Vraag nr. 139 van 30 maart 2001
van de heer JAN LOONES
Zwembaden op campings – Redders
In haar antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 2 7 1 van 3 juli 2000 omtrent de reddersproblematiek in de campingsector (Bulletin van Vragen en A n t -w o o rden nr. 3 van 17 november 2000, b l z . 368 – r e d . ) stelde de minister dat – in tegenstelling tot baden verbonden aan hotels of appartementen – inderdaad alle sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II gelden voor zwemgelegenheden op cam-pings.
Verder had de minister het over de mogelijkheid aan een afwijkende regeling wat het vereiste aantal redders betreft, op voorwaarde dat de exploitant een toezichtsplan opstelt en naleeft.
De sector is echter van oordeel dat dit niets afdoet van de verplichting van een permanent aanwezige gebrevetteerde redder (Recreamagazine – Cam-pingfederatie CKVB van 5 maart 2001).
Verder vermeldde de minister dat er nog geen nieuw overleg werd gevoerd over een verdere ver-soepeling van de recente reglementering (besluit van de Vlaamse regering van 19 januari 1999 inza-ke de sectorale voorwaarden).
1. Wordt er nog een nieuw overleg in het vooruit-zicht gesteld voor de verdere versoepeling van de recente reglementering ? Zo ja, voor wan-neer ?
2. Wo r d e n , naar aanleiding van dit overleg, de be-trokkenen gehoord in deze materie ?
N.B. Een vraag m.b. t . deze problematiek uit het oogpunt van het toeristisch-recreatief aanbod werd gesteld aan de heer Renaat Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme.
Antwoord
1. De Vlaamse volksvertegenwoordiger merkt te-recht op dat bij toepassing van de soepelere re-geling met beperking van het aantal redders en t o e z i c h t e r s, de exploitant naast een toezichtplan nog steeds ten minste in één gebrevetteerde redder moet voorzien.
Met betrekking tot de vraag naar een mogelijke verdere versoepeling van de reglementering kan ik meedelen dat – mede in het licht van de moeilijkheid om gebrevetteerde redders te vin-den – de (informele) ambtelijke BBT- c o m m i s-sie "zwembaden" een suggestie heeft geuit om de eisen gesteld aan de redders te milderen voor kleinschalige zwembaden in het algemeen (BBT : beste beschikbare technieken – red.). Hierbij worden dan de zwembaden geviseerd die niet als instructiebad worden gebruikt, m e t een diepte van maximum 1,40 meter en een wa-teroppervlakte van maximum 100 m2, o n g e a c h t
of deze zwembaden al of niet zijn verbonden aan een camping of recreatiepark. Ik overweeg deze suggestie op te nemen in een eerstvolgend ontwerp tot actualisering van de V l a r e m - r e g l e-mentering.