1
Casus Wmo
Benadeelde: Gemeente, zorgkantoor en cliënt (pgb) Zorgaanbieder: De Brug
Mogelijke misstand: gedeclareerde zorg (zin/pgb) niet geleverd Namen in deze casus zijn gefingeerd
Aandachtspunten vooraf
• Moeder-Kind huis (beschermd wonen), met Wlz en Wmo cliënten
• Zorgbehoefte moet van zorgaanbieder door cliënt overdreven worden, anders geen woon/opvangplek.
• Zorgafbouw kan niet, anders geen plek meer in het huis (manipulatie/intimidatie)
• Cliënten geïndiceerd voor individuele begeleiding, maar krijgen
“groepsbegeleiding”
• Cliënten krijgen niet alle uren “geïndiceerde” zorg geleverd
• Cliënten onder druk gezet om mee te gaan bij omzetting van dezelfde organisatie van stichting (failliet) naar BV-vorm
• Er is binnen gemeente toezichthouder Wmo, maar niet actief betrokken bij casus
• Onderzoek uitgevoerd door extern bureau nav signalen over kwaliteit/kwantiteit zorg
• Wel mondeling contact opgenomen met IGZ/IJZ en zorgkantoor, maar signalen nog te summier in eerste fase dus geen follow up
• Faillissement van de organisatie, met daarna doorstart
Casus Wmo
Een gemeente geeft aan dat er – al geruime tijd – veel signalen binnenkomen over de Moeder-Kind huizen van De Brug. De gemeente heeft daarom het commerciële bureau De Speurneus gevraagd onderzoek te doen naar de kwaliteit van de geleverde zorg. Ook richtte de gemeente een telefonisch verzoek aan Inspectie Gezondheidszorg en Inspectie Jeugdzorg. Zij vonden de signalen onvoldoende om een onderzoek op te starten.
De rapportage over de kwaliteit van de hulp/zorg volgt naar verwachting binnen enkele weken. Op dit moment wordt nog een aantal budgethouders/cliënten door De Speurneus gehoord.
De Brug was eerst ondergebracht in een stichting. Na een faillissement van de stichting maakte De Brug een doorstart onder een bv die tot dezelfde holding behoort. De
gemeente had een contract met de stichting, maar niet met de bv. Overigens heeft De Brug op papier wel alle zaken – zoals een kwaliteitssysteem – op orde.
Na het faillissement zijn een aantal cliënten overgedragen aan zorgaanbieder Cornelia, maar de meeste cliënten zijn gebleven. Ze verblijven bij De Brug op basis van zowel zin als pgb onder de Wmo (beschermd wonen) en Wlz. Daarom informeerde de gemeente het zorgkantoor over het vermoeden van fraude en het gebrek aan deskundige zorg binnen deze casus.
Na de doorstart is de gemeente in gesprek gegaan met de bestuurders van De Brug om het vertrouwen te herstellen. Die gesprekken verlopen zeer moeizaam. De bestuurders komen hun afspraken niet na en zowel de gemeente als de zorgaanbieder schakelden advocaten in die bij gesprekken aanwezig waren.
2 Inmiddels heeft de gemeente de gesprekken on hold gezet en beraadt zich over hoe met deze aanbieder om te gaan. Die beslissing zal mede afhangen van de uitkomst van het onderzoeksverslag van De Speurneus. De gemeente heeft de juridische mogelijkheid om het contract te laten ontbinden omdat de stichting failliet is. Ze heeft De Brug formeel in gebreke gesteld.
Het zorgkantoor is geïnformeerd over de casus en het vermoeden van fraude en het gebrek aan deskundige zorg.
Het is de gemeente niet bekend wat de mogelijke omvang van fraude zou kunnen zijn.
Die zit voornamelijk in niet geleverde maar wel gedeclareerde zorguren.
Aandachtspunten achteraf Organisatie
• Bepaal wat je doet met het contract met de zorgaanbieder op basis van binnengekomen signalen en onderzoeksrapportages
• Betrek de Wmo toezichthouder actief bij een casus en maak gebruik van de bevoegdheden die de Algemene wet bestuursrecht biedt
• Informeer IGZ/IJZ en zorgkantoor (schriftelijk)
• Informeer gemeenten in de omgeving via toezichthouder over deze (malafide) zorgaanbieder
• Evalueer beleid naar aanleiding van een casus (zowel preventie als onderzoek) Cliënt
• Organiseer vervangende zorg (zorgplicht)
• Zorg voor goede “indicaties” en onderbouwing van de toegewezen zorg