150 na Chr.
150 na Chr.
700 voor Chr.
700 voor Chr.
320 na Chr.
320 na Chr.
250 na Chr.
250 na Chr.
2200 voor Chr.
2200 voor Chr.
3750 voor Chr.
37 .
RAAP-NOTITIE 6011
Plangebied ontsluiting crematorium Hoendiep nabij Hoogkerk
Gemeente Groningen
Archeologisch vooronderzoek:
een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek
Colofon
Opdrachtgever: Tauw B.V.
Titel: Plangebied ontsluiting crematorium Hoendiep nabij Hoogkerk, gemeente Groningen;
archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek Status: eindversie
Datum: 9 augustus 2017 Auteur: drs. Y. Boekema Projectcode: GRUT
Bestandsnaam: NO6011_GRUT Projectleider: drs. Y. Boekema Projectmedewerker: T.M. Perger
ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 4552802100 Autorisatie: drs. J.Y. Huis in 't Veld
Bevoegde overheid: gemeente Groningen
ISSN: 0925-6369
RAAP
Leeuwenveldseweg 5b 1382 LV W eesp Postbus 5069 1380 GB W eesp
telefoon: 0294-491 500 e-mail: raap@raap.nl www.raap.nl
© RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V., 2017
RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.
1 Inleiding
1.1 Administratieve gegevens
• type onderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek
• bevoegde overheid: gemeente Groningen
• datum veldonderzoek: 20 juli 2017
• locatie:
- ligging: het plangebied betreft een tracé en bevindt zich aan de westzijde van Groningen, di- rect ten oosten van Hoogkerk en omvat een deel van de weg Hoendiep en de U.T. Delfiaweg inclusief bermen en (ten noorden van het Hoendiep) aangrenzend weiland.
- plaats: Groningen - gemeente: Groningen - provincie: Groningen - lengte tracé: circa 500 m
- kaartblad topografische kaart Nederland 1:25.000: 7D - centrumcoördinaten (X/Y): 230.481/581.576
• ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 4552802100
• documentatie: De documentatie van het project wordt bij RAAP bewaard onder de projectcode GRUT en wordt met eventuele vondsten binnen een termijn van 2 jaar overgedragen aan het archeologisch depot van de gemeente Groningen.
1.2 Aanleiding en doelstelling
Ten noorden van het Hoendiep wordt een nieuwe uitvaartfaciliteit gerealiseerd. Deze zal naar het Hoendiep ontsloten worden en hiertoe wordt zowel een deel van het Hoendiep als de U.T.
Delfiaweg heringericht. De werkzaamheden kunnen bedreigend zijn voor eventueel aanwezige archeologische resten. De diepte van de ingrepen bedraagt maximaal 2 m -Mv. Het plangebied ligt volgens de Cultuurhistorische Waardenkaart van Groningen (CW K) voor een deel in het archeologisch perceel ‘Eelderbaan’. Voor de werkzaamheden is daarom een archeologisch voor- onderzoek noodzakelijk. De doelstelling van het onderzoek is het vaststellen van de archeolo- gische waarde van het tracé. Hiertoe is inzicht in de bodemopbouw en de gaafheid ervan van belang en dient te worden onderzocht of in het terrein archeologische resten aanwezig zijn.
1.3 Onderzoeksvragen
• Hoe ziet de bodemopbouw eruit; in welke mate is deze verstoord?
• Zijn de archeologische relevante niveaus intact?
• Hoe diep bevindt zich het dekzand (Mv en NAP) en is sprake van bodemvorming in het dek- zand?
• Bestaat er een kans op de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen in het plangebied?
• Wordt archeologisch vervolgonderzoek geadviseerd?
1.4 Randvoorwaarden
Het onderzoek is uitgevoerd volgens de normen van de archeologische beroepsgroep. De Kwali- teitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 4.0), beheerd door de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB; www.sikb.nl), geldt in de praktijk als norm.
RAAP is gecertificeerd voor de protocollen 4001 Programma van eisen, 4002 Bureauonderzoek, 4003 Inventariserend veldonderzoek (landbodems), onderdelen proefsleuven en overig,
4004 Opgraven (landbodems) en 4006 Specialistisch onderzoek.
Archeologische perioden
P re h is to ri e
Tijdperk Datering
Tabel 1. Archeologische tijdschaal.
tabel1_standaard_Archeologisch_RAAP_2014
Paleolithicum
(O ude Steentijd)
Mesolithicum
(M idden Steentijd)
Neolithicum
(N ieuwe Steentijd)
Middeleeuwen Nieuwe tijd Recente tijd
Romeinse tijd
IJzertijd
Bronstijd
Laat Midden Vroeg
V ro e g
Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat B Laat A A B C
C: Karolingische tijd B: Merovingische tijd A: Volksverhuizingstijd D: Ottoonse tijd
- 1850 - 1945
- 1500 - 1250 - 1050 - 900 - 725 - 525 - 450 - 1650
- 270 - 70 na Chr.
- 15 voor Chr.
- 250 - 500 - 800 - 1100 - 1800 - 2000 - 2850 - 4200 - 4900/5300 - 6450 - 8640 - 9700
- 35.000 - 12.500
- 250.000 - 16.000
Midden Jong A Jong B
Oud Laat
2 Bureauonderzoek
2.1 Methode
Het bureauonderzoek dient om een gespecificeerde archeologische verwachting op te stellen.
Hiervoor worden verschillende bronnen gebruikt (zie literatuurlijst). Zie tabel 1 voor de daterin-
gen van de in deze notitie genoemde archeologische perioden.
2.2 Geomorfologie en bodem
• landschappelijke ligging: het plangebied bevindt zich aan de rand van het voormalige stroom- dal van de Drentse Aa, dat is gevormd tijdens de laatste ijstijd (het Weichselien). Aan de west- kant van dit dal ligt de pleistocene dekzand/keileem rug van Tynaarlo (waar Hoogkerk op ligt) en aan de oostkant ligt de Hondsrug (met hierop de stad Groningen).
• geomorfologie ontleend aan ARCHIS: het grootste deel van het plangebied bevindt zich in een vlakte van getij-afzettingen (code 1M35). Het zuidwestelijke deel is, wegens bebouwing, niet gekarteerd.
• bodem volgens bodemkaart ontleend aan http://fleximap.groningen.nl/gnmaps/monumenten/: bin- nen het plangebied komen eerdgronden voor bestaande uit lichte of zware bovengrond op zwa- re kalkloze kleilaag op lichtere ondergrond.
2.3 Archeologische gegevens
In 2010 is door de Steekproef een booronderzoek uitgevoerd op de locatie waar de nieuwe uit- vaartfaciliteit is gepland. Hierbij is in een molshoop langs de rand van een slibdepot een scherf kogelpotaardewerk aangetroffen. Bij boringen die rondom deze vondslocatie zijn gezet, zijn geen indicatoren of een cultuurlaag aangetroffen. Volgens de onderzoekers is de scherf waarschijnlijk van elders afkomstig. Het rapport is niet beschikbaar in Archis of in het e-depot: verdere informa- tie ontbreekt derhalve.
Ten westen van bovengenoemd onderzoek is in 2009 door RAAP (Veenstra, 2010) een booron- derzoek uitgevoerd op de voormalige locatie van het woonwagenkamp. Hierbij zijn onder de bouwvoor/verstoorde kleilaag in enkele boringen in het noordelijke deel van het plangebied een 0,02 tot 0,15 m dikke verstoorde betredingshorizont met aardewerk uit de Midden tot Late IJzer- tijd/Romeinse tijd aangetroffen. Onder deze betredingshorizont of direct onder de bouwvoor is in de meeste boringen een vegetatiehorizont (laklaag) aangetroffen.
Direct ten noorden van dit booronderzoek is in 2005 een opgraving uitgevoerd (Wieringa e.a.,
2007). Op het onderzoeksterrein is een deel van een vlaknederzetting aangetroffen uit de Late
IJzertijd/Romeinse Tijd. Het betreft perceelsloten met een noordwestzuidoost oriëntatie die mi-
nimaal drie percelen omsluiten. Op deze percelen bevinden zich resten van twee schuren, een
vermoedelijke spieker die mogelijk grenst aan een boerderij, en een veekraal. Op het terrein is
geen huisplaats aangetroffen, maar gezien de grote hoeveelheden aardewerk die uit de sloten
geborgen is moet de kern van de nederzetting in de directe nabijheid gelegen hebben. De aan-
wezigheid van een mogelijke paalspieker aan de westrand van de opgraving die vermoedelijk
rechtstreeks kan worden gekoppeld aan een boerderij maakt het aannemelijk dat deze kern zich
meer richting westen moet hebben bevonden. Aan de hand van de in het vlak en in de wandpro-
fielen aanwezige gereduceerde veenlaag kan geconcludeerd worden dat men op het veen ge-
woond heeft.
2.4 Historische situatie
Zowel op de kaart van Huguenin uit 1819-1829 als op de Bonnekaart is het plangebied aangege- ven als weide of weiland, direct ten noorden van het Hoendiep (kanaal met aan de noordkant een trekweg). Op de kadastrale minuut staat westelijk van het huidige plangebied kleinschalige bebouwing aan het Hoendiep afgebeeld. Het plangebied bevindt zich volgens de Bonnekaart ten zuiden van (De) Vinkhuizen in het waterschapsgebied De Oude Held.
2.5 Huidige en toekomstige situatie
• huidig gebruik: het plangebied is momenteel in gebruik als weg, berm en weiland
• toekomstig gebruik: Ten noorden van het Hoendiep wordt een nieuwe uitvaartfaciliteit gereali- seerd. Deze zal naar het Hoendiep ontsloten wordt de kruising van het Hoendiep met de U.T.
Delfiaweg heringericht en zal een nieuw fietspad met bermsloot ten noorden van deze nieuwe kruising worden aangelegd (aansluitend op het reeds bestaande fietspad, zie afbeelding 2.1).
• consequentie voor de archeologie: bij de aanleg van de huidige wegen is de bodem deels ver- stoord. De omvang en diepte van deze recente verstoringen is niet bekend. De geplande in- grepen zullen eventueel aanwezige archeologische resten mogelijk verstoren.
Afbeelding 2.1 Geplande ingreep met geplande ontgravingsdieptes
2.6 Gespecificeerde archeologische verwachting en advies
• gespecificeerde archeologische verwachting: Op basis van bovenstaande gegevens kunnen in het plangebied in de bovenste kleiafzettingen archeologische resten uit de IJzertijd, Middel- eeuwen en de Nieuwe tijd worden verwacht, gerelateerd aan een vegetatieni-
veau/betredingshorizont. In de top van het dekzand (rug van Tynaarlo) zijn resten uit de Steen- tijd te verwachten.
• archeologisch advies: geadviseerd is om in het plangebied een verkennend booronderzoek uit
te voeren om de archeologische verwachting te toetsen. Ten behoeve van het onderzoek is
een Plan van Aanpak geschreven, waarin de onderzoeksvragen zijn geformuleerd. Het PvA is
goedgekeurd door de gemeentelijk archeoloog (dhr. G.L.G.A. Kortekaas).
3 Veldonderzoek
3.1 Methode
• positie boringen: regelmatig verdeeld over het plangebied
• gebruikt boormateriaal: edelman (Ø 7 cm) en guts (Ø 3 cm)
• totaal aantal boringen: 11
• minimaal geboorde diepte: 2,5 m -Mv
• maximaal geboorde diepte: 3,8 m -Mv
• boorbeschrijvingen: lithologisch conform NEN 5104 (Nederlands Normalisatie-instituut, 1989).
De uitgebreide boorbeschrijvingen (inclusief lithologisch profiel) zijn opgenomen in bijlage 1.
• X-/Y-coördinaten boringen bepaald aan de hand van: huidige topografie
• Z-coördinaten boringen: bepaald middels AHN2
3.2 Resultaten
De laagopeenvolging (lithologisch) en interpretatie daarvan (lithogenetisch) wordt van boven naar beneden beschreven.
Boringen 1 tot en met 6 zijn uitgevoerd in het weiland aan de noordzijde van het plangebied.
Boringen 7 tot en met 11 zijn uitgevoerd in de berm/plantsoen langs de U.T. Delfiaweg en het Hoendiep.
De toplaag ter plaatse van de boringen 1, 2, 4, 5 en 6 bestaat uit een 0,3 tot 0,45 m dikke zwak tot sterk zandige, zwak humeuze, verstoorde kleilaag met zandbrokken. In de overige boringen is de bodem verstoord aangetroffen tot een diepte tussen 0,9 en 2,1 m –Mv. In de boringen 8, 9 en 10 betreft de verstoring vermoedelijk een (sloot)demping. In boring 11 is een 2 m dik opgebracht zand (zwak siltig, lichtbruingrijs, matig fijn) aangetroffen. Onder de verstoorde toplaag danwel demping zijn getij-afzettingen aangetroffen bestaande uit matig siltige, klei. De top van de klei is veelal lichtbruingrijs en de onderkant lichtgrijs en met plantenresten. In boring 6 bevindt zich direct onder de bouwvoor, in de top van de onverstoorde klei, op een diepte van 0,35 m –Mv (1,09 m –NAP), een 0,1 m dik vegetatieniveau. In boring 5 heeft zich waarschijnlijk ook vegeta- tiebandje bevonden op min of meer dezelfde diepte, hier is deze echter verstoord. In boring 9 is in de kleiafzettingen een vegetatieniveau aangetroffen op iets grotere diepte, namelijk 1,75 m – Mv (2,09 m –NAP).
In boring 1 is onder de kleiafzettingen, op een diepte van 2,2 m –Mv (2,9 m –NAP) intact dek-
zand aangetroffen. In het dekzand heeft zich een podzol gevormd bestaande uit een A-, E-, B-,
BC- en C-horizont. Podzolbodems worden gevormd op droge (hoger gelegen) locaties, dit waren
in het verleden gunstige locaties voor bewoning. In de boringen 2, 5, 6 en 7 is eveneens een
podzolbodem aangetroffen op een diepte van respectievelijk 2,4 m –Mv (3,01 m –NAP), 3,0 m –
Mv (3,86 m –NAP), 3,0 m –Mv (3,74 m –NAP) en 3,42 m –Mv (3,6 m –NAP), hier bevindt zich
tussen het kleipakket en het onderliggende dekzand een respectievelijk 0,01, 0,1 en 0,02 m dik-
ke amorfe/veraarde, kleiige veenlaag. In boring 3 is ook dekzand aangetroffen onder de klei-
afzettingen, op een diepte van 2,55 m –Mv (3,2 m –NAP). De top van het dekzand is hier echter
niet meer intact, mogelijk is deze verspoeld. In de boringen 8 t/m 11 is het dekzand niet bereikt.
4 Samenvatting
4.1 Conclusies
• Hoe ziet de bodemopbouw eruit; in welke mate is deze verstoord?
De bodem binnen het plangebied bestaat uit matig siltige, plantenrestenhoudende klei. In een drietal boringen is in het kleipakket een archeologisch niet-relevant (deels verstoord) vegeta- tieniveau aangetroffen In boringen 1, 2, 3, 5, 6 en 7 is daaronder dekzand aangetroffen. In de boringen 2, 5, 6 en 7 bevindt zich tussen het dekzand en het bovenliggende kleipakket een restant kleiig veen. In de boringen 3, 7, 8, 9, 10 en 11 is de bodem tot op grotere diepte ver- stoord (tussen 0,9 en 2 m –Mv), waarbij het in boringen 8, 9 en 10 vermoedelijke slootdempin- gen betreft.
• Zijn de archeologische relevante niveaus intact?
In zes boringen is het dekzand, het mogelijke Steentijdniveau, aangetroffen. In boringen 1, 2, 5, 6 en 7 is de top van het dekzand intact, hierin heeft zich een podzol gevormd. In boring 3 is de top van het dekzand verspoeld. De top van de klei, het IJzertijd-, Middeleeuwse- en Nieu- we Tijdniveau, is alleen in boringen 1, 2, 4 en 6 (afgezien van de bouwvoor) min of meer intact aangetroffen. In de overige boringen is deze (sterk) verstoord.
• Hoe diep bevindt zich het dekzand (Mv en NAP) en is sprake van bodemvorming in het dek- zand?
Het dekzand is in de boringen 1, 2, 5, 6 en 7 intact aangetroffen op een diepte tussen 2,2 m – Mv (2,9 m –NAP) en 3,42 m –Mv (3,6 m –NAP). In boring 3 is het dekzand ook aangetroffen, op een diepte van 2,55 m –Mv (3,2 m –NAP), hier is de top van het zand echter verspoeld.
• Bestaat er een kans op de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen in het plangebied?
Ter plaatse van de locaties waar het dekzand intacte is aangetroffen kan een (Steen- tijd)vindplaats worden verwacht.
• Wordt archeologisch vervolgonderzoek geadviseerd?
Zie §4.2
4.2 Aanbevelingen
Op basis van de resultaten van het booronderzoek wordt het plangebied vrijgesteld van vervolg- onderzoek, indien binnen het plangebied niet dieper dan 2 m –Mv wordt ontgraven. Het intacte dekzand (met een hoge archeologische verwachtingswaarde) bevindt zich ruim dieper dan deze geplande maximale verstoringsdiepte en daarom wordt geen vervolgonderzoek noodzakelijk geacht.
Wanneer bij de werkzaamheden in dat deel van het plangebied dat niet voor vervolgonderzoek in
aanmerking komt toch archeologische resten worden aangetroffen, moet hiervan direct melding
gemaakt worden bij de bij de gemeentelijk archeoloog van Groningen, dhr. G.L.G.A. Kortekaas,
050-3678230.
Literatuur
Nederlands Normalisatie-instituut, 1989. Nederlandse Norm NEN 5104, Classificatie van on- verharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie-instituut, Delft.
Veenstra, H.W., 2010. Plangebied Eelderbaan (woonwagenterrein Hoendiep) te Groningen, ge- meente Groningen; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek. RAAP-notitie 3484. Weesp.
Wieringa, A., K.L.B. Bosma, H. Halıcı, N.M. Lemmers, G.J. de Roller, J.R. Veldhuis & P.C.
Vos, 2007. Een archeologische opgraving van een deel van een nederzetting uit de
Late IJzertijd – Vroeg-Romeinse Tijd bij de Eelderbaan te Groningen. ARCPublicaties
170. Archaeological Research & Consultancy, Groningen.
Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen
Figuur 1. Ligging van het plangebied (rood). Inzet: ligging in Nederland (ster).
Figuur 2. Resultaten onderzoek
Tabel 1. **Archeologische tijdschaal.
Bijlage 1. Boorbeschrijvingen (inclusief lithologisch profiel)
581000 581000
582000 582000
230000 231000
0 250 500 m
Figuur 1. Ligging van het plangebied (rood). Inzet: ligging in Nederland (ster).
TP/Grut_fg1.qgs/03082017
6 -3,00 -3,74
11 5-2,80 -3,66
10 3
4
9 2 -2,41 -3,01
7 -3,42
8 -3,60 1 -2,20 -2,90
Hoendiep Hoendiep
U.T.Delfiaweg
581500
230600 230500
581600
581600581500
230400
diepte dekzand t.o.v. NAP in meters diepte dekzand t.o.v. het maaiveld in meters
grens plangebied -3,42
-2,90 boornummer
legenda
boring met podzol boring zonder podzol 10
100m
0 50
Figuur 2. Resultaten onderzoek.
Grut.wor TP/9 augustus 2017
Bijlage 1. Boorbeschrijvingen
(inclusief lithologisch profiel)
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, lichtbruin
Bodemkundig: veel Fe-vlekken
80 cm -Mv / 1,50 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, lichtgrijs, matig stevig, spoor plantenresten
Opmerking: zandinclusies
220 cm -Mv / 2,90 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, donkergrijs, matig fijn
Bodemkundig: A-horizont
223 cm -Mv / 2,93 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, matig fijn
Bodemkundig: E-horizont
230 cm -Mv / 3,00 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, donkerbruin, matig fijn, spoor plantenresten
Bodemkundig: B-horizont
240 cm -Mv / 3,10 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, bruin, matig fijn, spoor plantenresten
Bodemkundig: BC-horizont
260 cm -Mv / 3,30 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont
Einde boring op 270 cm -Mv / 3,40 m -NAP
boring: GRUT-2
datum: 20-7-2017, X: 230.431,92, Y: 581.609,61, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 7D, hoogte: -0,60, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Groningen, gemeente: Groningen, plaatsnaam: Groningen, opdrachtgever: Tauw B.V., uitvoerder: RAAP Noord
0 cm -Mv / 0,60 m -NAP
Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)
Lithologie: klei, zwak zandig, zwak humeus, bruingrijs, zandbrokken Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: verstoord
40 cm -Mv / 1,00 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, lichtbruingrijs, stevig
Bodemkundig: veel Fe-vlekken
65 cm -Mv / 1,25 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, lichtgrijs, matig slap, spoor plantenresten
240 cm -Mv / 3,00 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, sterk kleiig, donkerbruinzwart, amorf veen
241 cm -Mv / 3,01 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn
Bodemkundig: E-horizont
250 cm -Mv / 3,10 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin, matig fijn, weinig plantenresten Bodemkundig: B-horizont
270 cm -Mv / 3,30 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruin, matig fijn Bodemkundig: BC-horizont
Einde boring op 290 cm -Mv / 3,50 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, zwak humeus, lichtgrijs
Bodemkundig: veel Fe-vlekken, interpretatie: verstoord Opmerking: rommelig
90 cm -Mv / 1,55 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, lichtgrijs, slap, spoor plantenresten
Opmerking: zandinclusies
255 cm -Mv / 3,20 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont
Opmerking: top dekzand afwezig
Einde boring op 275 cm -Mv / 3,40 m -NAP
boring: GRUT-4
datum: 20-7-2017, X: 230.492,12, Y: 581.610,84, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 7D, hoogte: -0,65, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Groningen, gemeente: Groningen, plaatsnaam: Groningen, opdrachtgever: Tauw B.V., uitvoerder: RAAP Noord
0 cm -Mv / 0,65 m -NAP
Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, sterk zandig, bruin, zandbrokken Bodemkundig: interpretatie: verstoord
30 cm -Mv / 0,95 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, lichtbruingrijs
Bodemkundig: enkele Fe- en Mn-vlekken
80 cm -Mv / 1,45 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm)
Lithologie: klei, matig siltig, lichtgrijs, matig slap, spoor plantenresten Opmerking: zandinclusies
Einde boring op 300 cm -Mv / 3,65 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, lichtbruingrijs, stevig
Bodemkundig: enkele Fe-vlekken
Opmerking: humusvlekken, verstoord vegetatieniveau, rommelig
75 cm -Mv / 1,61 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, lichtgrijs, matig stevig
Bodemkundig: veel Fe-vlekken
90 cm -Mv / 1,76 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, lichtgrijs, matig stevig, spoor plantenresten
280 cm -Mv / 3,66 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, zwak kleiig, donkerbruin, veraard veen, matig stevig
300 cm -Mv / 3,86 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, donkerbruingrijs, matig fijn Bodemkundig: AE-horizont
Opmerking: dekzand, kwam niet mee omhoog
Einde boring op 301 cm -Mv / 3,87 m -NAP
boring: GRUT-6
datum: 20-7-2017, X: 230.553,03, Y: 581.575,94, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 7D, hoogte: -0,74, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Groningen, gemeente: Groningen, plaatsnaam: Groningen, opdrachtgever: Tauw B.V., uitvoerder: RAAP Noord
0 cm -Mv / 0,74 m -NAP
Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)
Lithologie: klei, zwak zandig, zwak humeus, bruingrijs, zandbrokken Bodemkundig: veel Fe-vlekken, interpretatie: bouwvoor
35 cm -Mv / 1,09 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, sterk humeus, donkerbruinzwart
Opmerking: vegetatiebandje
45 cm -Mv / 1,19 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, lichtbruingrijs
Bodemkundig: enkele Fe-vlekken
80 cm -Mv / 1,54 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, lichtgrijs, matig stevig, spoor plantenresten
Bodemkundig: enkele Mn-vlekken Opmerking: zandinclusies
290 cm -Mv / 3,64 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, zwak kleiig, donkerbruin, veraard veen
300 cm -Mv / 3,74 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn
Bodemkundig: AE-horizont
320 cm -Mv / 3,94 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, matig fijn, spoor plantenresten Bodemkundig: B-horizont
330 cm -Mv / 4,04 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruin, matig fijn Bodemkundig: BC-horizont
Einde boring op 350 cm -Mv / 4,24 m -NAP
40 cm -Mv / 0,58 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, bruingrijs, zandbrokken
Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond Opmerking: puinsporen
80 cm -Mv / 0,98 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, zwak humeus, donkergrijsbruin, zandbrokken
Bodemkundig: interpretatie: verstoord Opmerking: rommelig
115 cm -Mv / 1,33 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, lichtgrijs, matig stevig
Bodemkundig: veel Mn-vlekken
270 cm -Mv / 2,88 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, lichtgrijs, matig stevig, schelpengruis
Bodemkundig: veel Mn-vlekken
340 cm -Mv / 3,58 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, sterk kleiig, donkergrijs, amorf veen
342 cm -Mv / 3,60 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, donkerbruingrijs, matig fijn
Bodemkundig: AE-horizont
350 cm -Mv / 3,68 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin, matig fijn
Bodemkundig: B-horizont
365 cm -Mv / 3,83 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruin, matig fijn Bodemkundig: BC-horizont
Einde boring op 380 cm -Mv / 3,98 m -NAP
boring: GRUT-8
datum: 20-7-2017, X: 230.420,06, Y: 581.544,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 7D, hoogte: 0,31, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: plantsoen, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Groningen, gemeente: Groningen, plaatsnaam: Groningen, opdrachtgever: Tauw B.V., uitvoerder: RAAP Noord
0 cm -Mv / 0,31 m +NAP
Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)
Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond
Opmerking: puinresten
80 cm -Mv / 0,49 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk zandig, bruingrijs, zandbrokken
Bodemkundig: veel Fe-vlekken, interpretatie: verstoord Opmerking: rommelig, puinresten
150 cm -Mv / 1,19 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, lichtgrijs
Bodemkundig: interpretatie: verstoord Opmerking: rommelig
165 cm -Mv / 1,34 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, matig humeus, donkergrijsbruin
Bodemkundig: interpretatie: verstoord Opmerking: puinresten, demping?
210 cm -Mv / 1,79 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, lichtgrijs, matig stevig
65 cm -Mv / 0,99 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, sterk siltig, matig humeus, donkergrijsbruin, spoor plantenresten Bodemkundig: veel Mn-vlekken
Opmerking: rommelig, waterbodem
135 cm -Mv / 1,69 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, lichtbruingrijs, matig slap, veel plantenresten
175 cm -Mv / 2,09 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, sterk humeus, bruin, matig stevig, spoor plantenresten Opmerking: vegetatieniveau
185 cm -Mv / 2,19 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, lichtgrijs, matig stevig
Einde boring op 300 cm -Mv / 3,34 m -NAP
boring: GRUT-10
datum: 20-7-2017, X: 230.495,79, Y: 581.561,45, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 7D, hoogte: 0,26, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: plantsoen, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Groningen, gemeente: Groningen, plaatsnaam: Groningen, opdrachtgever: Tauw B.V., uitvoerder: RAAP Noord
0 cm -Mv / 0,26 m +NAP
Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)
Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, zandbrokken Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: verstoord
35 cm -Mv / 0,09 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk zandig, sterk humeus, bruingrijs, zand- en kleibrokken Bodemkundig: veel Fe-vlekken, interpretatie: verstoord
Opmerking: demping, puinresten, slibresten
180 cm -Mv / 1,54 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)
Lithologie: klei, matig siltig, lichtgrijs, matig stevig, spoor plantenresten Bodemkundig: enkele Mn-vlekken
Einde boring op 250 cm -Mv / 2,24 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruin, matig fijn
Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond
200 cm -Mv / 1,52 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, lichtgrijs, matig stevig