Informele verslaglegging KBG 4 MB GTS
Tijdens de klankbordgroep (=KBG) van 20 maart 2008 waren aanwezig: Mira Huussen NMa/DTe
Samuel Pronk NMa/DTe Ariane Kruijtzer NMa/DTe Marleen Holtslag NMa/DTe Erik Renkema NMa/DTe
Wilco de Vreeze NMa/juridische dienst Rob van der valk LTO glaskracht Annie Krist Gas Transport Services Dick Zelhorst Gas Transport Services Hein-Bert Schurink Ephrin
Ephrin vraagt hoe het staat met de concept ministeriële regeling (=MR). DTe geeft aan hier later in de bijeenkomst op terug te komen.
GTS zegt toe dat zij bijlage 4 zal screenen op vertrouwelijkheden, daarna kan het document openbaar gemaakt kan worden.
GTS vraagt aan DTe of er nog gekeken is naar het juridische verschil tussen beïnvloedbare en
GTS vraagt of DTe de internationale kostenbenchmark van de ERGEG gaat gebruiken in het methodebesluit (=MB). DTe geeft aan dat deze niet bruikbaar is.
GTS vraagt of je met terugwerkende kracht doelmatigheid kunt vaststellen en wat er gebeurt met het MB 2006-2009 als er gedurende de reguleringsperiode een nieuwe MR wordt vastgesteld.
DTe verheldert dat materieel effect zou kunnen betekenen dat GTS in 2009 gekort wordt met 4 keer de x-factor. GasTerra geeft aan de voorkeur te hebben aan het uitsmeren van het materiele effect over meerdere jaren.
GasTerra vraagt of pieklevering in een apart MB zal worden gereguleerd of dat dit wordt mee genomen in het MB voor transport. DTe geeft aan dit nog te moeten onderzoeken.
Geen opmerkingen
Geen opmerkingen
LTO geeft aan dat zij optie A rigide vind. Optie B is goed voor de dynamiek en optie C zit tussen de twee andere opties in. LTO zegt op dit moment geen keuze te kunnen maken tussen B en C. Daarnaast stelt zij dat optie C voor de periode 2006-2009 niet echt interessant is.
GTS stelt dat het Jepma effect inhoudt als gevolg van gunstiger transportcondities ten opzichte van naburige netwerken omleidingstromen tot stand komen. Verdringing is een gevolg van het Jepma effect, niet het Jepma effect zelf.
GTS stelt dat alleen het reserveren van exit capaciteit niet garandeert dat verdringing zich niet voordoet, omdat er voor transport van gas ook entry capaciteit nodig is.
VEMW stelt dat de beheerder van het net daarvoor verantwoordelijk is, na de loskoppeling van transport en commodity.
GasTerra stelt dat afnemers achter de OV-gossen zijn verzekerd van gas. Direct aangeslotenen op het landelijke net zijn zelf verantwoordelijk voor hun gasvoorziening en shippers moeten voldoende entry capaciteit reserveren voor hun klanten. GasTerra vraagt zich af of het voordoen van het Jepma effect erg is. GasTerra stelt dat dit niet onoverkomelijk is indien dit niet al te snel en al te abrupt gebeurt.
LTO stelt dat kostenoriëntatie leidt tot lage tarieven en efficiëntie. Indien de tarieven van Duitsland hoger zijn dan de Nederlandse tarieven is het misschien zo dat Nederland efficiënter is dan Duitsland. Duitsland zou er dan voor moeten zorgen dat de Duitse tarieven dalen.
Geen opmerkingen
Geen opmerkingen