ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS
DT7-Openluchtklas 2015
Kasteelklas, Domein Hoogveld
Hoogveld 4, 8210 Veldegem - Zedelgem
Tussendoortjes
Naam student S-A DE BAERDEMAEKER Leergroep OLO3D
Naam mentor MEVR. DERUYCK MEVR. VANNESTE MEVR. CATELEIN
Klas
6L Aantal lln. 54
School BASISSCHOOL SINT-JAN BERCHMANS Leopoldstraat 25 8580 Avelgem
FICHE TUSSENDOORTJE – max. 10 min.
Focus op Beeld Bewegingsexpressie
Muzisch taalgebruik Drama
Muziek Beweging
Talen ………
Lesdoelen Concentratie Sfeer
Andere: ………
Bronnen Knopen (sd) Opgehaald van http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/lesmateriaal/5- minuten/?categorie=4&5min=103
1. Knopen ontwarren 2.
10 min
Organisatie
De spelers vormen teams van acht of tien personen. Alle teamleden gaan in een kring staan.
Instructie-verloop
Schud de rechterhand. Alle spelers steken hun rechterhand uit. Schudden de hand van een andere speler en houden die vast. Je mag niet iemand kiezen die direct naast je staat.
Schud de linkerhand. Vervolgens steken alle spelers hun linkerhand uit, schudden de hand van een andere speler en houden ook die weer vast. Weer mag je niet iemand kiezen die direct naast je staat. Ook mag je niet de speler kiezen wiens rechterhand je al vast hebt.
Ontwar de knoop. De spelers moeten nu proberen om de knoop te ontwarren zonder elkaars handen los te laten. Op het eerste gezicht kan dat onmogelijk lijken. Soms is het dat ook. Maar meestal kunnen de spelers de levende knoop ontwarren door over armen heen te stappen en onder armen door te kruipen. Pas wel op dat je geen handen loslaat.
Variatie
Ontwarren voor beginners:
- Alle spelers hebben hun ogen open.
- Slechts één speler heeft zijn ogen open.
Ontwarren voor vergevorderde:
- Ontwar de knoop terwijl iedereen zijn ogen dicht heeft.
Adviseurs:
- Als er meerdere teams tegelijk spelen, kunnen de teamleden die snel klaar zijn adviseurs worden voor de teams die nog niet uit de knoop zijn.
FICHE TUSSENDOORTJE – max. 10 min.
Focus op Beeld Bewegingsexpressie
Muzisch taalgebruik Drama
Muziek Beweging
Talen ………
Lesdoelen Concentratie Sfeer
Andere: ………
Bronnen Brugs dialect (sd) Opgehaald van http://www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Brugs Gents dialect (sd) Opgehaald van http://www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Gents
2. Taalparen 3.
Kaarten met zinnen en ‘vertalingen’ (zie bijlage)
Aangezien de openluchtklas plaatsvindt vlakbij Brugge, wordt hier het Brugse dialect en Standaardnederlands tegenover elkaar gezet.
Organisatie
De leerkracht deelt kaarten at random uit aan de leerlingen. Het is belangrijk dat de leerling deze niet toont of openbaart aan de andere leerlingen. Op de kaarten staan zinnen of woorden in een dialect, ieder kaart heeft zijn ‘vertaling’ op een andere kaart. (Zie bijlage)
De leerlingen gaan zitten of rechtstaan, afhankelijk van de context waar de activiteit wordt uitgevoerd.
Instructie-verloop
De leerkracht geeft uitleg over de activiteit. De activiteit gaat als volgt: op elke kaart staan zinnen of woorden in een dialect (in dit geval het Brugse dialect), elke kaart heeft zijn ‘vertaling’ op een andere kaart. Het opzet van de activiteit is dat de leerlingen de correcte taalparen maken. (Concept: verbale memory)
De leerkracht neemt het voortouw en leest een zin in het dialect voor. De leerkracht kiest er zelf voor om het al dan niet op expressieve wijze te lezen.
Daarop kan een volgende leerling antwoorden wat het zou betekenen. Dit is een testoefening om te polsen of de leerlingen het begrepen hebben.
De leerkracht vertelt aan de leerlingen dat het opzet is dat er taalparen worden gevormd, de gespeelde kaarten (m.a.w. de correctie combinaties) worden verzameld.
Vervolgens maakt de leerkracht de afspraken, alvorens het spel echt wordt gespeeld.
Afspraken
- Eerlijke spelers zijn een must. Het gaat tenslotte om de sfeerschepping en plezier bij het beleven van dit talig tussendoortje
- De leerkracht duidt aan wie zijn zin voorleest.
Variatie
- Talen: Frans, Engels, Duits, ...
- Dialect: Gents, Antwerps ...
FICHE TUSSENDOORTJE – max. 10 min.
Focus op Beeld Bewegingsexpressie
Muzisch taalgebruik Drama
Muziek Beweging
Talen ………
Lesdoelen Concentratie Sfeer
Andere: ………
Bronnen Vogelgeluiden (sd) Opgehaald van http://www.natuurpunt.be/download-hier-je-gratis- cd-met-vogelgeluiden
3. Naam tussendoortje: Earlybirds (memory) 4.
10 Een toestel dat geluidsprekers heeft (bv. Iphone)
Organisatie
De leerlingen zitten neer in een kring.
Inkleding
Aangezien de leerlingen zich bevinden op een kasteeldomein met een park en natuur, kunnen zij veel natuurgeluiden horen. Maar hoe goed kennen ze vogelgeluiden en hoe goed kunnen ze deze onthouden?
Vooraleer ze het spel spelen luisteren ze eerst naar de geluiden die vogels maken...
Demonstratie - intro
De leerkracht speelt een afspeellijst met vogelgeluiden af. Daarbij zegt de leerkracht welke vogel het is. Zo maken leerlingen kennen met de vogelgeluiden. (Selectie van volgels)
Instructie –afspraken
(De leerkracht heeft net de leerlingen aangespoord om in kring te zitten en een korte inleiding. Het spel is goed om wakker te worden. ‘Earlybirds’ dat betekent ‘vroege vogels’, vandaar dat we dit in de ochtend doen.) De leerkracht legt het spel uit. Het is simpel. Het spel is een memoryspel en een afvalrace tegelijkertijd. Het is een beetje zoals ‘ik ga op reis en ik neem mee...’. De leerlingen hebben al naar de soorten vogels geluisterd. Nu zal de leerkracht een lijst afspelen. Het is de bedoeling dat de leerlingen luisteren naar vogelgeluiden en het geluid nabootsen. Bij ieder geluid zegt de leerkracht wel welke soort vogel het is. De leerlingen in de kring volgen elkaar op. Wie een foute volgorde van geluiden geeft, ligt uit het spel.
Variatie
Laat de leerlingen ook vogelgeluiden geven die niet in de lijst staan.
FICHE TUSSENDOORTJE – max. 10 min.
Focus op Beeld Bewegingsexpressie
Muzisch taalgebruik Drama
Muziek Beweging
Talen ………
Lesdoelen Concentratie Sfeer
Andere: ontspanning, creativiteit Bronnen Beeldentuin (sd) Opgehaald van
http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/lesmateriaal/5-minuten/?categorie=8&5min=2
4. Naam tussendoortje: Beeldentuin
10 min
Organisatie
De leerlingen vormen paren. De paren staan in cirkels. Er moet een binnen- en buitencirkel zijn.
Instructie - Afspraken
De spelers vormen paren. De leerkracht vraagt aan de leerlingen om bij iemand te staan, het maakt niet uit wie. Wanneer de paren gevormd zijn vraagt de leerkracht aan de leerlingen om een cirkel te vormen. Daarna legt de leerkracht uit wat er gebeurt.
In elk paar is een speler de beeldhouwer en de ander de klei. De leerlingen die aan de binnencirkel staan worden beelden. De leerlingen die aan de buitencirkel staan worden beeldhouwers.
De beeldhouwer vormt en schikt de klei totdat de spelleider zegt dat de tijd om is. Dan is het tijd om in een cirkelbeweging door te schuiven en de creaties te bekijken*. Daarna volgt een wissel.
De afspraak is: praten is niet toegestaan, maar het gebruik van non-verbale gebaren wordt aangemoedigd.
Verloop
Alle beeldhouwers wandelen door de beeldentuin om de creaties van hun collega’s te bewonderen. Daarna keren de rollen om. De leerlingen zoeken hun partner weer op en wisselen van rol: de beelden worden beeldhouwers ,de beeldhouwers worden klei die tot beelden gevormd worden. Daarna worden de beelden in de tuin opnieuw bekeken.
Variatie
De beeldhouwers wisselen: laat bij het wandelen de beeldhouwers bij een andere persoon staan en het werk van de vorige beeldhouwer aanpassen. Wanneer de oorspronkelijke beeldhouwer terug bij zijn beeld staat, ziet hij de verandering.
FICHE TUSSENDOORTJE – max. 10 min.
Focus op Beeld Bewegingsexpressie
Muzisch taalgebruik Drama
Muziek Beweging
Talen ………
Lesdoelen Concentratie Sfeer
Andere: Genieten Bronnen Boekenlijst in de maak…
5. Voorlezen, het leukste kwartiertje van de dag
Paper, post-its, potloden/kleuren, opdrachtenkaarten
Inkleding
De leerkracht vertelt aan de leerlingen dat voorlezen één van zijn/haar favoriete bezigheid is.
De leerkracht neemt altijd boeken mee als hij/zij op reis gaat.
De leerkracht haalt een collectie uit.
Demonstratie
De leerkracht toont de boeken.
Instructie
De leerkracht neemt een boek of een gedichtenbundel en leest de titel en de naam van de auteur voor (eventueel geeft de leerkracht een woordje over het boek of de auteur).
Vervolgens mag een leerling een opdrachtenkaart trekken. Ze luisteren niet alleen om te genieten maar ook om iets te doen.
De leerkracht leest de opdracht voor. (NB. Bij een tekenopdracht worden potloden en papier snel uitgedeeld) Afspraken
De leerkracht herhaalt het opzet en maakt afspraken:
- Je luistert eerst
- Je houdt rekening met de opdracht (wat wordt verwacht) - Op teken van de leerkracht maak je opdracht.
Verloop
De leerkracht leest expressief voor. Het is m.a.w. voorbereid! De leerkracht kan hierbij passende sfeermuziek afspelen om de sfeerschepping te versterken.
Afronding
De resultaten worden beluisterd/bekeken/besproken.
FICHE TUSSENDOORTJE – max. 10 min.
Focus op Beeld Bewegingsexpressie
Muzisch taalgebruik Drama
Muziek Beweging
Talen ………
Lesdoelen Concentratie Sfeer
Andere: kalmte Bronnen
6. Zenstretching
10 Iets dat muziek kan afspelen (bv. Iphone)
Inkleding
Om de dag door te komen heb je niet alleen een stevig ontbijt nodig maar moet je lichaamspieren goed soepel gemaakt worden.
Volledige doorbloeding van je lichaam, zorgt ervoor dat je je fit voelt. We worden ‘zen’, het woord is een boeddistische term en slaat op concentratie-meditatie. Dat slaat dan weer op kalm worden.
Demonstratie Aziatische muziek
Instructie
Doorbloeding van onze spieren zullen we stimuleren via het stretchen en ook via een kleine massage van de rug- en schouderspieren. Voor deze oefening heb je een partner nodig. Maar eerst zullen de leerlingen een individuele stretching doen van de onderste ledematen.
De benen stretchen en soepel maken:
We zullen de spieren van onze onderlichaam soepel maken. Welke ledematen hebben we in ons onderlichaam? De benen.
We gaan:
- Langzaam buigen naar de grond en proberen de tippen van onze voeten te raken. (De leerlingen forceren niet!) wanneer je dit doet voel je je kuitspieren uitrekken en bloed naar je hoofd stromen. Hou dit even vast. Dan gaan we weer langzaam naar normale stand.
- We spreiden nu de benen en gaan opnieuw buigen.
- Nu gaan we op een been staan, de andere been steunen we op de knie van de gestrekte been en de armen houden we horizontaal en geleidelijk aan komen deze samen (handpalmen tegen elkaar) Probeer de evenwicht te houden. Daarna doen we hetzelfde met de andere been.
De schouders soepel maken:
De leerlingen wandelen rustig door elkaar op teken van de leerkracht gaan de leerling bij iemand at random staan. (Jongen-jongen, meisje – meisje)
- De ene leerling staat achter de andere.
- De leerling neemt beiden schouders en probeert deze voorzichtig naar achter de doen. Houd deze positie even vast.
- De leerling plaatst nu zijn duimen aan beide schouderbladen en roteert zachtjes rond de schouderbladen.
- De leerling maakt hakbewegingen tussen de schouderbladen.
- Wisselen.
FICHE TUSSENDOORTJE – max. 10 min.
Focus op Beeld Bewegingsexpressie
Muzisch taalgebruik Drama
Muziek Beweging
Talen ………
Lesdoelen Concentratie Sfeer
Andere: voorkennis en kennis oproepen Bronnen
7. het ABC van kasteelklas
10 Eventueel een notitieboek of blad papier
Organisatie
De leerlingen staan of zitten in een kring. Het spelletje kan ook over twee groepen gespeeld worden.
Inkleding
De bedoelig van het spel: zoveel mogelijk woorden en/of zinnen te koppelen aan deze kasteelklas via het alfabet. Bijvoorbeel de H van Hoogveld.
Instructie –afspraak
De leerkracht kiest een leerling die voor de eerste letter A een woord geeft. Daarna is het gewoon aan de volgende leerling om een woord te geven voor de volgende letter. Zo gaat het spel.
De leerkracht kan deze opschrijven en op het einde van de GiWW heeft de klas een verzameling van woorden die passen bij deze GiWW.
Belangrijke afspraak: de woorden moeten iets te maken hebben met de GiWW. Het kunnen woorden zijn die emoties voorstellen (bv. B van blij om veilig toegekomen te zijn), woorden die naar een plaats refereren (bv.
B van Brugge), activiteiten in de planning (bv. Q van quiz) enzovoort.
De afspraak die gemaakt wordt is dat er niet zo maar woorden of zinnen worden opgesomd. Het moet echt wat te maken hebben met de GiWW. Wie zich niet gedraagt tijdens het spel, doet niet meer mee. De sfeer en concentratie moet behouden blijven.
Variatie
Houd het spelletje op meerdere dagen. Het is interessant om te zien hoe het alfabet verandert van dag tot dag (bv. maandag versus woensdag) of moment tot moment (ochtend versus avond)
FICHE TUSSENDOORTJE – max. 10 min.
Focus op Beeld Bewegingsexpressie
Muzisch taalgebruik Drama
Muziek Beweging
Talen ………
Lesdoelen Concentratie Sfeer
Andere: tot rust komen Bronnen
8. Tomatensla (lettergrepenspel)
10 min
Organisatie
De kinderen zitten in een kring. Enkele kinderen gaan naar de gang.
Verloop - instructie
De achterblijvers bedenken een woord met meerdere lettergrepen, bijvoorbeeld to-ma-ten-sla, en verdelen de groep in evenveel subgroepen als er lettergrepen zijn. Verdeel de afzonderlijke lettergrepen over de subgroepen. Roep de kinderen op de gang binnen. Op een teken van de leerkracht zeggen alle kinderen in de kring allemaal tegelijk hun lettergreep.
Degenen die moeten raden moeten proberen de lettergrepen er bovenuit te horen, bij elkaar te voegen en achter het woord te komen. Daartoe mogen ze rondlopen en met elkaar overleggen.
Afspraak
De leerlingen moeten overleggen met elkaar, maar dit gebeurt in rust. Ze praatten zacht tegen elkaar.
Bovendien mogen de tegenstanders het woord niet horen. Competiviteit wordt gestimuleerd door de leerkracht.
Variatie
- i.p.v. lettergrepen kan ook met stukken van liedjes gewerkt worden.
FICHE TUSSENDOORTJE – max. 10 min.
Focus op Beeld Bewegingsexpressie
Muzisch taalgebruik Drama
Muziek Beweging
Talen ………
Lesdoelen Concentratie Sfeer
Andere: ………
Bronnen
9. Levend kwartet
10-15 Blad papier en pen
Organisatie
De groep wordt verdeeld in vier teams. Het spel kan buiten of binnen plaatsvinden.
Verloop-instructie
Ieder kind in elk team bedenkt nu voor zichzelf een naam van iemand uit een televisieprogramma, een boek, een sprookje of iets dergelijks. (Bv. wat ook kan: de setting als inspiratie voor de namen nl. het domein en de kasteel)
Deze naam moet het kind zeggen tegen de leerkracht. De leerkracht schrijft op welke naam bij welk kind hoort. De kinderen mogen verder tegen niemand anders zeggen welke naam ze hebben.
Als alle kinderen een unieke naam hebben, noemt de spelleider alle genoemde namen op en het spel begint.
Het eerste groepje begint, en vraagt aan één van de andere groepjes bijvoorbeeld "Pietje, ben jij Lucky Luke?" Als Pietje niet Lucky Luke is, dan blijft Pietje zitten, en mag het groepje van Pietje nu iets vragen aan een andere groep. Als Pietje Lucky Luke is, moet Pietje opstaan en bij het eerste groepje gaan zitten. Hij hoort voortaan bij dat groepje. Het eerste groepje mag doorgaan met vragen stellen, totdat ze een vraag fout hebben.
Wanneer de volgende groep aan de beurt is, mogen ze niet meteen hun eigen groepsgenoten terugvragen.
Ze moeten éérst een andere naam goed geraden hebben. De groep die op het laatst alle kinderen heeft, heeft gewonnen.
Afspraak
Je kiest aanvaardbare namen. Wie deze afspraak niet volgt, doet niet mee.
Variatie
- De leerkracht kan ook de namen van de kinderen niet opnoemen, maar alleen het lijstje met namen die de kinderen voor zichzelf bedacht hebben. Het spel wordt hier wel een stuk moeilijker door.
- I.p.v. namen kunnen ook fauna of flora gebruikt worden.
FICHE TUSSENDOORTJE – max. 10 min.
Focus op Beeld Bewegingsexpressie
Muzisch taalgebruik Drama
Muziek Beweging
Talen ………
Lesdoelen Concentratie Sfeer
Andere: ………
Bronnen Lichaamsdrum (sd). Opgehaald van
https://www.google.be/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=1&cad=rja&uact=8&ve d=0CCgQFjAA&url=http%3A%2F%2Fwww.mariebogaert.com%2Fdirk%2Fresources%2Fritme%2 Fbodypercussie%2FLes-
1.doc&ei=kyEUVYHmG4na7AbYvoGQBA&usg=AFQjCNEYqSZFiRnLksF605j2c5s683RAsA&sig 2=BvItoafNT7Q37c1IzZzrlw
10. Bodypercussie
10
Te gebruiken structuurwoorden: organisatie - afspraken - instructie – verloop -(demonstratie) - (variatie)
Organisatie
De grote groep wordt onderverdeeld in vier groepen: 2 groepen meisjes versus 2 groepen jongens.
Inkleding
De leerkracht vertelt aan de kinderen dat naast de natuurgeluiden ? (muzische verwoording ‘muziek van de natuur’).
De groep kan ook muziek maken. Zonder instrumenten maar met het lichaam: ‘body percussion’ of lichaamsdrum. Daarbij maak je muziek met je hele lichaam.
Verloop – instructie
De leerkracht vraagt wie het kent. Indien niemand het kent, geeft de leerkracht een demo. Indien het wel gekend is, kan een leerling een demo geven.
De leerling demonstreert en de leerkracht doet mee.
De andere leerlingen doen mee en geven ook suggesties.
De leerlingen imiteren elkaars stukjes.
Geleidelijk aan kunnen stukken aan elkaar gekoppeld worden en bekom je met de activiteit een reeks van bodypercussiestukken die de leerlingen zelf hebben gemaakt.
Het blijft belangrijk dat de leerkracht alvorens de activiteit start, duidelijke afspraken maakt over wat mag en toegestaan is.
Afspraken
- Om de klassfeer te bevorderen is samenwerking belangrijk, de leerkracht dirigeert dus het is belangrijk om goed te luisteren.
- Samenspel is belangrijk om een goed muzisch stuk te verkrijgen. De leerlingen kijken en luisteren goed naar de instructie van medeleerlingen.