beraadslaging/proces verbaal Kopie
college van burgemeester en schepenen
Zitting van 30 januari 2015Besluit GOEDGEKEURD
A-punten stadsontwikkeling / vergunningen
Samenstelling
De heer Bart De Wever, burgemeester
De heer Koen Kennis, schepen; de heer Philip Heylen, schepen; de heer Ludo Van Campenhout, schepen; de heer Claude Marinower, schepen; de heer Marc Van Peel, schepen; de heer Rob Van de Velde, schepen; mevrouw Nabilla Ait Daoud, schepen; de heer Fons Duchateau, schepen
De heer Roel Verhaert, stadssecretaris
Iedereen aanwezig
56 2015_CBS_00637
Aanvraag stedenbouwkundige vergunning.
Reguliere procedure - 20142765 - district Antwerpen - Willem Lepelstraat 22 - Goedkeuring
Motivering
Aanleiding en context
Aanvragers: Niklaas Deboutte, Helena Meinhart
De aanvraag omvat: uitbreiding van een bestaande woning/kantoor met 1 bouwlaag.
Dossiernummer: AN1/B/20142765 Juridische grond
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en zijn uitvoeringsbesluiten.
Regelgeving: bevoegdheid
Artikel 4.7.12. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat het college bevoegd is om de beslissing te nemen over een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning.
Openbaar onderzoek Nee
Argumentatie
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college conform artikel 4.7.17 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kennis van het verslag van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
Besluit Artikel 1
Het college sluit zich integraal aan bij:
het verslag van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar en maakt dit tot zijn eigen
1 / 7 Grote Markt 1 - 2000 Antwerpen
info@stad.antwerpen.be
1.
2.
1.
motivatie.
Artikel 2
Het college beslist de stedenbouwkundige vergunning goed te keuren en af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
het gelijkvloers atelier dat als kruipkelder vergund werd enkel te gebruiken als kruipkelder;
het verharde terras te verkleinen tot een oppervlakte van maximaal 20m² en de rest aan te leggen als extensief groendak.
Artikel 3
Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen voor de stad of het OCMW.
Bijlagen
Bijlage bij dit besluit:20142765.pdf
Verslag van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Voorgeschiedenis
In toepassing van artikel 4.7.18 §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient het college de beslissing te nemen binnen 75 dagen na de ontvankelijkheids- en
volledigheidsverklaring. Voor de aanvragen waarvoor een openbaar onderzoek vereist is neemt het college een beslissing binnen 105 dagen.
Feiten en context
Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning reguliere procedure.
Aanvragers: Meinhart-Deboutte, Willem Lepelstraat 22 bus ., 2000 Antwerpen Ligging van het perceel: Willem Lepelstraat 22, 2000 Antwerpen.
Kadastrale gegevens: (afd. 4) sectie D 2527 C.
De aanvraag omvat: uitbreiding van een bestaande woning/kantoor met 1 bouwlaag..
Ontvangst aanvraag: 29 oktober 2014.
Dossiernummer: 20142765.
Fasering
Procedurestap Datum
Ontvangst aanvraag 29 oktober 2014
Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs 27 november 2014
Opening openbaar onderzoek geen
Afsluiten openbaar onderzoek geen
Verslag van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar.
Juridische grond
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en zijn uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Het ministerieel besluit van 19 juni 2008 waarbij werd vastgesteld dat de stad Antwerpen voldoet aan de vijf voorwaarden van artikel 193, §1 van het decreet van 18 mei 1999. Dit besluit werd op 8 juli 2008 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Stedenbouwkundige gegevens uit de plannen van aanleg, de ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012.Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in een in een Artikel 1: Zone voor Wonen - (Wo1).
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
3 / 7 Grote Markt 1 - 2000 Antwerpen
info@stad.antwerpen.be
Gemeentelijke verordeningen
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014, goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014 en van kracht sinds
25 oktober 2014.
Watertoets
Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) dient het ontwerp onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Gewestelijke verordeningen
Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten,
infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
Toegankelijkheid van gebouwen
Het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2010 houdende vaststelling van de gewestelijke verordening toegankelijkheid.
Mer-screening
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Andere voorschriften Geen.
Advies
Op 27 november 2014 werd advies gevraagd aan stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/
monumentenzorg (SW/OE/M).
Zij brachten advies uit op 11 december 2014 met referentie SW/MON/20149424.
Het advies is gunstig.
Argumentatie
Toetsing aan de wettelijke en reglementaire voorschriften
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan zoals hoger omschreven.
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van de bouwcode. Het ontwerp wijkt af op volgende punten:
“Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten
1. Bij nieuwbouw, herbouw, functiewijziging of voor elke nieuwe ruimte bij volume- uitbreiding, dienen ruimten een minimale vrije hoogte te hebben zoals aangeduid in volgende tabel:
Verblijfs- horeca- of handelsruimte 2,60 meter
Overige ruimte: 2,20 meter
Kruipkelder 0,60 meter
Bergplaatsen kleiner dan 6 vierkante meter
geen
hoogtevereisten
(…)”
- Het atelier is slechts 1m95 hoog in plaats van de minimaal vereiste 2m60.
“Artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer
1. Elke verblijfsruimte dient openingen te hebben voor de toetreding van daglicht en zicht. Deze openingen moeten aan elk van de volgende eisen voldoen:
1. De lichtdoorlatende oppervlakte van de opening is minimaal 10% van de netto- vloeroppervlakte van de ruimte, met een minimum van 1 vierkante meter.
2. Van eventuele uitsprongen die zich direct boven de daglichtopening van de verblijfsruimte bevinden, moet voor de daglichtberekening de oppervlakte opgeteld worden bij de netto-vloeroppervlakte van de verblijfsruimte.
3. De opening is voorzien van doorzichtig materiaal.
4. Dakvlakramen in schuine daken mogen meegeteld worden indien ze zich tussen 1 en 2 meter boven het loopvlak van de verblijfsruimte bevinden.
Dakkoepels tellen enkel mee bij de daglichtberekening op voorwaarde dat er per verblijfsruimte andere verticale of schuine openingen voorzien zijn;
5. In de berekening komen enkel deze verticale ramen, schuine dakramen of opengaande dakkoepels in aanmerking, welke rechtstreeks (of hun delen) uitmonden in open lucht.
2. Elke verblijfsruimte dient minimaal één te openen gevel- of dakdeel te hebben zodat de ruimte op natuurlijke wijze geventileerd kan worden. Deze opening moet aan elk van de volgende eisen voldoen:
1. De opening moet volledig afsluitbaar zijn door middel van een draaiend of schuivend venster, deur of luik.
2. De opening mondt direct uit in de open lucht.”
- Het atelier heeft geen daglichtinval of luchttoevoer.
“Artikel 27 Open ruimte
1. Bij nieuwbouw, herbouw, bij functiewijziging of bij toename van de bebouwde grondoppervlakte moet minimaal 20% van de oppervlakte van het perceel op het niveau van het maaiveld buitenruimte zijn. Deze 20% dient zich te bevinden in de zone voor achtertuinen en binnenplaatsen. De oppervlakte van de voortuin wordt niet in rekening
5 / 7 Grote Markt 1 - 2000 Antwerpen
info@stad.antwerpen.be
gebracht, noch voor de onbebouwde ruimte, noch voor de oppervlakte van het perceel. De gezamenlijke bruto-oppervlakte van constructies in de tuin telt mee als bebouwde
oppervlakte, voor zover dit meer is dan 10 vierkante meter. Het is mogelijk minder dan 20% van het perceel onbebouwd te laten indien het perceel in het kernwinkelgebied gelegen is en geen woonbestemming heeft op het gelijkvloers.
2. De tuin moet zoveel mogelijk groen en onverhard gehouden worden.
3. Voor percelen met een woonfunctie is verharding in de tuin beperkt toegestaan en enkel in functie van het optimaal gebruik van de tuin als buitenruimte, zoals een terras of een tuinhuis, met een maximum van:
20 vierkante meter voor tuinen tot 60 vierkante meter
1/3 van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 vierkante meter (…)”
- De tuin heeft met 28,80m² een te grote verharde oppervlakte.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een
overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. De aanvraag is tevens in overeenstemming met de gewestelijke hemelwaterverordening.
De regelgeving betreffende de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een verminderde beweeglijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Beoordeling
De stedenbouwkundige aanvraag betreft het uitbreiden van een bestaande woning met één extra bouwlaag. Het pand in gesloten bebouwing telt momenteel 3 bouwlagen onder een plat dak.
De geplande wijzigingen omvatten het toevoegen van een 3de verdieping waarop 2
slaapkamers en een toilet worden ingericht. Het nieuw, plat dak wordt aangelegd als extensief groendak. Voor- en achtergevel worden doorgetrokken in dezelfde materialen en indeling als de bestaande gevels.
De stedenbouwkundige geschiktheid van het ontwerp dient aan de hand van de geldende en verordenende voorschriften te worden beoordeeld. Vastgesteld wordt dat de aanvraag afwijkt van artikels 21, 24 en 27 van de Bouwcode. Stedenbouwkundig is er geen bezwaar tegen de uitbreiding met een extra bouwlaag. Bij de dossierbehandeling is echter gebleken dat de geleverde plannen van de bestaande toestand niet overeenkomen met de laatst vergunde toestand. Het gelijkvloers atelier is vergund als kruipkelder en de ruimte daarachter is niet vergund. Het atelier heeft een onvoldoende vrije hoogte en ontvangt geen daglicht en rechtstreekse luchttoevoer. Samen met het onvergund uitbreiden van de kruipkelder werd achteraan, op het niveau van de eerste verdieping, een verhard terras aangelegd plus een klein tuintje. Het terras bezit echter een grotere verharde oppervlakte dan toegelaten.
In voorwaarden bij deze vergunning wordt opgelegd het atelier dat als kruipkelder vergund werd enkel te gebruiken als kruipkelder. De onvergunde ruimte onder het terras kan met deze aanvraag geregulariseerd worden. En het verharde terras moet beperkt worden tot een
oppervlakte van maximaal 20m². De rest moet worden aangelegd als extensief groendak.
Bij het beoordelen van de aanvraag behoort het tevens tot de autonome bevoegdheid van de vergunningverlenende overheid te oordelen of een bouwwerk verenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De geplande uitbreiding is niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Gelet op het voorgaande is de aanvraag stedenbouwkundig aanvaardbaar en aldus vatbaar voor vergunning.
Conclusie
De stedenbouwkundige vergunning kan verleend worden aan de aanvrager die ertoe gehouden is:
- het gelijkvloers atelier dat als kruipkelder vergund werd enkel te gebruiken als kruipkelder;
- het verharde terras te verkleinen tot een oppervlakte van maximaal 20m² en de rest aan te leggen als extensief groendak.
Datum: 19/01/2015
Geert De Grave Wim Van Roosendael Maryse Gys Sarah Lagrillière gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar
Katrien Baccaert architect
7 / 7 Grote Markt 1 - 2000 Antwerpen
info@stad.antwerpen.be