Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt
Inhoudsopgave
Grammatica - Bijwoord
Vooraf Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5
Extra: Bijwoord Verderkijker
Over dit lesmateriaal
In deze opdracht behandelen we het bijwoord.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
bijwoorden in een zin herkennen en benoemen.
uitleggen dat een bijwoord bij een bijvoeglijk naamwoord gebruikt kan worden.
uitleggen dat een bijwoord soms bij een ander bijwoord hoort.
uitleggen dat een bijwoord soms bij eenwerkwoord hoort.
Eindproduct
In een tekstbestand verzamel je negen zinnen met daarin bijwoorden.
Je laat zien dat je de verschillen tussen bijwoorden, werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden goed begrijpt.
Beoordeling
Je hoort van je docent hoe hij/zij het tekstbestand gaat beoordelen.
Activiteiten
Stap Groepsgrootte Activiteit Stap
1 Alleen Bestudeer de Kennisbank over Verschillende onderdelen.
Stap
2 Alleen Bestdueer het Kennisbankitem 'Het Bijwoord' en maak de oefeningen.
Stap
3 Alleen + samen Bekijk 'Soms hoort een bijwoord bij een werkwoord'.
Stap
4 Alleen + samen Bekijk hoe het bijwoord nog meer gebruikt kan worden.
Benodigdheden
Geen extra benodigdheden.
Tijd
Ongeveer een lesuur.
Stap 1
We gaan eerst even je geheugen opfrissen!
Kun je de diverse woordsoorten nog herkennen?
Maak deze oefening en kijk hoeveel je nog weet.
Merk je dat een deel is weggezakt? Kijk dan nog even naar de volgende onderdelen uit de Kennisbank Nederlands:
KB: Lidwoord
KB: Zelfstandig naamwoord KB: Werkwoord
KB: Bijvoeglijk naamwoord
Bijwoord
kn.nu/ht49a
1 van 20
Kies de juiste woordsoort:
de
Kies de juiste woordsoort:
Noordzee a. lidwoord
b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord
d. bijvoeglijk naamwoord e. anders
3 van 20
Kies de juiste woordsoort:
land a. lidwoord
b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord
d. bijvoeglijk naamwoord e. anders
4 van 20
Kies de juiste woordsoort:
slaapt a. lidwoord
b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord
d. bijvoeglijk naamwoord e. anders
5 van 20
Kies de juiste woordsoort:
mooie a. lidwoord
b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord
d. bijvoeglijk naamwoord e. anders
6 van 20
Kies de juiste woordsoort:
onbekend a. lidwoord
b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord
d. bijvoeglijk naamwoord e. anders
7 van 20
Kies de juiste woordsoort:
meisje a. lidwoord
b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord
d. bijvoeglijk naamwoord e. anders
8 van 20
Kies de juiste woordsoort:
kleuren a. lidwoord
b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord
d. bijvoeglijk naamwoord e. anders
9 van 20
Kies de juiste woordsoort:
zeven a. lidwoord
b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord
d. bijvoeglijk naamwoord e. anders
10 van 20
Kies de juiste woordsoort:
het
Kies de juiste woordsoort:
jongen a. lidwoord
b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord
d. bijvoeglijk naamwoord e. anders
12 van 20
Kies de juiste woordsoort:
toffe a. lidwoord
b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord
d. bijvoeglijk naamwoord e. anders
13 van 20
Kies de juiste woordsoort:
werkt a. lidwoord
b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord
d. bijvoeglijk naamwoord e. anders
14 van 20
Kies de juiste woordsoort:
prachtig a. lidwoord
b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord
d. bijvoeglijk naamwoord e. anders
15 van 20
Kies de juiste woordsoort:
een
a. lidwoord
b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord
d. bijvoeglijk naamwoord e. anders
16 van 20
Kies de juiste woordsoort:
België a. lidwoord
b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord
d. bijvoeglijk naamwoord e. anders
17 van 20
Kies de juiste woordsoort:
nooit a. lidwoord
b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord
d. bijvoeglijk naamwoord e. anders
18 van 20
Kies de juiste woordsoort:
deze a. lidwoord
b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord
d. bijvoeglijk naamwoord e. anders
19 van 20
Kies de juiste woordsoort:
landt
Kies de juiste woordsoort:
naar a. lidwoord
b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord
d. bijvoeglijk naamwoord e. anders
Stap 2
Bestudeer nu uit de Kennisbank Nederlands ook het volgende onderwerp en doe daarna de oefeningen.
KB: Bijwoord
Maak nu de volgende oefeningen.
Bijwoord
kn.nu/57wix
1 van 4
Welk bijwoorden ontbreken?
Kies uit: goed, hard, snel, erg, wanneer en hoe.
De spits sprintte _______________ naar het doel.
Het ei was te _______________ gekookt.
De oefening van Peter was _______________ gelukt.
Jessy klom in een _______________ hoge boom.
_______________ is Calvin jarig?
_______________ gaat Jan naar school?
2 van 4
Weet jij welk bijwoorden ontbreken?
Kies uit: plotseling, hoe, helaas, niet, waar en mooi.
_______________ zie ik je?
Ik hou _______________ van je.
Het is _______________ te koud vandaag.
_______________ maak je appeltaart?
Hij speelt _______________ piano.
_______________ bewoog hij.
3 van 4
Weet jij welke bijwoorden ontbreken?
Kies uit: net, bijna, daar, toch, vaak en nergens
Hij is _______________ aangekomen.
Ik ga _______________ heen.
Het ging _______________ mis.
Ik reis _______________ naar België.
Wat een verrassing. Hij is _______________ gekomen.
Wat is _______________ gebeurd?
4 van 4
Weet jij welke bijwoorden ontbreken?
Kies uit: waarom, vandaag, snel, graag, tamelijk en bijzonder
Dat vind ik echt een _______________ mooie tekening.
Bijwoord
kn.nu/tns8v
1 van 14
Wat is het bijwoord in deze zin?
Gisteren zagen we op de televisie een mooie reportage.
a. mooie b. op c. Gisteren
2 van 14
Wat is het bijwoord in deze zin?
Plotseling was het mistig geworden.
a. was b. Plotseling c. het
3 van 14
Wat is het bijwoord in deze zin?
Ga je mee vanavond?
a. vanavond b. je
c. mee
4 van 14
Wat is het bijwoord in deze zin?
Je mag hier op de rijbaan lopen.
a. op b. hier c. rijbaan
5 van 14
Wat is het bijwoord in deze zin?
Het begon plotseling te stormen.
a. plotseling b. Het c. stormen
6 van 14
Wat is het bijwoord in deze zin?
Vandaag krijgen we ijs en vruchten toe.
a. en b. we c. Vandaag
7 van 14
Wat is het bijwoord in deze zin?
De wedstrijd ging niet door.
a. door b. De c. niet
8 van 14
Wat is het bijwoord in deze zin?
Wegens de staking kon hij niet op tijd zijn.
a. niet b. Wegens c. op
9 van 14
Wat is het bijwoord in deze zin?
Hij komt morgen op bezoek.
a. morgen b. Hij c. op
10 van 14
Wat is het bijwoord in deze zin?
Ik heb de wedstrijd niet gezien.
a. wedstrijd b. Ik c. niet
12 van 14
Wat is het bijwoord in deze zin?
Ajax wint ook deze wedstrijd.
a. Ajax b. ook c. wedstrijd
13 van 14
Wat is het bijwoord in deze zin?
Waar heb je hem nou gelaten?
a. nou b. Waar c. hem
14 van 14
Wat is het bijwoord in deze zin?
Ik kan dat wel begrijpen.
a. Ik b. wel c. begrijpen
Stap 3
Soms hoort een bijwoord bij een werkwoord.
Voorbeeld:
De fietser rijdt hard.
In dit voorbeeld is hard een bijwoord dat hoort bij het werkwoord rijden.
Nog een voorbeeld:
Hij schrijft veel op het bord.
In dit voorbeeld is veel een bijwoord dat hoort bij het werkwoord schrijven.
Open een tekstbestand.
Typ in het tekstbestand: Bijwoorden bij werkwoorden.
Zet onder dit kopje drie zinnen waarin een bijwoord zit dat hoort bij een werkwoord.
Bespreek je voorbeelden met een klasgenoot.
Sla het tekstbestand op.
Stap 4
Het was een verschrikkelijk harde schreeuw. verschrikkelijk = bijwoord.
Typ in het tekstbestand het kopje Bijwoorden bij een bijvoeglijk naamwoord.
Typ onder het kopje drie zinnen met daarin een bijwoord bij een bijvoeglijk naamwoord.
Bespreek je voorbeelden met een klasgenoot.
Stap 5
Soms hoort een bijwoord bij een ander bijwoord.
Voorbeeld:
De test is bijzonder slecht gemaakt.
In dit voorbeeld zijn bijzonder en slecht bijwoorden.
Het bijwoord slecht hoort bij het werkwoord maken.
Het bijwoord bijzonder hoort bij het bijwoord slecht.
Typ in je tekstbestand het kopje Bijwoorden bij bijwoorden.
Zet onder dit kopje drie zinnen met twee bijwoorden.
Eén van de bijwoorden moet verwijzen naar het andere bijwoord.
Bespreek je voorbeelden met een klasgenoot.
Klaar?
Je hoort van je docent hoe hij/zij het tekstbestand gaat beoordelen.
Extra: Bijwoord
Grammatica: Bijwoord
Hier vind je een extra oefening over bijwoorden.
Speel het dobbelspel in de oefening en leer spelenderwijs!
Download het werkblad oefening 'bijwoord'
Verderkijker
Bijwoord - Verderkijker
De Verderkijker biedt bij de opdracht passende externe linkjes naar uitleg, oefenmateriaal of filmpjes.
Voor het onderdeel Bijwoord zijn de volgende items geselecteerd.
In de Verderkijker wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Mocht u vragen/opmerkingen hebben, of constateert u een niet-werkende link, horen wij dit natuurlijk graag. Dit kan via onze helpdesk.
Over dit lesmateriaal
Colofon
Auteur VO-content
Laatst gewijzigd 22 August 2016 om 10:44
Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons
Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Leerniveau VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 2;
Leerinhoud en doelen
Schrijven; Spelling, interpunctie en grammatica; Nederlands; Schrijfvaardigheid;
Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld
Studiebelasting 1 uur en 0 minuten Trefwoorden leerlijn, rearrangeerbare