• No results found

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NL

NL

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 13.7.2016 COM(2016) 481 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Stand van zaken en mogelijke verdere stappen met betrekking tot de situatie van niet- wederkerigheid met een aantal derde landen op het gebied van visa

(Follow-up van de mededeling van12 april)

(2)

2 I. INLEIDING

Op 12 april 2016 presenteerde de Commissie een mededeling betreffende de stand van zaken en mogelijke verdere stappen met betrekking tot de situatie van niet-wederkerigheid met een aantal derde landen op het gebied van visa ("de mededeling van april"). In de mededeling wordt de stand van zaken met betrekking tot de derde landen in kwestie besproken en eraan herinnerd dat het wederkerigheidsmechanisme voor visa inhoudt dat Verordening (EG) nr.

539/2001 van de Raad van 15 maart 2001 ("de verordening") - zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1289/2013 van 11 december 20131 de Commissie verplicht een gedelegeerde handeling vast te stellen om de visumontheffing voor onderdanen van een derde land dat de visumplicht op 12 april 2016 niet heeft opgeheven, 12 maanden op te schorten. De verordening verplicht de Commissie ook rekening te houden met de consequenties van de opschorting van de visumontheffing voor de externe betrekkingen van de EU en haar lidstaten.

In de mededeling wordt geconcludeerd dat er met drie landen - Brunei, Canada en de Verenigde Staten - op 12 april 2016 geen visumwederkerigheid was bereikt en dat er verder moet worden gewerkt om dit te bewerkstelligen.

In overeenstemming met de richtlijnen voor betere regelgeving, heeft de Commissie de consequenties en effecten van de opschorting van de visumontheffing beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat, naast de gevolgen voor de EU-burgers en de moeilijkheden bij de uitvoering, ook rekening moet worden gehouden met aanzienlijke gevolgen op een groot aantal beleidsterreinen/in een groot aantal sectoren, met name met de gevolgen voor de externe betrekkingen van de Europese Unie met Canada en de Verenigde Staten in een jaar waarin belangrijke overeenkomsten op handelsgebied zich in een cruciaal stadium bevinden of moeten worden afgerond. Ook werd geconcludeerd dat het redelijkerwijs kan worden verwacht dat het aantal reizigers uit Canada en de Verenigde Staten zal dalen en dat dit zou leiden tot aanzienlijke economische verliezen voor de EU, zonder dat de doelstelling van volledige visumwederkerigheid voor alle EU-burgers zou worden gerealiseerd.

De Commissie verzocht het Europees Parlement en de Raad om spoedig besprekingen te starten en uiterlijk op 12 juli 2016 een standpunt in te nemen inzake de meest geschikte verdere stappen in het licht van de beoordeling van de consequenties van de opschorting van de visumontheffing waar in de mededeling van april naar wordt verwezen.

In de huidige mededeling wordt de balans opgemaakt van de vorderingen die sinds de goedkeuring van de mededeling van april zijn gemaakt in de besprekingen met Canada en de Verenigde Staten, wordt verslag uitgebracht over de standpunten die zijn ingenomen naar aanleiding van de mededeling en worden de verdere stappen uiteengezet.

II. ONTWIKKELINGEN SINDS DE GOEDKEURING VAN DE MEDEDELING VAN APRIL OM VOLLEDIGE VISUMWEDERKERIGHEID TE BEWERKSTELLIGEN

Brunei (gemeld door Kroatië)

In de mededeling van april werd aangegeven dat er met Brunei nog geen volledige wederkerigheid van visumvrijstelling was, maar dat er tijdens recente contacten positieve

1 Verordening (EU) nr. 1289/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld, PB L 347, van 20.12.2013, blz. 74-80.

(3)

3

signalen werden ontvangen. Op 12 april 2016 heeft Brunei, op het moment van goedkeuring van de mededeling van april, formeel de visumplicht voor Kroatische staatsburgers opgeheven en vanaf deze datum kunnen staatsburgers van Liechtenstein 90 dagen zonder visum in het land verblijven. Hiervan werd op 13 april officieel melding gemaakt. De Commissie is verheugd dat het probleem van niet-wederkerigheid met Brunei is opgelost2. Canada (gemeld door Bulgarije en Roemenië)

In de mededeling van april benadrukte de Commissie dat het noodzakelijk is om op volledige visumwederkerigheid aan te dringen en spoorde zij Canada aan om concrete maatregelen te nemen om te laten zien dat het bereid is volledige wederkerigheid van visumvrijstelling met alle 28 lidstaten van de Europese Unie te bewerkstelligen. Om deze doelstelling te realiseren, hebben er in de afgelopen maanden meerdere politieke bijeenkomsten op hoog niveau met Canada plaatsgevonden. Voorzitters Juncker en Tusk hebben de kwestie besproken met de Canadese premier Trudeau in de marge van de G7-bijeenkomst in Japan op 27 mei. De voorzitter van het Europees Parlement Schulz en de Roemeense premier Cioloş hebben ook met premier Trudeau gesproken, respectievelijk op 18 mei en 15 juni. Op ministerieel niveau sprak commissaris Avramopoulos op 23 mei met de Canadese minister van Immigratie McCallum en sprak hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter Mogherini op 8 juni met de Canadese minister van Buitenlands Zaken Dion, minister van Immigratie McCallum en minister van Handel Freeland.

Op het hoogste politieke niveau hebben Bulgarije en Roemenië ook het belang onderstreept van visumwederkerigheid in het licht van de strategische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Canada en met name op de voorbereidingen voor de ondertekening en ratificatie van de uitgebreide economische en handelsovereenkomst (CETA) tussen de EU en Canada. Beide lidstaten hebben ook aangegeven dat de economische voordelen als gevolg van de inwerkingtreding van de CETA teniet zouden worden gedaan als Bulgaarse en Roemeense staatsburgers, waaronder zakenmensen en consumenten, niet naar Canada zouden kunnen reizen zonder visum.

Tegelijkertijd vond er tussen 9 en 15 juni op technisch niveau ook een Canadese deskundigenmissie naar Roemenië plaats, om het vertrouwen te versterken en Canadese deskundigen de mogelijkheid te bieden eventuele risico's vast te stellen die samenhangen met het opheffen van de visumplicht en om opties aan te geven om dergelijke risico's te verkleinen en punten van zorg daaromtrent weg te nemen. Van beide zijden kwam er positieve feedback op de missie. De Canadese autoriteiten zijn voornemens tussen 21 en 27 juli een vergelijkbare deskundigenmissie naar Bulgarije uit te voeren.

Visumwederkerigheid werd ook besproken tijdens het gezamenlijk overleg over immigratie- en asielkwesties tussen vertegenwoordigers van het Canadese ministerie van Immigratie, Vluchtelingen en Staatsburgerschap en de Europese Commissie op 28 juni. Tijdens deze bijeenkomst werd van Canadese zijde uitgelegd dat de Canadese minister van Immigratie, Staatsburgerschap en Vluchtelingen naar aanleiding van de deskundigenmissies de mogelijkheid van de opheffing van de visumplicht voor staatsburgers van Bulgarije en Roemenië zal beoordelen.

Zoals uiteengezet in de mededeling van april is, in afwachting van vorderingen met betrekking tot volledige visumwederkerigheid, onder andere met Canada gesproken over de mogelijkheid om een voorlopige technische oplossing in te voeren - een stapsgewijze

2 Zie Daily News 14 april 2016.

(4)

4

uitbreiding van het elektronische systeem voor reisvergunningen (eTA) naar Bulgaarse en Roemeense staatsburgers3. Volledige visumwederkerigheid voor alle Bulgaarse en Roemeense staatsburgers blijft het streven van de EU. Met dit doel voor ogen analyseert de Commissie samen met de lidstaten in kwestie alle oplossingen en mogelijkheden. In dit kader moet verder met de Canadese autoriteiten worden gesproken over de aankondiging die Canada op 28 juni 2016 deed inzake de opheffing per 1 december 2016 onder bepaalde voorwaarden en vereisten van de visumplicht voor Mexicaanse staatsburgers.

De intensieve samenwerking en constructieve besprekingen hebben de basis gelegd voor de bijeenkomst op ministerieel niveau tussen Canada, Bulgarije, Roemenië en de Commissie op 11 juli in Brussel om de gemaakte vorderingen te evalueren en de verdere stappen voor volledige visumwederkerigheid te bespreken. Tijdens deze bijeenkomst heeft Canada toegezegd begin herfst informatie te verstrekken over de resultaten van de beoordelingen en het tijdschema voor het opheffen van de visumplicht alsook over de punten waarop samenwerking met Bulgarije en Roemenië nodig is.

Ondanks het feit dat er de laatste maanden steeds intensievere, constructieve besprekingen, onder meer op het hoogste politieke niveau, hebben plaatsgevonden met Canada, hebben Bulgaarse en Roemeense staatsburgers nog steeds een visum nodig om naar Canada te reizen. De Commissie wijst op de toezegging van de Canadese regering om met de EU te blijven werken aan visumwederkerigheid voor alle EU-burgers.

Daarom zal de Commissie blijven aandringen op volledige visumwederkerigheid, in overleg met Bulgarije en Roemenië, om sneller tot resultaten te komen. De Commissie kijkt uit naar de EU-Canada-top, die zal plaatsvinden op 27 oktober 2016 en een goede gelegenheid vormt om concrete vorderingen met betrekking tot de opheffing van de visumplicht voor Roemeense en Bulgaarse staatsburgers te bekrachtigen.

Verenigde Staten (gemeld door Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Polen en Roemenië)

In de mededeling van april, benadrukte de Commissie dat het noodzakelijk is om op volledige visumwederkerigheid aan te dringen en spoorde zij de Verenigde Staten aan om concrete maatregelen te nemen om te laten zien dat het bereid is volledige wederkerigheid van visumvrijstelling met alle 28 lidstaten van de Europese Unie te bewerkstelligen. Om deze doelstelling te realiseren, zijn de contacten met de Verenigde Staten op zowel technisch als politiek niveau geïntensiveerd.

Op 15 april, kort na de goedkeuring van de mededeling van april, besprak commissaris Avramopoulos deze kwestie met minister van Binnenlandse Veiligheid (Department of Homeland Security, DHS) Johnson. Tegelijkertijd heeft de EU-delegatie in Washington haar contactmomenten met het Congres benut om regelmatig te benadrukken dat het nodig is om stappen te zetten in de richting van volledige wederkerigheid.

Tijdens de bijeenkomst tussen de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken van de EU en de VS, die werd gehouden op 2 juni, werd uitgebreid gesproken over visumwederkerigheid.

De regeringsvertegenwoordigers van de Verenigde Staten legden uit dat de regering zich blijft inzetten om samen te werken met de EU en de vijf lidstaten in kwestie om volledige visumwederkerigheid mogelijk te maken, maar merkten op dat het standpunt van het Congres van de Verenigde Staten ongewijzigd is gebleven en dat ze het erg onwaarschijnlijk achten dat hier voor de aankomende presidents- en Congresverkiezingen verandering in komt. Ze

3 Voor details: Verslag van de Commissie ter beoordeling van de situatie van niet-wederkerigheid op het gebied van visa (C(2015) 7455 final van 5.11.2015), blz. 4. en COM(2016) 221 final.

(5)

5

gaven ook aan dat veiligheidsbelangen een reden zijn om het Amerikaanse visumontheffingsprogramma (US Visa Waiver Program) niet uit te breiden naar de vijf EU- lidstaten in kwestie.

De VS heeft de EU herhaaldelijk afgeraden maatregelen te nemen, die negatieve gevolgen zouden kunnen hebben die verder gaan dan de kwestie van visumwederkerigheid. Ze benadrukten dat het opleggen van een visumplicht aan Amerikaanse staatsburgers er zonder meer toe zou leiden dat het Congres de visumplicht voor alle EU-burgers opnieuw zou invoeren. Verwijzend naar de ideeën die naar voren zijn gebracht door de Commissie in de mededeling van april (namelijk het uitbreiden van het Amerikaanse ESTA naar sommige reizigerscategorieën), werd van Amerikaanse zijde geantwoord dat de huidige wetgeving geen ruimte biedt voor dergelijke flexibiliteit en werd ook de mogelijkheid uitgesloten dat in de nabije toekomst wetgevingsvoorstellen op dit gebied worden ingediend. De Verenigde Staten erkenden echter wel de gevoeligheid van de kwestie en wezen op een aantal beschikbare mogelijkheden om de procedure voor de aanvraag en de uitgifte van visa te vereenvoudigen.

Deze hebben betrekking op de verlenging van visa en omvatten bepaalde vereenvoudigingen voor visumaanvragers (namelijk vrijstelling van de verplichting om vingerafdrukken te laten afnemen en van het vraaggesprek). Deze zijn echter al enige tijd van toepassing en kunnen daarom niet worden gezien als een stap voorwaarts op weg naar volledige visumwederkerigheid.

In het Amerikaanse Congres is er sinds april geen sprake geweest van voor de EU-burgers relevante vorderingen als gevolg van lopende Amerikaanse wetgevingsinitiatieven, met name inzake de "Jobs Originating through Launching Travel Act" van 20154" en de "Equal Protection in Travel Act" van 20165".

Visumwederkerigheid was ook een van de gespreksonderwerpen tijdens het bezoek van een delegatie van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) van het Europees Parlement aan Washington van 16-18 mei.

Het is belangrijk om op te merken dat de Amerikaanse rekenkamer (United States Government Accountability Office) op 7 juni een verslag heeft gepubliceerd over de wijze waarop partnerlanden van het visumontheffingsprogramma informatie delen met de Verenigde Staten inzake de identiteit van terroristen, strafbladen en verloren en gestolen paspoorten. In dit verslag wordt opgemerkt dat de Verenigde Staten via de partnerlanden van het visumontheffingsprogramma informatie hebben kunnen verkrijgen over meer dan 12.000 vermoedelijke terroristen, waaronder bijna 5.000 personen die niet eerder door de Amerikaanse autoriteiten waren geïdentificeerd. De Commissie is van mening dat deze uitwisseling van informatie van groot belang is: zij laat zien dat het visumontheffingsprogramma niet alleen het leven van miljoenen legitieme, trans-Atlantische reizigers gemakkelijker maakt, maar de Verenigde Staten ook belangrijke veiligheidsvoordelen oplevert. In het verslag wordt ook vermeld dat de uitwisseling van informatie het laatste jaar exponentieel is toegenomen.

De Commissie merkt op dat dit ook werd onderstreept door de vice-minister voor Binnenlandse Veiligheid Mayorkas en de huidige antiterrorismecoördinator Siberell (ministerie van Buitenlandse Zaken) tijdens de hoorzitting van de Commissie binnenlandse veiligheid van de Amerikaanse Senaat op 26 mei6, waar de recente prestaties van de EU op veiligheidsgebied, zoals de Europese richtlijn inzake persoonsgegevens van passagiers en de

4 https://www.congress.gov/bill/114th-congress/house-bill/1401

5 https://www.congress.gov/bill/114th-congress/house-bill/4380/text

6 http://www.hsgac.senate.gov/hearings/protecting-america-from-the-threat-of-isis

(6)

6

oprichting van het Europees Centrum voor terrorismebestrijding binnen Europol, ook werden erkend.

Ondanks de intensivering van de politieke en technische contacten, zijn er in het geval van de Verenigde Staten geen duidelijke tekenen van vooruitgang zoals bij Canada wel het geval is. In de laatste drie maanden, hebben de Verenigde Staten geen stappen genomen in de richting van een opheffing van de visumplicht voor Bulgaarse, Kroatische, Cypriotische, Poolse en Roemeense staatsburgers voor reizen naar de Verenigde Staten. Daarom zal de Commissie blijven aandringen op volledige, in overleg met de vijf lidstaten in kwestie, om sneller tot resultaten te komen. In dit opzicht zal de Commissie alle mogelijkheden benutten, waaronder het gezamenlijke ontbijt van de Raad Buitenlandse Zaken van de EU en minister Kerry op 18 juli en de volgende Europees-Amerikaanse bijeenkomst van ministers en hoge ambtenaren van Justitie en Binnenlandse Zaken die staat gepland voor eind 2016, om de verdere stappen en alle opties of noodzakelijke maatregelen om deze doelstelling te bereiken, te analyseren.

III. STANDPUNTEN DIE ZIJN INGENOMEN NAAR AANLEIDING VAN DE MEDEDELING VAN APRIL

In de mededeling van april, heeft de Commissie het Europees Parlement en de Raad verzocht om zo snel mogelijk te beginnen met de besprekingen over het huidige wederkerigheidsmechanisme en een standpunt in te nemen inzake de meest geschikte verdere stappen, in het licht van de beoordeling in de mededeling van april. De Commissie heeft de twee instellingen verzocht haar uiterlijk op 12 juli 2016 op de hoogte te brengen van hun respectievelijke standpunten.

Wat het Europees Parlement betreft, hebben er geen plenaire debatten plaatsgevonden om een standpunt in te nemen. De voorzitter van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) heeft de Commissie op 7 juni een brief toegezonden waarin de Commissie wordt verzocht zo spoedig mogelijk de gedelegeerde handelingen vast te stellen die worden voorzien in de verordening. In zijn brief gaf de voorzitter van de LIBE-commissie aan dat het de plicht van de Commissie is om een gedelegeerde handeling vast te stellen overeenkomstig artikel 1, lid 4, onderdeel f), van de verordening, waarbij de vrijstelling van de visumplicht voor de onderdanen van de derde landen in kwestie tijdelijk wordt opgeschort, aangezien de Verenigde Staten en Canada de visumplicht niet binnen de periode van 24 maanden na de kennisgeving inzake niet-wederkerigheid door de EU-lidstaten in kwestie hebben opgeheven. In de brief vraagt de Commissie om deze juridische verplichting te eerbiedigen en de noodzakelijke gedelegeerde handelingen zo snel mogelijk vast te stellen, en herinnert er hierbij aan dat een EU-instelling volgens artikel 265 VWEU de zaak voor het Hof van Justitie van de Europese Unie kan brengen, mocht de Commissie nalaten te handelen.

De Raad heeft deze kwestie niet op de agenda van de Raad van Ministers gezet en het voorzitterschap noch de Raad heeft een standpunt ingenomen inzake het huidige wederkerigheidsmechanisme in het licht van de beoordeling in de mededeling van april.

Van de lidstaten hebben Bulgarije en Roemenië hun standpunt het duidelijkst kenbaar gemaakt aan de Commissie en de twee derde landen in kwestie, met name aan Canada en wel op het hoogst mogelijke politieke niveau.

Andere belanghebbenden

Sommige belanghebbenden hebben ook hun mening gegeven over de kwestie. De Internationale vereniging voor luchtvervoer (IATA), die ongeveer 260

(7)

7

luchtvaartmaatschappijen omvat en daarmee 83% van het wereldwijde luchtvervoer vertegenwoordigt, heeft gewezen op de economische consequenties van het invoeren van nieuwe vereisten voor reizigers uit Canada en de Verenigde Staten die naar de EU reizen7. IATA verwees naar de gegevens van de European Travel Commission, die aangeven dat er elk jaar meer dan 30 miljoen Canadese en Amerikaanse toeristen naar Europa reizen en dat zij in 2014 meer dan 54 miljoen dollar hebben uitgegeven. Daarnaast hebben 31 vertegenwoordigers van de toeristische sector een gezamenlijke brief gericht aan de LIBE- commissie van het Europees Parlement waarin zij waarschuwen dat de opschorting van de visumontheffing voor staatsburgers van Canada en de Verenigde Staten averechtse gevolgen zou hebben voor de positieve trends in de toeristenstromen uit de Verenigde Staten en Canada, zou leiden tot de derving van essentiële inkomsten voor de Europese reis- en toeristische sector en duizenden Europese banen in gevaar zou brengen8.

IV.CONCLUSIES

De Commissie is verheugd dat er ten aanzien van Brunei nu sprake is van volledige visumwederkerigheid.

Wat betreft Canada, merkt de Commissie op dat Bulgaarse en Roemeense staatsburgers, ondanks de geïntensiveerde en constructieve besprekingen en samenwerking met de Canadese autoriteiten in de afgelopen drie maanden om vorderingen te maken op het gebied van volledige visumwederkerigheid, nog steeds een visum nodig hebben om naar Canada te reizen. Daarom zal de Commissie blijven aandringen op volledige visumwederkerigheid, in overleg met Bulgarije en Roemenië, teneinde sneller tot resultaten te komen. In dit verband heeft Canada tijdens de ministeriële bijeenkomst van 11 juli toegezegd begin herfst informatie te verstrekken over de resultaten van de beoordelingen en het tijdschema voor het opheffen van de visumplicht alsook over de punten waarop samenwerking met Bulgarije en Roemenië nodig is. De Commissie kijkt uit naar de EU-Canada-top, die zal plaatsvinden op 27 en 28 oktober 2016 en een goede gelegenheid vormt om concrete vorderingen met betrekking tot de opheffing van de visumplicht voor Roemeense en Bulgaarse staatsburgers te bekrachtigen.

Wat betreft de Verenigde Staten merkt de Commissie op dat er gedurende de laatste drie maanden geen stappen zijn genomen in de richting van een opheffing van de visumplicht voor Bulgaarse, Kroatische, Cypriotische, Poolse en Roemeense staatsburgers voor reizen naar de Verenigde Staten. Daarom zal de Commissie, zoals eerder aangegeven, alle mogelijkheden benutten om te blijven aandringen op volledige visumwederkerigheid, in overleg met de vijf lidstaten in kwestie, teneinde sneller tot resultaten te komen.

De Commissie zal nauw samenwerken met zowel het Europees Parlement als de Raad om ervoor te zorgen dat de Europees Unie met één stem spreekt als het om deze belangrijke kwestie gaat en zal voor het einde van het jaar verslag uitbrengen van de verdere vorderingen.

_______

7 http://www.iata.org/pressroom/pr/Pages/2016-06-02-07.aspx

8 http://www.tourismmanifesto.eu/#!blank/c20x9

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

– verbetering van de samenwerking, vooral in verband met sociale cohesie en regionale integratie, door de programma’s op nieuwe behoeften toe te spitsen en te zorgen voor

Er bestaat geen andere communautaire wetgeving over maatregelen inzake ecologisch ontwerp voor de beoordeelde productgroepen, maar in elke voorbereidende studie moet worden

De regelgeving op grond waarvan het gebruik van ETCS verplicht is bij de installatie van nieuwe signaleringsinstallaties op hogesnelheidslijnen en –materieel en een

Ofschoon het vier West- en Centraal-Afrikaanse landen zijn, met name Benin, Burkina, Mali en Tsjaad, die zeer actief zijn geweest op het internationale forum om de

In zijn verslag van 16 december 2002 heeft het Europees Parlement gesteld dat nieuwe gebruikers toegang kunnen krijgen, mits er passende garanties worden gegeven waarmee ervoor

Deze uitdaging geldt met name wanneer het erom gaat een civiel wereldwijd satellietnavigatiesysteem, GALILEO 5 , op te zetten en een politieke impuls te geven die krachtig genoeg is

Er zijn enkele belangrijke transversale vraagstukken die alle crisissituaties in de Hoorn van Afrika met elkaar gemeen hebben. Bestuur en veiligheid: een zeer belangrijk thema bij

– in het jaarlijkse Verslag over de tenuitvoerlegging van het Europese handvest voor kleine ondernemingen worden de vorderingen beoordeeld die de lidstaten en de Commissie maken op