Vraag nr. 247 van 6 juni 2002
van de heer JAN LOONES Vlaremwijzigingen – Bundeling
De gemeenten, en in het bijzonder hun milieuamb-t e n a r e n , kijken posimilieuamb-tief milieuamb-terug op milieuamb-tien jaar V l a a m s Reglement betreffende de Milieuvergunning (Vla-r e m ) , zij het niet onve(Vla-rdeeld gelukkig (De Ge-meente – maandblad van de VVSG -mei 2002 – nr. 543).
Ze waarderen dat ze met het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning beschikken over een handige, gestructureerde reglementering die hun de mogelijkheid biedt bepaalde vormen van milieuhinder effectief aan te pakken. Minder tevre-den zijn ze echter over de voorlichting bij een (om de haverklap) wijziging van V l a r e m . De klacht luidt onder meer dat de Vlaamse overheid de Eu-ropese richtlijnen vaak veel te lang laat liggen en vervolgens de uitvoering ervan – onder de noe-mer "hoogdringend" – op een drafje afhandelt. Vooral kleine milieudiensten raken gefrustreerd wanneer ze eens te meer denken de wetgeving een beetje in de vingers te hebben, en vervolgens op snelheid gepakt worden wanneer blijkt dat een of andere instantie een bijkomend regeltje in de wet-geving heeft gesluisd, soms door een achterpoortje. Het probleem rijst zelfs bij de experts van centrale o v e r h e d e n , die er soms ook niet meer wijs uit raken.
Dit staat uiteraard de goede toepassing van de wet-geving in de weg.
De gemeenten stellen dan ook voor dat de V l a a m-se overheid de Vlaremwijzigingen zou bundelen tot maximum één moment per jaar, met een behoorlij-ke termijn van inwerkingtreding (bijvoorbeeld twee maanden).
Het zou ook een hele stap vooruit zijn indien de gemeenten de goedgekeurde teksten ontvangen nog voor deze in het Staatsblad worden gepubli-ceerd.
Verder zijn de gemeenten vragende partij voor een snelle oprichting van een gemeenschappelijke mi-l i e u d a t a b a n k , teneinde de administratieve romp-slomp te verminderen.
Ten slotte is er nood aan permanente opleiding van de gemeentelijke milieuambtenaren, die geacht
worden met betrekking tot milieu geniale geesten te zijn, alles te kennen en veel te kunnen.
In tegenstelling tot zijn gewestelijke en provinciale c o l l e g a ' s, is het voor de gemeentelijke milieuamb-tenaar onmogelijk zich te specialiseren in een deel-d o m e i n . Daar ligt zeker een taak weggelegdeel-d voor de Vlaamse overheid.
Ook een vraag-e n-antwoordforum op het internet vanwege de Vlaamse overheid wordt door de ge-meenten gesuggereerd.
1. Kan de minister begrip opbrengen voor de ge-m e e n t e n , in het bijzonder de gege-meentelijke ge- mi-l i e u a m b t e n a r e n , die vaak worstemi-len met de voortdurende wijzigingen in het Vlaams Regle-ment betreffende de Milieuvergunning ?
2. De diverse voorstellen van de gemeenten lijken voor de hand liggende verbeterpunten. We l l i c h t heeft ook de minister zelf er een aantal.
Welke maatregelen neemt de minister om de vermelde problemen te verhelpen ?
Antwoord
Ik kan de Vlaamse volksvertegenwoordiger met-een antwoorden dat de verzuchtingen van de ge-meenten en de gemeentelijke milieuambtenaren terecht zijn.
In het begin van deze legislatuur werd het pro-bleem reeds erkend en op de twee fronten aange-pakt.
Ten eerste werd – ook met het Belgisch EU-voor-zitterschap in het vooruitzicht – werk gemaakt van de verdere omzetting van de Europese richtlij-n e richtlij-n . Daartoe werderichtlij-n clusters gevormd telkerichtlij-ns rond een bepaald milieuthema, bijvoorbeeld lucht, en voor deze thema's werden de administratie en de VOI's samengezet met het oog op dringende uitvoering ( VOI : Vlaamse openbare instelling – r e d . ). Voorzover er van urgentie sprake was of is, kan natuurlijk niet gewacht worden op een globale h e r z i e n i n g, maar anderzijds is het de bedoeling met die clusters dergelijke noodsituaties te voorkomen in de toekomst.
n-gen jaarlijks worden gebundeld, beslist en gepubli-c e e r d . In gepubli-congepubli-creto werden sinds het advies de ge-plande Vlaremwijzigingen gebundeld in twee reek-s e n . De eerreek-ste reekreek-s bevat de meereek-st dringende aan-passingen en hierover zal, als alles verder vlot ver-l o o p t , in het najaar door de Vver-laamse regering kun-nen worden beslist. Het aspect van een redelijke termijn voor de inwerkingtreding werd in de ont-werptekst opgenomen. (VVSG : Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten – red.)
De tweede, uitgebreidere reeks omvat minder drin-gende aanpassingen, met daarbij ook een aantal verbeterpunten die gesuggereerd werden door di-verse instanties, onder meer ook tijdens het sympo-sium "10 jaar Vlarem" dat in december 2001 werd georganiseerd.
Het aantal opgenomen voorstellen voor deze reeks is groot en de coördinator van dit project is, na een eerste overleg met de administraties, bezig de ont-werpteksten op te stellen.
De verschillende actoren, waaronder de gemeen-t e n , krijgen de kans om kennis gemeen-te nemen van de ontwerptekst en opmerkingen te formuleren. E e n datum hiervoor kan ik nog niet geven.