cramer, Dokter Levertraan

(10)

Bij het bedje blijft hij staan, En ziet Jantje treurig aan

En hij zegt:

Foei schaam je, Jan,

Zo word jij geen sterke man!

Als je altijd zo blijft zeuren, Weet je wat dan gaat gebeuren?

Rie Cramer, Dokter Levertraan

(11)

Dan komt of je wilt of niet Heintje Hoest,

en nummer twee, Slappe Piet,

komt met hem mee

Rie Cramer, Dokter Levertraan

(12)

Hij wil weg, maar, opgepast, Slappe Piet houdt Jantje vast!

En hij lacht en zegt:

- - geen grapjes! - -

Jij bent immers veel te slapjes!

Rie Cramer, Dokter Levertraan

(13)

Bleekwang grijnst en zegt:

‘welzeker,

Zo zie jij al heel wat bleker.

Ga jij maar gerust je gang!’

Jantje huilt, hij is zo bang!

Rie Cramer, Dokter Levertraan

(14)

Maar - maar - - maar - - - Dokter Levertraan staat klaar!

Met zijn lepel als een speer Slaat hij Bleekneus Witwang neer!

Ha! daar slaan ze op de vlucht!

Kijk ze lopen!

't Is een klucht!

Rie Cramer, Dokter Levertraan

(15)

Daar springt Jantje uit zijn bed, En hij schatert van de pret.

En hij roept: nu zal 'k voortaan Nooit - daar kunt u vast op aan - Zeuren bij het slapen gaan!

Leve Dokter Levertraan!

Rie Cramer, Dokter Levertraan

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ik wou dat ik ook maar zo'n kindje had, Zo'n heel klein kindje, alleen van mij, Ook wel van pappie en mammie er bij, Maar meer nog van mij. Dan zou ik er altijd voor zorgen, Ik gaf

Toen ik 's nachts iets hoorde lopen, Deed ik gauw mijn ogen open, - Maar ik heb je niet gezien.. Net toen ik ze weer wou sluiten, Dacht ik, dat ik je zag

‘Muis wil je 't zweeptouw knagen, Zweep wil hond niet slaan, Hond wil geen water drinken, Water wil vuur niet blussen, Vuur wil stok niet branden, Stok wil Hans niet slaan,.. Hans

Die wekte den jongen, die kwam voorbij, En kuste het meisje, dat liep naar de wei, Dat melkte de koe met de kromme horen, Die stootte de hond met de spitse oren, Die joeg de kat,.

In Toosjes eigen tuintje Is ze bedrijvig aan de gang, Daar gaat ze elke morgen Haar bloemetjes verzorgen, En 't duurt haar nooit te lang. Rie Cramer,

‘Wat zijn er vandaag weer veel bloemetjes uit Die ik gisteren niet heb gezien.. Jij, klein madeliefje, jij was er nog niet, Of was je een

Jan mij-ne man wou rui-ter worden, Jan mij-ne man die had geen zweep; Toen nam hij de kat en trok 'm bij zijn staart, Toen had Jan mij-ne man een paard. nam hij zijn hemd en scheur -

Toen nam hij de kat en trok 'm bij zijn staart, Toen had Jan mijne man een paard. Jan mijne man wou ruiter worden, Jan mijne man die had