• No results found

Annotation: Hoge Raad 2000-03-31

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Annotation: Hoge Raad 2000-03-31"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GUUsHEERMA VANVOSS hoogleraar sociaal recht aande Universiteit Leiden

Aanpassing arbeidsduur

M

aryKlomp werkte voor de NS bij deafdeling Openbaar Vervoer Reisinformatie. Volgens de arbeidsovereen-komst bedroeg haaraantal arbeidsuren minimaal 20 en maximaal32 uurperweek. NS zetdergelijke werk-nemers aIleen bijuitzondering (vervanging wegens ziekte ofver-lofvanandere werknemers) boven het minimum aantalurenin. Ais reserve-groepsleidster werkte Mary alsinformatrice bijde te-lefoondienst en verder alsgroepsleidster. In 1992werdMary lid vande onderdeelcommissie (oc) vande or van NS. Afgesproken werd dat zij 12uur perweek daaraan zou besteden en 8 uur zou blijven werken als reserve-groepsleidster. In 1993 werd zij se-cretaris vandeoc.Dat kostte haar 16uur per week. Partijen wa-ren het er overeens dat het werkvan reserve-groepsleidster mi-nimaal 8 uur per week vraagt. Voor 4 uur per week was aIleen werk als informatrice mogelijk. Daarom vroeg Mary urenuit-breiding aan met 4 uur per week. Nadat de NS dit hadden ge-weigerd, wendde Mary zich tot de kantonrechter. Deze wees op 9 juni 1994 haar verzoek af, zoals wij al in dezerubriek bespra-kenin OR-Informatie van 21 juni 1995. Mary gingin beroep bij de rechtbank Utrecht die haar beroep op 31 maart 1999even-eens afwees. Inmiddels was zij overigens lidgeworden vande or vanNS Reizigers, hetgeen haar24 uur perweek kostte. Hiemaast mocht zij nu wei nog8 uur per week werken als reserve-groeps-leidster. Omprincipiele redenen zette zij de zaakechterdooren vroeg het oordeel vande Hoge Raad.

DeHoge Raad wijst het beroep vanMary ookafen redeneert als voIgt. De wet verbiedt benadeling van or- en oc-leden (art. 21 WOR). Dat een voltijdwerknemer wei het oude werk erbij zou kunnen blijven doen, komt gewoon voort uit hetfeit dat diemeer

urenperweek werkt. NS heeft Klomp niets in de weggelegd om aan medezeggenschap te doen. Zij kan daamaast aIleen niet de werkzaamheden vanhaarvoorkeur blijven doen. Hetverbod van benadeling geeft geen aanspraak op uitbreiding vanwerktijd. De stellingdatdit een benadeling van deeltijdwerkers en ook van vrouwen is,wasin eerste instantie nietingebracht en kondusnu niet meer aan de orde komen.

Deze uitspraak is gezien de identieke oordelen van de rechters

De uitspraak van de Hoge Raad

is nu, drie maanden later,

al weer door de tijd achterhaald

in eerdere instanties niet verrassend. Al bij de eerste uitspraak merkte ik op dat op basis vangelijke behandeling ookeenande-re benadering mogelijk was geweest. Intussen is er echter nog een belangrijke nieuwe ontwikkeling: sinds 1 juli2000 geldt de Wet aanpassing arbeidsduur. Op grond van deze wet kunnen werknemers om uitbreiding van het aantal arbeidsuren vragen. De werkgever magwelzwaarwegende bedrijfsbelangen daarte-gen aanvoeren. Maar hetweigeren vanzo'n uitbreiding is nu heel wat moeilijker dan het in 1993 was tegenover Mary Klomp. De uitspraak vande Hoge Raad van31 maart2000is driemaanden lateral weergrotendeels door de tijdachterhaald. •

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

5. De Rechtbank achtte, anders dan de Kan- tonrechter, de CAO van toepassing op de ar- beidsovereenkomst tussen partijen voorzover deze algemeen verbindend was geworden. Zij

Wanneer een op staande voet ontslagen werknemer het niet eens is met de door de werkgever opgege- yen dringende reden, heeft de werknemer de keuze tussen het inroepen van de

geen plaats meer voor het oordeel dat het ont- slag niettemin kennelijk onredelijk is op de in art. 7:681 lid 2 aanhef en onder b BW genoem- de grond dat de gevolgen van de

Weliswaar golden de:e bepalingen nog niet in 1990, maar toen was wel reeds in de jurispru- dentie aanvaard dat de werknemer voor door hem aan de werkgever toegebrachte schade

Incidenteel beroep werkgever tegen oordeel Rechtbank dat werkgever over bepaalde periode niettemin tot doorbetaling loon was verplicht: Wanneer een werknemer die door ziekte tot

In deze zaak heeft thans eiser tot cassatie, De Bont, zijn werkgeefster, thans verweerster in cassatie Oudenallen, aansprakelijk gesteld voor de schade door hem geleden doordat hij

Anders dan in de onderdelen 1 en 2 tot uitgangspunt wordt genomen, hangt het van de omstandigheden van het geval af, of de in art.7:658 lid 1 bedoelde zorgplicht meebrengt dat

lou de Rechtbank het voorgaande niet hebben miskend, dan is haar met (c) aangeduide beslis- sing onbegrijpelijk, Van Duiven heeft immers bij memorie van antwoord op p.2, onder 3., 3