HA-1022-a-17-2-o
Examen HAVO
2017
economie
Bij dit examen hoort een bijlage.
Dit examen bestaat uit 28 vragen.
Voor dit examen zijn maximaal 54 punten te behalen.
Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden.
Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of berekening ontbreekt.
Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd.
Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.
tijdvak 2
maandag 19 juni
13.30 - 16.30 uur
HA-1022-a-17-2-o 2 / 8 lees verder ►►►
Opgave 1 Pretkortingen
Doordat steeds meer consumenten bezuinigen op een dagje uit is er bij grote pretparken een strijd om de klant losgebarsten. Twee
pretparken, Termin8or en Action4U, domineren de markt. Beide proberen met nieuwe attracties bezoekers te trekken en concurreren met de entreeprijs.
2p 1
Maak van de onderstaande tekst een economisch juiste redenering:
De markt waarop Termin8or en Action4U opereren, kan worden
aangeduid als …(1)…. Een kenmerk van deze markt van pretparken is de
…(2)…. van de aangeboden diensten. De kortingsactie op entreeprijzen bij deze pretparken is een voorbeeld van …(3)….
Kies uit:
bij (1) volkomen concurrentie / oligopolie bij (2) heterogeniteit / homogeniteit
bij (3) prijsbeleid / prijsregulering
De heer Te Linge is algemeen directeur van pretpark Termin8or en wordt geïnterviewd over de kortingsacties.
interviewer:
60% van de pretparkkaartjes wordt met korting via
supermarktacties verkocht.
Daardoor is er 30% minder omzet dan bij verkoop aan de kassa. Is de oorspronkelijke entreeprijs niet gewoon te hoog?
1
Te Linge:
De huidige entreeprijs van Termin8or is heel redelijk. Daarmee mikken wij op 120.000 bezoekers per jaar, waarbij onze omzet maximaal is. Om maximale totale winst te halen zou de entreeprijs aan de kassa 25% hoger moeten liggen.
2
Gebruik tekstballon 1.
2p 2
Bereken met welk kortingspercentage de pretparkkaartjes via
supermarktacties worden verkocht.
HA-1022-a-17-2-o 3 / 8 lees verder ►►►
Gebruik tekstballon 2 en bron 1.
2p 3
Toon aan dat de entreeprijs van Termin8or 25% hoger zou liggen indien het park streeft naar maximale totale winst in plaats van maximale totale opbrengst.
interviewer:
Waarom dan toch die kortingsacties? Komt
hiermee de winstgevendheid van uw pretpark Termin8or niet in gevaar?
3 Te Linge:
Dat is mogelijk. Het komt omdat Termin8or en Action4U zich in een gevangenendilemma bevinden.
4
Gebruik tekstballon 3 en 4 en bron 2.
2p 4
Verklaar de uitspraak van Te Linge dat beide parken zich in een gevangenendilemma bevinden. Ga als volgt te werk:
Bepaal de dominante strategie van elk pretpark.
Leg uit dat er als gevolg van deze strategieën sprake is van een gevangenendilemma.
interviewer:
Hoe gaat de directie van Termin8or het verlies aan omzet nu aanpakken?
5 Te Linge:
Op regenachtige dagen zullen wij slechts € 16 entree vragen. Op zonnige dagen vragen we een hogere prijs. Als onze concurrent en wij niet aan de kortingsacties via de
supermarkten zouden meedoen, verwacht ik voor Termin8or dan in juni
€ 336.000 omzet.
6
interviewer:
Begrijp ik u goed dat u kiest voor prijsdiscriminatie?
7
Gebruik tekstballon 6 en bron 3.
2p 5
Bereken de entreeprijs die Termin8or op zonnige dagen in juni wil gaan vragen, uitgaande van de verwachting van Te Linge.
Gebruik tekstballon 6 en 7.
1p 6
Geef een reden waarom er geen sprake is van prijsdiscriminatie.
HA-1022-a-17-2-o 4 / 8 lees verder ►►►
Opgave 2 Wat kost een vermogen?
Uit een onderzoeksrapport, begin 2015:
De vermogensverschillen in de wereld nemen toe. In 2012 bezat de rijkste 1% van de wereld bijna de helft van het totale vermogen. In 2014 is dat opgelopen naar precies de helft. Als deze ontwikkeling zich doorzet, bezit de rijkste 1% van de wereld in 2016 meer dan de helft van het totale vermogen.
Niels en Eva zitten in de examenklas en willen naar aanleiding van het bovenstaande bericht de vermogensverdeling in hun land onderzoeken voor hun profielwerkstuk. Ze hebben twee deelvragen geformuleerd:
Is de vermogensverdeling in ons land in 2014 ten opzichte van 2012 schever geworden?
Welke maatregelen kunnen genomen worden om een steeds schever wordende vermogensverdeling aan te pakken?
Niels heeft op de site van het Bureau voor Statistiek (BS) statistieken gevonden van de vermogensverdeling in hun land in 2012 en 2014 (bron 1). Hij vraagt zich af: “Hoe kunnen er vermogensgroepen bestaan die 0% of minder van het totale vermogen bezitten, terwijl er binnen die groepen ook huishoudens zijn die spaargeld of een eigen huis hebben, wat volgens het BS ook tot vermogen wordt gerekend?” Eva kan hem dat wel uitleggen.
Gebruik bron 1.
1p 7
Geef namens Eva antwoord op de vraag van Niels.
De Lorenzcurve van de vermogensverdeling in 2014 heeft Niels niet kunnen vinden. Maar op basis van het staafdiagram van 2014 kan Niels wel een Lorenzcurve van 2014 schetsen.
Gebruik bron 1.
2p 8
Zal de Lorenzcurve van de vermogensverdeling in 2014 een boller of minder bol verloop hebben dan de Lorenzcurve in 2012?
Verklaar het antwoord met behulp van de staafdiagrammen.
Niels en Eva denken dat door middel van een belastingmaatregel de
vermogensverschillen kunnen worden aangepakt, met de aanname dat de
belasting in mindering wordt gebracht op het vermogen. In hun onderzoek
stuiten ze op een nieuwe regeling van de vermogensrendementsheffing
die de regering gaat doorvoeren in 2017 (zie bron 3). Niels vergelijkt deze
nieuwe regeling met de bestaande regeling in 2014 (zie bron 2) en doet
vervolgens twee beweringen:
HA-1022-a-17-2-o 5 / 8 lees verder ►►►
bewering 1: “De verhoging van de vrijstelling van € 21.000 naar € 25.000 op zichzelf heeft een nivellerend effect op de
vermogensverdeling na belastingheffing.”
bewering 2: “De nieuwe fictieve rendementen lopen op, dat betekent dat de regering ervan uitgaat dat huishoudens met een groot vermogen hogere rendementen kunnen behalen door bijvoorbeeld meer risicospreiding.”
Gebruik bron 2 en 3.
2p 9
Leg uit dat verhoging van de vrijstelling een nivellerend effect kan hebben op de vermogensverdeling.
2p 10
Leg uit dat huishoudens met een groot vermogen meer risicospreiding in hun beleggingen kunnen toepassen en zodoende hogere rendementen kunnen behalen.
Ten slotte willen Niels en Eva uitrekenen of de vermogensverschillen inderdaad afnemen door de nieuwe regeling. Daartoe gaan ze de
geplande nieuwe regeling van 2017 vergelijken met de regeling van 2014 voor een huishouden met een vermogen van € 200.000 en een
huishouden met een vermogen van € 2.000.000. Ze gaan ervan uit dat tussen 2014 en 2017 geen vermogensgroei heeft plaatsgehad. Eva heeft een tabel gemaakt en de berekeningen voor een huishouden met een vermogen van € 200.000 al ingevuld (zie bron 4).
Gebruik bron 2, 3 en 4.
4p 11
Zijn op basis van het rekenvoorbeeld de vermogensverschillen na belasting in 2017 ten opzichte van 2014 toegenomen of afgenomen?
Ga als volgt te werk:
Bereken het bedrag dat moet worden ingevuld bij A.
Bereken het bedrag dat moet worden ingevuld bij B.
Laat met behulp van verhoudingsgetallen zien of de
vermogensverschillen zijn toegenomen of afgenomen.
HA-1022-a-17-2-o 6 / 8 lees verder ►►►
Opgave 3 China grijpt in
Uit een krant, 31 augustus 2015:
De koers van de Chinese yuan is door ingrepen van de centrale bank van China in de maand augustus van dit jaar gedaald van 0,161 naar 0,156 US dollar. De centrale bank beïnvloedt al lange tijd de koers van de yuan door rentebeleid en interventies (aan- en verkooptransacties) op de valutamarkt. Door de koersdaling probeert de centrale bank via de betalingsbalans de beoogde economische groei in China voor dit jaar te realiseren.
1p 12
Bereken met hoeveel yuan de koers van de dollar (uitgedrukt in yuan) in de maand augustus 2015 is veranderd.
2p 13
Heeft de centrale bank in augustus de rente verhoogd of verlaagd om de koersdaling van de yuan te bewerkstelligen? Licht het antwoord toe.
Gebruik bron 1.
2p 14
Noteer het nummer van de grafiek uit bron 1 die de interventie op de valutamarkt om de koersdaling van de yuan te bewerkstelligen juist weergeeft.
2p 15
Leg uit dat de koersdaling van de yuan via de lopende rekening van de betalingsbalans kan leiden tot meer economische groei in China.
Een Amerikaanse econoom reageert op de recente ontwikkelingen in China: “De koersdaling die de centrale bank met haar maatregelen heeft veroorzaakt, is een vorm van protectie. Als de Verenigde Staten (VS) tegenmaatregelen nemen, wordt de vrijhandel beperkt en dat zal de economische groei van beide landen vertragen. Ik zal uitleggen waarom ….”
3p 16
Schrijf in ongeveer 50 woorden de uitleg van de econoom. In de uitleg moeten de volgende aspecten aan de orde komen:
een reden waarom de koersdaling van de yuan ten opzichte van de dollar de economische groei van de VS zal afremmen
een andere vorm van protectie (dan een koersdaling) die de regering van de VS kan nemen als tegenmaatregel
een reden waarom protectie door de VS de economische groei van China zal vertragen
De VS kan door middel van protectie ook de eigen groei belemmeren, nog zonder dat China tegenmaatregelen neemt.
2p 17
Leg dit uit.
HA-1022-a-17-2-o 7 / 8 lees verder ►►►
Opgave 4 De prijs van tijd
Uit een webblog, 6 april 2012:
Spaarrentes die de banken bieden worden steeds lager, terwijl de prijzen stijgen. De gemiddelde rente op spaargeld is gedaald naar 2,4% en de inflatie is gestegen tot 2,5%.
Sinds het begin van de kredietcrisis in 2008 wordt er elk jaar meer gespaard door
Nederlanders. In 2011 groeide het totaal aan spaartegoeden met 18 miljard euro tot een bedrag van 314 miljard euro.
Econoom Heffinger: “Gezien de verhouding tussen de rente en de inflatie, had ik deze groei niet verwacht.”
2p 18
Maak van onderstaande tekst een economisch juiste redenering.
Het gevolg van een toenemend aanbod van spaargeld op de vermogensmarkt is het …(1)…. Stijgende besparingen in een land
veroorzaken bij gelijkblijvende inkomens een daling van de …(2)… en dat kan leiden tot …(3)… economische groei in dat land.
Kies uit:
bij (1) dalen van de rente / stijgen van de prijzen
bij (2) vraag naar consumptiegoederen / vraag naar exportgoederen bij (3) meer / minder
2p 19
Leg uit hoe een economische crisis kan leiden tot stijgende besparingen bij gezinnen.
2p 20
Geef een verklaring voor de uitspraak van econoom Heffinger.
Bij sparen wordt een intertemporele afweging gemaakt. Door te ruilen over de tijd streven mensen in hun verschillende levensfasen onder meer naar een constant consumptieniveau. Zo ook Willem van Dongen. Zijn financiële levensloop is in bron 1 weergegeven. In levensfase a - b heeft hij een dure opleiding gevolgd. Voor die opleiding moest hij geld lenen.
Na zijn opleiding vindt Willem direct een baan en neemt zijn looninkomen gedurende een aantal jaren toe. Daarna blijft zijn loon gelijk.
Gebruik bron 1 bij de vragen 21, 22 en 23.
2p 21
Is het looninkomen van Willem een stroomgrootheid of een voorraadgrootheid? Verklaar het antwoord.
2p 22
Verklaar waarom het financieel vermogen van Willem in de levensfase b - c afneemt, maar minder snel dan in de levensfase a - b.
2p 23
Verklaar waarom het financieel vermogen van Willem in de levensfase d - e toeneemt en vervolgens in levensfase e - f afneemt.
Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina.
HA-1022-a-17-2-o 8 / 8 lees verder ►►►
Opgave 5 Aanpakken dat opwaarderen!
Uit een tijdschrift:
In de dure tas die gestolen werd op dat zonnige eiland, zat volgens je claim bij de verzekering ook een dure zonnebril die je in feite al eerder was kwijtgeraakt. Een kras in de lak van je auto, veroorzaakt door een onvoorzichtige fietser, laat je tegelijk repareren met de deuk in het spatbord die er al een tijdje in zat.
Uit onderzoek van het Verbond van Verzekeraars (VvV) blijkt dat er jaarlijks voor zo’n 900 miljoen euro aan schade op een dergelijke manier wordt ‘opgewaardeerd’. “Het gevolg van dit claimgedrag is dat de
verzekerden er uiteindelijk toch weer zelf voor moeten betalen”, aldus de woordvoerder van het VvV.
2p 24
Leg uit dat het ‘opwaarderen’ van schade mogelijk is als gevolg van asymmetrische informatie.
1p 25
Is er bij het ‘opwaarderen’ van schade sprake van moral hazard? Verklaar het antwoord.
1p 26
Verklaar de uitspraak van de VvV-woordvoerder.
Om ervoor te zorgen dat verzekerden minder claimen, maken
verzekeraars onder andere gebruik van een bonus-malusladder. Volgens de VvV kan een dergelijke bonus-malusladder in sommige gevallen het claimen juist stimuleren. In het rapport laten de onderzoekers dat zien aan de hand van een voorbeeld:
Hugo heeft een auto met een cataloguswaarde van € 16.950,-. Hij rijdt jaarlijks ongeveer 12.000 km en is door verzekeraar CarSafe ingedeeld in trede 7 van de premieladder. In het begin van het jaar heeft Hugo al twee schades geclaimd bij CarSafe.
Gebruik bovenstaand voorbeeld, bron 1 en bron 2 bij de vragen 27 en 28.
2p 27
Bereken met hoeveel euro de premie van Hugo volgend jaar ten opzichte van zijn huidige premie zal stijgen als gevolg van de twee ingediende schades.
2p 28
Leg uit dat de bonus-malusladder in het geval van Hugo het aantal claims niet beperkt.
einde
HA-1022-a-17-2-b
Bijlage HAVO
2017
economie
Bronnenboekje
tijdvak 2
HA-1022-a-17-2-b 2 / 7 lees verder ►►►
Opgave 1 Pretkortingen
bron 1 kosten en opbrengsten van Termin8or per jaar
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45
0 50 100 150 200
MO, MK, GTK, P (€)
aantallen bezoekers (x 1.000) MK MK MK P
P
GTK GTK MO GTK
MO MO
0 500 1.000 1.500 2.000 2.500
120
0 240
TO
(x 1.000 euro)
aantallen bezoekers (x 1.000)
MO = marginale opbrengsten MK = marginale kosten P = prijs
GTK = gemiddelde totale kosten
TO = totale opbrengsten
HA-1022-a-17-2-b 3 / 7 lees verder ►►►
bron 2 pay-off matrix pretparken Termin8or en Action4U
Action4U meedoen met
kortingsactie
niet meedoen met kortingsactie Termin8or
meedoen met
kortingsactie 280.000 ; 240.000 350.000 ; 200.000 niet meedoen met
kortingsactie 250.000 ; 280.000 300.000 ; 260.000 Toelichting
De getallen geven voor de maanden per jaar dat de parken zijn opengesteld de gemiddelde maandelijkse omzet in euro’s.
bron 3 weersvoorspelling en bezoekersaantallen Termin8or
0 5 10 15 20 25 30
0 100 200 300 400 500 600 700 aantal 800
dagen
aantal bezoekers
per dag
Legenda linkeras:
aantal zonnige dagen aantal regenachtige dagen
aantal bezoekers op zonnige dag aantal bezoekers op regenachtige dag
april mei juni juli
augustus september oktober Legenda rechteras:
120 120 120 225 225
225 230230230 473 473 473
600 600 600
730 730
730 740740740
580 580 580
340 340 340 300
300 300
420 420
420 400400400
290 290 290
165 165 165
HA-1022-a-17-2-b 4 / 7 lees verder ►►►
Opgave 2 Wat kost een vermogen?
bron 1
70 60 50 40 30 20 10 0 -10 percentage
totale vermogen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
vermogensgroepen huishoudens in decielen -3
-3 -3 -0,2-0,2-0,2
0
0 0,20,20,2 11 22 66 101010 18 18 18
58 58 58 vermogensaandelen per deciel, 2012
100
80
60
40
20
0
-20
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Lorenzcurve van vermogen, 2012 percentage
totale vermogen (cumulatief)
vermogensgroepen huishoudens in percentielen (cumulatief)
percentage totale vermogen
100
80
60
40
20
0
-20
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Lorenzcurve van vermogen, 2014 percentage
totale vermogen (cumulatief)
vermogensgroepen huishoudens in percentielen (cumulatief) 70
60 50 40 30 20 10 0
-10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
vermogensgroepen huishoudens in decielen -4
-4 -4
1
1 33 77 121212 19 19 19
61 61 61 vermogensaandelen per deciel, 2014
-0,2 -0,2 -0,2
0 0 0,20,20,2
HA-1022-a-17-2-b 5 / 7 lees verder ►►►
bron 2 regeling vermogensrendementsheffing in 2014 werkelijk vermogen zoals vastgesteld op 1 januari
vrijstelling € 21.000
belastbaar vermogen werkelijk vermogen - vrijstelling fictief rendement waarmee wordt
gerekend
4% van het belastbaar vermogen vermogensrendementsheffing 30% van het fictief rendement
bron 3 regeling vermogensrendementsheffing vanaf 2017 werkelijk vermogen zoals vastgesteld op 1 januari
vrijstelling € 25.000
belastbaar vermogen werkelijk vermogen - vrijstelling
belastbaar vermogen fictief rendement heffing
schijf 1 0 - € 125.000 2,9% 30%
schijf 2 € 125.001 - € 1.025.000 4,7% 30%
schijf 3 ≥ € 1.025.001 5,5% 30%
bron 4 rekenvoorbeeld regeling vermogensrendementsheffing 2014 en 2017
vermogensrendementsheffing huishouden met vermogen van
€ 200.000 € 2.000.000
regeling 2014 € 2.148,00 € … A …
regeling 2017 € 1.792,50 € … B …
HA-1022-a-17-2-b 6 / 7 lees verder ►►►
Opgave 3 China grijpt in
bron 1 koers Chinese yuan in US dollar op de valutamarkt
koers yuan in dollar
1
A
V2
V1 Q
aantal yuan
koers yuan in dollar
2
A
V1
V2 Q
aantal yuan koers
yuan in dollar 3
A2
V
Q P
P
P P
aantal yuan
A1 koers
yuan in dollar 4
A1
V
Q
aantal yuan A2
V of V
1en A of A
1: vraag respectievelijk aanbod op 1 augustus 2015
V
2en A
2: vraag respectievelijk aanbod na de ingreep
Opgave 4 De prijs van tijd
bron 1 financiële levensloop van Willem van Dongen
a
b c
d
e
f financieel
vermogen looninkomen en consumptie
0
leeftijd 0 begin werk ... levensverwachting
leeftijd levensverwachting ...
constant consumptieniveau startsalaris
begin studie
HA-1022-a-17-2-b 7 / 7 lees verder ►►►
Opgave 5 Aanpakken dat opwaarderen!
bron 1 premietabel van verzekeraar CarSafe
oorspronkelijke cataloguswaarde
basispremie bij minder dan
20.000 km per jaar
basispremie bij meer dan
20.000 km per jaar
tot € 12.000 711 810
€ 12.000 - € 13.000 782 891
€ 13.000 - € 14.000 853 972
€ 14.000 - € 15.000 924 1.053
€ 15.000 - € 16.000 996 1.135
€ 16.000 - € 17.000 1.067 1.216
€ 17.000 of meer 1.139 1.298
bron 2 bonus-malusladder van verzekeraar Carsafe
korting per bonus-malustrede toekomstige bonus-malustrede 1) bonus-malus
trede 20 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
korting op de basispremie (%) 75
75 75 75 75 75 75 72,5 70 67,5 65 60 55 50 45 35 25 15 5
25% opslag
zonder schade 20 20 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2
met 1 schade 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 1 1 1 1 1
met 2 schades 9 8 8 7 6 5 4 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
met 3 of meer schades 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Een voorbeeld: U zit nu in trede 14 en claimt dit jaar twee schades. Volgend jaar zult u dan in trede 4 komen. Uw korting zal dan afnemen van 75% tot 25%.
1)
einde
Correctievoorschrift HAVO
2017
tijdvak 2
economie
Het correctievoorschrift bestaat uit:
1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels
3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Aanleveren scores
1 Regels voor de beoordeling
Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit VO.
Voorts heeft het College voor Toetsen en Examens op grond van artikel 2 lid 2d van de Wet College voor toetsen en examens de Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen vastgesteld.
Voor de beoordeling zijn de volgende aspecten van de artikelen 36, 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit VO van belang:
1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het
toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het College voor Toetsen en Examens.
2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de directeur van de school van de
gecommitteerde toekomen. Deze stelt het ter hand aan de gecommitteerde.
HA-1022-a-17-2-c 1 lees verder ►►►
3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door het College voor Toetsen en Examens.
De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde.
4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het behaalde aantal scorepunten voor het centraal examen vast.
5 Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de
gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt
hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde
onafhankelijke corrector aanwijzen. De beoordeling van deze derde corrector komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.
2 Algemene regels
Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de regeling van het College voor Toetsen en Examens van toepassing:
1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat.
2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de
gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het bij de toets behorende correctievoorschrift. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd.
3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels:
3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend;
3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het
beoordelingsmodel;
3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden
toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel;
3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld;
3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal;
3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of
berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven;
HA-1022-a-17-2-c 2 lees verder ►►►
3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord;
3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen;
3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn.
4 Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal scorepunten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend.
5 Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het
beoordelingsmodel anders is vermeld.
6 Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld.
7 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan het College voor Toetsen en Examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden.
8 Scorepunten worden met inachtneming van het correctievoorschrift toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven.
9 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen.
Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur.
De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB1 Het College voor Toetsen en Examens heeft de correctievoorschriften bij regeling vastgesteld. Het correctievoorschrift is een zogeheten algemeen verbindend
voorschrift en valt onder wet- en regelgeving die van overheidswege wordt verstrekt.
De corrector mag dus niet afwijken van het correctievoorschrift.
NB2 Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht.
Evenmin is er een standaardformulier voorgeschreven voor de vermelding van de scores van de kandidaten.
Het vermelden van het schoolexamencijfer is toegestaan, maar niet verplicht.
Binnen de ruimte die de regelgeving biedt, kunnen scholen afzonderlijk of in gezamenlijk overleg keuzes maken.
HA-1022-a-17-2-c 3 lees verder ►►►
NB3 Als het College voor Toetsen en Examens vaststelt dat een centraal examen een onvolkomenheid bevat, kan het besluiten tot een aanvulling op het correctievoorschrift.
Een aanvulling op het correctievoorschrift wordt zo spoedig mogelijk nadat de onvolkomenheid is vastgesteld via Examenblad.nl verstuurd aan de
examensecretarissen.
Soms komt een onvolkomenheid pas geruime tijd na de afname aan het licht. In die gevallen vermeldt de aanvulling:
NB
Als het werk al naar de tweede corrector is gezonden, past de tweede corrector deze aanvulling op het correctievoorschrift toe.
Een onvolkomenheid kan ook op een tijdstip geconstateerd worden dat een aanvulling op het correctievoorschrift te laat zou komen.
In dat geval houdt het College voor Toetsen en Examens bij de vaststelling van de N-term rekening met de onvolkomenheid.
3 Vakspecifieke regels
Voor dit examen kunnen maximaal 54 scorepunten worden behaald.
Voor dit examen is de volgende vakspecifieke regel vastgesteld:
Voor rekenfouten worden geen scorepunten afgetrokken. Wanneer echter de kandidaat bij een berekening kennelijk verzuimd heeft door schatting controle op het antwoord uit te oefenen, wordt voor deze fouten één scorepunt afgetrokken tot een maximum van drie scorepunten voor het hele examen.
HA-1022-a-17-2-c 4 lees verder ►►►
4 Beoordelingsmodel
Opmerking
Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke.
Opgave 1 Pretkortingen
1 maximumscore 2 (1) oligopolie (2) heterogeniteit (3) prijsbeleid
• (1) en (2) juist 1
• (3) juist 1
2 maximumscore 2 50%
Een voorbeeld van een juiste berekening is:
Noem de prijs met korting P’
Stel de volle prijs op 10
0,6 × P’ + 0,4 × 10 = 7 → 0,6 × P’ = 3 → P’ = 5 5 10−
10 × 100% = − 50%, dus een korting van 50%
3 maximumscore 2 aflezen uit bron 1
Een voorbeeld van een juist antwoord is:
Er is sprake van maximale omzet bij Q = 120, dus als P = 20
Er is sprake van maximale totale winst (als MO = MK, dus) als P = 25 25 20
20
− x 100% = 25%
4 maximumscore 2
Een voorbeeld van een juiste verklaring is:
• De dominante strategie van zowel Action4U als Termin8or is ‘meedoen met de kortingsactie’ omdat dit voor ieder de hoogste omzet oplevert,
ongeacht de keuze van de ander 1
• Dit levert een suboptimaal resultaat op, aangezien gezamenlijk ‘niet meedoen aan de kortingsactie’ voor beide pretparken een hogere
omzet oplevert 1
Vraag Antwoord Scores
HA-1022-a-17-2-c 5 lees verder ►►►
Vraag Antwoord Scores
5 maximumscore 2
Een voorbeeld van een juiste berekening is:
20 × 600 × Pzonnig + 10 × 300 × € 16 = € 336.000 Pzonnig = € 288.000
12.000
= € 24
6 maximumscore 1
Voorbeelden van een juiste uitleg zijn:
− Er worden verschillende prijzen gevraagd voor verschillende producten (omdat een pretparkbezoek op een regenachtige dag een andere beleving is dan een pretparkbezoek op een zonnige dag).
− Er worden geen verschillende groepen klanten onderscheiden.
HA-1022-a-17-2-c 6 lees verder ►►►
Vraag Antwoord Scores
Opgave 2 Wat kost een vermogen?
7 maximumscore 1
Een voorbeeld van een juist antwoord is:
Bij deze vermogensgroepen zijn de schulden even groot als of groter dan de bezittingen.
8 maximumscore 2 boller
Een voorbeeld van een juiste verklaring is:
In 2014 is de lengte van de staven (vermogensaandelen) van de uiterste groepen toegenomen (en van die in het middengebied afgenomen).
9 maximumscore 2
Een voorbeeld van een juiste uitleg is:
Huishoudens met kleine vermogens profiteren relatief meer van de verhoging van de vrijstelling dan huishoudens met grote vermogens.
Daardoor betaalt de groep huishoudens met een klein vermogen relatief minder belasting dan de groep huishoudens met een groot vermogen.
(Met de aanname dat belasting in mindering wordt gebracht op het vermogen, zal dit leiden tot nivellering van de vermogensverdeling.) 10 maximumscore 2
Een voorbeeld van een juiste uitleg is:
• Grote vermogens kunnen worden verdeeld over meer en minder risicovolle beleggingen (waarbij in mindere mate dan bij kleine
vermogens versnippering optreedt, met relatief hoge transactiekosten) 1
• Dit maakt hogere rendementen mogelijk, omdat eventuele tegenvallers kunnen worden opgevangen door minder risicovolle beleggingen 1 11 maximumscore 4
afgenomen
Een voorbeeld van een juiste berekening is:
• rendementsheffing A: (2.000.000 − 21.000) × 0,04 × 0,3 = € 23.748 1
• rendementsheffing B:
2.000.000 − 25.000 = € 1.975.000
schijf 1 € 125.000 × 0,029 = € 3.625 schijf 2 € 900.000 × 0,047 = € 42.300 schijf 3 € 950.000 × 0,055 = € 52.250
€ 98.175 × 0,3 = € 29.452,50 2
• Groepen met grote vermogens betalen in 2014 (23.748
2.148 =)11,06 en in 2017 (29.452,50
1.792,50 =)16,43 keer meer belasting dan groepen met kleine
vermogens (zodat vermogensverschillen na belasting zijn afgenomen) 1
HA-1022-a-17-2-c 7 lees verder ►►►
Vraag Antwoord Scores
Opgave 3 China grijpt in
12 maximumscore 1
Een voorbeeld van een juiste berekening is:
1 1
0,156 − 0,161 = 0,20 yuan (afgerond)
13 maximumscore 2 verlaagd
Een voorbeeld van een juiste toelichting is:
Door een verlaging van de rente ontstaat er kapitaalexport uit China waardoor het aanbod van de yuan (op de valutamarkt) zal stijgen en de koers gaat dalen.
14 maximumscore 2 3
15 maximumscore 2
Een voorbeeld van een juiste uitleg is:
• Door de koersdaling van de yuan ten opzichte van de dollar verbetert de internationale concurrentiepositie van China, waardoor de export
toeneemt / import afneemt 1
• Een toenemende export / afnemende import kan leiden tot toename
van de productie in China en dus tot meer economische groei 1 16 maximumscore 3
Een voorbeeld van een juiste uitleg is:
• Door de koersdaling van de yuan tegenover de dollar verbetert de concurrentiepositie van China ten opzichte van de VS waardoor de export, de productie en de economische groei van de VS worden
geremd 1
• De regering van de VS kan tegenmaatregelen nemen zoals het
instellen van invoerrechten op / een contingent voor Chinese producten 1
• De genoemde tegenmaatregelen kunnen leiden tot minder import van Chinese producten door de VS met als gevolg dat de productie
alsmede de economische groei van China worden geremd 1 17 maximumscore 2
Een voorbeeld van een juiste uitleg is:
De landen waarvan de export wordt getroffen door de protectie door de VS, zullen te maken krijgen met een vertraging van de groei. Hun
importbehoefte zal daardoor afnemen waardoor ook de export van de VS (en daarmee de eigen groei) zal afnemen.
HA-1022-a-17-2-c 8 lees verder ►►►
Vraag Antwoord Scores
Opgave 4 De prijs van tijd
18 maximumscore 2
bij (1) dalen van de rente
bij (2) vraag naar consumptiegoederen bij (3) minder
• (1) juist 1
• (2) en (3) juist 1
19 maximumscore 2
Een voorbeeld van een juiste uitleg is:
Een economische crisis kan zorgen voor onzekerheid over behoud van werk en inkomen (dalend consumentenvertrouwen), waardoor er meer gespaard zal worden om het (huidige) consumptieniveau in de toekomst te kunnen continueren.
20 maximumscore 2
Een voorbeeld van een juiste verklaring is:
Een rente die lager is dan de inflatie leidt tot reële waardedaling van spaartegoeden, hetgeen normaal gesproken leidt tot minder aanbod van spaargeld.
21 maximumscore 2 een stroomgrootheid
Een voorbeeld van een juiste verklaring is:
Het looninkomen wordt gemeten over een bepaalde periode.
22 maximumscore 2
Een voorbeeld van een juiste verklaring is:
• In levensfase b - c moet Willem lenen, omdat zijn looninkomen lager is dan zijn constante consumptieniveau, waardoor zijn financieel
vermogen afneemt 1
• maar minder snel dan in levensfase a - b, omdat Willem in deze fase
extra moet lenen voor zijn studie en nog geen looninkomen heeft 1 23 maximumscore 2
Een voorbeeld van een juiste verklaring is:
• In levensfase d - e heeft Willem een looninkomen dat hoger is dan zijn (permanente) consumptieniveau, zodat hij aan vermogensopbouw kan
doen (sparen voor pensioen) 1
• In levensfase e - f stopt hij met werken (pensioen), heeft dan geen looninkomen meer en moet daarom interen op zijn vermogen om zijn
gewenste constante consumptieniveau te handhaven 1
HA-1022-a-17-2-c 9 lees verder ►►►
Vraag Antwoord Scores
Opgave 5 Aanpakken dat opwaarderen!
24 maximumscore 2
Een voorbeeld van een juiste uitleg is:
De verzekeraar heeft niet voldoende informatie over het claimgedrag. De verzekerde kan daardoor een hogere schadeclaim indienen dan waartoe deze gerechtigd is.
25 maximumscore 1 nee
Een voorbeeld van een juiste verklaring is:
Bij opwaarderen van schade is er geen sprake van nalatig of roekeloos gedrag (als gevolg van informatieasymmetrie).
26 maximumscore 1
Een voorbeeld van een juiste verklaring is:
Een toenemend schadebedrag wordt omgeslagen over alle premiebetalers, waardoor de gemiddelde premiedruk (per verzekerde) stijgt.
27 maximumscore 2
Een voorbeeld van een juiste berekening is:
te betalen premie vóór schadeclaims: 0,5 × € 1.067 = € 533,50 te betalen premie na schadeclaims: 1,25 × € 1.067 = € 1.333,75
Het te betalen premiebedrag stijgt met (1.333,75 − 533,50 = ) € 800,25.
28 maximumscore 2
Een voorbeeld van een juiste uitleg is:
Aangezien Hugo al twee schades heeft, levert verder claimen geen hogere premie op / resulteert verder claimen niet in een lagere trede.
5 Aanleveren scores
Verwerk de scores van alle kandidaten per examinator in de applicatie WOLF.
Accordeer deze gegevens voor Cito uiterlijk op 26 juni.
einde
HA-1022-a-17-2-c 10