Vraag nr. 110 van 8 maart 2001
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Europese conventie arch e o l o g i s ch erfgoed – Ratifi-cering
De Europese conventie inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed van 16 januari 1992 werd door 38 lidstaten van de Raad van Europa onder-tekend of geratificeerd.
B e l g i ë , in het gezelschap van slechts enkele landen, heeft deze conventie nog niet ondertekend. Z o w e l een ondertekening door de gewesten/gemeen-schappen als door de federale overheid is hiervoor nodig.
Welke stappen heeft Vlaanderen reeds gezet om deze conventie te ratificeren ?
Antwoord
Het herziene Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed van de Raad van Europa (Conventie van Malta, La Va l l e t t a , 1 6 januari 1992) werd inderdaad reeds door 26 lidstaten onderte-kend en geratificeerd en door twaalf andere lidsta-ten ondertekend. België heeft dit verdrag evenwel nog niet ondertekend. Dit heeft dan wel – voor een deel – te maken met onze ingewikkelde s t a a t s s t r u c t u u r, die vereist dat de federale overheid een internationaal verdrag betreffende materies die werden geregionaliseerd, slechts kan onderte-kenen na daartoe van de deelregeringen volmacht te hebben ontvangen. In deze materie zijn boven-dien de volmachten van zowel gewesten als ge-meenschappen vereist. België staat daarin niet al-leen : ook Duitsland heeft om gelijkaardige rede-nen dit verdrag nog niet ondertekend.
Nochtans had de vorige Vlaamse regering in haar vergadering van 8 juni 1999 (VR/PV/1999/24 – punt 73 – persmededeling van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 – red.) de Conventie van Malta goedgekeurd en de federale overheid gemachtigd het mede in naam van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest als verbonden partijen te o n d e r t e k e n e n . Dit is tot op heden niet gebeurd. B i j navraag bij de bevoegde dienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken blijkt immers dat de fede-rale overheid dit verdrag niet kan ondertekenen op basis van volmachten verleend door de vorige ge-meenschaps- en gewestregeringen. De gehele pro-cedure dient derhalve te worden overgedaan.
Eerstdaags zal daartoe door Buitenlandse Zaken een aanvraag aan de gemeenschaps- en gewestre-geringen worden gesteld. Wij zullen erover waken dat deze machtiging ditmaal snel door de V l a a m s e regering zal worden verleend. Ondertussen wordt door het Instituut voor het Archeologisch Patrimo-nium reeds bij de collega's van het Waals Gewest geïnformeerd naar de mogelijkheden van een ge-concerteerde actie om deze procedure snel af te handelen.