Vraag nr. 109 van 8 maart 2001
van de heer JAN LOONES
Werkgroep sportfederaties – Ve r t e g e n w o o rd i g i n g recreatiesportsector
Naar aanleiding van de ministeriële werkgroep die zich momenteel buigt over het decreet op de er-kenning en subsidiëring van de sportfederaties, i n het kader van de uitwerking van een nieuw de-c r e e t , heerst nogal wat ongerustheid bij de rede-cre- recre-atiesportsector.
Reden voor deze bezorgdheid is het feit dat er geen vertegenwoordiger van de recreatieve sport-beoefening deel zou uitmaken van deze ministerië-le werkgroep, om daarin de standpunten van de sector te vertolken.
In het kader daarvan heeft een werkgroep namens het platform van recreatie- en omnisporten ("Plat-form van Verontruste Sportfederaties") terzake een nota bezorgd aan het kabinet van de minister. Daarin dringt de recreatiesportsector onder meer aan op een gelijke subsidiebehandeling tussen deze sector en de competitie- en topsportsector.
De recreatiesportfederaties – die 351.091 leden vertegenwoordigen – zouden daarom graag door de minister worden gehoord om hun standpunten kenbaar te maken.
1. Heeft de minister de nota van het "Platform van Verontruste Sportfederaties" reeds geëvalu-eerd ? Met welk resultaat ?
2. Wordt alsnog een vertegenwoordiger van de re-creatieve sector in de ministeriële werkgroep opgenomen ?
Antwoord
In de werkgroep worden de sportfederaties verte-genwoordigd door de Vlaamse Sportfederatie ( V S F ) . Deze organisatie is bij decreet van 13 a p r i l 1999 erkend en gesubsidieerd als koepelorganisatie van de sportfederaties waarbij zij op basis van arti-kel 27, § 1, 13° minstens drievierde van de erkende, waarvan drievierde tevens gesubsidieerde, V l a a m s e sportfederaties als leden moet hebben. B i j g e v o l g werden voldoende waarborgen ingebouwd tenein-de tenein-de representativiteit van tenein-deze organisatie te w a a r b o r g e n . Het is aan de recreatiesportfederaties om via hun eigen koepel hun grieven bekend te m a k e n . Indien hun grieven onvoldoende worden
behartigd door het verkozen bestuur, dan dienen zij dit intern aan te kaarten.
Niettemin heeft een kabinetsmedewerker toch nog een afzonderlijk bijkomend overleg gehad met een delegatie van het "Platform van Verontruste Sport-f e d e r a t i e s " . Op basis van dit onderhoud werd de nota van het Platform bezorgd aan de werkgroep. Met deze nota en de bezorgdheid van de betrok-ken sportfederaties werd rebetrok-kening gehouden en dit heeft geleid tot een bijsturing van een mogelijk nieuw decretaal kader.