• No results found

Tabellen bij hoofdstuk 3Tabel 3.4 Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVMa

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Tabellen bij hoofdstuk 3Tabel 3.4 Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVMa"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tabellen bij hoofdstuk 3

Tabel 3.4 Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM

a

VMR IVMb

2004c 2005c 2006c 2007c 2008d 2009d 2010d 2011d

(% één of meer keer slachtoffer)

Totaale 28,8 27,2 25,8 25,4 26,1 26,9 25,4 24,9 Geweldsdelicten 5,8 5,1 5,3 5,2 5,4 5,7 5,5 5,2 seksuele delicten 0,9 0,9 1,1 0,9 1,5 1,5 1,5 1,4 mishandeling 1,5 1,6 1,6 1,5 1,2 1,1 1,0 1,0 bedreiging 4,1 3,1 3,2 3,2 3,7 3,9 3,8 3,5 Vermogensdelicten 14,4 13,7 12,3 11,8 13,2 13,3 12,5 12,9

(poging tot) inbraak 3,0 2,6 2,5 2,4 2,5 2,8 2,7 3,1

idem, huishoudens 3,3 2,8 2,6 2,4 2,5 2,7 2,8 3,2

poging tot inbraak 1,9 1,5 1,5 1,4 1,6 1,8 1,7 1,9

idem, huishoudens 2,1 1,5 1,5 1,5 1,6 1,7 1,6 2,0

inbraak 1,4 1,3 1,2 1,0 1,1 1,3 1,2 1,5

idem, huishoudens 1,5 1,4 1,3 1,0 1,2 1,2 1,3 1,5

fietsdiefstal 5,8 5,6 4,7 4,5 5,4 5,4 4,8 4,8

idem, fietsbezitters 6,7 6,3 5,3 5,0 5,7 5,7 5,0 5,1

diefstal van of uit auto . . . . 1,8 1,9 1,7 1,7

autodiefstal (18+)f 0,4 0,2 0,2 0,2 . . . 0,3

idem, autogebruikers (18+)f 0,6 0,3 0,3 0,3 . . . .

diefstal uit auto (18+)f 2,0 1,7 1,7 1,8 . . . 1,5

idem, autogebruikers (18+)f 3,1 2,6 2,5 2,6 . . . . zakkenrollerij 1,4 1,5 1,5 1,4 1,9 1,8 1,8 1,7 zonder geweld 1,2 1,2 1,4 1,2 1,8 1,7 1,7 1,6 met geweld 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2 0,1 0,2 overige diefstal 4,0 3,7 3,1 3,0 3,5 3,5 3,4 3,5 Vandalismedelicten 13,0 12,0 11,7 11,9 13,6 14,2 12,7 12,3

beschadiging/diefstal vanaf auto (18+)f 8,9 8,1 7,9 8,0 . . . 8,3

(2)

f In IVM geen uitgesplitste cijfers beschikbaar.

g Delictsoort in IVM niet opgenomen.

Bron: Veiligheidsmonitor Rijk; Integrale Veiligheidsmonitor

Tabel 3.5 Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VM

a

VM 2012b

(% één of meer keer slachtoffer)

Totaal 19,8

Geweldsdelicten 2,6

mishandeling 0,9

bedreiging 1,6

geweld met seksuele bedoelingen 0,1

Vermogensdelicten 13,2

(poging tot) inbraak 2,9

poging tot inbraak 1,7

inbraak 1,2

fietsdiefstal 3,7

autodiefstal 0,2

diefstal uit of vanaf auto 2,6

diefstal andere voertuigen 0,7

(poging tot) zakkenrollerij, beroving 2,3

zakkenrollerij zonder geweld 1,6

zakkenrollerij met geweld 0,1

overige diefstal 3,8

Vandalismedelicten 7,7

vernielingen aan voertuigen 4,9

overige vernielingen 2,8

(abs.)

Aantal respondenten 77.989

a Met de VM start een nieuwe reeks; de uitkomsten van de VM zijn dan ook niet zonder meer vergelijkbaar met die van de IVM

en VMR. De indeling van subcategorieën van delicten wijkt af van die van de IVM en VMR.

b Waarnemingsperiode aug-dec.

(3)

Tabel 3.6 Slachtoffers onder burgers naar delictsoort, volgens VMR, IVM, VM

a VMR IVM VM 2005b 2006b 2007b 2008c 2009c 2010c 2011c 2012d (index 2005=100) Totaal 100 94,6 89,7 77,5 79,8 75,5 74,0 72,1 geweldsdelicten 100 88,2 91,4 79,8 84,0 82,2 77,5 78,8 vermogensdelicten 100 95,3 85,7 69,9 70,5 66,3 68,4 67,9 vandalismedelictene 100 104,6 93,1 90,1 86,2

a Slachtoffers van een of meerdere delicten. De cijfers voor 2005-2007 zijn gebaseerd op de VMR, de cijfers voor 2008-2011

zijn gebaseerd op de IVM en de cijfers voor 2012 zijn gebaseerd op de VM. Door verschillen in onderzoeksopzet en vraag-stellingen zijn de uitkomsten van deze enquêtes niet zonder meer vergelijkbaar. De indexcijfers zijn gebaseerd op gecor-rigeerde uitkomsten waardoor de cijfers van de VMR en IVM vergelijkbaar zijn met die van de VM. Voor meer informatie zie hoofdstuk 3 en bijlage 4 in Veiligheidsmonitor 2012.

b Waarnemingsperiode 1e kwartaal.

c Waarnemingsperiode 4e kwartaal.

d Waarnemingsperiode aug-nov.

e Voor vandalismedelicten zijn voor de jaren 2005 t/m 2007 geen uitgesplitste cijfers beschikbaar maar deze delicten zijn wel

meegeteld in het totaal voor deze jaren.

Bron: Veiligheidsmonitor Rijk; Integrale Veiligheidsmonitor; Veiligheidsmonitor

Tabel 3.7 Slachtofferschap cybercrime onder burgers naar delictsoort, volgens de VM

VM 2012a

(% één of meer keer slachtoffer)

(4)

Tabel 3.9 Door burgers ondervonden delicten, volgens de VMR en de IVM

a

VMR IVMb

2004c 2005c 2006c 2007c 2008d 2009d 2010d 2011d

(per 100 inwoners van 15 jaar en ouder)

Totaale 47,2 42,7 40,4 39,4 44,9 47,3 42,4 42,8 Geweldsdelicten 10,0 8,3 8,8 8,2 8,9 9,2 8,7 8,6 seksuele delicten 1,4 1,4 1,5 1,2 2,1 2,1 2,1 2,1 mishandeling 1,9 2,0 2,1 2,0 1,6 1,5 1,3 1,3 bedreiging 6,6 5,0 5,1 5,0 5,2 5,5 5,2 5,1 Vermogensdelicten 17,1 16,0 13,9 13,0 16,2 16,9 15,3 16,0

(poging tot) inbraak 1,2 1,2 1,1 0,9 1,7 1,8 1,9 2,3

poging tot inbraak 0,4 0,4 0,3 0,3 1,0 1,1 1,0 1,3

inbraak 0,8 0,8 0,8 0,6 0,7 0,7 0,9 1,0

fietsdiefstal 7,4 6,9 5,8 5,2 6,5 6,7 5,7 5,8

diefstal van of uit auto . . . . 2,1 2,4 2,0 2,1

autodiefstal (18+) 0,4 0,2 0,2 0,2 . . . .

diefstal uit auto 2,1 1,8 1,8 1,8 . . . .

zakkenrollerij 1,4 1,3 1,4 1,2 1,8 1,8 1,7 1,7

zonder geweld 1,2 1,1 1,2 1,1 1,7 1,6 1,6 1,5

met geweld 0,2 0,2 0,2 0,1 0,2 0,2 0,1 0,2

overige diefstal 4,7 4,5 3,7 3,6 4,1 4,3 4,0 4,2

Vandalismedelicten 18,4 16,6 16,1 16,3 19,7 21,3 18,4 18,2

beschadiging/diefstal vanaf auto 11,6 10,0 9,6 10,0 . . . .

overige vernielingen 6,8 6,6 6,5 6,3 . . . .

Doorrijden na aanrijding 1,8 1,7 1,6 1,8 . . . .

Overige delicten 1,2 1,2 1,0 0,9 1,2 1,2 1,1 1,3

(abs.)

Aantal respondenten 5.242 20.865 19.128 19.798 62.803 198.122 39.220 223.946

a Met de IVM start een nieuwe reeks; de uitkomsten van de IVM zijn dan ook niet zonder meer vergelijkbaar met die van de

VMR. De gegevens hebben betrekking op het kalenderjaar waarin het zwaartepunt van de onderzochte verslagperiode valt (zie ook bijlage 3). Het betreft uitsluitend in Nederland ondervonden delicten.

b Voorlopige cijfers.

c Waarnemingsperiode 4e kwartaal (van het daarop volgende kalenderjaar).

d Waarnemingsperiode 4e kwartaal.

e Exclusief overige delicten.

(5)

Tabel 3.10 Door burgers ondervonden delicten naar delictsoort, volgens VMR, IVM

a VMR IVM 2005b 2006b 2007b 2008c 2009c 2010c 2011c (index 2005=100) Totaald 100 90,4 85,5 69,4 73,2 65,6 66,2 geweldsdelicten 100 83,8 88,1 73,1 75,2 71,1 70,1 vermogensdelicten 100 94,0 81,7 62,0 64,6 58,6 61,4

a Aantal in Nederland ondervonden delicten. De cijfers voor 2005-2007 zijn gebaseerd op de VMR, de cijfers voor 2008-2011

zijn gebaseerd op de IVM. Door verschillen in onderzoeksopzet en vraagstellingen zijn de uitkomsten van deze enquêtes niet zonder meer vergelijkbaar. De indexcijfers zijn gebaseerd op gecorrigeerde uitkomsten waardoor de cijfers van de VMR en IVM vergelijkbaar zijn.

b Waarnemingsperiode 1e kwartaal.

c Waarnemingsperiode 4e kwartaal.

d Voor vandalismedelicten zijn geen uitgesplitste cijfers beschikbaar maar deze delicten zijn wel meegeteld in het totaal.

Bron: Veiligheidsmonitor Rijk; Integrale Veiligheidsmonitor

Tabel 3.11 Slachtofferschap onder bedrijven

a

naar sector

(6)

Tabel 3.12 Door bedrijven ondervonden delicten

a

naar delictgroep en sector

2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Slachtofferschap (%) Gemiddelde frequentie per slachtoffervestiging

Inbraak bouw 13 13 12 12 11 10 11 2,2 2,0 2,1 2,1 2,0 1,8 2,0 detailhandel 15 13 11 11 10 10 10 1,9 1,6 1,7 1,7 1,6 1,7 1,6 horeca 17 15 13 14 14 15 15 1,8 1,7 1,8 1,7 1,6 1,6 1,6 transport 20 18 17 16 14 15 14 2,9 2,9 3,2 2,8 2,7 2,5 2,5 zakelijke dienstverlening 11 9 9 8 7 6 6 1,8 1,8 1,7 1,7 1,7 1,7 1,6 Diefstal bouw 12 11 11 12 9 10 10 3,5 3,0 3,2 3,4 2,8 3,1 2,7 detailhandel 32 30 28 27 28 27 28 31,9 35,4 28,4 24,0 37,7 34,8 37,0 horeca 17 16 15 15 15 14 14 7,2 6,9 5,6 5,9 5,9 5,2 5,3 transport 15 12 12 12 10 10 11 6,6 4,6 4,8 4,2 4,2 3,6 3,6 zakelijke dienstverlening 6 5 5 4 4 4 3 2,8 2,6 2,4 2,9 2,4 2,5 2,1 Vernieling bouw 12 10 11 10 9 8 8 3,1 2,7 2,8 2,7 3,0 2,6 2,4 detailhandel 18 20 18 18 18 15 14 3,2 3,1 3,4 3,4 3,4 3,0 2,9 horeca 24 24 23 24 24 22 21 4,1 4,1 4,3 4,3 4,2 3,8 3,7 transport 17 16 15 13 12 12 12 4,0 4,3 4,4 4,0 3,5 4,1 3,9 zakelijke dienstverlening 12 11 10 11 10 9 8 2,5 2,2 2,5 2,7 2,5 2,4 2,0 Geweld bouw 2 2 2 2 2 2 2 3,3 2,5 2,8 2,2 2,1 4,6 5,6 detailhandel 7 6 5 5 6 5 6 4,5 4,9 4,8 4,0 5,5 4,7 4,9 horeca 10 9 9 9 9 8 9 4,3 4,1 3,8 4,2 4,8 5,0 4,8 transport 7 5 5 5 4 5 5 6,7 6,8 4,5 12,5 10,6 12,6 9,9 zakelijke dienstverlening 4 3 3 3 3 3 2 3,6 3,4 3,8 5,7 4,1 4,6 6,1

Overige vormen (exclusief geweld) bouw 3 3 4 3 3 3 4 11,5 5,8 6,5 3,1 3,0 3,7 5,3 detailhandel 6 5 5 5 5 5 5 18,9 24,1 11,8 17,0 14,9 13,3 17,2 horeca 7 5 5 5 6 5 6 14,6 19,8 15,9 13,0 7,5 11,4 11,9 transport 5 5 4 4 4 4 5 21,3 33,6 22,1 14,3 9,2 9,2 6,2 zakelijke dienstverlening 7 6 5 6 6 5 7 36,8 31,3 33,5 60,6 38,8 13,3 16,1

a De gegevens hebben betrekking op het kalenderjaar waarin het zwaartepunt van de onderzochte verslagperiode valt (zie ook

bijlage 3).

(7)

Tabel 3.12 (vervolg)

2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Ondervonden delicten (x 1.000) Inbraak bouw 21 18 18 19 19 18 20 detailhandel 42 32 29 28 26 27 26 horeca 12 10 9 9 9 9 10 transport 17 15 16 13 10 11 10 zakelijke dienstverlening 34 27 25 24 31 25 23 Diefstal bouw 27 22 24 26 23 26 22 detailhandel 1.500 1.600 1.200 974 1.727 1.527 1.674 horeca 49 45 33 35 34 29 29 transport 27 16 16 13 12 10 10 zakelijke dienstverlening 28 21 20 21 22 21 15 Vernieling bouw 24 18 19 16 23 18 15 detailhandel 86 88 89 92 93 71 62 horeca 38 37 38 39 38 32 29 transport 19 19 18 15 11 14 13 zakelijke dienstverlening 47 38 39 46 53 48 36 Geweld bouw . . . . detailhandel . . . . horeca . . . . transport . . . . zakelijke dienstverlening . . . .

(8)

Tabel 3.13 Door bedrijven ondervonden delicten

a

naar delictgroep

2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 (x 1.000) Totaal 2.681 2.651 2.054 2.117 2.832 2.213 2.460 inbraak 126 102 97 93 95 90 89 diefstal 1.631 1.704 1.293 1.069 1.818 1.613 1.750 vernieling 214 200 203 208 218 183 155

overige vormen (exclusief geweld) 710 645 461 747 701 327 466

a De gegevens hebben betrekking op het kalenderjaar waarin het zwaartepunt van de onderzochte verslagperiode valt

(zie ook bijlage 3).

Bron: Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven

Tabel 3.14 Slachtofferschap onder burgers naar leeftijd en geslacht, 2012

a

Totaal mannen vrouwen

(% één of meer keer slachtoffer)

Totaal 19,8 20,3 19,4 Leeftijd beknopt 15-24 jaar 26,2 25,8 26,5 25-44 jaar 22,2 22,6 21,8 45-64 jaar 19,1 19,6 18,6 65 jaar en ouder 12,3 12,4 12,2 Leeftijd uitgebreid 15-17 jaar 22,7 21,8 23,6 18-24 jaar 27,6 27,6 27,7 25-34 jaar 24,5 25,0 24,0 35-44 jaar 20,3 20,6 19,9 45-54 jaar 21,2 21,6 20,9 55-64 jaar 16,6 17,2 16,0 65-74 jaar 13,0 13,1 12,9 75 jaar en ouder 11,0 11,0 11,0

a Per (leeftijds)groep is het aandeel weergegeven dat binnen een periode van 12 maanden eenmaal of vaker slachtoffer

(9)

Tabel 3.15 Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort en geslacht, 2012

a

Totaal mannen vrouwen

(% één of meer keer slachtoffer)

Totaal 19,8 20,3 19,4

Geweldsdelicten 2,6 3,2 2,0

mishandeling 0,9 1,1 0,6

bedreiging 1,6 1,8 1,3

geweld met seksuele bedoelingen 0,1 0,1 0,1

Vermogensdelicten 13,2 12,8 13,6

(poging tot) inbraak 2,9 3,0 2,9

fietsdiefstal 3,7 3,7 3,6

autodiefstal 0,2 0,2 0,2

diefstal uit of vanaf auto 2,6 2,8 2,3

diefstal andere voertuigen 0,7 0,6 0,7

(poging tot) zakkenrollerij, beroving 2,3 1,9 2,6

overige diefstal 3,8 3,4 4,2

Vandalismedelicten 7,7 8,3 7,1

vernielingen aan voertuigen 4,9 5,6 4,2

overige vernielingen 2,8 2,7 2,9

a Per afzonderlijk soort delict of per groep van delicten is het aandeel van de bevolking van 15 jaar en ouder weergegeven

dat binnen een periode van 12 maanden eenmaal of vaker slachtoffer is geweest. De som van de afzonderlijke slachtoffer-percentages van meerdere afzonderlijke delictsoorten kan daardoor hoger zijn dan het percentage voor de groep van deze delicten als geheel.

(10)

Tabel 3.16 Slachtofferschap cybercrime onder burgers naar leeftijd, geslacht en

stedelijkheid woongemeente, 2012

a

Cybercrime totaal Identiteitsfraude Koop- en

verkoop-fraude

Hacken Cyberpesten

(% één of meer keer slachtoffer)

Totaal 12,1 1,5 2,9 6,0 3,1 Leeftijd 15-24 jaar 19,5 0,9 4,3 9,2 8,0 25-44 jaar 14,9 1,9 4,2 7,4 3,1 45-64 jaar 10,0 1,8 2,4 4,9 2,1 65 jaar en ouder 5,1 0,8 0,7 3,0 0,9 Geslacht man 12,5 1,6 3,2 6,4 2,9 vrouw 11,6 1,4 2,7 5,6 3,3 Stedelijkheid

zeer sterk stedelijk 13,2 1,8 3,1 6,9 3,3

sterk stedelijk 12,6 1,6 3,0 6,1 3,3

matig stedelijk 12,1 1,5 3,0 6,0 3,0

weinig stedelijk 10,9 1,4 2,7 5,2 2,8

niet stedelijk 10,8 1,2 2,8 5,3 2,7

a Per groep is het aandeel weergegeven dat binnen een periode van 12 maanden eenmaal of vaker slachtoffer is geweest.

Bron: Veiligheidsmonitor

Tabel 3.17 Slachtofferschap onder burgers naar delictgroep en stedelijkheid

woongemeente, 2012

a

Zeer sterk stedelijk Sterk stedelijk Matig stedelijk Weinig stedelijk Niet stedelijk

(% één of meer keer slachtoffer)

Totaal 26,5 21,6 18,7 15,8 13,2

w.o.

geweldsdelicten 3,5 2,9 2,4 1,9 1,8

vermogensdelicten 18,8 14,1 12,3 10,0 8,3

vandalismedelicten 9,8 8,5 7,1 6,3 5,2

a Per afzonderlijk soort delict of per groep van delicten is het aandeel van de bevolking van 15 jaar en ouder weergegeven dat

binnen een periode van 12 maanden eenmaal of vaker slachtoffer is geweest. De som van de afzonderlijke slachtofferpercen-tages van meerdere afzonderlijke delictsoorten kan daardoor hoger zijn dan het percentage voor de groep van deze delicten als geheel.

(11)

Tabel 3.18 Slachtofferschap onder burgers naar politieregio,

a

volgens de VM

b

VM 2012c

(% één of meer keer slachtoffer)

Totaal 19,8 Groningen 19,3 Fryslân 14,4 Drenthe 15,9 IJsselland 16,8 Twente 18,9 Noord- en Oost-Gelderland 14,9 Gelderland-Midden 19,1 Gelderland-Zuid 21,7 Utrecht 20,8 Noord-Holland-Noord 17,8 Zaanstreek-Waterland 20,5 Kennemerland 20,8 Amsterdam-Amstelland 27,9 Gooi en Vechtstreek 22,9 Haaglanden 23,3 Hollands Midden 18,9 Rotterdam-Rijnmond 22,4 Zuid-Holland-Zuid 16,9 Zeeland 14,0 Midden- en West-Brabant 20,7 Brabant-Noord 17,2 Brabant-Zuid-Oost 20,6 Limburg-Noord 16,8 Limburg-Zuid 22,1 Flevoland 19,8 (abs.) 77.989

a De indeling in politieregio’s is ingevoerd in 1994 en berust op de Politiewet 1993. Nederland telt 25 politieregio’s.

b Met de VM start een nieuwe reeks; de uitkomsten van de VM zijn dan ook niet zonder meer vergelijkbaar met die van de IVM

en VMR.

c Waarnemingsperiode aug-nov.

(12)

Tabel 3.20 Melding bij de politie van door burgers in Nederland ondervonden delicten,

volgens de VMR en de IVM

a

2004b 2005b 2006b 2007b 2008c 2009c 2010c 2011c

(per 100 ondervonden delicten)

Totaal 35,9 36,8 36,4 35,0 35,0 35,1 34,8 34,5 Geweldsdelicten 30,7 31,4 31,5 30,4 23,0 27,4 24,6 24,5 seksuele delicten 11,3 12,6 11,3 11,3 4,2 11,2 7,3 9,1 mishandeling 52,8 44,8 51,4 51,8 38,0 52,5 41,3 44,3 bedreiging 28,3 31,4 29,3 26,6 26,7 28,5 28,3 26,3 Vermogensdelicten 45,0 45,8 46,8 47,0 51,5 52,0 52,8 50,2

(poging tot) inbraak 71,7 77,2 76,6 71,4 73,4 67,8 69,9 68,8

poging tot inbraak 69,6 70,8 73,1 69,2 61,8 58,3 57,1 56,6

inbraak 76,6 80,4 78,2 72,5 88,2 82,8 86,9 85,4

fietsdiefstal 37,5 39,4 38,0 37,8 43,6 46,8 45,9 43,0

diefstal van of uit de auto (18+) 79,7 76,8 72,1 73,7

autodiefstal (18+) 92,7 83,1 100,0 78,8

diefstal uit auto 79,3 69,0 78,2 78,2

zakkenrollerij 54,1 68,6 61,9 66,9 67,4 66,7 70,9 66,0

zonder geweld 46,5 70,0 62,3 64,3 67,2 67,8 70,7 65,3

met geweld 92,1 62,2 59,4 86,9

overige diefstal 28,1 28,7 28,7 30,1 30,9 30,1 32,1 26,6

Vandalismedelicten 27,0 27,4 25,5 25,2 25,0 23,0 22,8 22,7

beschadiging/diefstal vanaf auto 30,3 28,5 26,3 26,6

overige vernielingen 21,3 25,7 24,3 23,1

Doorrijden na aanrijding 32,4 31,0 39,8 28,7

Overige delicten 56,8 59,4 65,7 55,9 55,4 59,5 50,1 56,4

(abs.)

Aantal respondenten 5.242 20.865 19.128 19.798 62.803 198.122 39.220 223.946

a Met de IVM start een nieuwe reeks; de uitkomsten van de IVM zijn dan ook niet zonder meer vergelijkbaar met die van

de VMR. De gegevens hebben betrekking op het kalenderjaar waarin het zwaartepunt van de onderzochte verslagperiode valt (zie ook bijlage 3). Het betreft uitsluitend in Nederland ondervonden delicten.

b Waarnemingsperiode 1e kwartaal.

c Waarnemingsperiode 4e kwartaal.

(13)

Tabel 3.22 Aangifte/ondertekening van door burgers ondervonden delicten, volgens de

VMR en de IVM

a

VMRb IVMc

2004d 2005d 2006d 2007d 2008e 2009e 2010e 2011e

(per 100 ondervonden delicten)

Totaal 24,3 24,7 25,7 24,5 26,3 26,7 25,0 26,3 Geweldsdelicten 14,1 16,8 18,1 15,8 12,1 12,1 9,6 12,0 seksuele delicten 6,2 6,7 5,3 4,6 1,2 2,7 5,0 3,3 mishandeling 27,7 30,4 38,4 31,0 30,6 35,5 19,9 27,0 bedreiging 11,7 14,2 13,4 12,4 12,6 11,1 9,7 12,3 Vermogensdelicten 37,2 34,0 37,5 38,0 41,3 43,8 42,0 40,8

(poging tot) inbraak 61,6 65,4 65,4 60,4 48,9 50,4 54,1 54,3

poging tot inbraak 57,9 52,8 46,6 44,4 29,1 33,9 34,5 34,7

inbraak 70,1 71,8 73,6 69,2 74,1 76,5 80,1 81,1

fietsdiefstal 28,5 27,9 28,9 29,1 36,3 40,6 35,7 36,8

diefstal van of uit auto . . . . 73,8 72,6 64,1 64,1

autodiefstal (18+)f 92,7 84,4 96,4 77,7

diefstal uit autof 76,9 60,4 64,4 67,0

zakkenrollerij 51,5 50,5 53,3 57,1 55,4 55,4 53,4 54,4 zonder geweld 43,3 49,9 52,3 54,8 54,7 56,7 53,3 55,0 met geweldf 92,1 52,9 59,8 74,6 overige diefstal 18,6 16,4 21,2 22,1 22,9 24,5 26,7 17,3 Vandalismedelicten 16,2 17,6 17,1 17,3 18,1 16,5 15,6 16,9 beschadiging/diefstal vanaf autof 19,3 21,0 19,2 19,5 overige vernielingenf 10,9 12,6 14,2 13,7 Doorrijden na aanrijdingg 24,0 21,9 24,5 15,2 Overige delicten 27,6 32,0 41,0 32,8 31,2 39,7 37,8 31,7 (abs.) Aantal respondenten 5.242 20.865 19.128 19.798 62.803 198.122 39.220 223.946

a Met de IVM start een nieuwe reeks; de uitkomsten van de IVM zijn dan ook niet zonder meer vergelijkbaar met die van

de VMR. De gegevens hebben betrekking op het kalenderjaar waarin het zwaartepunt van de onderzochte verslagperiode valt (zie ook bijlage 3). Het betreft uitsluitend in Nederland ondervonden delicten.

b Delicten waarbij een document is ondertekend.

c Delicten die via internet zijn aangegeven en delicten waarbij een document is ondertekend.

(14)

Tabel 3.23 Melding en aangifte van door bedrijven ondervonden delicten

a

naar

delictgroep en sector

Melding bij politie Aangifte bij politie

(15)

Tabel 3.25 Cliënten

a

van Slachtofferhulp Nederland naar type delict

2009 2010 2011 2012 2009 2010 2011 2012 2009 2010 2011 2012

(abs.) (per 100.000 inwoners) (in % van alle delicten)

Alle cliënttypen - alle delicten 117.560 132.840 162.130 187.140 710 799 970 1.116 100,0 100,0 100,0 100,0

geweldsdelicten 52.440 57.660 67.280 66.590 317 347 402 397 44,6 43,4 41,5 35,6

zedendelicten 3.840 3.880 4.350 4.890 23 23 26 29 3,3 2,9 2,7 2,6

verkeersongevallen 21.520 19.340 22.460 26.540 130 116 134 158 18,3 14,6 13,9 14,2

vermogensdelicten 33.950 45.260 61.020 83.180 205 272 365 496 28,9 34,1 37,6 44,4

overige delicten 5.810 6.700 7.020 5.940 35 40 42 35 4,9 5,0 4,3 3,2

Slachtoffers - alle delicten 91.930 108.830 134.650 164.020 555 654 805 978 78,2 81,9 83,1 87,6

geweldsdelicten 43.990 49.540 58.060 60.330 266 298 347 360 83,9 85,9 86,3 90,6

zedendelicten 3.010 3.230 3.480 4.200 18 19 21 25 78,4 83,2 80,0 85,9

verkeersongevallen 11.290 10.690 11.860 16.520 68 64 71 99 52,5 55,3 52,8 62,2

vermogensdelicten 30.160 41.320 56.810 79.370 182 248 340 473 88,8 91,3 93,1 95,4

overige delicten 3.480 4.050 4.440 3.600 21 24 27 21 59,9 60,4 63,2 60,6

a Personen die hulp aangeboden hebben gekregen door Slachtofferhulp Nederland bij een delict of ongeval. Dit betreft niet

alleen slachtoffers maar ook betrokkenen (getuigen, inzittenden, familieleden anders dan nabestaanden) of andere typen cliënten (waaronder nabestaanden).

Bron: CBS/Statline: Cliënten van Slachtofferhulp; type, delict, herkomst, leeftijd en geslacht

Tabel 3.26 Hulpverlening door Slachtofferhulp Nederland (aangemelde zaken

en verleende diensten)

2009 2010 2011 2012

(abs.)

Totaal aangemelde zaken 145.528 162.062 193.887 220.342

(ìn % van alle aangemelde zaken)

Aangemeld door de politie 87,3 82,5 85,2 86,3

Eigen initiatief cliënt 9,9 14,6 12,6 11,7

Aangemeld door externe partij 2,8 2,9 2,3 2,0

(abs.)

Totaal verleende diensten 126.351 107.847 155.196 166.604

(in % van verleende diensten)

Gestructureerde opvang 0,9

Andere emotionele ondersteuning 30,3

Hulp bij verhalen van schade via

voegen 6,2 7,7 6,5 7,3

(16)

Tabel 3.26 (vervolg)

2009 2010 2011 2012

Opvang bij rampen/calamiteiten 0,0 0,0 - .

Brief door administratie 33,4 39,0 41,0 43,6

Ondersteunende gesprekken . 11,4 19,8 18,0

Bron: CBS/Statline: Bureau Slachtofferhulp; aangemelde zaken en verleende diensten

Tabel 3.27 Cliënten

a

van Slachtofferhulp Nederland naar geslacht, leeftijd en type delict,

2012

Alle cliënttypen Gewelds

delicten Zedendelicten Verkeers-ongevallen Vermogens-delicten Overige delicten (per 100.000 inwoners) Totaal 1.116 397 29 158 496 35

jonger dan 20 jaar 664 409 60 117 60 19

20 tot 30 jaar 1.809 892 49 257 558 53 30 tot 40 jaar 1.395 499 28 180 637 51 40 tot 50 jaar 1.308 412 22 173 650 52 50 tot 65 jaar 1.070 259 10 151 613 38 65 jaar en ouder 902 93 4 122 667 17 Mannen 1.268 495 9 185 550 29

jonger dan 20 jaar 746 530 16 125 61 15

20 tot 30 jaar 2.029 1.106 10 295 579 38 30 tot 40 jaar 1.549 583 8 210 711 38 40 tot 50 jaar 1.469 475 8 207 738 40 50 tot 65 jaar 1.278 321 5 182 737 34 65 jaar en ouder 1.005 114 2 151 720 17 Vrouwen 967 301 49 132 443 42

jonger dan 20 jaar 578 282 106 108 59 22

20 tot 30 jaar 1.585 675 88 218 536 68

30 tot 40 jaar 1.241 416 48 150 563 63

40 tot 50 jaar 1.145 347 36 137 561 63

50 tot 65 jaar 861 197 15 120 488 42

65 jaar en ouder 820 75 5 98 624 17

a Personen die hulp aangeboden hebben gekregen door Slachtofferhulp Nederland bij een delict of ongeval. Dit betreft niet

alleen slachtoffers maar ook betrokkenen (getuigen, inzittenden, familieleden anders dan nabestaanden) of andere typen cliënten (waaronder nabestaanden).

(17)

Tabel 3.31 Maatregelen door burgers tegen criminaliteit, volgens de IVM

2009a 2010a 2011a

(% thuis aanwezig) Technische maatregelen

extra veiligheidssloten/grendels op buitendeuren 71,7 69,9 69,5

(rol)luiken voor ramen/deuren 15,8 15,5 16,2

buitenverlichting 80,5 79,1 79,1

alarminstallatie in huis 11,7 11,6 11,7

(% (bijna) altijd) Overige maatregelen

’s avonds licht laten branden bij afwezigheid 45,5 44,9 44,8

fiets in bewaakte fietsenstalling 40,5 39,0 39,4

waardevolle spullen meenemen uit auto 74,6 73,6 74,2

waardevolle spullen thuis laten om diefstal/beroving

op straat te voorkomen 44,8 40,1 41,1

(abs.)

Aantal respondenten 198.122 39.220 223.946

a Waarnemingsperiode 4e kwartaal.

Bron: Integrale Veiligheidsmonitor

Tabel 3.32 Maatregelen door burgers tegen criminaliteit, volgens de VM

2012a

(% thuis aanwezig) Technische maatregelen

extra veiligheidssloten/grendels op buitendeuren 67,5

(rol)luiken voor ramen/deuren 18,7

buitenverlichting 77,3

alarminstallatie in huis 13,0

(% (bijna) altijd) Overige maatregelen

’s avonds licht laten branden bij afwezigheid 41,1

fiets in bewaakte fietsenstalling 34,7

waardevolle spullen meenemen uit auto 70,1

waardevolle spullen thuis laten om diefstal/

beroving op straat te voorkomen 33,4

(abs.)

(18)

Tabel 3.33 Maatregelen door bedrijven tegen criminaliteit, naar sector

2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

(% neemt preventieve maatregelen)

Bouw 66 65 64 64 63 63 63

Detailhandel 81 82 80 81 80 80 81

Horeca 77 77 77 76 76 76 78

Transport 73 72 71 71 73 72 73

Zakelijke dienstverlening 74 76 75 75 72 72 73

(% houdt gegevens bij/registreert criminaliteit)

Bouw 16 18 18 18 17 16 16

Detailhandel 22 24 24 26 25 24 25

Horeca 18 20 20 22 22 22 22

Transport 26 27 26 28 27 27 29

Zakelijke dienstverlening 17 18 19 20 18 17 17

(% wint advies in)

Bouw 12 13 11 12 12 11 12

Detailhandel 25 24 22 23 24 25 28

Horeca 21 20 19 18 19 20 25

Transport 19 18 17 18 18 17 18

Zakelijke dienstverlening 17 15 15 15 14 14 14

(% neemt deel aan projecten)

Bouw 3 4 3 4 3 3 3 Detailhandel 6 6 6 6 7 7 7 Horeca 8 8 8 8 8 7 7 Transport 5 5 5 5 5 5 6 Zakelijke dienstverlening 4 4 4 4 4 4 3 steekproefomvang (x 1.000) Bouw 5,7 6,4 5,8 6,7 3,4 5,5 6,4 Detailhandel 8,8 9,0 11,8 10,7 12,4 11,9 10,9 Horeca 8,9 9,5 6,2 6,6 6,6 6,1 5,8 Transport 6,5 3,9 4,8 3,6 3,0 3,4 3,2 Zakelijke dienstverlening 7,8 9,3 9,0 10,1 12,1 10,4 3,7

(19)

Tabel 3.34 Maatregelen door bedrijven tegen criminaliteit, naar sector en type

maatregel, 2010

a

Bouw Detail handel Horeca Transport Zakelijke

dienst verlening (% dat betreffende maatregel(en) heeft genomen)

Alarm (luid) 39 54 53 45 49

Alarm (stil) 28 41 39 34 34

Extra sloten 28 22 24 20 28

Extra zwaar hang- en sluitwerk 20 15 15 13 21

Hekwerken 22 9 5 24 6

Beveiligingsdienst/portier 8 10 12 16 11

Extra verlichting 11 6 6 11 7

Camera’s/infrarood 13 31 34 25 12

a Meer dan één maatregel mogelijk.

Bron: Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2010

Tabel 3.37 Onveiligheidsgevoelens, volgens de VMR en de IVM

a

VMR IVM

2005b 2006b 2007b 2008c 2009c 2010c 2011c

Totaal

(%)

Voelt zich wel eens onveilig 27,0 23,7 21,8 25,5 25,8 26,3 25,2

Voelt zich vaak onveilig 4,8 3,8 2,9 2,1 2,4 2,4 2,5

(% ‘komt vaak voor’) Doet ’s avonds en ’s nachts niet open vanwege

onveiligheid 14,6 15,3 14,1 8,3 10,0 11,0 11,4

Rijdt of loopt om om onveilige plekken te mijden 7,9 6,6 5,9 4,0 4,0 4,2 4,1

Staat kinderen niet toe ergens naar toe te gaan

vanwege onveiligheidd 20,3 20,1 18,7 3,6 4,0 3,7 3,7

Voelt zich ’s avonds op straat in de buurt onveilig 8,2 7,4 7,4 4,0 4,3 4,4 4,3

Voelt zich ’s avonds alleen thuis niet op zijn gemak 2,7 2,4 2,4 2,5 2,4 2,6 2,8

Mannen

(%)

Voelt zich wel eens onveilig 20,3 17,1 15,4 19,9 19,8 19,7 19,0

(20)

Tabel 3.37 (vervolg)

VMR IVM

2005b 2006b 2007b 2008c 2009c 2010c 2011c

Vrouwen

(%)

Voelt zich wel eens onveilig 33,6 30,1 28,1 30,8 31,7 32,8 31,3

Voelt zich vaak onveilig 6,0 5,2 4,0 2,8 3,1 3,1 3,4

(% ‘komt vaak voor’) Doet ’s avonds en ’s nachts niet open vanwege

onveiligheid 21,6 23,1 21,0 11,7 14,2 15,5 16,4

Rijdt of loopt om om onveilige plekken te mijden 11,5 9,7 8,5 5,9 5,9 6,2 6,3

Staat kinderen niet toe ergens naar toe te gaan

vanwege onveiligheidd 23,4 23,4 22,7 4,4 4,7 4,6 4,5

Voelt zich ’s avonds op straat in de buurt onveilig 11,5 10,7 10,6 5,9 6,3 6,5 6,6

Voelt zich ’s avonds alleen thuis niet op zijn gemak 4,0 3,8 3,8 3,5 3,7 3,8 4,3

(abs.)

Aantal respondenten 5.242 20.865 19.128 62.803 198.122 39.220 223.946

a Met de IVM start een nieuwe reeks; de uitkomsten van de IVM zijn dan ook niet zonder meer vergelijkbaar met die van de

VMR. Gegevens hebben betrekking op inwoners van 15 jaar en ouder.

b Waarnemingsperiode 1e kwartaal.

c Waarnemingsperiode 4e kwartaal.

d In de VMR alleen personen met kinderen tot 15 jaar.

Bron: Veiligheidsmonitor Rijk; Integrale Veiligheidsmonitor

Tabel 3.38 Onveiligheidsgevoelens, volgens de VM

a

VM 2012b

Totaal

(%)

Voelt zich wel eens onveilig 36,6

Voelt zich vaak onveilig 1,8

(% ‘komt vaak voor’)

Doet ’s avonds en ’s nachts niet open vanwege onveiligheid 8,1

Rijdt of loopt om om onveilige plekken te mijden 2,6

Voelt zich ’s avonds op straat in de buurt onveilig 3,7

Voelt zich ’s avonds alleen thuis niet op zijn gemak 2,6

Mannen

(%)

Voelt zich wel eens onveilig 28,1

(21)

Tabel 3.38 (vervolg)

VM 2012b

Vrouwen

(%)

Voelt zich wel eens onveilig 45,0

Voelt zich vaak onveilig 2,3

(% ‘komt vaak voor’)

Doet ’s avonds en ’s nachts niet open vanwege onveiligheid 11,5

Rijdt of loopt om om onveilige plekken te mijden 3,7

Voelt zich ’s avonds op straat in de buurt onveilig 5,4

Voelt zich ’s avonds alleen thuis niet op zijn gemak 3,7

(abs.)

Aantal respondenten 77.989

a Met de VM start een nieuwe reeks; de uitkomsten van de VM zijn dan ook niet zonder

meer vergelijkbaar met die van de IVM en VMR. Gegevens hebben betrekking op inwoners van 15 jaar en ouder.

b Waarnemingsperiode aug-nov.

Bron: Veiligheidsmonitor

Tabel 3.39 Onveiligheidsgevoelens burgers, volgens VMR, IVM, VM

a

VMR IVM VM

2005b 2006b 2007b 2008c 2009c 2010c 2011c 2012d

(index 2005=100)

Voelt zich wel eens onveilig 100 87,8 80,8 78,1 79,2 80,8 77,5 75,8

a Aandeel burgers van 15 jaar en ouder dat zich wel eens onveilig voelt. De cijfers voor 2005-2007

zijn gebaseerd op de VMR, de cijfers voor 2008-2011 zijn gebaseerd op de IVM en de cijfers voor 2012 zijn gebaseerd op de VM. Door verschillen in onderzoeksopzet en vraagstellingen zijn de uitkomsten van deze enquêtes niet zonder meer vergelijkbaar. De indexcijfers zijn gebaseerd op gecorrigeerde uitkomsten waardoor de cijfers van de VMR en IVM vergelijkbaar zijn met die van de VM. Voor meer informatie zie hoofdstuk 3 en bijlage 4 in Veiligheidsmonitor 2012.

b Waarnemingsperiode 1e kwartaal.

c Waarnemingsperiode 4e kwartaal.

(22)

Tabel 3.40 Onveiligheidsgevoelens naar leeftijd en geslacht, 2012

Totaal mannen vrouwen

(% voelt zich wel eens onveilig)

Totaal 36,6 28,1 45,0 Leeftijd beknopt 15-24 jaar 44,5 31,3 58,1 25-44 jaar 40,6 30,7 50,6 45-64 jaar 34,7 27,5 41,9 65 jaar en ouder 27,4 21,5 32,2 Leeftijd uitgebreid 15-17 jaar 42,2 29,9 55,6 18-24 jaar 45,5 31,9 59,1 25-34 jaar 44,2 33,1 55,4 35-44 jaar 37,5 28,6 46,5 45-54 jaar 36,0 28,8 43,2 55-64 jaar 33,2 26,1 40,3 65-74 jaar 27,9 22,3 32,7 75 jaar en ouder 26,4 20,2 31,2 Bron: Veiligheidsmonitor

Tabel 3.41 Onveiligheidsgevoelens naar stedelijkheid woongemeente, 2012

Voelt zich wel eens onveilig

Voelt zich vaak onveilig (%)

Totaal 36,6 1,8

zeer sterk stedelijk 44,5 3,1

sterk stedelijk 39,5 2,1

matig stedelijk 35,3 1,3

weinig stedelijk 31,4 1,1

niet stedelijk 27,5 0,9

(23)

Tabel 3.42 Onveiligheidsgevoelens onder burgers naar politieregio,

a

volgens de VM

b

VM 2012c

(% voelt zich wel eens onveilig)

Totaal 36,6 Groningen 33,1 Fryslân 27,2 Drenthe 28,9 IJsselland 30,1 Twente 30,7 Noord- en Oost-Gelderland 32,6 Gelderland-Midden 38,1 Gelderland-Zuid 38,1 Utrecht 39,6 Noord-Holland-Noord 32,9 Zaanstreek-Waterland 33,9 Kennemerland 37,6 Amsterdam-Amstelland 42,0 Gooi en Vechtstreek 40,5 Haaglanden 43,3 Hollands Midden 35,9 Rotterdam-Rijnmond 41,7 Zuid-Holland-Zuid 32,9 Zeeland 32,4 Midden- en West-Brabant 38,0 Brabant-Noord 34,9 Brabant-Zuid-Oost 35,5 Limburg-Noord 36,9 Limburg-Zuid 41,5 Flevoland 40,2 (abs.) 77.989

a De indeling in politieregio’s is ingevoerd in 1994 en berust op de Politiewet 1993. Nederland telt 25 politieregio’s.

b Met de VM start een nieuwe reeks; de uitkomsten van de VM zijn dan ook niet zonder meer vergelijkbaar met die van de IVM

en VMR.

c Waarnemingsperiode aug-nov.

(24)

Tabel 3.43 Onveiligheidsgevoelens naar slachtofferervaring, 2012

VM

(% voelt zich wel eens onveilig)

Slachtoffer geweld in afgelopen 12 maandena 65,7

Slachtoffer vermogensdelicten in afgelopen 12 maandena 51,6

Slachtoffer vandalisme in afgelopen 12 maandena 51,7

a Het betreft personen die in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek slachtoffer zijn geweest van tenminste één delict

in de betreffende categorie. Dit sluit niet uit dat deze personen in dezelfde periode ook slachtoffer zijn geweest van delicten in de andere categorieën.

Bron: Veiligheidsmonitor

Tabel 3.44 Inschatting kans op slachtofferschap naar slachtofferervaring, 2012

Woninginbraak Zakkenrollerij

(zonder geweld)

Beroving op straat (met geweld)

Mishandeling (% dat kans op slachtofferschap in de komende 12 maanden (heel) groot inschat)

Totaal 10,2 3,9 2,7 2,4

Niet slachtoffer van betreffende delict

geweest in afgelopen 12 maandena

9,1 3,6 2,7 2,2

Wel slachtoffer van betreffende delict

geweest in afgelopen 12 maandena

48,9 19,8 28,3 28,9

a Het betreft personen die in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek slachtoffer zijn geweest van teminste één delict

in de betreffende categorie. Dit sluit niet uit dat deze personen in dezelfde periode ook slachtoffer zijn geweest van delicten in andere categorieën.

Bron: Veiligheidsmonitor

Tabel 3.45 Perceptie van criminaliteit door bedrijven naar sector

2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

(% ervaart criminaliteit als (enigszins) ernstig probleem)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er kan (nog) meer verbinding worden gelegd tussen regio’s die soortgelijke ontwikkelingen doormaken en van elkaar kunnen leren. Het zorglandschap kan zich zo optimaal

De reacties zijn onderverdeeld in 7 thema’s: afspraken, chauffeur, communicitie, maatwerk, sfeer, tijd-duur en veiligheid.. • In de cirkels staan de meest genoemde opmerkingen per

• de brede integrale visie op het sociaal domein, waarin armoedebeleid een plek heeft, is zowel de kracht als de zwakte: door de breedte sneeuwt armoedebeleid onder,

• De FPC’s worden niet actief door de plaatsing- of verlofunit van de informatiebehoefte van slachtoffers/nabestaanden op de hoogte gesteld, maar halen deze informatie uit

Met formeel beleid wordt bedoeld dat tenminste risico’s worden besproken en dat deze risico’s eveneens worden gedocumenteerd..

Als je die weghaalt, houd je de twee grijze rechthoeken over; die hebben daarom ook gelijke oppervlakte.. ad en bc zijn de oppervlakten van de grijze rechthoeken; volgens vraag

Aangezien wij de voorbereidingskosten willen gaan toerekenen aan de ontwikkeling van de gronden waarvoor deze kosten worden gemaakt, stellen wij voor om de

beschikbare tijd te kort was om goed op alle punten in te gaan. Hierdoor is m.n. dieper in gegaan op de eerste twee punten, en zijn de overige drie punten niet of slechts