• No results found

Zwaaien met het Wetboek van Strafrecht (redactioneel)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Zwaaien met het Wetboek van Strafrecht (redactioneel)"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

opinie Ars Aequi december 2011 853

Redactioneel arsaequi.nl/maandblad AA20110853

Zwaaien met het wetboek van Strafrecht

Judit Altena-Davidsen & Wouter den Hollander

De strafbaarstelling van meisjesbesnijdenis, de boerkaboete, het verbod op de onverdoofde slacht:

het debat over de grenzen van de vrijheid van godsdienst werd de afgelopen tijd gevoerd met het Wetboek van Strafrecht in de hand en op hoge toon. Voor rationele en pragmatische oplossingen lijkt weinig ruimte. Maar het kan ook anders.

De artsenorganisatie KNMG kwam in september met een genuanceerd standpunt over niet-thera- peutische circumcisie bij minderjarige jongens, oftewel jongensbesnijdenis (te downloaden via www.

knmg.nl, zoeken op ‘jongensbesnijdenis’). De ingreep wordt volgens de KNMG ongeveer tien- tot vijftienduizend keer per jaar uitgevoerd. Volgens de KNMG betreft het een medisch niet-noodzakelijke handeling met risico’s op complicaties en psychische gevolgen, die daarom ter discussie moet worden gesteld. Ook pleit de KNMG ervoor meisjes- en jongensbesnijdenis gelijk te behandelen. Anders dan meisjesbesnijdenis is jongensbesnijdenis toegestaan in Nederland.

Interessant aan het standpunt van de KNMG is dat hoewel jongensbesnijdenis wordt bekritiseerd en gelijke behandeling van jongens- en meisjesbesnijdenis wordt bepleit, geen strafbaarstelling van jongensbesnijdenis wordt voorgesteld. Volgens de KNMG is er sprake van een schending van de integriteit van het lichaam zonder medische voordelen, die daarom sterk ontraden moet worden. De KNMG ziet zelfs ‘goede redenen’ voor een wettelijk verbod, maar twijfelt of dit uiteindelijk in het be- lang van het kind zou zijn. Strafbaarstelling zou er volgens de KNMG toe kunnen leiden dat besnij- denis ‘ondergronds’ gaat, met alleen maar meer risico’s op complicaties tot gevolg. Dat lijkt ons een reële zorg. Daarnaast ligt het in de aard van het fenomeen dat het moeilijk op te sporen is aangezien de gevolgen onzichtbaar blijven. De mogelijkheid het strafrecht in te zetten tegen meisjesbesnijde- nis lijkt ook nauwelijks te worden benut. Op rechtspraak.nl is in elk geval slechts één zaak te vinden over meisjesbesnijdenis, die resulteerde in een vrijspraak wegens onvoldoende bewijs (gezocht op rechtspraak.nl op besnijdenis, meisjesbesnijdenis, genitale verminking, circumcisie). Het is dus maar de vraag of een verbod tot de gewenste resultaten zou leiden, net zoals het de vraag is of de strafbaarstelling van meisjesbesnijdenis veel besnijdenissen heeft voorkomen. Het strafrecht kan nu eenmaal niet een oplossing bieden voor alle maatschappelijke problemen.

Daarom moet in ieder geval eerst worden gekeken naar alternatieve oplossingen, door artsen en re- ligieuze organisaties gezamenlijk. Een publiek debat – de KNMG bepleit een dialoog – tussen die par- tijen zou kunnen uitmonden in een pragmatische omgang met jongens- en meisjesbesnijdenis. Wel- licht kan het besnijdenisritueel worden uitgevoerd op een manier waarbij rekening wordt gehouden met de lichamelijke integriteit van het kind, bijvoorbeeld door de onomkeerbare ingreep uit te stellen tot het moment dat het kind daar zelf over kan beslissen. Wellicht kan de mildste, symbolische variant van meisjesbesnijdenis worden toegestaan, waarbij een prikje wordt toegebracht maar geen weefsel wordt verwijderd, zoals Wouter Limborgh recent voorstelde. De ernstiger varianten moeten volgens hem wel strafbaar blijven (W. Limborgh, ‘Sta onschadelijke vorm meisjesbesnijdenis toe’, Trouw 21 oktober 2011). Een dergelijke milde vorm van besnijdenis, waarbij geen weefsel wordt verwijderd, kan wellicht ook bij jongens uitkomst bieden.

Inperking van de mogelijkheid op betekenisvolle wijze uiting te geven aan een geloofsovertuiging vergt méér dan alleen een parlementaire meerderheid die zich daar uit eigen ervaring minder bij kan voorstellen. Het vergt op zijn minst een serieus debat, waarin bovenstaande voorstellen kritisch worden onderzocht. De KNMG en Limborgh tonen dat het ook mogelijk is een religieuze praktijk op genuanceerde wijze ter discussie te stellen en zonder onmiddellijk met het Wetboek van Strafrecht te zwaaien. Hun aanpak verdient daarom navolging.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

de druk van het kapitalistisch stelsel en de stuwkracht, die het socia- lisme schenkt, zijn de twee belangrijkste dier factoren. Een dergelijke beschouwing, die

Het strafrecht neemt haast vanzelfsprekend een middenpositie in als het gaat om determinisme en vrije wil: enerzijds worden vrijheid en verantwoordelijkheid van de mens tot

1. Hij die, in tijd yan oorlog, eenige bedriegelijke handeling pleegt bij levering van benoodigdheden ten dienste van de vloot of het leger, wordt gestraft met gevangenisstraf van

Art. De aanslag op het leven of de vrijheid van 108. de niet-regeerende Koningin, van den gemaal der regee- rende Koningin, van den troonopvolger of van een lid van het

2o. hij die, zonder verlof van het hoofd van plaatselijk bestuur of van den door dezen aangewezen ambtenaar, vleesch van vee, dat wegens ziekte geslacht of op - natuurlijke

i) Mr.. 159 blijkt dat met den Nederlandschen de koloniale rechter uitdrukkelijk is gelijkgesteld, omdat zijne vonissen binnen het rijk in Europa uitvoerbaar zijn en er dus

(2) Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen jaar is verloopen, se- dert eene vroegere veroordeeling van den schuldige wegens gelijke of de in artikel 536

Gemeenten die artikel 172a Gemeentewet wel toepassen, maken met name gebruik van gebiedsverboden om overlast aan te pakken; de overige instrumenten worden niet of