Vraag nr. 93 van 15 maart 2001
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Schoolboeken – Emancipatiegedachte
In haar Beleidsnota Onderwijs en Vo r m i n g 1 9 9 9-2004 schreef de minister dat de regering aan de inspectie zou vragen in haar doorlichtingen aan-dacht te besteden aan het emancipatorisch en in-tercultureel gehalte van de gebruikte handboeken en aan de wijze waarop de scholen emancipatie, roldoorbrekend werken en interculturalisering als integrale elementen van een kwaliteitsvol onder-wijs in praktijk brengen (Stuk 139 (1999-2000) – Nr. 1 – red.).
Heeft de Vlaamse regering deze opdracht aan de inspectie gegeven ?
Zo ja, wat zijn de resultaten ? Zo neen, waarom niet ?
Antwoord
De problematiek van het emancipatorisch en inter-cultureel gehalte van de gebruikte handboeken en de wijze waarop de scholen emancipatie, r o l d o o r-brekend werken en interculturalisering als integra-le eintegra-lementen van een kwaliteitsvol onderwijs in praktijk brengen, wordt in de beleidsnota expliciet aan de orde gesteld in rubriek 3.7.2, waar wordt ge-handeld over de aandacht die in didactisch materi-aal wordt besteed aan verschillen tussen leerlingen. Deze passus heeft het eveneens over de vraag die de regering zal richten aan de Onderwijsinspectie om bij gelegenheid van schooldoorlichtingen hier-voor bijzondere aandacht te hebben.
Er is daarover geen bijkomende opdracht gegeven aan de Onderwijsinspectie. De inspectie is ver-trouwd met de beleidsnota en met de verwachtin-gen die daarin ten aanzien van haar optreden wor-den geformuleerd door de regering. Dit betekent dan ook dat de inspectie bij de doorlichtingen ef-fectief voor deze problematiek oog zal hebben, zonder dat dit onmiddellijk voorrang dient te krij-gen bij doorlichtinkrij-gen.
Op de vraag of er reeds globale resultaten bekend z i j n , is het antwoord negatief. Dat spreekt overi-gens om meerdere redenen voor zich.
Bij een doorlichting worden tal van aspecten met betrekking tot het functioneren van een school in kaart gebracht. Die aspecten worden door de in-spectie aan de hand van een uitgewerkt doorlich-tingsinstrument beoordeeld. Het is voor de inspec-tie niet mogelijk om systematisch op om het even welk moment voor ieder aspect dat wordt onder-zocht een globale stand van zaken op te maken. D e inspectie wil zich daar ook voor hoeden, omdat de doorlichting een evaluatieproces is op het niveau van de school, en geen evaluatieproces op landelijk n i v e a u . De veralgemening van vaststellingen en de impliciete extrapolatie kunnen dan ook pas nadat een voldoende groot staal van scholen werd door-gelicht.