• No results found

Vraag nr. 116 van 25 april 2002 van de heer JAN LOONES

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 116 van 25 april 2002 van de heer JAN LOONES"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 116 van 25 april 2002

van de heer JAN LOONES

Onroerende voorheffing – Vrijstelling – Prins Laurent (2)

Ik verwijs naar het antwoord van de minister op mijn parlementaire vraag m.b. t . de vrijstelling van onroerende voorheffing in het dossier "prins Lau-rent" en de bevoegdheden terzake (schriftelijke vraag nr. 4 van 2 oktober 2001 ; Bulletin van V r a-gen en Antwoorden nr. 6 van 18 januari 2002, b l z . 692).

De minister antwoordde toen dat het onderzoek in dit dossier in zijn eindfase is en dat zijn administra-tie haar beslissing zal kunnen meedelen.

Verder verwijst de minister omtrent de bevoegdhe-den inzake vrijstellingsbeslissingen voor onroeren-de voorheffing naar drie categorieën. Het betrok-ken goed valt onder de derde categorie, deze be-treffende "openbare domeingoederen".

Wat het toekennen van vrijstellingen in deze derde categorie betreft, wees de minister op de onlogi-sche werkwijze terzake. I m m e r s, hoewel enkel het gewest betrokken partij is, worden de vrijstellingen toch toegekend door de federale administratie. De minister schijnt evenwel geen bezwaar te heb-ben tegen de dossierbehandeling door de federale a d m i n i s t r a t i e, zolang de eindbeslissing maar geno-men wordt door de Vlaamse overheid.

Daarom zal de minister laten onderzoeken in hoe-verre de controledienst van de Vlaamse admini-stratie vanaf 2002 bepaalde aspecten van deze con-trole zelf kan uitvoeren, zonder daarbij overbodige of dubbele procedures in het leven te roepen. 1. Kan de minister de eindbeslissing van zijn

admi-nistratie in het dossier "prins Laurent" meede-len ?

2. Wanneer worden de resultaten verwacht van het geplande onderzoek rond de controle door de Vlaamse administratie inzake de vrijstellin-gen van de derde categorie ?

Antwoord

1. Een aantal ambtenaren van mijn administratie bracht op 26 maart jongstleden een bezoek aan de zetel van de Koninklijke Schenking, P a l e i-zenplein 5, B r u s s e l . Zij kregen inzage in de

ge-detailleerde plannen van de residentie. Te v e n s werd ook uitgebreid van gedachten gewisseld met de beheerders. Een plaatsbezoek werd evenwel niet toegestaan, noch was het toege-staan kopies te maken van de plannen van deze r e s i d e n t i e. De Koninklijke Schenking baseerde deze weigering op veiligheidsoverwegingen. Uit een parlementaire vraag die op 18 septem-ber 1992 werd gesteld aan de toenmalige fede-rale minister van Financiën blijkt dat de ambte-naren van het federale Ministerie van Fi n a n c i ë n de goederen die voor een vrijstelling in aanmer-king komen aan een grondig plaatsbezoek on-d e r w e r p e n . Dit plaatsbezoek is noon-dig om te kunnen nagaan of het goed werkelijk bestemd is voor een openbare dienst of een dienst van al-gemeen nut. Aangezien het de ambtenaren van de Vlaamse administratie niet wordt toegestaan deze controlemaatregelen uit te voeren, heb ik, omwille van het principe van de gelijkberechti-ging van alle belastingplichtigen, beslist de ver-leende vrijstelling in te trekken.

Aan de Koninklijke Schenking wordt bijgevolg een aanslagbiljet toegezonden voor het aanslag-jaar 2000 en 2001.

2. Binnen de s y s t e m a t i s che controle van de be-staande vrijstellingen van onroerende voor-heffing werd deze voor nationale domeingoede-ren niet als eerste prioriteit naar vodomeingoede-ren gescho-ven.

In de praktijk blijkt namelijk de vrijstelling na-genoeg altijd de evidentie zelf te zijn : de meeste vrijstellingen hebben immers betrekking op bij-voorbeeld elektriciteitscabines en kantoorge-bouwen van officiële administraties. De kosten-batenverhouding van deze controles ligt dusda-nig laag dat de noodzakelijke personeelsinzet in de tijd wordt gespreid.

Wel wordt door de Vlaamse administratie een ad hoc controle verricht wanneer door de belas-tingplichtige een bezwaarschrift wordt inge-diend of wanneer een nieuw dossier zich aan-dient waarin een dergelijke vrijstelling wordt in-geroepen.

(2)

geen systematische of periodieke controles toe-laat.

Momenteel heeft de Vlaamse administratie nog prioriteit gegeven aan het afhandelen van de bezwaarschriften die in verband met vrijstellin-gen werden ingediend. Zo werden in 1999 3.015 bezwaarschriften in verband met vrijstellingen behandeld, 1.745 in 2000 en 645 in 2001.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De tweede, uitgebreidere reeks omvat minder drin- gende aanpassingen, met daarbij ook een aantal verbeterpunten die gesuggereerd werden door di- verse instanties, onder meer

Het tonen van deze roofvogels in gevangenschap – waarvoor ze trouwens door hun aard en levenswij- ze ongeschikt zijn – zou echter alleen bedoeld zijn als publiekstrekker en niets

Door vertegenwoordigers van de kampeersector en de kampeerverenigingen werd tijdens de verga- deringen van het technisch comité van de open- luchtrecreatieve verblijven reeds in

Het is onmogelijk een raming te geven van de financiële gevolgen, omdat de gevelde vonnis- sen en arresten door de betrokken rechtbanken waar de zaken aanhangig werden gemaakt, h i e

Ten tweede wordt de mo- gelijkheid geboden aan gemeenten die nog niet in een intensief project met Fost Plus samen- w e r k e n , om een proefproject op te zetten waar- bij

Zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger zelf terecht aangeeft, heeft de Bijzondere Raadge- vende Commissie als taak de federale minister van Economische zaken te adviseren aangaande

De plantengroei op de bermen brengt kleur langs de wegen en zorgt voor een stukje natuur naast het beton.. Naar verluidt wordt bij het onderhoud van het groen aan de

s ch a p kunnen enkel cijfers gegeven worden over het aantal dagen dienstvrijstelling dat de personeelsleden genoten hebben tijdens het jaar 2001 (hetzij voor het geven van