• No results found

Informele verslaglegging KBG 1 MB GTS Geen opmerkingen Geen opmerkingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Informele verslaglegging KBG 1 MB GTS Geen opmerkingen Geen opmerkingen"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Informele verslaglegging KBG 1 MB GTS

Geen opmerkingen

(2)

Geen opmerkingen

Tijdens de klankbordgroep (=KBG) van 22 januari 2008 waren aanwezig: Mira Huussen NMa/DTe

(3)

Marleen Holtslag NMa/DTe Dorien Bennink NMa/DTe

Wilco de Vreeze NMa/juridische dienst Piet Broekharst Productschap Tuinbouw Erik Gottschal Gas Transport Services Dick Zelhorst Gas Transport Services Boudewijn Reniers VOEG

Hein-Bert Schurink Ephrin Ale Jan Algera GasTerra Rainier Stolk VME/RWE Alienke Ramaker VME/Electrabel Max vd Meer Enbin

Jacques vd Worp VEMW

• Nadat allen aanwezigen zich hebben voorgesteld, volgt een toelichting op de samenstelling van de KBG door DTe. Er wordt gevraagd waarom GasTerra aanwezig is, aangezien zij geen representatieve organisatie is. Partijen geven echter aan geen bezwaar te hebben dat GasTerra de KBG bijwoont.

• GTS benadrukt dat haar voldoende tijd moet worden gegund om tariefvoorstellen te maken. Er zal voldoende tijd moet zitten tussen het vaststellen van het methodebesluit (=MB) (augustus 2008) en het indienen van een tariefvoorstel door GTS (uiterlijk 1 september 2008). Dit kan ofwel door eerder een MB vast te stellen, ofwel door GTS meer tijd te gunnen voor het indienen van een

(4)

• DTe vraagt de aanwezigen argumenten voor en tegen de theoretische combinatiemogelijkheden te noemen. Ephrin start de discussie. Ephrin zegt dat zij niet weet wat haar achterban hiervan vindt. Verder vraagt zij zich of er wel kan worden gereguleerd met terugwerkende kracht en of dit wenselijk is.

• GasTerra benadrukt dat de discussie drie onderwerpen omvat: de ministeriële regeling (=MR), een MB en tarieven. GasTerra vraagt zich af of een ministeriële regeling in werking kan treden met

terugwerkende kracht. Verder twijfelt zij aan de wenselijkheid van het achteraf aanpassen van tarieven. Als de MR in werking treedt ergens in 2008, dan zal een MB dat geheel 2008 omvat rekening moeten houden met 2 verschillende wettelijke kaders. GasTerra benadrukt dat als er een MB voor 2008 komt dit niet hoeft te betekenen dat de werkelijke tarieven 2008 moeten worden aangepast. DTe zou apart over de tarieven moeten nadenken. GasTerra geeft de voorkeur aan combinatiemogelijkheden 3 of 4.

• GTS vindt het jaar 2006 arbitrair gekozen. Zij vraagt zich af of DTe dit jaar als beginjaar neemt omdat dit het aanvangsjaar was van het vernietigde MB. GTS zegt dat aangezien het MB vernietigd is, het wettelijk gezien niet heeft bestaan. Hierdoor is het ook mogelijk te beargumenteren dat 2005 als beginjaar zou moeten worden gekozen. GTS geeft aan voorstander te zijn van het alleen reguleren van de toekomst (vanaf 2009), zij vind het geen goed idee ‘tarieven los te koppelen van een MB’, zoals GasTerra voorstelt. GTS vraagt zich af waarom DTe een MB zou opstellen als het de tarieven toch niet beïnvloedt. Verder zegt GTS dat er vooralsnog geen vacuüm bestaat in het verleden, er zijn nu eenmaal wel tarieven voor de jaren 2006, 2007 en 2008. Echter GTS heeft wel bezwaar

aangetekend tegen deze tarieven, maar dit bezwaar staat on-hold.

• VEMW reageert hierop door te zeggen dat de tarieven alleen verlaagd zijn met 4,2 % in 2006 ten opzichte van het voorgaande jaar, in de jaren 2007 en 2008 zijn de transporttarieven niet veranderd. Hier heeft VEMW moeite mee. Verder vraagt VEMW zich af hoe het komt dat DTe pas nu is

(5)

• DTe antwoordt hierop dat het oude MB is vernietigd in november 2006. EZ gaf toen aan een nieuw beleidskader te willen creëren en daarover binnen afzienbare tijd een brief naar de kamer te zullen sturen. Dit gebeurde echter pas op 29 maart 2007. In deze brief werden duidelijke

beleidsvoornemens omgeschreven die spoedig zouden worden omgevormd tot een MR. Derhalve was DTe in de veronderstelling dat een MR snel zou volgen. Daarentegen heeft DTe in de zomer van 2007 toch het interne voorbereidingstraject van een MB in gang gezet, zonder de nieuwe MR [24 januari 2008 heeft EZ een concept MR ter consultatie gelegd].

• Ephrin vraagt of DTe niet geboden was/is om zo spoedig mogelijk na de vernietiging van het oude MB een nieuw MB te nemen. DTe antwoordt dat op de NMa de bevoegdheid en verantwoordelijkheid rust om tijdig een MB vast te stellen.

• Ephrin vraagt DTe iets kan vertellen over de juridische mogelijkheden om te reguleren met terugwerkende kracht.

• DTe neemt het woord en geeft antwoord op de gestelde (juridische) vragen:

o Welke combinatiemogelijkheid heeft de voorkeur van DTe? Waarschijnlijk reguleren vanaf 2009 en verder.

o Waarom wordt 2006 als uitgangspunt genomen? Omdat het oude MB gold voor de periode 2006-2009, daarnaast heeft DTe vanaf het invoeren van de bevoegdheid tot reguleren tijd nodig gehad om het besluit voor te bereiden en was 2006 het eerst mogelijke jaar om te beginnen met reguleren.

o Kan een MR gelden met terugwerkende kracht? Nee, dat is erg onwaarschijnlijk.

o Kan DTe de tarieven van 2006 en 2007 nog veranderen? Nee, tariefbesluiten kunnen niet achteraf worden gewijzigd, DTe onderzoekt nog of de financiële gevolgen achteraf kunnen worden verrekend.

(6)

• Ephrin geeft aan in het vervolg graag vooraf stukken te ontvangen, zodat zij zich alvast kan inlezen. • VEMW benadrukt de hoe cruciaal de MR is, ook voor de klankbordgroepen. DTe bevestigt dit. • GasTerra voegt toe dat de MR zelf de methode en periode van regulering zou kunnen beïnvloeden.

DTe zegt dat de datum van inwerkingtreding van de verwachte MR inderdaad essentieel is, deze beïnvloedt de combinatiemogelijkheden.

(7)

• Ephrin stelt de vraag in hoeverre het al dan niet socialiseren van kwaliteitsconversie van invloed is op het al dan niet vaststellen van een separaat MB voor kwaliteitsconversie (=KC). DTe geeft aan dat ook wanneer KC gesocialiseerd wordt, het mogelijk (en wellicht wenselijk) lijkt te zijn om een separate methode van regulering vast te stellen.

• GTS legt de aanwezigen uit dat er een verschil is tussen de dienst “balancering” die zij verstrekken aan marktpartijen en de wettelijke taak om het netwerk in evenwicht te houden. GTS vraagt welke van deze twee wordt bedoeld. DTe antwoordt dat zij op deze sheet refereert aan de wettelijke taak om het netwerk in evenwicht te houden.

• VME brengt de verstrekking van stuurinformatie aan de orde. Zij vraagt zich af hoe er in de

(8)

Geen reactie op stelling 1. Reacties op stelling 2:

• GTS ziet het liefst een minimalistische invulling. Het is moeilijk om kosten op te delen in

verschillende taken en daarom onwenselijk. GTS stelt voor dat DTe een methode vaststelt om één gemiddeld tarief te bereken voor alle taken van GTS met behulp van een rekenhoeveelheden. DTe vraagt of het mogelijk is om voor de verschillende taken van GTS rekenhoeveelheden te benoemen. GTS zegt dat dit mogelijk is en laat blijken dat zij graag zelf het volumerisico wil dragen.

• VOEG vraagt zich af hoe een redelijk rendement wat door EZ of de NMa wordt vastgesteld zich verhoudt tot een fluctuerende omzet van GTS. GTS zegt dat door het volumerisico de omzet inderdaad zal afwijken van de van te voren verwacht omzet. DTe vraagt aan GTS of zij het volume kan beïnvloeden. GTS zegt zelf het volume te kunnen beïnvloeden.

• VME merkt op dat GTS vooral het transitvolume kan beïnvloeden, shippers moeten immers gezamenlijk de gehele plancapaciteit op binnenlandse OV-gossen afnemen. Shippers kunnen niet optimaliseren op de OV-gossen.

• GasTerra vraagt zich af hoe de tarieven en inkomsten van GTS zich zullen verhouden als GTS het volumerisico draagt. Zal er dan nacalculatie zijn zoals bij Tennet of compensation of under- or overrecovery zoals in Engeland. Tarieven moeten namelijk kosten weerspiegelen.

• GTS vind ook dat tarieven kosten moeten weerspiegelen, maar dat een MB niet alle individuele tarieven moet vaststellen.

Reacties op stelling 3:

(9)

• DTe zegt dat P2PC zeer waarschijnlijk in de volgende KBG wordt behandeld. De stukken zullen tijdig worden opgestuurd.

• Ephrin vraagt wat het verschil is tussen P2PC en het Jepma effect. DTe antwoord dat P2PC relevant voor het vraagstuk: “hoe de toekomstige tarieven vast te stellen” en het onderzoek naar het Jepma effect voor de vraag of GTS in de toekomst in staat is aan haar wettelijke taken van

transportzekerheid en leveringszekerheid te voldoen. Hierna ontstaat er een discussie over een mogelijk verband tussen P2PC en het Jepma effect.

• GTS vraagt of DTe het Jepma effect kwalitatief of kwantitatief onderzoekt. Ze verwijst naar een kwantitatieve analyse in de bijlage van het repliek van de rechtzaak bij het CBb over het oude, vernietigde MB. DTe geeft aan het Jepma effect vooralsnog kwalitatief te onderzoeken.

• DTe legt uit wat het onderzoek naar de “frontier shift” inhoud. Dit wordt uitgevoerd door Reckon LLP, DTe zal een eerder rapport van Reckon over het zelfde onderwerp toegankelijk maken [weblink:

http://www.ofgem.gov.uk/Networks/GasDistr/GDPCR7-13/Documents1/Reckon%2027Sep2007%20Report.pdf].

(10)

Geen opmerkingen

Geen opmerkingen

(11)

Geen opmerking

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Where rolling stock leasing companies which provide for the leasing of rolling stock referred to in paragraph 1 under non-discriminatory and commercially viable conditions to all

Enexis merkt op dat de wijze waarop de puntschatting wordt gemaakt over verschillende reguleringsperiodes consistent dient

1.1.2 In het methodebesluit 2014-2016 heeft ACM een overgangsbepaling opgenomen voor (nog te activeren) uitbreidingsinvesteringen die binnen de vigerende wet- en

Hoewel sommige gendertoelichtingen voor categorie 3 goed opgemaakt zijn, zouden anderen duidelijker kunnen vermelden op welke wijze er rekening gehouden zal worden met

1 Locatie nutstracé In een eerder plan was een nutstracé aangegeven in het bestaande voetpad gelegen langs de Mericilaan (de laan tussen de bomen).. In het huidige plan is dit

14 Een goed discriminerende opgave Slecht gescoord 20 Voor kader misschien een extra opstapje geven.. 21

In dit kader verwijst het NJCM ook naar het rapport van Spijkerboer waar deze concludeert dat de Vreemdelingencirculaire (Vc) in het algemeen meer gender-sensitief is

Wij zijn in principe voorstander van een Europese aanpak voor de invoering van BTW en accijns of van het invoeren van een Europese belasting op vliegen.. Maar dit zal een langdurig