• No results found

Een nieuw lied, of zonderlinge en waare geschiedenis van de zuivere liefdeband van Fredrik en Rozina · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een nieuw lied, of zonderlinge en waare geschiedenis van de zuivere liefdeband van Fredrik en Rozina · dbnl"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

geschiedenis van de zuivere liefdeband van Fredrik en Rozina

bron

Een nieuw lied, of zonderlinge en waare geschiedenis van de zuivere liefdeband van Fredrik en Rozina. J. Wendel, Amsterdam ca. 1810

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_nie139nieu01_01/colofon.php

© 2011 dbnl

(2)

Een nieuw lied,

Of zonderlinge en waare Geschiedenis van de zuivere Liefdeband van Fredrik en Rozina.

Behelzende: hoe deeze braave Z O O N op de tederste wyze na de Keukenmeid van zyn Ouders Verkeering had, en haar reeds had bezwangerd, hoe hy zulks op de eerbiedigste wyze aan zyn Vader te kennen geeft, maar hoe de Oude Man volkomen zyn toestemming weigerde, en wat hy smeekte, hun Huwelyk nimmer wilde toestaan, maar hoe hy Rozina als een snode Hoer uit zyn Huis verstoot, en Fredrik van smart en verdriet verkoos ter Zee te gaan, hoe zyn Schip met de Algiers slaags raakte en overwonnen werd, en hy als Slaaf in Turkyen werd opgebragt, hoe hy aldaar ondervraagt zynde, rondborstig beleid, dat hy aan de Leer van J

ESUS

getrouw was, en hy dus voor zyn leeven lang tot de Galeyen werd veroordeeld. Hoe Rozina door Bosch en Veld zwervende van twee Doode Kinderen verloste, en in die toestand hopeloos ter neder lag, maar hoe een Heer die aldaar op de Jagt was, haar uit medelyden naar zyn Woning nam, en zy aldaar vier Weeken zynde, het besluit nam, in Mans Klederen haar Min-

Een nieuw lied, of zonderlinge en waare geschiedenis van de zuivere liefdeband van Fredrik en Rozina

(3)

naar op te zoeken, daar zy vernomen had dat hy in het Turksche Land was, en hoe zy by de groote Heer aankomende beleid, dat zy om geen schatten maar uit Liefde was daar gekomen, en één Jaar lang getrouw gediend hebbende verlof kreeg weder na Huis te gaan, doch hoe zy wenschte dat de groote Heer haar het verlangen wilde geeven, de beste vrucht voor haar uit zyn Land, hoe zy toen aan de Slaverny komende haar lieve Fredrik zag en omhelsde en hoe zy beide ontslagen, tot het Vaderland terug keerde, hoe de Oude Man verblyd zynde dat hy zyn Zoon weder zag; en hem vryheid gaf zig voor het H. Echt-Altaar met zyn Rozina te verbinden. Waardig in gedachtenis te houden.

Op een Lieffelyke Wys.

1.

Liefhebbers van de Min, Bevat eens wel de zin, Wat dat de Liefde leid geweld,

Verdriet en droefheid om het goed en geld Gelyk men ondervind,

Aan Fredrik die zyn Rozina mind, Zy was zyn tedere hartsvrindinne,

Zyns Vaders Keukenmeid, Die hunne Liefde benyd.

Een nieuw lied, of zonderlinge en waare geschiedenis van de zuivere liefdeband van Fredrik en Rozina

(4)

2.

Zy toch beminde elkaêr, Dit Lief en Jeugdig Paar, Oprecht door zuivre Minnekragt, Rozina heeft dus zyn verzoek volbragt,

Zo dat zy wierd bevrugt,

Zy sprak zo menigmaal met droef gezugt, Ach, Fredrik! wat gaan wy maken,

Als u Vader dit ziet, Wy komen in 't verdriet.

3.

Hy sprak, ach! Liefste zoet, Myn Vader zyn gemoed,

Breekt nooit ons tedre Liefde groot, Om u te derven was ik liever dood,

Alzo minde dit Paar,

Zyn Vader werd hun Liefde straks gewaar, Sprak: Zoon! wat wilt gy gaan beginnen?

Met een van staat zo klein, Ik zeg dat zal nooit zyn.

4.

Toen Fredrik dit hoord, Was hy van spyt verstoord, Ach Vader! doet my geen geweld, 'k Verlaat Rozina nooit om goed of geld,

Zy draagt myn Vleesch en Bloed, En staat alleen in myn hart en gemoed, 'k Zou liever nog het leven derven,

Als ooit myn hartvrindin, Die ik zo teer bemin.

Een nieuw lied, of zonderlinge en waare geschiedenis van de zuivere liefdeband van Fredrik en Rozina

(5)

5.

De Vader opstinaat,

Vol grampschap en zeer kwaad, Die joeg Rozina weg, ô spyt!

En sprak: vertrek, ô Hoer! 't is meer dan tyd Maar Fredrik riep: ô Lief!

Word gy verjaagd gelyk een schelm of dief;

Ach, waardste Schat! waar zult gy dwalen?

Werd gy van my verjaagd, Met geen gy van myn draagt.

6.

Fredrik nu vol verdriet, En zag zyn Liefste niet, Begaf zich op Nephtunis Vloed,

En riep: vaarwel myn Land en Liefste zoet 'k Wil op de woeste Zee,

Gaan klagen myn droefheid en geweên, En komt de smart my te verslinden,

'k Hoon by het Opperste Al, Myn Lief nog vinden zal.

7.

Maar hoort wat hier geschied, Dit baarde hem nieuw verdriet, Zyn Schip raakt slaags en overmand, Van de Algiers, en viel in hunne hand,

Dus Fredrik werd wel dra, Gebragt al by de Turk zyn ongenaê, Men vroeg zyn Naam en wat hy geloofde,

Ik prys zegt hy de Leer, Van J

ESUS

onzen Heer.

Een nieuw lied, of zonderlinge en waare geschiedenis van de zuivere liefdeband van Fredrik en Rozina

(6)

8.

De Turk die sprak terstond, Dan schend gy ons verbond, Gy zult hier nu in pynen groot,

De Ploeg gaan trekken tot gy sterft de dood En nooit van hier meer gaan,

Kom maak u weg, en blyft niet langer staan Zie hoe de Mensch komt in elende,

In smerte en in ly, In droeve Slaverny.

9.

Rozina met geween, Ging zuchtende alleen,

Langs Bosch, en treurde op de baan, Maar ach helaas de Barendsnood kwam aan

Zy baarde haare vrucht,

En riep: in al haar pynen en gezucht, Wil God my doch behulpzaam weezen,

Ach Fredrik! lieve Vrind, Dien ik zo teer bemind.

10.

Ook riep zy in haar lot, Ach Jesus! groote God!

Staat my doch by in deeze nood,

Zy verloste van twee Kinderen, maar dood Zy riep den Hemel aan,

Een Heer kwam daar in 't Bos ter Jagt gegaan Die hoorde daar haar droeve klagten,

En haalde straks zyn Vrouw, Dat die haar helpen zou.

Een nieuw lied, of zonderlinge en waare geschiedenis van de zuivere liefdeband van Fredrik en Rozina

(7)

11.

Deez' goede Man en Vrouw, Die bragten haar getrouw, Naar Huis, daar alles wierd bereid, Dat zy bekwam in drie, vier weken tyd,

Zy informeerde ras,

Aan alle liên waar of haar Fredrik was, En zy kwam binnen kort ter ooren,

Als dat hy was constand, Slaaf in het Turksche Land.

12.

Zy riep: ô braave Vrind!

Die my heeft trouw bemind, 'k wil zoeken, is het in myn magt, In druk of weelde zy niet lang en wagt,

Zy deed Mans kleeren aan,

Met goed gemoed zo is zy Scheep gegaan, Als door de woeste Zee en Baaren,

Zo dat zy kwam plaisant, Tot in het Turksche Land.

13.

Toen wierd zy van de Wagt, Tot voor de Turk gebragt,

Die sprak wel Jongeling zegt het my:

Wat is doch u begeer, en waarom komde gy?

ô! sprak zy, machtig Heer!

Dat ik hier kom, dat is uit Liefde teêr, Om u te dienen naar uw lusten,

In alle deugdzaamheid, Zo wil ik geen profyt.

Een nieuw lied, of zonderlinge en waare geschiedenis van de zuivere liefdeband van Fredrik en Rozina

(8)

14

Zy diende heel getrouw, Den Turk en zyn Vrouw, Maar haar gedagten bleef gezind, Dat zy mogt redden Fredrik haar vrind,

Dus naar omtrent een Jaar, Maakte zy aan haaren Heer kenbaar, En vroeg of zy mogt wederkeeren,

Haar Meester gaf consent, En was daar mee content.

15.

De Turk: ô myn Vriend!

Gy hebt my trouw gediend, Ik zal u geven wat gy vraagt,

Hy sprak: Mynheer! geef my wat my behaagt Een vrucht uit uw warand,

Die dag en nagt staat in myn hart geplant, Toen ging zy daadelyk wel te vreede,

Tot in de Slaverny, Daar zag zy hem in ly.

16.

't Was Fredrik, haar Minnaar, In droefheid en gevaar, Zy sprak: 'k verlos u uit de pyn, Volg my, ik zal dan uw geleidsman zyn,

Den Turk was heel versteld,

Dat zy hem liever had als goed en geld, Dus heeft hy hun een Brief gegeeven,

Om te keeren met verstand, Al naar hun Vaderland.

Een nieuw lied, of zonderlinge en waare geschiedenis van de zuivere liefdeband van Fredrik en Rozina

(9)

17.

Ziet wat de Liefde doet, Zy reisden welgemoed

Terug, weer uit het vreemde Turksche Land Beveiligd door Gods Vaderlyke hand,

Zy kwamen vrolyk aan,

En is toen naar zyn Vaders Huis gegaan, De Oude Man riep opgetogen,

Gelukkig is die dag,

Dat 'k uw myn Zoon weêr zag.

18.

Trouwd met uw hartsvriendin, Het is Gods wil en zin, Die bragt u beide uit 't gevaar,

Dus dankt Hem voor het Heilig Echt-Altaar, Hy die uw heeft behoed,

Schenk u zyn zegen, zelfs in overvloed, Wilt gaan in zuivre Liefde [...]en

En erf uit Liefde groot, Myn schatten na myn dood.

19.

Gy Jongmans, wie gy zyt, Al die ook mind of vreid,

Neemt voorbeeld aan dit trouwe paar, Draagt altyd regte liefde tot malkaar,

Gy Ouders 't is een leer,

Verfoeid om geld of goed geen liefde meer, Of brengt geen Kinders ooit in 't lyden,

Veragt geen trouw voor 't geld, Want God heeft ze ingesteld.

Een nieuw lied, of zonderlinge en waare geschiedenis van de zuivere liefdeband van Fredrik en Rozina

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

6 Ik was eerst van zints na kooy te gaan Maar ik kreeg nog trek om eens te rooken, Zaa Jonge geeft myn de pyp eens aan, Myn Heer die heb ik zoo gebrooken, Dogt ik het niet jou

Zo ziet men dat getrouwe Min kan geven, Wanneer men is in Nood, en Doodsgevaar, De liefde schonk deez' Jongeling het leven, En heeft hem voor een vroegen dood bewaard, Deez' jonge

Een nieuw lied van een meisje, die naar het slagveld ging, om haar minnaar te zoeken... Een nieuw lied van een meisje, die naar het slagveld ging, om haar minnaar

Waar is wel de plek op aard, Zelfs in de duistere hoeken, Waar ik om u niet zoude zoeken, offer steeds voor u mijn bloed, Het zij in voor- of tegenspoed.. Verlaten in het aardsche

Ik was nog liever alles kwyt, Als te verlaten deze Meid, Want zy draagt zorg vroeg en laat, Want als zy met den avond gaat, Zy gaat de Heeren dienen op zy, Want 's avonds naar

Met schoppen, spaaijen, beugels in de hand, Zoo stryden zy voor haar belgen land, want kruid en loot hebben zy niet meer, Gebruiken zy de spaai voor het geweer,.. Zoo ziet men

Zou ons de moed ontzinken Nu weer het oproer woede Nu wij het staal zien blinken.. Dat dorst naar

't Is waar ik heb zeer veele schulden, En borgen wil geen Mensch een duit Bezat ik noch maar eene Gulden, Ik liep direct de Poort maar uit, Om in een ander Land te raaken, Daar kan