Vraag nr. 302
van 20 september 2002 van de heer JAN LOONES Visserijbeleid – Adviescomités
Op de installatievergadering (27 mei 2002) van het voor de visserij zeer belangrijke Vi s s e r i j c o m i t é werd het mandaat van de leden bekrachtigd. Het comité – waarin mensen zetelen met jaren-lange ervaring in de sector – heeft als taak aan de bevoegde Vlaamse minister adviezen te verstrek-k e n , die dan in principe in grote lijnen zouden wor-den gevolgd. Het comité kan bijgevolg heel wat in-vloed uitoefenen op het beleid.
Aangezien praktisch alle bevoegdheden voor de visserijsector met de laatste staatshervorming wer-den overgedragen aan V l a a n d e r e n , wordt het al dan niet opvolgen van deze adviezen des te belang-rijker.
Er is enkel nog de Bijzondere Raadgevende Com-missie Visserij (BRV ) , die als enige comCom-missie nog adviezen geeft aan het federale Ministerie van Economische Zaken.
De Rederscentrale (die deel uitmaakt van het Vi s-serijcomité) suggereert om de beide adviesraden (het Visserijcomité en de BRV) samen te laten ver-gaderen over dezelfde punten, om aldus tot een ef-ficiënter resultaat te komen. Situaties waarbij om de haverklap met dezelfde agenda wordt gewerkt, worden dan vermeden.
1. Wat is de juiste bevoegdheid van het Vi s s e r i j c o-mité ?
2. Hoe beoordeelt de minister de suggestie van de Rederscentrale om het Visserijcomité en de B RV samen te laten vergaderen over dezelfde agendapunten ?
3. Wat heeft de minister eventueel reeds gedaan om daartoe te komen ?
Antwoord
1. Overeenkomstig artikel 20, §2 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 betreffende de ondersteuning van de zeevisserij en de aquicultuur, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 2 april 1996 en 26 mei 2 0 0 0 , heeft het Vlaams Visserijcomité tot taak het Vlaams Parlement, de Vlaamse regering en
de Vlaamse minister bevoegd voor Visserij te adviseren over alle aangelegenheden die be-trekking hebben op de visserij.
Het Vlaams Visserijcomité verstrekt zijn advie-zen op verzoek van het Vlaams Parlement, d e Vlaamse regering, de bevoegde Vlaamse minis-ter of op eigen initiatief
2. Officieel is er vanuit de Rederscentrale nog geen vraag gesteld aan het kabinet in verband met het samenwerken van beide comités. Wel is hierover reeds gesproken in het Vlaams Vi s s e-rijcomité.
Zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger zelf terecht aangeeft, heeft de Bijzondere Raadge-vende Commissie als taak de federale minister van Economische zaken te adviseren aangaande het bedrijfsleven van de visserijsector. B o v e n-dien werd bij beslissing van de ministerraad van 16 februari 2001 een tripartiete werkgroep op-gericht in de schoot van de BRV. Deze werk-groep heeft als doel oplossingen te zoeken voor de economische en sociale problemen van de Belgische zeevisserijsector. De BRV is een fede-rale bevoegdheid, waarover ik als Vlaams minis-ter geen zeggingschap kan uitoefenen.
Het Visserijcomité daarentegen ressorteert vol-ledig onder de Vlaamse bevoegdheid. B o v e n-dien is de actieradius van dit comité veel ruimer dan het louter economische aspect van de zee-v i s s e r i j . Dit comité is naar mijn mening reeds zeer volledig uitgebouwd en vertegenwoordigt ook alle schakels van de keten in de sector. E e n uitbreiding van het aantal leden van het V l a a m s Visserijcomité zou er eventueel voor kunnen zorgen dat het evenwicht in de vertegenwoordi-ging van het adviesorgaan verstoord wordt, w a t niet de strookt met de initiële oprichtingsinten-tie van dit adviesorgaan.
Indien de BRV zich wenst te informeren over de activiteiten van het Vlaams Vi s s e r i j c o m i t é , dan kan dit volgens mij moeiteloos gebeuren via de ondervoorzitter van het Vlaams Vi s s e r i j c o-m i t é , die tevens de ondervoorzitter van de BRV i s. En uitwisseling van ideeën en voorstellen kan uiteraard evenzeer gebeuren via de voorzitter van het Vlaams Vi s s e r i j c o m i t é , Bart Schiltz, d i e tevens in de BRV zitting heeft.