• No results found

Grammatica - Bijwoord vmbo-kg12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Grammatica - Bijwoord vmbo-kg12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie."

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt

(2)

Inhoudsopgave

Grammatica - Bijwoord

Vooraf Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5

Extra: Bijwoord Verderkijker

Over dit lesmateriaal

(3)

In deze opdracht behandelen we het bijwoord.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

bijwoorden in een zin herkennen en benoemen.

uitleggen dat een bijwoord bij een bijvoeglijk naamwoord gebruikt kan worden.

uitleggen dat een bijwoord soms bij een ander bijwoord hoort.

uitleggen dat een bijwoord soms bij eenwerkwoord hoort.

Eindproduct

In een tekstbestand verzamel je negen zinnen met daarin bijwoorden.

Je laat zien dat je de verschillen tussen bijwoorden, werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden goed begrijpt.

Beoordeling

Je hoort van je docent hoe hij/zij het tekstbestand gaat beoordelen.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit Stap

1 Alleen Bestudeer de Kennisbank over Verschillende onderdelen.

Stap

2 Alleen Bestdueer het Kennisbankitem 'Het Bijwoord' en maak de oefeningen.

Stap

3 Alleen + samen Bekijk 'Soms hoort een bijwoord bij een werkwoord'.

Stap

4 Alleen + samen Bekijk hoe het bijwoord nog meer gebruikt kan worden.

(4)

Benodigdheden

Geen extra benodigdheden.

Tijd

Ongeveer een lesuur.

Stap 1

We gaan eerst even je geheugen opfrissen!

Kun je de diverse woordsoorten nog herkennen?

Maak deze oefening en kijk hoeveel je nog weet.

Merk je dat een deel is weggezakt? Kijk dan nog even naar de volgende onderdelen uit de Kennisbank Nederlands:

KB: Lidwoord

KB: Zelfstandig naamwoord KB: Werkwoord

KB: Bijvoeglijk naamwoord

Bijwoord

kn.nu/ht49a

1 van 20

Kies de juiste woordsoort:

de

(5)

Kies de juiste woordsoort:

Noordzee a. lidwoord

b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord

d. bijvoeglijk naamwoord e. anders

3 van 20

Kies de juiste woordsoort:

land a. lidwoord

b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord

d. bijvoeglijk naamwoord e. anders

4 van 20

Kies de juiste woordsoort:

slaapt a. lidwoord

b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord

d. bijvoeglijk naamwoord e. anders

5 van 20

Kies de juiste woordsoort:

mooie a. lidwoord

b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord

d. bijvoeglijk naamwoord e. anders

(6)

6 van 20

Kies de juiste woordsoort:

onbekend a. lidwoord

b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord

d. bijvoeglijk naamwoord e. anders

7 van 20

Kies de juiste woordsoort:

meisje a. lidwoord

b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord

d. bijvoeglijk naamwoord e. anders

8 van 20

Kies de juiste woordsoort:

kleuren a. lidwoord

b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord

d. bijvoeglijk naamwoord e. anders

9 van 20

Kies de juiste woordsoort:

zeven a. lidwoord

b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord

d. bijvoeglijk naamwoord e. anders

10 van 20

Kies de juiste woordsoort:

het

(7)

Kies de juiste woordsoort:

jongen a. lidwoord

b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord

d. bijvoeglijk naamwoord e. anders

12 van 20

Kies de juiste woordsoort:

toffe a. lidwoord

b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord

d. bijvoeglijk naamwoord e. anders

13 van 20

Kies de juiste woordsoort:

werkt a. lidwoord

b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord

d. bijvoeglijk naamwoord e. anders

14 van 20

Kies de juiste woordsoort:

prachtig a. lidwoord

b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord

d. bijvoeglijk naamwoord e. anders

(8)

15 van 20

Kies de juiste woordsoort:

een

a. lidwoord

b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord

d. bijvoeglijk naamwoord e. anders

16 van 20

Kies de juiste woordsoort:

België a. lidwoord

b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord

d. bijvoeglijk naamwoord e. anders

17 van 20

Kies de juiste woordsoort:

nooit a. lidwoord

b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord

d. bijvoeglijk naamwoord e. anders

18 van 20

Kies de juiste woordsoort:

deze a. lidwoord

b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord

d. bijvoeglijk naamwoord e. anders

19 van 20

Kies de juiste woordsoort:

landt

(9)

Kies de juiste woordsoort:

naar a. lidwoord

b. zelfstandig naamwoord c. werkwoord

d. bijvoeglijk naamwoord e. anders

Stap 2

Bestudeer nu uit de Kennisbank Nederlands ook het volgende onderwerp en doe daarna de oefeningen.

KB: Bijwoord

Maak nu de volgende oefeningen.

Bijwoord

kn.nu/57wix

(10)

1 van 4

Welk bijwoorden ontbreken?

Kies uit: goed, hard, snel, erg, wanneer en hoe.

De spits sprintte _______________ naar het doel.

Het ei was te _______________ gekookt.

De oefening van Peter was _______________ gelukt.

Jessy klom in een _______________ hoge boom.

_______________ is Calvin jarig?

_______________ gaat Jan naar school?

2 van 4

Weet jij welk bijwoorden ontbreken?

Kies uit: plotseling, hoe, helaas, niet, waar en mooi.

_______________ zie ik je?

Ik hou _______________ van je.

Het is _______________ te koud vandaag.

_______________ maak je appeltaart?

Hij speelt _______________ piano.

_______________ bewoog hij.

3 van 4

Weet jij welke bijwoorden ontbreken?

Kies uit: net, bijna, daar, toch, vaak en nergens

Hij is _______________ aangekomen.

Ik ga _______________ heen.

Het ging _______________ mis.

Ik reis _______________ naar België.

Wat een verrassing. Hij is _______________ gekomen.

Wat is _______________ gebeurd?

4 van 4

Weet jij welke bijwoorden ontbreken?

Kies uit: waarom, vandaag, snel, graag, tamelijk en bijzonder

Dat vind ik echt een _______________ mooie tekening.

(11)

Bijwoord

kn.nu/tns8v

1 van 14

Wat is het bijwoord in deze zin?

Gisteren zagen we op de televisie een mooie reportage.

a. mooie b. op c. Gisteren

2 van 14

Wat is het bijwoord in deze zin?

Plotseling was het mistig geworden.

a. was b. Plotseling c. het

3 van 14

Wat is het bijwoord in deze zin?

Ga je mee vanavond?

a. vanavond b. je

c. mee

4 van 14

Wat is het bijwoord in deze zin?

Je mag hier op de rijbaan lopen.

a. op b. hier c. rijbaan

(12)

5 van 14

Wat is het bijwoord in deze zin?

Het begon plotseling te stormen.

a. plotseling b. Het c. stormen

6 van 14

Wat is het bijwoord in deze zin?

Vandaag krijgen we ijs en vruchten toe.

a. en b. we c. Vandaag

7 van 14

Wat is het bijwoord in deze zin?

De wedstrijd ging niet door.

a. door b. De c. niet

8 van 14

Wat is het bijwoord in deze zin?

Wegens de staking kon hij niet op tijd zijn.

a. niet b. Wegens c. op

9 van 14

Wat is het bijwoord in deze zin?

Hij komt morgen op bezoek.

a. morgen b. Hij c. op

10 van 14

Wat is het bijwoord in deze zin?

(13)

Ik heb de wedstrijd niet gezien.

a. wedstrijd b. Ik c. niet

12 van 14

Wat is het bijwoord in deze zin?

Ajax wint ook deze wedstrijd.

a. Ajax b. ook c. wedstrijd

13 van 14

Wat is het bijwoord in deze zin?

Waar heb je hem nou gelaten?

a. nou b. Waar c. hem

14 van 14

Wat is het bijwoord in deze zin?

Ik kan dat wel begrijpen.

a. Ik b. wel c. begrijpen

Stap 3

(14)

Soms hoort een bijwoord bij een werkwoord.

Voorbeeld:

De fietser rijdt hard.

In dit voorbeeld is hard een bijwoord dat hoort bij het werkwoord rijden.

Nog een voorbeeld:

Hij schrijft veel op het bord.

In dit voorbeeld is veel een bijwoord dat hoort bij het werkwoord schrijven.

Open een tekstbestand.

Typ in het tekstbestand: Bijwoorden bij werkwoorden.

Zet onder dit kopje drie zinnen waarin een bijwoord zit dat hoort bij een werkwoord.

Bespreek je voorbeelden met een klasgenoot.

Sla het tekstbestand op.

Stap 4

(15)

Het was een verschrikkelijk harde schreeuw. verschrikkelijk = bijwoord.

Typ in het tekstbestand het kopje Bijwoorden bij een bijvoeglijk naamwoord.

Typ onder het kopje drie zinnen met daarin een bijwoord bij een bijvoeglijk naamwoord.

Bespreek je voorbeelden met een klasgenoot.

Stap 5

Soms hoort een bijwoord bij een ander bijwoord.

Voorbeeld:

De test is bijzonder slecht gemaakt.

In dit voorbeeld zijn bijzonder en slecht bijwoorden.

Het bijwoord slecht hoort bij het werkwoord maken.

Het bijwoord bijzonder hoort bij het bijwoord slecht.

Typ in je tekstbestand het kopje Bijwoorden bij bijwoorden.

Zet onder dit kopje drie zinnen met twee bijwoorden.

Eén van de bijwoorden moet verwijzen naar het andere bijwoord.

Bespreek je voorbeelden met een klasgenoot.

Klaar?

Je hoort van je docent hoe hij/zij het tekstbestand gaat beoordelen.

Extra: Bijwoord

(16)

Grammatica: Bijwoord

Hier vind je een extra oefening over bijwoorden.

Speel het dobbelspel in de oefening en leer spelenderwijs!

Download het werkblad oefening 'bijwoord'

Verderkijker

Bijwoord - Verderkijker

De Verderkijker biedt bij de opdracht passende externe linkjes naar uitleg, oefenmateriaal of filmpjes.

Voor het onderdeel Bijwoord zijn de volgende items geselecteerd.

(17)

In de Verderkijker wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Mocht u vragen/opmerkingen hebben, of constateert u een niet-werkende link, horen wij dit natuurlijk graag. Dit kan via onze helpdesk.

(18)

Over dit lesmateriaal

Colofon

Auteur VO-content

Laatst gewijzigd 22 August 2016 om 10:44

Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons

Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat

het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken

voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Leerniveau VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 2;

Leerinhoud en doelen

Schrijven; Spelling, interpunctie en grammatica; Nederlands; Schrijfvaardigheid;

Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld

Studiebelasting 1 uur en 0 minuten Trefwoorden leerlijn, rearrangeerbare

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ken je de volgende begrippen: rode en witte bloedcellen, bloedplaatjes en bloedplasma en weet je wat de functie van deze bloedbestanddelen isA. Weet je hoe de 3 soorten bloedcellen

Aan het eind van deze opdracht schrijf je een column over wat je bezighoudt in de liefde.. De column komt aan het eind van het thema in de speciale uitgave van

In de collage laten jullie zien dat de jongeren zich anders gingen kleden en dat de jongeren naar andere muziek gingen luisteren. Maar jullie vertellen ook iets over de redenen

Mensen die emigreren om politieke redenen, vertrekken omdat ze het niet eens zijn met de politiek in hun land.. En vooral omdat die politiek voor henzelf vervelende gevolgen

Om erachter wat voor werk jou leuk lijkt moet je daarom eerst heel goed naar jezelf kijken, wat heeft eigenlijk jou interesse.. Bekijk

Hoeveel allochtonen met als land van herkomst Turkije wonen er in Nederland.. Hoeveel procent van alle inwoners van Nederland heeft Turkije als land

Voor het maken van de volgende opgaven heb je het Werkblad Negatieve getallen nodig..

Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.. Hieronder staat een video die goed past bij