• No results found

Vraag nr. 181 van 7 mei 1997 van mevrouw PATRICIA CEYSENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 181 van 7 mei 1997 van mevrouw PATRICIA CEYSENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 181 van 7 mei 1997

van mevrouw PATRICIA CEYSENS

Erkende en niet-erkende rusthuizen – Gevolgen voor verpleegkundigen

Artikel 34, 12° van de ZIV-wet (ziekte- en invalidi-teitsverzekering) gecoördineerd op 14 juli 1994 bepaalt dat alleen verstrekkingen die worden ver-leend in rustoorden die erkend zijn of instellingen d i e, zonder als rustoord erkend te zijn, e e n gemeenschappelijke woonplaats of verblijfplaats van bejaarden uitmaken, worden terugbetaald door de ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Voor verpleegkundigen biedt deze bepaling nogal wat problemen omdat zij moeilijk te weten komen of een instelling erkend is of niet. De V l a a m s e regering heeft in de afgelopen jaren een pleidooi gehouden voor een naadloze zorg voor bejaarden, voor zorg op maat waardoor bejaarden terechtkun-nen in een bejaardenvoorziening die past bij hun z o r g b e h o e f t e n . Federale maatregelen zoals daarnet o m s c h r e v e n , hebben heel wat praktische gevolgen voor de verpleegkundigen en verpleegden in de niet-erkende instellingen.

Naast de praktische overweging rijst de fundamen-tele vraag of deze discriminatie in terugbetaling kan op grond van de erkenning van een instelling. Zelfs in het verslag van het Comité van de Dienst voor Geneeskundige Controle over het dienstjaar 1994 wordt voor deze problematiek als oplossing voorgesteld ofwel de bestaande discriminatie weg te werken, ofwel duidelijk mee te delen aan de zorgverleners en verzekerden of een instelling al dan niet erkend is. De verpleegkundigen moeten volgens het verslag op de hoogte worden gebracht. 1. Hoe staat de minister tegenover deze

discrimi-natie van erkende en niet-erkende instellingen ? Acht hij dit ingevoerde onderscheid terecht ? 2. Verpleegkundigen verlenen vandaag zorgen aan

bejaarden in een niet-erkende instelling en komen daarna tot de conclusie dat deze ver-strekking niet wordt terugbetaald door het Riziv. Dit brengt natuurlijk in ernstige mate de financiële positie van de thuisverpleegkundigen in gevaar.

Acht de minister, voor een goed bejaardenbe-leid en een goed gezondheidsbebejaardenbe-leid, het niet wenselijk dat verpleegkundigen tenminste informatie kunnen krijgen over het al dan niet erkend zijn van een instelling ? Heeft de

minis-ter daaromtrent reeds overleg gepleegd met zijn federale collega De Galan ?

Antwoord

Vooreerst wens ik de Vlaamse volksvertegenwoor-diger erop te wijzen dat de wetgeving inzake de terugbetaling van verpleegkundige prestaties een federale materie is (ZIV-wet gecoördineerd op 14 juli 1994).

Indien de Vlaamse volksvertegenwoordiger mijn mening vraagt over de discriminatie die het Riziv heeft ingebouwd ten aanzien van de terugbetaling van verpleegkundige prestaties die in een niet-erkend rusthuis worden geleverd, dan kan ik hier-op antwoorden dat ik dit onderscheid terecht vind. In een rusthuis worden, zoals bekend, de zorgkosten gefinancierd via forfaits, de zogenaamde RO B -f o r -f a i t s, en dit volgens de graad van zorgbehoe-vendheid van de bewoner (KAT Z - s c h a a l ) . Het ont-vangen van ROB-forfaits is gerelateerd aan ener-zijds de erkenning van de voorziening als rusthuis, anderzijds aan het in dienst hebben van een mini-mumaantal personeelsleden (volgens de zorgcate-gorie), waaronder verpleegkundigen.

Zowel de erkenning van het rusthuis als het heb-ben van een minimumaantal personeelsleden in d i e n s t v e r b a n d , inclusief verpleegkundigen, g a r a n-deren de bewoners van het rusthuis een minimale z o r g k w a l i t e i t . Verpleegkundige handelingen in een rusthuis kunnen immers enkel worden gesteld door een verpleegkundige in dienstverband.

De federale maatregel is dan ook te beschouwen als een soort stok achter de deur voor de niet-erkende rusthuizen.

Door een financiële discriminatie in te bouwen voor de terugbetaling van de geleverde verpleeg-kundige prestaties, dwingt zij deze voorzieningen enigszins om zich toch te conformeren aan de reglementering terzake, zodat een minimale kwali-teit wordt gewaarborgd.

In deze zin kan ik, als minister bevoegd voor de aflevering van erkenningen van de ouderenvoor-z i e n i n g e n , met deouderenvoor-ze maatregel van de federale overheid enkel instemmen.

Ik wil de vraagstelling van de Vlaamse volksverte-genwoordiger ook verruimen naar de serviceflatge-bouwen en woningcomplexen met dienstverlening. Ook hier zal het Riziv de uitbetaling van de presta-ties staken of zelfs terugvorderen indien blijkt dat de voorziening niet over een erkenning vanwege

(2)

de Vlaamse Gemeenschap beschikt, maar toch huisvesting biedt en diensten en zorgen aanbiedt aan ouderen. Een illegaal serviceflatgebouw of woningcomplex met dienstverlening wordt door het Riziv beschouwd als een illegaal rusthuis. Verder ben ik eveneens van mening dat het tot de plicht behoort van de directie of het bestuur van een niet-erkend rusthuis of serviceflatgebouw om verpleegkundigen werkzaam in deze voorziening vanuit een dienst voor thuisverpleging of onder een zelfstandig statuut, in te lichten van het feit dat het niet-erkend is, alsook hen te wijzen op de gevolgen ervan wat de terugbetaling van verstrek-kingen betreft.

Ten slotte kunnen de verpleegkundigen zelf ook hun verantwoordelijkheid opnemen en stappen ondernemen om zich op de hoogte te stellen van de erkenningstoestand van een ouderenvoorzie-ning.

Zij kunnen hiertoe, bij twijfel, bij de verantwoorde-lijke van de voorziening het erkenningsbesluit o p v r a g e n . Alle erkenningen en schorsingen, w e i g e-ringen of intrekkingen ervan worden ook gepubli-ceerd in het Belgisch Staatsblad. Het Riziv wordt door de administratie op de hoogte gesteld van elke erkenning, s c h o r s i n g, weigering of intrekking van de erkenning evenals van de sluiting. I n f o r m a-tie over de erkenningstoestand van een rusthuis kan ook worden verkregen bij de administratie Gezin en Maatschappelijk We l z i j n , afdeling We l-z i j n s l-z o r g, team Ouderenvoorl-zieningen. Er is een repertorium te verkrijgen waarin alle erkende voorzieningen in Vlaanderen staan vermeld. Voor echte actuele informatie kan ook worden gebeld naar de Rusthuis Info-foon (tel. 0 7 8 / 1 5 . 2 5 . 2 5 ) , elke werkdag in de voormiddag b e r e i k b a a r. Dit is het communicatiemiddel bij uit-stek tussen de Vlaamse overheid en alle actoren in het werkveld van de ouderenzorg.

Over de probleemstelling heb ik nog geen overleg gepleegd met mijn federale collega De Galan. Zoals bekend, is de financiering van de zorgkosten in de rusthuizen een federale bevoegdheid.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aan het Speelgoedmuseum Mechelen – op 31 mei 1999 erkend als museum en ingedeeld bij het basisniveau – werden in 1999 door de Vlaamse Gemeenschap projectsubsidies toege- kend

In vele wetteksten en besluiten met betrekking tot de ziekenhuisreglementering vindt men de volgen- de bepaling terug : "Om erkend te worden moet de dienst beschikken over

2. Welke concrete promotionele activiteiten ondernam het fonds in 1996 en hoeveel bedroeg hun respectieve kostprijs ??. 3. a) Welke concrete promotionele activiteiten zijn er

Heeft de minister reeds stappen ondernomen om bij de federale minister van Financiën aan te dringen op een aanpassing van het bijzonder kostenforfait tot het niveau van

Overeenkomstig de beslissingen van de Vlaam- se regering van 18 maart 1997 en 15 juli 1997 moeten de strategisch-commerciële plannen en de projectdossiers zijn opgesteld

In welke mate wordt momenteel bij de opmaak van mobiliteitsconvenants rekening gehouden met de effecten van bepaalde maatregelen op het stedelijk beleid in het algemeen en

– publicaties en aankondigingen : voorstellen van alle publicaties die door het departement wor- den uitgebracht.Binnen deze module zullen alle aankondigingen worden geplaatst

Dit gebeurt naar aanleiding van mijn mededeling van eind vorig jaar die stelde dat een akkoord was afgeslo- ten met de federale regering dat inhield dat de ver- deling van