• No results found

Vraag nr. 134 van 30 april 2004 van de heer JAN LOONES

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 134 van 30 april 2004 van de heer JAN LOONES"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 134 van 30 april 2004

van de heer JAN LOONES

Vlaamse Opera – Verbouwingsplannen

Niemand die het niet-publieke gedeelte van het ge-bouw van de Vlaamse Opera in Antwerpen kent, zal betwisten dat het dringend toe was aan een grondige, functionele renovatie. Ook de Vlaamse overheid was zich van dit probleem bewust en de voorganger van de huidige minister van Cultuur, minister Anciaux, besliste binnen zijn infrastruc-tuurbeleid 2002-2004 om hiervoor 11,2 miljoen euro te reserveren.

Eind maart/begin april verschenen in de pers dan een aantal berichten over de geplande verbouwing van het gebouw van de Vlaamse Opera in Antwer-pen. Hieruit bleek dat de Vlaamse Opera meer be-oogde dan alleen maar de oorspronkelijk geplande verbouwing. Er is nu ook sprake van een belang-rijke uitbreiding, en dit in het kader van een PPS (publiek-private samenwerking) tussen de Vlaamse Opera, de stad Antwerpen en de ING-bank.

De Vlaamse Opera zou hierbij het aanpalende ge-bouw, gelegen naast de hoofdingang aan de Frank-rijklei – vroeger eigendom van de verzekerings-maatschappij De Vaderlandsche en nu eigendom van ING – aankopen om er op de gelijkvloerse verdieping, waar de lokettenzaal was, een nieuw operacafé/restaurant in onder te brengen. Erboven komt een reeks kantoren voor de opera en nog een uitbreiding van het zijtoneel. ING zelf plant kan-toorruimte aan de kant van de Franklin Roose-veltplaats en appartementen op de bovenverdiep-ingen. De Vlaamse Opera zou ook een ingang krij-gen via dit ING-gebouw aan de Franklin Roose-veltplaats voor laden en lossen, wat een directere verbinding met de theaterzaal mogelijk zou maken. Ten slotte zou de stad Antwerpen haar ge-bouw aan de Van Ertbornstraat inbrengen, waar de failliet verklaarde horecazaak "De Caveau" ge-vestigd was, evenals de erboven gelegen verdiepin-gen.

Het project oogt veelbelovend, maar er is natuur-lijk een belangrijke "maar". De pers maakt name-lijk melding van een totale kostprijs van 37,18 mil-joen euro, of bijna 3,5 keer meer dan het bedrag dat de Vlaamse overheid heeft toegezegd. De

in-tendant van de Vlaamse Opera verklaarde dat hij hoopt dat de volgende Vlaamse regering haar te-gemoetkoming zal "herbekijken" in het licht van het nieuwe, gezamenlijke PPS-project van ING, de stad Antwerpen en de Vlaamse Opera.

Het behoort inderdaad tot de bevoegdheid van de volgende Vlaamse regering om dit te evalueren en er een beslissing over te nemen binnen het kader van de nieuwe beleidsdoelstellingen en -prioritei-ten, het beschikbare cultuur- en meer specifiek frastructuurbudget en na afweging met andere in-frastructuurprojecten. Het is dan ook essentieel dat inmiddels geen "voldongen feiten" gecreëerd worden.

En hier zijn de persberichten tegenstrijdig. Men maakt gewag van een gesloten "deal" met ING ; van beslissingen over de plannen voor het einde van de maand april of van een afronding van de onderhandelingen "binnen de komende maan-den".

Via respectievelijk de gemeenschapscommissaris en de afgevaardigde van Financiën, die beiden een beroepsrecht hebben tegen beslissingen van de raad van bestuur van de Vlaamse Opera, zijn de beide ministers bevoegd voor het toezicht op be-stuur en werking van de Vlaamse Opera, onder meer ter verdediging van het "algemeen belang". Bovendien is er inmiddels ook het decreet van 18 juli 2003 betreffende publiek-private samenwer-king, dat mijns inziens hierop van toepassing is. Minstens lijkt een betrokkenheid van het Vlaams Kenniscentrum PPS nuttig en nodig.

Vandaar volgende vragen.

1. Wat is de juiste stand van zaken met betrekking tot het "masterplan" voor het gebouw van de Vlaamse Opera in Antwerpen ?

Wat zijn de plannen ? Wat zijn de engagementen ? Wat is de timing ?

Welke partijen zijn betrokken ?

(2)

ge-bouw in Antwerpen met een aanpalend pand, en dit in het kader van een PPS-samenwerking met ING en de stad Antwerpen ?

Zijn dit louter plannen of heeft de Vlaamse Opera hiervoor reeds engagementen aangegaan ? Gelet op de belangrijke financiële impact ervan lijkt het logisch dat elk engagement terzake wordt uitgesteld totdat de nieuwe Vlaamse rege-ring gevormd is. Is dat inderdaad de bedoeling en krijgen de commissarissen instructies in die zin ? 3. Is het niet aangewezen, dan wel verplicht dat het Vlaams Kenniscentrum PPS bij deze opera-tie betrokken wordt ?

N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Van Mechelen (vraag nr. 123) en Van Grem-bergen (nr. 134).

Antwoord 1. Masterplan

Het antwoord op deze vraag vergt enige histo-rische uitleg.

Reeds lang bestaat de vraag om het Operabouw van Antwerpen te restaureren. Het ge-bouw van Gent werd reeds gerestaureerd en het is de Vlaamse volksvertegenwoordiger niet vreemd dat de Vlaamse Gemeenschap, zowel het departement Monumentenzorg als Cultuur, daaraan belangrijke sommen heeft besteed. Hij zal ook begrijpen dat het financieel onmogelijk was om de twee gebouwen tegelijk aan te pak-ken. Daarom versta ik de voortdurende kritiek van de intendant van de Vlaamse Opera niet, nu hij reeds een prachtig gerestaureerd gebouw heeft en het tweede wordt aangepakt.

Mijn voorganger nam in zijn beleidsnota over culturele infrastructuur voor 11,2 miljoen euro werken op aan het Operagebouw van Antwer-pen. De restauratie ervan hangt volledig af van het cultuurbudget, omdat het gebouw niet be-schermd is als monument en de stad Antwer-pen ook niet wilde tegemoetkomen. Het daar-toe bestemde bedrag is bijgevolg een grote hap uit dat budget en mag nu niet door de inten-dant geminimaliseerd worden, zoals hij deed in

het interview met De Morgen van 17 april. De beleidsnota vermeldt: "Deze beslissing is voor-namelijk ingegeven door de mensonwaardige werkomstandigheden van het personeel, de ac-teurs en de musici". Het bedrag was dus priori-tair bestemd voor loges, lokalen technici, kan-toren, sanitair, veiligheid, en dergelijke.

Teneinde het vooropgesteld bedrag zo efficiënt mogelijk te besteden, werd besloten eerst een Masterplan op te maken dat de totale behoef-ten van het gebouw in kaart zou brengen en daaruit een fasering van de nodige werken zou bepalen. Dit om te vermijden dat in de eerste fase uitgaven zouden gebeuren die achteraf on-nodig blijken of niet in overeenstemming zijn met later uit te voeren werken. Bijgevolg een globaal, gefaseerd plan.

Voor het opstellen van het Masterplan werd via de open oproep van de Vlaamse Bouwmeester een ontwerpteam gekozen. Diens opdracht be-vatte ook duidelijk de reeds vermelde prioriteiten. Enkele feiten uit deze selectieprocedure lijken vermeldenswaard, omdat ze ook de bevindin-gen van de audit inzake de leiding van de Opera toelichten. Tijdens de selectie trachtte de inten-dant geregeld om andere prioriteiten naar voren te schuiven, zoals de automatisering van de theatertrekken, een VIP-lounge, een bijko-mende foyer, ... en hebben wij meermaals met aandrang moeten stellen dat onze prioriteiten voorrang verdienden.

(3)

Uiteindelijk werd toch met het voorgedragen ontwerpteam een contract afgesloten om het Masterplan op te stellen. Dit houdt rekening met alle noden en faseert de aanpak ervan. Het totale kostenplaatje voor een optimale en maxi-maal uitgebreide renovatie, met tegemoetko-ming aan alle wensen tot een nieuwe foyer, een kantoortoren, een bijkomende repetitiezaal en een nieuw loket toe, bedraagt 40 miljoen euro. Om dat alles te realiseren, zijn de middelen niet voorhanden en zou de Opera in Antwerpen an-derhalf à twee jaar moeten sluiten.

Daarom werd veeleer geopteerd voor een gefa-seerde aanpak. Een eerste fase ten bedrage van 11,2 miljoen euro bevat de vernieuwing van de algemene technieken, de brandveiligheid, de toegankelijkheid en de vluchtwegen. Tevens een nieuwe laad- en loslift en de restauratie van alle loges en ruimtes voor de techniekers. Ook nog de restauratie van alle vestiaires en nieuwe VIP-ruimtes. Een tweede fase ten bedrage van 8 miljoen euro bevat de modernisering van de theatertechnische infrastructuur en de alge-mene technieken van de toneeltoren. Een derde fase ten bedrage van 20 miljoen euro bevat een zijtoneel, de nieuwe kantoortoren, een arties-tenfoyer, een tweede publieksfoyer, een bijko-mende repetitiezaal. Elke fase staat op zichzelf, ongeacht of de volgende wordt uitgevoerd, maar houdt tegelijk rekening met de mogelijke uitvoering van de volgende fases.

De inhoud van de eerste fase houdt rekening met de prioriteiten gesteld door mijn voorgan-ger maar moest noodgedwongen ook rekening houden met de volledige renovatie van wat ja-renlang door de Opera niet werd onderhouden. Na de eerste voorstelling van het Masterplan, waarbij een alarmerende presentatie werd ge-houden over de toestand van de algemene tech-nieken, heb ik immers de Opera moeten oproe-pen de problemen op te lossen. Ik heb hen te kennen gegeven dat ik de heropening van de Antwerpse Opera na de zomer 2003 zou ver-hinderen indien de veiligheid van het publiek niet kon worden gegarandeerd. Hierdoor zijn gedurende de zomermaanden 2003 de nodige veiligheidswerken doorgevoerd.

Het rapport wees op tal van risicoverzwarende elementen. Zo legde men reeds jarenlang de op-merkingen van diverse jaarlijkse

keuringsrap-porten naast zich neer. Het betrof niet-wer-kende noodverlichting en branddetectoren, kortsluitingsrisico's en dergelijke meer. De wa-terbakken boven de toneeltoren, die bij brand als waterval fungeren, waren sinds het leegma-ken voor een herstelling ervan, jaren voordien, niet meer gevuld. Het verwarmingsplenum onder de zaal was volgestouwd met brandbaar afval, papier en oud meubilair, zodat één vonk daarbinnen in enkele minuten het ganse ge-bouw in lichterlaaie kon zetten. Een bijge-bouwd prefabkantoortje in de publieksgangen was tot boven gevuld met archieven en de branddetector daarvan was afgeplakt, wegens een vroeger vals alarm.

Deze details om opnieuw de link te leggen naar de resultaten van de audit en de kritiek daarop. Dergelijke vaststellingen kunnen moeilijk doen besluiten tot goed beleid en zijn niet te wijten aan mogelijke onderfinanciering. De Vlaamse volksvertegenwoordiger zal bijgevolg begrijpen waarom de eerste fase het probleem van de mo-dernisering van de algemene technieken bij voorrang moest aanpakken. Tot daar voor de plannen.

Wat de engagementen betreft, heeft de Opera contracten onderhandeld of reeds afgesloten met het ontwerpteam voor het intussen gereali-seerd Masterplan en voor de uitvoering van de eerste fase. Tevens werden contracten afgeslo-ten met een veiligheidscoördinator en op onze uitdrukkelijke vraag met een externe projectco-ordinator-budgetbewaker. Men stelt dus alles in het werk om de eerste fase te verfijnen, de bouwaanvraag in te dienen en de aanbesteding van de werken van de eerste fase af te ronden. Wat de timing betreft, is de uitvoering van de eerste fase gepland voor vanaf 1 april 2005 tot en met 31 mei 2006, periode van 14 maanden waarin het Operagebouw in Antwerpen wordt gesloten.

(4)

hij laatst op zijn directieraad mee dat hij voor-stellingen plande voor mei 2006 en de sluitings-periode met 1 maand wilde inkorten. De Vlaamse volksvertegenwoordiger zal begrijpen dat een dergelijke houding het bouwpro-gramma hypothekeert.

De betrokken partijen zijn momenteel de Vlaamse Opera als bouwheer, het FoCI (Fonds voor Culturele Infrastructuur – red.) als subsi-dieverstrekker, de afdeling Gesubsidieerde In-frastructuur voor de opvolging, het team Rob-berecht & Daem voor het ontwerp en de stu-dies, de firma Luykx als veiligheidscoördinator en de NV CDB als projectmanager en budget-controller.

2. PPS met ING en stad Antwerpen.

Vooreerst wil ik duidelijkheid scheppen over deze mogelijke samenwerking. Het betreft geen belangrijke uitbreiding, noch plannen tot aan-koop van het ING-gebouw of het bouwen van een nieuw café-restaurant door de Vlaamse Opera. Het betreft een voorstel van samenwer-king met wederzijdse inbreng en wederzijdse voordelen.

Het plan zoals het nu voorligt, zou er in bestaan dat de Vlaamse Opera het aan de Opera palend huis in de Van Ertbornstraat inbrengt, dat de stad Antwerpen of Vespa (Vastgoed en Stad-sprojecten Antwerpen – red.) een ander huis in de Van Ertbornstraat en het hoekgebouw "Ca-veau" inbrengt, terwijl ING lokalen voor de laad- en loskade en de ticketing inbrengt. Vervolgens renoveert en ontwikkelt ING het volledige gebouwenblok, waarbinnen voor de Vlaamse Opera kantoren, een repetitiezaal, de los- en laadzone, magazijn en zijtoneel worden gebouwd voor een oppervlakte van 3.646 m2.

Bij oplevering van het gebouw least ING de voor de Opera dienstige gebouwgedeeltes aan de Vlaamse Opera met een aankoopoptie bij einde leasing.

Dit plan levert volgende voordelen op.

Voor de Vlaamse Opera wordt een groot deel van de derde fase uit het Masterplan gereali-seerd met dezelfde einddatum als de eerste fase van het Masterplan (juni 2006). In feite

ont-staat er een ruil van gebouwengedeeltes waar-door bijvoorbeeld de kantoren en de los- en laadruimte op een efficiëntere locatie en bijge-volg goedkoper kunnen worden gebouwd dan in het Masterplan gepland was. Daarenboven wordt de uitgave voor de Vlaamse Opera ge-spreid over vijftien jaar of meer. De inbreng van de gebouwen van de stad Antwerpen (Vespa) betekent tevens een substantiële in-breng vanwege de stad, die de renovatie van de Vlaamse Opera ten goede komt.

Het is op onze vraag dat het college van burge-meester en schepenen van Antwerpen zijn prin-cipieel akkoord gaf om het gebouw niet te ver-kopen aan ING, zoals oorspronkelijk voorge-steld, maar het in te brengen ten voordele van de Opera. De Opera spaart daardoor ook de jaarlijkse concessievergoeding aan Vespa uit voor de "Caveau" en ruilt een deel ervan voor beter benutbare ruimtes. ING zal langs de Frank-rijklei een nieuw Operacafé bouwen, waarmee de Opera een samenwerkingsakkoord kan af-sluiten. De Vlaamse Gemeenschap kan zich dan ook uitsluitend richten op de verdere renovatie van het Operagebouw zelf, waarin alle essentiële publieksfuncties zijn gegroepeerd.

Deze PPS-formule wordt momenteel onder-handeld tussen ING, de Vlaamse Opera en Vespa, terwijl mijn kabinet en het Vlaams Ken-niscentrum PPS de besprekingen opvolgen en begeleiden voor de Vlaamse Gemeenschap. Men tracht een evenwicht te vinden tussen de inbreng en de voordelen voor alle partijen, waarbij rekening moet worden gehouden met enerzijds de waarde van de ingebrachte gebou-wen (Vespa, Opera), de verantwoorde bouw-kosten van de ontwikkelaar (ING), de te kiezen leasingformule en de jaarlijkse leasingprijs en afkoopsom.

(5)

bete-kenen dat de uitvoering van de eerste fase van het Masterplan volkomen in het gedrang komt, omdat deze rekening moet houden met het al dan niet doorgaan van het PPS-project. Daar-enboven zal het een beslissing betreffen over een beperkt jaarlijks leasingbedrag en niet over een belangrijk financieel engagement, dat de vol-gende regering voor een voldongen feit stelt. Zeker geen voldongen feit zoals datgene waar-voor de vorige regering de ministers van Cul-tuur in de huidige legislaCul-tuur heeft geplaatst. Zij hebben namelijk nagenoeg het volledige bedrag van het vroeger besliste aandeel van de Vlaamse Gemeenschap in de renovatie van de KVS (Ko-ninklijke Vlaamse Schouwburg – red.), in de bouw van het Concertgebouw van Brugge en in de verbouwing van het STUK, op de begroting van de huidige legislatuur moeten vastleggen. Tot slot wil ik wijzen op de verklaring van de intendant, die stelt dat hij hoopt dat de vol-gende regering haar tegemoetkoming voor de verbouwing zal herbekijken. Bouwwerken wor-den lang op voorhand gepland en wijzigingen "a la dernière minute", zoals er volgens de audit bij de Opera geregeld gebeuren, zijn in deze materie onmogelijk.

Wel kan door de volgende regering worden be-slist over de uitvoering en de financiering van de volgende fases, nadat deze eventueel zijn aangepast ten gevolge van het doorgaan van het PPS-project.

Wat betreft de vraag van de Vlaamse volksverte-genwoordiger over de instructies aan de commis-sarissen, heb ik deze hiermee ook beantwoord. 3. Betrokkenheid Kenniscentrum PPS

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

"Op voorstel van minister-president Bart Somers : De Vlaamse regering kent 275.000 euro subsidie toe aan het Fonds voor Externe Communicatie van de federale overheid voor

Worden er vanuit de Vlaamse Gemeenschap complementair aan de werking van de federale referentiecentra diensten aangeboden, zodat alle CVS-patiënten (zowel de langdurig zieken als

Kunnen we hieruit concluderen dat de Vlaamse overheid te weinig middelen uittrekt voor der- gelijke renovatieprojecten van sociale wonin- gen, aangezien de federale overheid

Op het Overlegcomité van de federale regering en gemeenschaps- en gewestregeringen werd door de federale regering gevraagd naar mede- werking van de deelregeringen in het kader van

– Hoeveel % van de ondergrondse stookolie- tanks die uw firma sedert september vorig jaar heeft gevuld of bijgevuld, werd reeds door een erkend technicus gecontroleerd of werd

1) wordt op bladzijde 19 vermeld dat de Vlaamse regering op 18 juli 2003 besliste om in elk van de zoge- naamde grote Vlaamse culturele instellingen, met name de Vlaamse Opera,

Uiteraard zou de band tussen Operastudio en Vlaamse Opera niet doorgeknipt mogen worden en moet erop toegezien worden dat in de toekomst een structurele samenwerking mogelijk

De plantentuin ("de Nationale Plantentuin van België") is als geheel bij koninklijk besluit (KB) van 9 augustus 1967 (Belgisch Staatsblad, 20 fe- bruari 1968) beschermd