• No results found

BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 6 van Verordening 1775/2005.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 6 van Verordening 1775/2005."

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 6 van Verordening 1775/2005.

Nummer 102806/29

Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Besluit tot afwijzing van het verzoek tot ontheffing van plicht voor GTS tot publicatie van

gegevens op interconnectorpunt Oude Statenzijl (EWE-G).

I Inleiding

1. Met dit besluit wijst de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) het verzoek tot ontheffing af van de landelijk netbeheerder Gas Transport Services B.V. (hierna: GTS) van diens verplichting om bepaalde gegevens te publiceren over het gebruik van een aantal landsgrensoverschrijdende verbindingen (hierna:

interconnectoren). Deze verplichtingen vloeien voort uit Verordening 1775/20051 (hierna: Verordening) en artikel 6.3 van de Transportvoorwaarden Gas-LNB2. Op grond van artikel 6,

vijfde lid, van deze Verordening kan ontheffing van de verplichting tot het publiceren van deze gegevens gegeven worden. Op grond van artikel 38 van de Gaswet is de Raad bevoegd een dergelijke ontheffing te verlenen.

2. De verplichting om deze gegevens te publiceren creëert transparantie en is een noodzakelijke voorwaarde voor toegang tot het net. Zonder deze informatie weten partijen niet of er transportcapaciteit beschikbaar is en zo ja onder welke voorwaarden. Deze informatie is vooral van belang in de situatie dat alle transportcapaciteit is gecontracteerd maar niet volledig wordt benut, terwijl er naast de huidige shippers, andere marktpartijen zijn die de transportcapaciteit zouden willen gebruiken. De niet benutte capaciteit kan alleen door andere marktpartijen worden gebruikt, als ze tijdig ervan op de hoogte zijn dat er capaciteit beschikbaar is. De Raad streeft naar een zo groot mogelijke transparantie, omdat daarmee de marktwerking wordt gediend.

1 PB L 289 van 28.09.2005 2

(2)

2 Door meer transparantie kan schaarse interconnectiecapaciteit beter worden benut, hetgeen bijdraagt aan een efficiënt gebruik van het netwerk. Daarnaast kan er meer concurrentie ontstaan hetgeen in het belang is van marktwerking en de consument.

3. De Raad moet op grond van de Verordening bij het beoordelen van een verzoek om een ontheffing van publicatie van gegevens met twee belangen rekening houden. Enerzijds hebben marktpartijen de informatie over de beschikbare transportcapaciteit nodig om gas te kunnen kopen en verkopen. Anderzijds kunnen deze gegevens informatie bevatten over de marktpositie van de huidige shippers (bedrijfsvertrouwelijk) en het bekend maken ervan kan de concurrentiepositie van de huidige shipper schaden.

4. GTS heeft op 23 oktober 2007 een aanvraag tot ontheffing ingediend. GTS heeft bij fax op 21 november het aantal shippers per interconnector aangegeven.

5. De Raad heeft vervolgens een ontwerp-besluit gepubliceerd op haar website. Daar zijn geen reacties op binnengekomen.

II Wettelijk kader en procedure

6. In deze paragraaf beschrijft de Raad de bepalingen die de basis vormen voor dit besluit. 7. Artikel 6 van Verordening 1775/2005 luidt:

Transparantie-eisen

1. De transmissiesysteembeheerders publiceren gedetailleerde informatie betreffende de diensten die zij aanbieden en de toegepaste relevante voorwaarden alsook de technische informatie die nodig is opdat netgebruikers effectieve nettoegang verkrijgen.

2. Om transparante, objectieve en niet-discriminerende tarieven te garanderen en een efficiënt gebruik van het gasnet te bevorderen, publiceren de transmissiesysteembeheerders of de relevante nationale instanties beknopte en voldoende gedetailleerde informatie over tariefderivatie, methodologie en structuur.

3. Met betrekking tot de aangeboden diensten publiceert iedere transmissiesysteembeheerder voor alle relevante punten, waaronder de entry- en exitpunten, regelmatig, voortschrijdend en op een gebruikersvriendelijke gestandaardiseerde wijze numerieke informatie over technische, gecontracteerde en beschikbare capaciteit.

4. De relevante punten van een transmissiesysteem waarover de informatie moet worden gepubliceerd, worden door de bevoegde instanties na overleg met de netgebruikers goedgekeurd.

5. Wanneer een transmissiesysteembeheerder van oordeel is dat hij om redenen van

(3)

3 instanties om toestemming om de publicatie met betrekking tot het punt of de punten in

kwestie te beperken.

De bevoegde instanties verlenen of weigeren toestemming per geval, en houden daarbij in het bijzonder rekening met de noodzaak de legitieme commerciële vertrouwelijkheid in acht te nemen en het doel een concurrerende interne gasmarkt tot stand te brengen. Indien er toestemming wordt verleend, wordt de beschikbare capaciteit gepubliceerd zonder vermelding van de numerieke data die inbreuk zouden maken op de vertrouwelijkheid.

Er wordt geen toestemming als bedoeld in dit lid verleend indien drie of meer netgebruikers capaciteit hebben gecontracteerd op hetzelfde punt.

6. De transmissiesysteembeheerders publiceren de krachtens deze verordening vereiste informatie altijd op een zinvolle, duidelijk meetbare en goed toegankelijke manier en op niet-discriminerende basis.

8. Artikel 38 van de Gaswet luidt:

1. De Raad van Bestuur van de Mededingingsautoriteit is de bevoegde instantie als bedoeld in artikel 6, vierde lid, van de verordening. Hij keurt, overeenkomstig artikel 6, vierde lid, van de verordening de relevante punten van het landelijk gastransportnet, goed.

2. De Raad van Bestuur van de Mededingingsautoriteit is de bevoegde instantie die

overeenkomstig artikel 6, vijfde lid, van de verordening beslist op een verzoek van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet tot beperking van de publicatie van de in dat artikel bedoelde informatie.

3. Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet niet in staat is de informatie te publiceren in overeenstemming met de verordening stelt hij na overleg met de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een actieplan vast voor de uitvoering.

III Besluit

9. In dit hoofdstuk wordt onderbouwd tot welke besluit de Raad is gekomen.

10. Uit de door GTS op 23 oktober 2007 en 21 november 2007 overgelegde gegevens blijkt dat op het Oude Statenzijl (EWE-G) interconnectiepunt vier shippers transportcapaciteit hebben verworven. Op grond van artikel 6, vijfde lid, van Verordening 1775/2005 mag geen ontheffing van de publicatieplicht worden verleend indien er drie of meer netwerkgebruikers capaciteit op hetzelfde interconnectiepunt hebben gecontracteerd.

11. Op grond van artikel 6, vijfde lid, van de Verordening 1775/2005 en artikel 38, lid 2 van de Gaswet wijst de Raad het verzoek tot ontheffing dan ook af.

(4)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gelet op de geringe toevoeging van Friesland Bank aan het marktaandeel van Rabobank op de hiervoor beschreven (mogelijke) markten voor betaalkaarten is er geen reden om aan te

De Raad stelt vast dat de gedragingen van de tien betrokken ondernemingen, zoals omschreven in paragraaf 3.2, welke daarna kort zijn aangeduid met de afspraak tot het

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

Nu het College het besluit van 3 december 2009 heeft vernietigd op de beroepsgrond van TenneT dat het tarief voor afnemers met maximaal 600 uur bedrijfstijd in strijd is met

Naar aanleiding van deze onderzoeksactiviteiten, alsmede naar aanleiding van informatie die in het kader van de clementieregeling bij de NMa is ingediend door een

Nu uit de Boetebekendmaking installatiedeelsector op zichzelf niet volgt op grond van welke concrete feiten en omstandigheden voor de installatiesector is volstaan met een maximaal

14 Randnummer 23 van het bestreden besluit.. informatie die zij heeft vergaard tijdens het onderzoek dat zij heeft verricht voordat het eerste clementieverzoek werd ontvangen.

Nu uit de Boetebekendmaking installatiedeelsector op zichzelf niet volgt op grond van welke concrete feiten en omstandigheden voor de installatiesector is volstaan met een maximaal