• No results found

college van burgemeester en schepenen Zitting van 22 januari 2016

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "college van burgemeester en schepenen Zitting van 22 januari 2016"

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

beraadslaging/proces verbaal Kopie

college van burgemeester en schepenen

Zitting van 22 januari 2016

Besluit GOEDGEKEURD

A-punt stadsontwikkeling / vergunningen

Samenstelling

de heer Bart De Wever, burgemeester

de heer Koen Kennis, schepen; de heer Philip Heylen, schepen; de heer Ludo Van Campenhout, schepen; de heer Claude Marinower, schepen; de heer Marc Van Peel, schepen; de heer Rob Van de Velde, schepen;

mevrouw Nabilla Ait Daoud, schepen; de heer Fons Duchateau, schepen de heer Roel Verhaert, stadssecretaris

BD 1 2016_CBS_00562

Aanvraag stedenbouwkundige vergunning - Bijzondere procedure - Zaak van de wegen - 20152767 - district Antwerpen - Kempenstraat ZN - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend bij het Departement Ruimte Vlaanderen, afdeling Antwerpen, in toepassing van de bijzondere procedure van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar verzoekt het college om:

een openbaar onderzoek te organiseren;

een advies uit te brengen over de aanvraag;

de zaak van de wegen aan de gemeenteraad voor te leggen.

Aanvrager: KAIROS nv, Heistraat 129, 2610 Wilrijk (Antwerpen) Ligging van het perceel: Kempenstraat ZN, 2030 Antwerpen Kadastrale gegevens: (afd. 7) sectie G 1309 R2

De aanvraag omvat: de nieuwbouw van een ziekenhuis ZNA Spoor Noord, met zorgboulevard en ondergrondse parking

Ontvangst adviesvraag: 23 oktober 2015 Dossiernummer: 20152767

Dossiernummer Ruimte Vlaanderen: 8.00/11002/3467.3

Juridische grond

(2)

Regelgeving: bevoegdheid

Artikel 4.2.25. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat indien de

vergunningsaanvraag wegeniswerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, en het vergunningverlenende bestuursorgaan oordeelt dat de vergunning kan worden verleend, dan neemt

de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

Argumentatie

Het college is van oordeel dat op basis van het bijgevoegd stedenbouwkundig verslag, de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning met voorwaardelijk gunstig advies kan bezorgd worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar.

Voorafgaand neemt de gemeenteraad eveneens kennis van het stedenbouwkundig verslag, het volledige aanvraagdossier en inzonderheid volgende plannen:

ZNA-00-SPXX-01-VK-010;

ZNA-00-SPXX-01-VK-011;

ZNA-00-SPXX-01-VK-012;

ZNA-00-SPXX-01-VK-013;

ZNA-00-P1-01-VK-040;

ZNA-00-P1-01-VK-041;

ZNA-00-P1-01-VK-042;

ZNA-00-P1-01-VK-043;

ZNA-00-P1-01-VK-044;

ZNA-00-00-01-VK-050;

ZNA-00-00-01-VK-051;

ZNA-00-00-01-VK-052;

ZNA-00-00-01-VK-053;

ZNA-00-00-01-VK-054;

ZNA-00-SNXX-01-VK-300;

ZNA-00-SN01-01-VK-301;

ZNA-00-SN02-01-VK-302;

ZNA-00-SNXX-01-VK-310;

ZNA-00-SN03-01-VK-311;

ZNA-00-SN04-01-VK-312;

ZNA-00-SN05-01-VK-320;

ZNA-00-SNXX-01-VK-321;

ZNA-00-SN06-01-VK-330.

Financiële gevolgen Nee

Besluit

(3)

Artikel 1

Het college beslist het aanvraagdossier, het verslag van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar en inzonderheid volgende plannen ter kennisneming voor te leggen aan de gemeenteraad:

 ZNA-00-SPXX-01-VK-010;

 ZNA-00-SPXX-01-VK-011;

 ZNA-00-SPXX-01-VK-012;

 ZNA-00-SPXX-01-VK-013;

 ZNA-00-P1-01-VK-040;

 ZNA-00-P1-01-VK-041;

 ZNA-00-P1-01-VK-042;

 ZNA-00-P1-01-VK-043;

 ZNA-00-P1-01-VK-044;

 ZNA-00-00-01-VK-050;

 ZNA-00-00-01-VK-051;

 ZNA-00-00-01-VK-052;

 ZNA-00-00-01-VK-053;

 ZNA-00-00-01-VK-054;

 ZNA-00-SNXX-01-VK-300;

 ZNA-00-SN01-01-VK-301;

 ZNA-00-SN02-01-VK-302;

 ZNA-00-SNXX-01-VK-310;

 ZNA-00-SN03-01-VK-311;

 ZNA-00-SN04-01-VK-312;

 ZNA-00-SN05-01-VK-320;

 ZNA-00-SNXX-01-VK-321;

 ZNA-00-SN06-01-VK-330.

Artikel 2

Het college beslist het volgende ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad:

1. zich aan te sluiten bij de argumentatie in het bijgevoegd stedenbouwkundig verslag en dit tot zijn eigen standpunt te maken;

2. zijn goedkeuring te hechten aan de uitrusting van het openbaar domein en de groene zones, met uitsluiting van:

- het conceptplan nr 01.2 (zie plan ZNA-00-SPXX-01-VK-012);

- de tekstuele vermeldingen op plan nr 05.0 (zie plan ZNA-00-00-01-VK-050) die verband houden met de gronddekking.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.

Bijlagen

1. Bijlage_eBesluit_BP__aangepaste versie zaak van de wegen_20150120.pdf 2. ZNA-00-SPXX-01-VK-010.pdf

(4)

3. ZNA-00-SPXX-01-VK-011.pdf 4. ZNA-00-SPXX-01-VK-012.pdf 5. ZNA-00-SPXX-01-VK-013.pdf 6. ZNA-00-P1-01-VK-040.pdf 7. ZNA-00-P1-01-VK-041.pdf 8. ZNA-00-P1-01-VK-042.pdf 9. ZNA-00-P1-01-VK-043.pdf 10.ZNA-00-P1-01-VK-044.pdf 11.ZNA-00-00-01-VK-050.pdf 12.ZNA-00-00-01-VK-051.pdf 13.ZNA-00-00-01-VK-052.pdf 14.ZNA-00-00-01-VK-053.pdf 15.ZNA-00-00-01-VK-054.pdf 16.ZNA-00-SNXX-01-VK-300.pdf 17.ZNA-00-SN01-01-VK-301.pdf 18.ZNA-00-SN02-01-VK-302.pdf 19.ZNA-00-SNXX-01-VK-310.pdf 20.ZNA-00-SN03-01-VK-311.pdf 21.ZNA-00-SN04-01-VK-312.pdf 22.ZNA-00-SN05-01-VK-320.pdf 23.ZNA-00-SNXX-01-VK-321.pdf 24.ZNA-00-SN06-01-VK-330.pdf

(5)

Feiten en context

Er werd een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend bij het Departement Ruimte Vlaanderen, afdeling Antwerpen, in toepassing van de bijzondere procedure van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar verzoekt het college om:

- een openbaar onderzoek te organiseren;

- een advies uit te brengen over de aanvraag;

- het dossier voor advies voor te leggen aan de Gecoro conform de bepalingen van artikel 8 van de bouwcode;

- de zaak van de wegen aan de gemeenteraad voor te leggen.

Aanvrager: KAIROS nv, Heistraat 129, 2610 Wilrijk (Antwerpen) Ligging van het perceel: Kempenstraat ZN, 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens: (afd. 7) sectie G 161/8 D, (afd. 7) sectie G 161/23 _, (afd. 7) sectie G 161/6 B, (afd. 7) sectie G 1309 R2, (afd. 7) sectie G 1309 S2 en (afd. 7) sectie G 1309 G2 De aanvraag omvat: de nieuwbouw van een ziekenhuis ZNA Spoor Noord, met

zorgboulevard en ondergrondse parking Ontvangst adviesvraag: 23 oktober 2015 Dossiernummer: 20152767

Fasering

Procedurestap Datum

Ontvangst adviesvraag 23 oktober 2015

Opening openbaar onderzoek 30 oktober 2015 Afsluiten openbaar onderzoek 29 november 2015

Juridische grond

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en zijn uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Stedenbouwkundige gegevens uit de plannen van aanleg, de ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Eilandje, goedgekeurd op 1 september 2011.Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in:

 een zone voor openbaar domein,

 een zone voor centrumfuncties-art. 1-(ce1),

 een zone voor centrumfuncties-art. 2-(ce2),

 een zone voor publiek domein-art. 3-(pu1),

 een zone voor publiek domein-art. 7.

(6)

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Zorgsite Kempenstraat, goedgekeurd op 23 april 2015.Volgens dit ruimtelijk

uitvoeringsplan ligt het goed in:

 een zone voor openbaar domein, en in

 een zone voor centrumfuncties-art. 1-(ce1),

 een zone voor centrumfuncties-art. 2-(ce2),

 een zone voor publiek domein-art. 3-(pu1),

 een zone voor publiek domein-art. 7.

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van

3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en

middelgrote ondernemingen.Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard.(Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het goed is gelegen binnen de grenzen van het bijzonder plan van aanleg BPA Stedelijk Park Spoor Noord, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 29 juni 2005.

Volgens dit bijzonder plan van aanleg ligt het goed in:

 een zone voor stedelijke ontwikkeling westelijke kop,

 een zone voor stedelijk park 1,

 een zone voor gegroepeerd parkeren,

 een zone voor openbare wegenis 1,

 een zone voor openbare wegenis 2.

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

Gemeentelijke verordeningen

De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014, goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014 en van kracht sinds

25 oktober 2014.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten,

infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

Het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1977 houdende de vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.

Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

(7)

Andere voorschriften Geen.

Advies

Op 28 oktober 2015 werd advies gevraagd aan brandweer/risicobeheer/preventie.

Zij brachten advies uit op 17 december 2015 met referentie BW/SVE/2015/G.00245.A3.0006.

Het advies is voorwaardelijk gunstig.

Op 28 oktober 2015 werd advies gevraagd aan stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/

archeologie (SW/OE/A).

Zij brachten advies uit op 30 november 2015 met referentie AA1190.

Het advies is voorwaardelijk gunstig.

Op 28 oktober 2015 werd advies gevraagd aan stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/

ontwerpers (SW/O&U/ONT).

Zij brachten advies uit op 30 november 2015 met referentie SWOU20151029_Kempenstraat_ZNA.

Het advies is voorwaardelijk gunstig.

Op 28 oktober 2015 werd advies gevraagd aan lokale politie/verkeerspolitie (LP/VK/SE).

Zij brachten advies uit op 30 november 2015 met referentie LP/R&F/VK 15 2277/EC/VVA/N/kn.

Het advies is voorwaardelijk gunstig.

Op 28 oktober 2015 werd advies gevraagd aan lokale politie/centrale preventie (LP/CP).

Het advies werd niet uitgebracht binnen een termijn van 30 kalenderdagen waardoor aan de adviesvereiste kan worden voorbijgegaan.

Op 28 oktober 2015 werd advies gevraagd aan stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/

waterbeheer (SW/O&U/UIT).

Zij brachten advies uit op 25 november 2015 met referentie Swouwa2015_2767- ZNA_Kempenstr.

Het advies is voorwaardelijk gunstig.

Op 28 oktober 2015 werd advies gevraagd aan stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen (SW/V/MV).

Zij brachten advies uit op 25 november 2015 met referentie 2015178/BG/BM.

Het advies is voorwaardelijk gunstig.

Op 28 oktober 2015 werd advies gevraagd aan stadsontwikkeling/mobiliteit (SW/MOB).

Zij brachten advies uit op 26 november 2015 met referentie Cosmo 1501025.

Het advies is voorwaardelijk gunstig.

Op 28 oktober 2015 werd advies gevraagd aan ondernemen en stadsmarketing/economische ontwikkeling.

Zij brachten advies uit op 17 november 2015 met referentie SV2015_235.

Het advies is voorwaardelijk gunstig.

Op 28 oktober 2015 werd advies gevraagd aan stadsontwikkeling/ruimte (SW/R).

(8)

Zij brachten advies uit op 20 november 2015.

Het advies is gunstig.

Op 28 oktober 2015 werd advies gevraagd aan autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen.

Zij brachten advies uit op 20 november 2015 met referentie 20152767 intern: AN9/B/P.

Het advies is voorwaardelijk gunstig.

Op 28 oktober 2015 werd advies gevraagd aan stadsontwikkeling/ team stadsbouwmeester.

Het advies werd niet uitgebracht binnen een termijn van 30 kalenderdagen waardoor aan de adviesvereiste kan worden voorbijgegaan.

Op 28 oktober 2015 werd advies gevraagd aan stadsbeheer/groen en begraafplaatsen (SB/GB).

Zij brachten advies uit op 30 november 2015 met referentie 20152767.

Het advies is voorwaardelijk gunstig.

Op 28 oktober 2015 werd advies gevraagd aan stadsontwikkeling/energie en milieu Antwerpen (SW/EMA).

Zij brachten advies uit op 14 december 2015 met referentie Advies Zorgsite Kempenstraat.

Het advies is voorwaardelijk gunstig.

Argumentatie

Openbaar onderzoek

Wettelijke bepalingen afhankelijk van de aanvraag

Overeenkomstig het besluit van 5 mei 2000 van de Vlaamse regering, zoals gewijzigd, betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsaanvragen, moet de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning openbaar gemaakt worden als de werken en/of handelingen betrekking hebben op:

artikel 3, § 3, 8°: de vergunningverlenende overheid kan na een openbaar onderzoek, afwijkingen toestaan van de stedenbouwkundige voorschriften.

De aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning werd openbaar gemaakt van 30 oktober 2015 tot 29 november 2015.

Het proces-verbaal van openbaar onderzoek werd opgesteld op datum van 10 december 2015.

Inventaris van de bezwaarschriften

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

(9)

Toetsing aan de wettelijke en reglementaire verordeningen

De aanvraag is niet in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan, zoals hoger omschreven.

Het ontwerp wijkt af op volgende artikel.

1.B.6 Parking

Parkeren dient verplicht ondergronds te worden georganiseerd.

De ondergrondse parkeergarage mag de inrichting (groene karakter, opgaand groen) van de niet-bebouwde ruimte niet hypothekeren.

De toegang naar de parkeergarage voor voetgangers moet georganiseerd worden in het gebouwencomplex en moet geïntegreerd worden in de architectuur van de gebouwen. De toegang naar de parkeergarage voor voertuigen wordt hetzij binnen deze zone hetzij binnen de

‘zone voor publiek domein (Pu)’ (artikel 3) gerealiseerd. Als de toegang binnen deze zone wordt georganiseerd dan wordt deze in het gebouwencomplex ondergebracht en wordt deze geïntegreerd in de architectuur van de gebouwen. Als de toegang in de ‘zone voor publiek domein (Pu)’ (artikel 3) wordt gerealiseerd dan gebeurt dit binnen de contour van de overdruk

‘ondergrondse centrumfuncties’.

De ondergrondse parkeergarages mogen met elkaar verbonden worden. Ook kan een verbinding gemaakt worden met parkeergarages uit aansluitende zones of uit

aansluitende gebouwen die niet vervat zijn binnen dit plangebied.

Het aantal parkeerplaatsen is beperkt tot deze noodzakelijk voor het functioneren van de voorziene functies en zal worden bepaald op basis van de vooropgestelde normen ten aanzien van auto en fietsen, het aantal gebruikers, de schaal, het type van gebruik, en de draagkracht van de omgeving ten behoeve van het mobiliteitsprofiel en het

bereikbaarheidsprofiel.

Specifiek voor het ziekenhuis worden volgende normen opgelegd:

• Auto’s: 1,5 parkeerplaatsen per bed (bezoekers inbegrepen)

• Fietsen:

ο 1,15 fietsstalplaatsen per bed voor personeel

ο 0,6 fietsparkeerplaatsen per bed voor bezoekers en patiënten

De fietsparkeerplaatsen voor bezoekers worden grotendeels bovengronds voorzien. De fietsstalplaatsen voor het personeel dienen afgesloten te kunnen worden.

Door de beperkte gronddekking bestaat de kans dat de groenaanleg gehypothekeerd zal worden.

De toegang naar de parkeergarage voor voertuigen wordt gerealiseerd in de ‘zone voor publiek domein (Pu)’ (artikel 3). Dit dient binnen de contour van de overdruk ‘ondergrondse centrumfuncties’ te gebeuren.

(10)

3.A BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN

* De zone is bedoeld voor de aanleg van het publiek domein in de vorm van wegenis, infrastructuur voor openbaar vervoer, langzaam verkeersvoorzieningen en groene en/of verharde verblijfsruimte (in open lucht).

* Net als bij de zones voor centrumfuncties wordt hierbij ook gewerkt met scenario’s:

• Scenario Stedelijke functies met ziekenhuis: dit scenario laat, zoals in overdruk aangeduid op het grafisch plan, onder het publiek domein bijkomende functies toe die functioneel deel uitmaken van het ziekenhuis of van het programma in het bovenliggende gebouwencomplex waaronder parkeerruimten, logistieke ruimten, specifieke afdelingen van het ziekenhuis en toegangen tot deze ondergrondse ruimten.

• Scenario Stedelijk functies: in dit scenario is de bestemming beperkt tot de hoofdbestemming en zijn geen bijkomende functies toegestaan.

Er is geen overdruk aangeduid op het plan.

De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van de bouwcode. Het ontwerp wijkt af op volgend punten.

Artikel 13 Ondergrondse en bovengrondse uitsprongen

§1 Onder de openbare ruimte is het niet toegelaten kelders, autobergplaatsen, infiltratie- en buffervoorzieningen, hemelwater-, bezink- en andere putten die behoren tot een particulier perceel aan te leggen. Kelderopeningen zijn wel toegelaten. Zij mogen niet meer dan 0,30 meter uitspringen ten opzichte van het gevelvlak.

§2 Onder de voortuinstrook is het niet toegelaten kelders aan te leggen. Kelderopeningen, toegangen tot een fietsenkelder, putten en reservoirs zijn wel toegelaten maar mogen het groene karakter van de voortuin niet aantasten zoals beschreven in Artikel 27 “Open ruimte”.

(…)

De ondergrondse bouwlagen strekken zich uit onder het openbaar domein.

Er zijn verschillende rioleringselementen voorzien onder het openbaar domein.

(11)

Artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen

§1 Parkeer- en stallingsnormen:

Er moeten fietsstal- en fietsparkeerplaatsen voorzien worden in volgende gevallen:

i) Bij een woonfunctie: indien het een nieuwbouw, een herbouw, een

functiewijziging naar een woonfunctie en/of een vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie betreft.

Indien een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd voor enkel een vermeerdering van het aantal woongelegenheden dienen enkel de bijkomende woongelegenheden aan de normen van onderdeel 2° te voldoen.

ii) Bij functies anders dan wonen: indien het een nieuwbouw, een herbouw, een functiewijziging of een volume-uitbreiding ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie betreft.

Indien een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd voor enkel een volume- uitbreiding en/of functiewijziging naar een andere functie dan wonen dient enkel de oppervlakte die wordt toegevoegd of van functie wordt gewijzigd in rekening te worden gebracht voor de berekening van het aantal fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen.

In toepassing van §1, 1° van dit artikel gelden per functiecategorie volgende minimaal aantal te realiseren fietsstal- en fietsparkeerplaatsen:

Functie Fietsstalplaatsen voor bewoners, personeel of leerlingen

Fietsparkeerplaatsen voor bezoekers

Wonen 1 plaats per slaapkamer + 1 extra plaats

-

Kamerwoning/

studentenkamer

1 plaats per kamerwoning -

Kantoren 1,25 plaats / 100m² BVO* - Bedrijven en

groothandel

0,60 plaats / 100m² BVO* -

Diensten, detailhandel en

0,60 plaats / 100m² BVO* 2 plaatsen / 100m² BVO* van de publiek

(12)

horeca toegankelijke delen

Scholen

- kleuteronderwijs:

- lager onderwijs:

- secundair onderwijs

- 3 plaatsen / klaslokaal - 9 plaatsen / klaslokaal - 20 plaatsen / 100m² BVO*

-

Andere functies, waaronder: hoger onderwijs,

volwassenenonder wijs,

zorginstellingen, sportcomplexen, socio-culturele instellingen, gemeenschapsvoor zieningen,…

Parkeernorm per

bouwaanvraag op basis van het aantal bezoekers, de schaal, het type van gebruik en de capaciteit van de openbare ruimte

Parkeernorm per bouwaanvraag op basis van het aantal

bezoekers, de schaal, het type van gebruik en de capaciteit van de openbare ruimte

(*BVO = bruto-vloeroppervlakte)

Er wordt afgerond naar beneden indien het cijfer na de komma lager is dan 0,50. Er wordt afgerond naar boven indien het cijfer na de komma groter of gelijk is aan 0,50.

Op gemotiveerd verzoek kan de vergunningverlenende overheid afwijkingen toestaan op de bepalingen zoals vermeld in §1, 2° van dit artikel.

Indien een gebouw voor diensten, detailhandel, restaurant en/of café een bruto- oppervlakte van minder dan 500 vierkante meter heeft, en het geen voor- of zijtuin heeft moeten er geen fietsparkeerplaatsen voorzien worden.

§2 Inrichtingsprincipes:

Een fietsstalplaats en een fietsparkeerplaats hebben elk een afmeting van minimaal 1,5 vierkante meter per fiets, inclusief circulatieruimte. Bij de stedenbouwkundige

vergunningsaanvraag dienen op het grondplan de fietsstalplaatsen en/of

fietsparkeerplaatsen met maatlijnen aangeduid te zijn, alsook het voorziene aantal. Uit de plannen moet blijken dat de gekozen indeling en ruimte het aantallen stal- en parkeerplaatsen, opgelegd in §1, 2°, kan realiseren.

De stalplaatsen en parkeerplaatsen voor fietsen kunnen ingepast worden binnen het bouwvolume, in een specifieke constructie, een bijgebouw of in de tuinen en zijn

(13)

conform Artikel 12 “Levendige plint”, Artikel 27 “Open ruimte” en Artikel 28

“Minimale oppervlakte buitenruimte”.

Indien de stal- en parkeerplaatsen ondergronds gerealiseerd worden moeten deze via een goed toegankelijke helling, een trap met fietsgoot of een lift bereikbaar zijn.

Vanaf 30 fietsstal- of fietsparkeerplaatsen dient er minimaal 1 elektrisch oplaadpunt aanwezig te zijn. Indien het aantal te voorziene fietsstalplaatsen van 30 of meer fietsplaatsen opgedeeld wordt in verschillende ruimten dient in elk van deze ruimten een elektrisch oplaadpunt aanwezig te zijn.

Er is geen oppervlakte van 1.5m² pr fietsstalplaats voorzien. De inrichting van de

fietsenstalling is niet aangegeven op de plannen. Het is niet duidelijk of en hoe de 480 fietsen gestald kunnen worden.

Artikel 35 Afvoerkanalen en uitlaten van alle gassen

§1 Alle gassen moeten afgevoerd worden via aparte daartoe bestemde kanalen. De kanalen moeten uitmonden in de open lucht.

§2 De uitlaat moet zo geplaatst worden dat de hinder voor de omwonenden maximaal beperkt wordt. De uitlaat moet zich daarom bevinden op minstens 0,60 meter van:

verluchtingsroosters

aangrenzende opgaande gevels

§3 Het aanbrengen van afvoerkanalen in de gevels is verboden, uitgezonderd:

verluchtingsroosters in de achtergevel voor zover ze gebruikt worden voor het afvoeren van waterdampen en zij geen hinder vormen voor de omgeving.

uitmondingen van rookgassen van type C-toestellen in de achtergevel voor zover ze geen hinder vormen voor de omgeving.

§4 De uitlaat van kanalen voor de afvoer van schadelijke gassen moet zich situeren minstens boven de kroonlijst van het eigen gebouw (gemeten vanaf de uitlaat), en in ieder geval twee meter boven de bovenrand van alle deur-, venster en ventilatieopeningen, die zich binnen een straal van 4 meter bevinden, horizontaal gemeten vanaf de uitlaat van het afvoerkanaal.

De uitlaat van de noodaggregaten bevindt zich op het openbaar domein naast de helling logistieke zone en spoed, gelegen ter hoogte van het Kempisch Dok.

Naast de RWA in de zone C40-A10 is een betonnen element voorzien dat vermoedelijk als schouw functioneert.

(14)

Artikel 38: Groendaken

§1 Het is verplicht om nieuwe daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan te leggen als een groendak, indien deze daken een helling

hebben van minder dan 15° en een oppervlakte hebben van ten minste 20 vierkante meter.

§2 In afwijking van §1 moet het dak van ruimten waarvan het plafond zich bevindt onder het aangrenzende maaiveld, voorzien worden van een

grondlaag met een dikte van minimaal 1 meter, tenzij een gelijkwaardig groenplan met plantgaten wordt voorgelegd.

(…)

Er is geen grondlaag van minimum 1m hoogte voorzien boven de parking.

Parkeerparagraaf

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het

zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode (tabel) worden de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen en vermeerderen en functiewijzigingen. Waar mogelijk om parking te bouwen dient dit maximaal te gebeuren. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 630 parkeerplaatsen voor het ziekenhuis met zorgboulevard.

1. Bijstelling via advies op maat van dienst SW/Mobiliteit

De plannen voorzien in 600 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen voor het ziekenhuispersoneel en bezoekers, 30 voor het personeel van de zorgboulevard en 320 voor de bijkomende ontwikkeling van de woontorens .

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen binnen deze aanvraag bedraagt minimaal 630.

Dit aantal is toereikend.

De juiste berekening van de parkeerbehoefte van de woontorens kan pas gebeuren bij de betreffende bouwaanvraag.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en

autoparkeerplaatsen.

(15)

Artikel 30 van de bouwcode: “Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen”

§1 Parkeer- en stallingsnormen:

Bij gebouwen met een voorgevelbreedte van meer dan 8 meter (zie ook: Artikel 12

“Levendige plint” §3, 1°) moeten autostal- en autoparkeerplaatsen voorzien worden in volgende gevallen:

i) Bij woonfunctie: indien het een nieuwbouw, een herbouw en/of een

vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie betreft. Indien een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd voor enkel een vermeerdering van het aantal woongelegenheden dienen enkel de bijkomende woongelegenheden aan de normen van onderdeel 2° te voldoen.

ii) Bij functies anders dan wonen: indien het een nieuwbouw, een herbouw en/of een volume-uitbreidingen ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie betreft. Indien een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd voor een volume-uitbreiding of functiewijziging dient enkel de oppervlakte die wordt toegevoegd of van functie wordt gewijzigd in rekening te worden gebracht voor de berekening van het aantal autostalplaatsen en

autoparkeerplaatsen.

§2 In toepassing van §1, 1° van dit artikel gelden per functiecategorie volgende minimaal aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen:

centrumgebied centrumschil overig gebied aandeel bezoekers per functie (inbegrepen in norm) Woonproject met maximaal

5 wooneenheden

1 / woning 1 / woning 1 / woning 0,3 Woon- of gemengd project

met meer dan 5 wooneenheden:

- woningen > 90m² - woningen (60m² t/m 90 m²)

- woningen < 60m²

- 1,35 / woning - 1,2 / woning - 1,05 / woning

- 1,55 / woning - 1,35 / woning - 1,1 / woning

- 1,8 / woning - 1,55 / woning - 1,25 / woning

0,3

Sociale koopwoning 1 / woning 1 / woning 1 / woning 0,3 Sociale huurwoning 0,6-0,9 / woning 0,6-0,9 / woning 0,75-0,9 /

woning

0,3

Kamerwoning / studentenkamer

0,15 / kamer 0,25 / kamer 0,25 / kamer 0,2 Assistentiewoning 0,4 / kamer 1 / kamer 1,1 / kamer 0,3 Woonzorgcentrum 0,6 /

wooneenheid

0, 6 /

wooneenheid

0,6 /

wooneenheid

60%

Kantoor niet in stationsomgeving

1,10 / 100m2 bvo

1,55 / 100m² bvo 1,65 / 100m² bvo 5%

(16)

Kantoor in stationsomgeving

- A’pen- Centraal: 0,6 / 100 m²

- A’pen- Berchem:

0,8 / 100m² - A’pen-Zuid:

1 / 100m²

5%

Detailhandel (< 500m² bvo) op maat op maat op maat 89%

Detailhandel

(500m² bvo t/m 1.500m² bvo)

3,3 / 100 m2 bvo 4,3 / 100m² bvo 4,7 / 100m² bvo 94%

Detailhandel (> 1.500m² bvo)

4,7 / 100m² bvo 5,3 / 100m² bvo 6,0 / 100m² bvo 84%

horeca op maat op maat op maat hotel 74%

restaurant 80%

café 90%

Crèche (> 500m² bvo) 0,6 / 100m2 bvo 0,7 / 100m2 bvo 0,9 / 100m² bvo 95%

Basisonderwijs 0,75 / leslokaal 0,75 / leslokaal 0,75 / leslokaal Secundair onderwijs 3,3 /100

leerlingen

4,0 /100 leerlingen

4,3 /100 leerlingen

11%

Hoger onderwijs op maat op maat op maat hogeschool

72%

Volwassenenonderwijs op maat op maat op maat 95%

Sporthal 1,45 / 100m² bvo 2,0 / 100m² bvo 2,65 / 100m² bvo 96%

Andere functies Op maat Op maat Op maat

(*BVO = bruto-vloeroppervlakte)

Er wordt afgerond naar beneden indien het cijfer na de komma lager is dan 0,50. Er wordt afgerond naar boven indien het cijfer na de komma groter of gelijk is aan 0,50.

2° Wettelijke regeling compensatie: Indien het verplichte aantal autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen zoals opgelegd in §1, 2° van dit artikel niet gerealiseerd kunnen worden, moet per niet-gerealiseerde autostal- en/of autoparkeerplaats hiervoor een financiële compensatie betaald worden.

3° Overgangsbepaling: Voor de stedenbouwkundige vergunningsaanvragen kan op gemotiveerd verzoek de vergunningverlenende overheid afwijkingen toestaan op het aantal gevraagde autostaanplaatsen en/of autoparkeerplaatsen zoals vermeld in §1, 2°.

§3 Inrichting

Een autostalplaats en een autoparkeerplaats dient bepaalde minimumdimensies te hebben die het beoogde gebruik en aantal (zoals bepaald in §1, 2°) garanderen. Bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag dienen op het grondplan de autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen met maatlijnen aangeduid te zijn, alsook het voorziene aantal.

(17)

Het stallen en parkeren van auto’s (naar aanvragen bepaald in Artikel 30, §1, 1°en naar aantal bepaald in Artikel 30,§1, 2°) is toegelaten op volgende wijze, opgesomd in volgorde van voorkeur:

i) Ondergronds binnen het bouwvolume

ii) Bovengronds binnen het bouwvolume, rekening houdend met Artikel 12

“Levendige plint”

iii) Ondergronds onder tuinen indien een grondlaag met een dikte van minimaal 1 meter wordt voorzien

iv) Bovengronds in open lucht, met uitzondering van percelen met een woonfunctie van meer dan 2 wooneenheden en/of kantoorfunctie, en rekening houdend met Artikel 27 “Open ruimte” en Artikel 28 “Minimale oppervlakte buitenruimte” en binnen de draagkracht van het gebied.

Parkeerplaatsen in open lucht moeten worden ingericht in waterdoorlatend en grasdoorgroeibaar materiaal zoals grasdallen, gewapend gras of verharding met kleinschalige elementen met open voegen die tellen voor minimaal 30% van de oppervlakte. Een uitzonderingsregel is mogelijk voor parkeerplaatsen van mindervaliden om de maximale toegankelijkheid te garanderen.

De in- en uitritten van en naar de garage moeten steeds inpandig worden geconcipieerd.

De eerste 5 meter ervan, vanaf de openbare weg, mag maximaal een helling hebben van 4%.

Bij grootschalige projecten, anders dan wonen, moet er minstens één

voetgangerstoegang tot de parking rechtstreeks vanaf het openbaar domein bereikbaar zijn.

Vanaf 30 autostalplaatsen dient er een elektriciteitsvoorziening met voldoende vermogen voorzien te worden ten behoeve van elektrisch oplaadpunten voor wagens.

(18)

Beoordeling

De stedenbouwkundige aanvraag betreft de nieuwbouw van een ziekenhuiscampus met zorgboulevard, winkelstraat en ondergrondse parking.

Het project kadert in het RUP ‘Zorgsite Kempenstraat’ binnen een zone voor centrumfuncties Ce1 en een zone voor publiek domein Pu.

De site is momenteel onbebouwd, braakliggend en is gesitueerd ter hoogte van het Kempisch Dok tussen de Kempenstraat en de Noorderlaan.

Het zuidelijke gedeelte is grotendeels bebouwd met woon- en kantoortorens en een

hogeschoolcampus. In het noordelijke deel blijft er ten oosten en westen van dit project nog telkens een bouwveld dat kan worden ontwikkeld. Het westelijke

bouwveld volgt het RUP Zorgsite Kempenstraat. Het oostelijke bouwveld (W3) volgt het BPA Park Spoor Noord en is reeds vergund.

Het volledige project bestaat uit een centraal ziekenhuisgedeelte geflankeerd door twee woontorens. De twee woontorens maken geen onderdeel uit van voorliggende

vergunningsaanvraag, maar betreffen een latere te bouwen fase van het project.

De private parkeerplaatsen en de zones voor bergingen, bestemd voor de woningen, die zich in de ondergrondse constructie bevinden maken wel deel uit van voorliggende

vergunningsaanvraag.

Het geheel komt op een ondergrondse constructie van twee bouwlagen waarin de spoedafdeling, technische ruimten, parking, en fietsenstalling voor personeel van het ziekenhuis en voor bewoners van de toekomstige woontorens worden

ondergebracht.

De ondergrondse constructie ontsluit naar de Kempenstraat, met een in/uitrit voor auto’s (personeel, bezoekers, patiënten) ter hoogte van het Asiadok en een in/uitrit voor de spoedafdeling en logistiek ter hoogte van het Kempisch Dok.

De fietshelling wordt geïncorporeerd in de sleuf voor personenwagens ter hoogte van het Asiadok. In de ondergrondse constructie op niveau -1 wordt immers de fietsenstalling voor personeel en een zone voor de fietsenstalling van de woontorens voorzien. De fietsenstalling wordt in dubbele rijen boven elkaar georganiseerd

De spoedafdeling zit in de kelder die via het gebruik van patio’s ook daglicht krijgt.

Het gelijkvloers van de volledige site wordt een combinatie van zorgboulevard en

winkelstraat. De commerciële laag laat een grote doorwaadbaarheid van bezoekers, passanten, et cetera toe. Aan elk van de vier zijden bevindt zich een toegang tot het ziekenhuis.

Verdieping één en twee zijn ingedeeld in consultatieruimtes en een dagkliniek.

De derde verdieping (panoramaverdieping) krijgt een meer transparante uitwerking en bevat het restaurant.

Bovenop de ‘panorama’verdieping bevinden zich alle medisch technische diensten zoals het operatiekwartier, intensieve diensten, brandwondencentrum evenals de

afdeling dagziekenhuis,…

Hier bovenop bevinden zich L-vormig de verschillende verpleegeenheden waarop dan een administratief blok wordt geplaatst.

Als materiaal voor de gevels is gekozen voor glasmozaïek in twee lichte, glanzende kleurtinten, namelijk lichtblauw voor de oost-westgevels en lichtgroen voor de noord-

(19)

zuidgevels. Ook op de kleinere gevelvlakken aan de buitenschil wordt dit principe

doorgetrokken. De gevelopeningen bestaan enerzijds uit glasvliesgevels ter hoogte van de patio’s en de publieke ruimte en anderzijds uit diepe raamkaders.

Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in groenkleurig geanodiseerd aluminium.

De stedenbouwkundige geschiktheid van het ontwerp moet aan de hand van de geldende en verordenende voorschriften worden beoordeeld.

Er is voldaan aan artikel 8 van de bouwcode aangezien voorliggende aanvraag voorafgaand aan de indiening van de vergunningsaanvraag werd voorgelegd aan de welstandscommissie en aan de Gecoro. Op het advies van welstandscommissie wordt hierna bij de beoordeling verder ingegaan. Aan de Gecoro werd binnen de procedure opmaak ruimtelijk uitvoeringsplan Zorgsite-Kempenstraat op 6 februari 2013 en op 7 mei 2014 advies gevraagd. Hoewel een ruimtelijk uitvoeringsplan niet hetzelfde is als een bouwaanvraag, kan in dit dossier gesteld worden dat het advies van Gecoro ook geldig is voor de uitwerking van het gebouw en

zodoende voor de aftoetsing naar architecturale geschiktheid. Het RUP is namelijk opgemaakt op basis van het uitgewerkte gebouwdossier, en dit ontwerp werd mee toegelicht op de

Gecoro. Hierdoor kan het advies Gecoro integraal worden overgenomen voor de beoordeling van de architecturale geschiktheid. Aan de opgelegde randvoorwaarden werd gevolg gegeven.

Vastgesteld wordt dat de aanvraag afwijkt van artikels 1.B.6 en 3.A van het RUP Zorgsite Kempenstraat.

In het vergunningstraject van het ruimtelijk uitvoeringsplan werd beslist om de overdruk

‘ondergrondse centrumfuncties’ te laten vallen en deze toe te laten in de gehele zone publiek domein met uitzondering van de ‘constructievrije strook die aangeduid’ is op het plan.

De wijziging werd opgenomen in het plan, maar werd niet overal verwijderd uit de tekst van de voorschriften. Het betreft hier een materiële fout. Voorliggende aanvraag voldoet aan de voorschriften zoals ze in initieel bedoeld waren. De afwijking is dan ook stedenbouwkundig aanvaardbaar.

Door de beperkte gronddekking is het niet uit te sluiten dat de groenaanleg van het openbaar domein benadeeld zal worden door de ondergrondse constructie. Dit blijkt ook uit de adviezen van de betrokken stadsdiensten die hierna besproken worden. Mits er voor gezorgd wordt dat de dakplaat van de ondergrondse constructie in de zone tussen de trambedding en de dokrand overal minimum een vaste belasting kan opnemen die zorgt dat een grondpakket van minstens 1 meter en bomen van 1e grootteorde kan voorzien worden, al dan niet in talud, is deze

afwijking aanvaardbaar.

Vastgesteld wordt dat de aanvraag afwijkt van artikels 13, 29, 35 en 38 van de bouwcode respectievelijk handelend over ondergrondse en bovengrondse uitsprongen, fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen, afvoerkanalen en uitlaten van alle gassen en groendaken.

In het ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen dat het scenario stedelijke functies met ziekenhuis toelaat om onder het publiek domein bijkomende functies te voorzien die functioneel deel uitmaken van het ziekenhuis of van het programma in het bovenliggende gebouwencomplex waaronder parkeerruimten, logistieke ruimten, specifieke afdelingen van het ziekenhuis en toegangen tot deze ondergrondse constructies. Voor de ondergrondse bouwlagen en toegangen hier naartoe kan dan ook een afwijking worden toegestaan.

De private rioleringselementen die onder het openbaar domein zijn voorzien, zijn echter niet aanvaardbaar, zoals ook opgenomen in het advies van AG Vespa. Deze dienen dan ook voorzien te worden in de zone dat niet overgedragen zal worden naar het openbaar domein.

(20)

De fietsstallingen dienen ingericht te worden conform de inrichtingsprincipes uit de

bouwcode of er moet een systeem worden voorgelegd waaruit blijkt dat de benodigde plaatsen op kwalitatieve wijze kunnen voorzien worden op de aangeduide oppervlakte.

De schouw voor de noodaggregaat van het ziekenhuis is voorzien op openbaar domein naast de helling logistieke zone en spoed. Naast de RWA aan Noordwestelijke hoek van het openbaar domein in de zone C40-A10 is een betonnen element voorzien dat vermoedelijk dienst doet als schouw. Beide elementen voldoen niet aan de bouwcode en dienen dan ook uitgesloten te worden uit de vergunning. Afvoerkanalen en uitlaten dienen op het eigen perceel en conform de voorschriften van de bouwcode uitgevoerd te worden.

Indien een kwalitatieve aanleg van het openbaar domein met voldoende groenvoorziening gewaarborgd kan worden, is een afwijking op het overal voorzien van een grondlaag van minimum 1 meter hoogte, stedenbouwkundig aanvaardbaar. Door de voorwaarde op te leggen dat de dakplaat van de ondergrondse constructie in de zone tussen de trambedding en de dokrand overal minimum een vaste belasting moet kunnen opnemen die zorgt dat een grondpakket van minstens 1 meter en bomen van 1e grootteorde voorzien kan worden, komt deze aanleg niet in het gedrang.

Bij het beoordelen van de aanvraag moet de aanvraag tevens afgetoetst worden aan zijn verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening.

ARCHEOLOGIE

Het projectgebied ZNA bevindt zich in een zone die op de Lokale Archeologische advieskaart wordt aangegeven als archeologisch aandachtsgebied, vanwege de nog aanwezige restanten van de Schijnsluis, onderdeel van de Spaanse omwalling rond Antwerpen die in oorsprong dateert uit de 16de eeuw. In de Franse periode liet Napoleon de bestaande bastions

(bolwerken) moderniseren en tekende hij een grote verbreding van de versterking uit. Ten noorden werd een tweede omwalling gebouwd met nieuwe fronten, bastions en grachten.

Onder Hollands bewind werd een gedeelte van deze plannen verder uitgevoerd. De

Schijnsluis kadert in de realisatie van deze noordelijke uitbreiding. De sluis had tot doel het waterpeil te regelen van de voorgracht en de stadsgracht. Het bestond uit een open kanaal met sluisdeuren in de voorgracht en een ondertunneld kanaal doorheen het 19de-eeuwse bastion Schijn. Hierna sloot het aan op de stadsgracht.

In juli 2015 werd de Schijnsluis door het archeologisch bedrijf All-Archeo op het bouwperceel uitgegraven tot op funderingsniveau en archeologisch geregistreerd. Naar aanleiding van dit onderzoek kon een goed beeld gevormd worden van de constructie van de Schijnsluis. Anderzijds bleek op basis van iconografisch onderzoek en met het oog op de geplande ondergrondse uitbreiding van de parking tot onder de Kempenstraat, dat onder de wegenis het vervolg van de Schijnsluis kan worden aangetroffen. De bewaringstoestand en het bouwplan van de aansluitende onderdelen is echter niet gekend. Indien de archeologische resten van het vervolg van de Schijnsluis door de werken worden aangesneden, dienen zij archeologisch te worden gedocumenteerd.

Anderzijds dient naar behoud en integratie van de Schijnsluis in het nieuwbouwproject aandacht te worden besteed aan de valorisatie van representatieve onderdelen ervan in de patio’s. Binnen het project ZNA dient extra duiding te komen om het geheel van de

Schijnsluis historisch en landschappelijk te kaderen. Deze communicatie kan versterkt worden door historische foto’s en opgravingsbeelden ter hoogte van de oorspronkelijke locatie.

(21)

NEVENFUNCTIES

Gelijkvloers worden commerciële ruimten en een zorgboulevard gecreëerd. Dit wordt ook zo aangeduid op de plannen. Een belangrijke nuancering moet hier meegegeven worden, aangezien de locatie niet gelegen is in afgebakend kernwinkelgebied en de voorziene detailhandel ondersteunend moet zijn aan de hoofdfunctie ziekenhuis:

- de gelijkvloers kan volledig commercieel zijn (“de beschikbare oppervlakte zal invulling met allerhande commerciële activiteiten bepalen”). Onder commerciële functies wordt dan wel niet alleen detailhandel verstaan maar ook horeca, kantoren, vrije beroepen e.d.

- de gelijkvloerse verdieping kan niet volledig detailhandel zijn. We stellen limieten voor omdat grote handelsruimten en/of teveel handelsruimte steeds een neveneffect heeft van bijkomende verkeersgeneratie, parkeerplaatsen en laad- en losverkeer dat niet altijd in synergie is met de hoofdfunctie (zorgfunctie). Per detailhandelsruimte vragen we een limiet van 600m² en een totale oppervlakte detailhandel van maximaal 2000m². Dit biedt voldoende mogelijkheden naar commercialisatie en laat voldoende ruimte toe voor de hoofdfunctie en andere nevenfuncties.

Beperkte kantoorfuncties / zakelijke diensten gelinkt aan de zorgsector zouden eventueel ook kunnen, daar de site deel uitmaakt van de strategische kantorenlocatie Eilandje zoals voorzien in de beleidsnota kantoren.

WELSTAND

Voorliggende aanvraag werd op 19 juni 2015 voorafgaand voorgelegd aan de welstandscommissie. Zij verleende een voorwaardelijk gunstig advies met volgende motivatie:

De welstandcommissie apprecieert de hoge graad van verfijning die uit de gemaakte keuzes blijkt. Ze vraagt voldoende aandacht te hebben voor de aansluiting op het openbaar domein.

De welstandscommissie vraagt tevens om de meer private delen van het ziekenhuis zoals de verpleeg- en consultatieruimtes en de kamers met eenzelfde aandacht voor detail en in eenzelfde geest en atmosfeer uit te werken, uiteraard rekening houdend met de specifieke materiaaleisen, zodat er geen breuk ontstaat maar een harmonische aansluiting van de verschillende afdelingen.

MOBILITEIT

De aanvraag betreft de bouw van een nieuw ziekenhuis met 400 bedden en een zorgboulevard met winkelruimtes van 2900m².

Parkeerbehoefte en bijstelling mobiliteit:

Een analyse door de stedelijke dienst voor mobiliteit bracht aan het licht dat het aantal parkeerplaatsen voor de Antwerpse ziekenhuizen tussen 1 en 1,5 per bed bedraagt. Tevens kan gesteld worden dat deze ziekenhuizen niet kampen met een noemenswaardige overlast op parkeergebied. Het aantal parkeerplaatsen voor de Nederlandse ziekenhuizen ligt tussen 1,2 en 1,7 plaatsen per hospitaalbed. In het RUP Zorgsite Kempenstraat is de parkeernorm voor het ziekenhuis opgenomen van 1.5 parkeerplaatsen per bed.

Omgerekend voor het nieuwbouwziekenhuis betekent dit 400 x 1,5 = 600 parkeerplaatsen.

(22)

De bereikbaarheid van de site voor voetgangers, fietsers en OV-gebruikers wordt in de nabije toekomst – en volgens de timing vòòr ingebruikname van het ziekenhuis – sterk verbeterd (omvorming IJzerlaanbrug tot brug voor fietsers en voetgangers, voet- en fietsbrug over Noorderplaats, realisatie Brabo 2 met bijkomende tramlijnen en halte voor de deur van het ziekenhuis, heraanleg Kempenstraat en knip Kempenstraat en Hardenvoortstraat,

optimaliseren looproutes naar zuidelijke deel Kop Spoor Noord via oversteek/onderdoorsteek Hardenvoortviaduct).

Gezien het aantal werknemers dat binnen een straal van 10km woont, kan fietsen en te voet gaan worden gestimuleerd door praktische en financiële stimuli, zoals beperken

parkeercapaciteit voor werknemers, voldoende en comfortabele fietsenstallingen en douches en lockers voor fietsers, fietsvergoedingen, aansluiten op Velo-systeem, terugbetaling OV- abonnementen, informeren over vervoersalternatieven.

Een aantal van deze maatregelen zijn ook voor bezoekers een stimulus om zich duurzamer te verplaatsen (OV-aanbod, fietsinfrastructuur, maatregelen voetgangersnetwerk). Bovendien wordt verwacht dat ongeveer 64% van patiënten (en bezoekers) uit de districten Antwerpen (2000 en 2060), Borgerhout, Deurne en Berchem zal komen, naar analogie met het

patiëntenbestand van het huidige Stuyvenbergziekenhuis.

Er wordt berekend dat er 82 werknemers zullen zijn voor de zorgboulevard. Hiervoor worden 30 parkeerplaatsen voorzien.

De werkelijke parkeerbehoefte voor het ziekenhuis met zorgboulevard is 630.

De woontorens maken geen deel uit van deze bouwaanvraag. Er worden wel al 320

parkeerplaatsen voorzien in de ondergrondse parking voor deze ontwikkelingen. Hier wordt gerekend met een parkeernorm van 1.1 parkeerplaats per woning. Voor de geschatte 290 woningen zijn dit 320 parkeerplaatsen.

De parkeernorm uit de bouwcode is afhankelijk van de grootte van de appartementen (1.05 bij woningen < 60m², 1.2 tussen 60m² en 90m², 1.35 voor woningen > 90m²)

De juiste berekening van de parkeerbehoefte van de woontorens kan pas gebeuren bij de betreffende bouwaanvraag.

Nuttige parkeerplaatsen:

Er worden 950 parkeerplaatsen voorzien in de ondergrondse parking. 600 voor personeel en bezoekers van het ziekenhuis, 30 voor het personeel van de zorgboulevard en 320 voor de bijkomende ontwikkeling van de woontorens die niet zijn opgenomen in deze aanvraag.

De huidige 320 voorziene parkeerplaatsen voor de woontorens mogen niet gebruikt worden voor het ziekenhuis. Deze moeten afgesloten worden tot ze gebruikt zullen worden voor de bijkomende ontwikkeling.

Parkeerplaatsen van het ziekenhuis en parkeerplaatsen voor de bewoners worden dus best fysiek van elkaar gescheiden. Het inrichten van een bezoekersparking met rotatief karakter en residentieel bewonersparkeren zijn niet compatibel als systeem.

(23)

Ontsluiting/bereikbaarheid:

De Kempenstraat vormt de ontsluitingsas van het ziekenhuis voor autoverkeer. De toegang tot de ondergrondse parking van de site bevindt zich ten zuiden van het Asiadok, ten NO van het eigenlijk projectgebied, en wordt ontsloten via Asiadok-Zuidkaai. Deze in- en uitrit biedt ook toegang tot de ondergrondse parking van de woontoren in nog te ontwikkelen veld W3 van het BPA ‘park spoor noord’ (ten oosten van de nieuwe ziekenhuissite). Daarnaast wordt een aparte in- en uitrit voorzien voor de parking van de spoedafdeling (ziekenwagens en

bestelwagens) en de logistieke afdeling. De inrit van voor de spoed/logistiek wordt in dit plan getekend als hoofdingang en de parking als secundaire ingang.

In de toekomstige heraanleg van de Kempenstraat en het openbaar domein voor het

ziekenhuis, moet de inrit van de parking duidelijk weergegeven worden als hoofdtoegang. Er moet vermeden worden dat gewoon autoverkeer naar de parking in conflict komt met de ziekenwagens en leveringen die de andere toegang gebruiken.

Fietsvoorzieningen:

Op basis van de vooropgestelde modal split zal 23% van de werknemers met de fiets naar het werk komen.

De norm voor fietsenstallingen van 1.15 per bed werd opgenomen in het RUP Zorgsite Kempenstraat.

Op basis hiervan wordt het aantal fietsenstallingen bepaald. (400 x 1.15 = 460)

Voor het personeel worden 480 fietsenstallingen voorzien in de ondergrondse parking. Deze zijn te bereiken via een aparte fietshelling. Het eerste deel van de helling is 7%, het 2de deel is 3.3%. De hellingen voldoen hiermee aan de inrichtingsprincipes opgenomen in de bouwcode.

In de helling staat een kolom die hinderlijk kan zijn voor de toegang voor fietsers. Er moeten veiligheidsmaatregelen genomen worden om dit te verbeteren.

De oppervlakte van de fietsenstalling is 316m² (11.42m x 27.70m = 316.3m²)

Volgens de bouwcode is een oppervlakte van 1.5m² pr fietsenstalling nodig. Op 316m² kunnen +/- 210 fietsen gestald worden.

De inrichting van de fietsenstalling is niet aangegeven op de plannen. Het is niet duidelijk of en hoe de 480 fietsen gestald kunnen worden.

De inrichting van de fietsenstalling voor personeel moet voldoen aan de inrichtingsprincipes uit de bouwcode en plaats bieden aan 480 fietsen. Er dient volgens de bouwcode ook rekening gehouden te worden met fietsen met speciale afmetingen en ten minste per dertig fietsen een elektrisch oplaadpunt worden voorzien.

Voor bezoekers en patiënten worden 210 plaatsen voorzien nabij de ingang van het

ziekenhuis. In eerste instantie wordt een tijdelijke fietsstalling gerealiseerd. Bij definitieve heraanleg van het openbaar domein rond de Kempenstraat krijgen deze een plaats nabij de tramhalte, tegenover de ingang van het ziekenhuis. De oppervlakte en inrichting van de tijdelijke fietsenstalling is niet aangegeven op de plannen.

De inrichting van de (tijdelijke) fietsenstalling voor bezoekers en patiënten moet voldoen aan de inrichtingsprincipes uit de bouwcode en plaats bieden aan 210 fietsen.

Bij de aanleg van het openbaar domein moeten de definitieve fietsenstallingen voorzien worden nabij de tramhalte en de fietsvoorzieningen. Ze moeten plaats bieden aan 210 fietsen.

Deze moeten voldoende kwalitatief zijn en bij voorkeur overdekt.

(24)

Voor de toekomstige woontorens worden casco ruimtes voorzien waar de fietsenstallingen kunnen voorzien worden. Als we uitgaan van 290 gemiddelde appartementen met 2 slaapkamers moeten deze ruimtes voldoende groot zijn om 870 fietsen te kunnen stallen.

Hiervoor is een oppervlakte van 1300m² nodig.

Voor de woontorens moeten casco ruimtes voorzien worden van 1300m² waarin de

fietsenstallingen ingericht kunnen worden. Deze ruimte zal moeten afsluitbaar zijn, met enkel toegang voor bewoners. Daarom is het niet wenselijk dat de koelgroepen enkel via deze fietsenstalling toegankelijk zal zijn.

In de mobiliteitsstudie wordt verwezen naar enkele toekomstige voetgangersverbindingen en de manier waarop het gebouw hierop zou anticiperen. De noord-zuid assen voor voetgangers en fietsers die werden voorgesteld in het masterplan voor Park Spoor Noord werden

opgenomen in de wedstrijdbundel. Er werd een schematische vertaling gemaakt in de mobiliteitsstudie die aan deze bouwaanvraag gekoppeld werd.

De voorliggende plannen doen op het niveau van de architectuur weinig uitspraak over deze zachte verbindingen. Vooral de Noord-zuid doorsteek door het gebouw is weinig

uitgesproken.

Deze zachte verbindingsassen spelen een belangrijke rol bij het realiseren van de te behalen modal split. Door beide percelen samen te ontwikkelen kan de oorspronkelijke zachte verbinding tussen beide percelen (nu door het gebouw) onvoldoende de doorwaadbaarheid van de site garanderen en wordt de oostelijke tunnel onder de Noorderlaan nog belangrijker.

Daarom is het belangrijk dat onder andere het tunneltje onder de Noorderlaan ook effectief wordt gerealiseerd.

Laden en lossen:

Laden en lossen gebeurt in de ondergrondse parking. Er is een aparte toegang voor logistiek verkeer en ziekenwagens die los staat van de toegang voor parkeren.

Op het plein voor het ziekenhuis is geen verkeer toegelaten.

VERKEERSVEILIGHEID

De site van ZNA is een gebied in volle ontwikkeling. Niet enkel de bouw van het nieuwe ziekenhuis, maar ook de inrichting van de nieuwe woontorens, projectgebied W3 en de inrichting van het openbaar domein kennen onderling veel interactie. Het is dan ook

aangewezen om de plannen op elkaar af te stemmen en deze samen te bekijken. De bouw van ZNA en de ligging van de toegangswegen naar de site bepalen de verdere ontwikkeling van het openbaar domein rondom de ontwikkeling.

De bouwaanvraag doet geen uitspraken over de inrichting van de directe omgeving van de gebouwen.

De panoramische verdieping kent een uitspringing, die zich boven het trottoir/fietspad van de Noorderlaan bevindt. Het uitspringen van de gevel levert zowel bij de bouw van de site als bij onderhoudswerken problemen op de Noorderlaan op. Het onderhoud van deze uitspringing zal ervoor zorgen dat niet alle rijstroken op de Noorderlaan benut kunnen worden. Ook bestaat het risico op beschadiging aan het wegdek (bv. door vallend materieel). Vanuit verkeersveiligheidsoogpunt is het niet wenselijk om de uitspringing in de gevel te voorzien.

Er dient nagekeken te worden of de hellingen en vrije hoogtes van de parking volstaan om alle leveringen mogelijk te maken via verdieping -1. Parkeren of laden en lossen op het openbaar domein kan niet worden toegestaan.

(25)

Het parkeren van voertuigen dient te gebeuren binnen de eigen site. Verkeerspolitie stelt zich vragen bij de ambitieuze modal split. Een vermindering van het aantal voorziene

parkeerplaatsen mag niet betekenen dat de parkeerdruk in de omliggende wijken zal

verhogen. Maatregelen dienen niet enkel afgestemd te worden met andere vervoersmodi, maar ook met het parkeerbeleid in de omliggende wijken.

De aansluiting van de fietshelling in de parking en op het maaiveld moet beter in beeld gebracht worden. In de huidige aanvraag is het nog onduidelijk hoe fietsers op een veilige en logische manier de fietsenstallingen kunnen bereiken en verlaten.

In de bijgevoegde mobiliteitsstudie wordt gesproken over een voetgangersoversteek over de Noorderlaan. Doordat de voorgestelde locatie in de omgeving van een bocht ligt, de

Noorderlaan een toegelaten snelheid van 70km/h heeft en de rijweg 2x2 rijbanen telt, dient er gekozen te worden voor de plaatsing van verkeerslichten en een plaatselijke verlaging van de toegelaten snelheid.

Om verkeersintensiteiten te kunnen bepalen voor het kruispunt Noorderlaan-IJzerlaan- Asiadok Oostkaai, dient ook een schatting gemaakt te worden van de productie/attractie van projectgebied W3. Deze dient mee opgenomen te worden in de MOBER/Mobiliteitsstudie.

OPENBAAR DOMEIN / WATERBEHEER / STADSBEHEER Context

De aanvraag omvat de aanleg van ondergrondse ruimtes onder het openbaar domein van de stad Antwerpen. De aanleg van de openbare ruimte op deze ondergrondse ruimtes maakt geen deel uit van de aanvraag. Deze zal door stad Antwerpen voorzien worden.

Ook al maakt de aanleg van het openbaar domein geen deel uit van deze aanvraag, de opbouw en hoogteligging van de ondergrondse constructies hebben wel grote invloed op de

mogelijkheden voor de afwerking van het openbaar domein. Het is dus van belang dat het dak van de ondergrondse ruimtes de juiste randvoorwaarden zal bieden voor de aanleg van een technisch en esthetisch kwaliteitsvol openbaar domein, dat bovendien binnen de reguliere werking van de stad onderhouden kan worden.

Gronddekking

De stad laat gewoonlijk geen gronddekking toe van slechts 35 cm op een privé-constructie onder openbaar domein. Binnen deze hoogte is het technisch niet mogelijk om een

kwalitatieve hoogwaardige openbare rioolinfrastructuur aan te leggen en te beheren.

De plannen bevatten overigens tegenstrijdige informatie over de gronddekking. Het grondplan van niveau 0 toont, dat de gronddekking op de meeste plaatsen een dikte heeft van 35 cm. De toekomstige trambaan heeft een dekking van 60 cm. De snede toont echter, dat het toekomstig maaiveld volledig pas ligt op een hoogte van -0.17m ten opzichte van de nulpas. De

bovenkant van de betonplaat van het dak ligt overal op -0.60m ten opzichte van de nulpas.

Volgens deze snede is er dus geen ruimte voor een trambaan van 60 cm, tenzij deze zal uitsteken ten opzichte van het gesuggereerde maaiveld. De kruin van de trambedding komt dan boven de hoogte van de nulpas van het ziekenhuis. Dit betekent dat het toekomstig voetpad tussen de trambaan en het ziekenhuis zal moeten afhellen in de richting van de gevel van het ziekenhuis.

(26)

Het beheer van de afwatering van het openbaar domein boven de parking tussen voorgevel en trambedding zal om bovengenoemde redenen een last moeten zijn van de gebouweigenaar.

Bij het ontwerp van de interne riolering van het gebouw is verdere afstemming met de betrokken stadsdiensten noodzakelijk.

De beperkte gronddekking van 35 cm ( met kleinere zones van 15 en 85 cm ) op een privaat ondergrondse constructie legt ernstige beperkingen op de toekomstige realisatie van openbaar groen.

Enkel met technieken welke algemeen toegepast worden bij de realisatie van daktuinen is het mogelijk een kwalitatief hoogstaande groenzone te ontwikkelen. Dit heeft niet alleen een direct financiële consequentie voor de bouwfase, ook in het onderhoud en beheer zullen er extra wederkerende “schaduwkosten” zijn ( irrigatie, energieverbruik).

Gevelwater

De gevels van het gebouw hebben een zeer grote oppervlakte. Bij regenval zal veel water via de gevels naar beneden kunnen stromen. Op de ontwerpplannen is onduidelijk hoe de

afwatering hiervan zal gebeuren. Het regenwater dat via de gevels naar beneden stroomt mag niet vrijuit op het voetpad afstromen. Dit dient af te stromen op de privatieve riolering.

Gebruiksbelasting

De zone tussen de trambedding en de bouwgrens van de ondergrondse zone heeft volgens de aanvraag een maximaal toegelaten gebruiksbelasting van 5kN/m². Dit is zeer weinig. Het is misschien technisch mogelijk om deze zone fysiek af te bakenen voor gemotoriseerd verkeer, maar dit brengt een ernstig risico mee voor de stad. Aangereden paaltjes kunnen zorgen voor lekken in het dak van de ondergrondse zone. Moedwillige overtredingen kunnen de

constructie beschadigen. Daarnaast heeft deze lage gebruiksbelasting als gevolg, dat de openbare ruimte niet op een reguliere manier onderhouden kan worden. Er kunnen geen veeg- en strooiwagens op het fietspad rijden. Het gras kan niet met een regulier maaivoertuig

gemaaid worden. O&U stelt daarom als voorwaarde dat het hele dak een gebruiksbelasting van min. 10 kN/m² heeft, zodat het risico voor de stad beperkt blijft en regulier onderhoud mogelijk is.

Vaste belasting

Het conceptplan toont dat het de intentie is om veel bomen te voorzien op het openbaar domein. Er is nog geen ontwerp voor de aanleg van het openbaar domein, dus de precieze plaats van de bomen is nog niet bekend. De volledige zone tussen het fietspad en de dokrand moet geschikt zijn voor het inplanten van bomen. Het dak zal in deze volledige zone

voldoende draagkracht moeten hebben om het te kunnen belasten met een grondpakket van minstens 1 meter en bomen van 1e grootteorde.

(27)

Grondwater en bodemhangwater

Om de negatieve gevolgen op het grondwatersysteem te beperken, dient het grondwater dat opgepompt wordt tijdens de bouwwerken (bronbemaling) geloosd te worden in het aanpalend havendok en mag het niet uitstromen in de openbare riolering. Om de effecten op langere termijn beperkt te houden, dienen ondergrondse constructies waterdicht te zijn en mogen niet voorzien worden van een permanent drainagesysteem.

Gezien de zeer grote oppervlakte van het ondergronds bouwvolume moet er voldoende aandacht geschonken worden aan drainagetechniek ten behoeve van de afvoer van grond- en hangwater om zones met “drijfzand” te voorkomen op de constructie.

Verordening hemelwater

Bouwheer vraagt een afwijking aan van de bepalingen in de gewestelijke verordening

hemelwater om in totaal 63 m3 hemelwater voor hergebruik op te vangen (meer dan 10m3 die maximaal wordt toegestaan). Gelet op de onderbouwing van dit bijkomende volume (groot aantal toiletten worden aangesloten), is dit volume toegelaten en kan gunstig geadviseerd worden over de afwijking.

Aanleg van de private buitenruimte

De aanleg van het private terrein met openbaar karakter maakt wel deel uit van de aanvraag.

Qua afwerking dient dit aan te sluiten bij de aanleg van de aangrenzende openbare ruimte. Dit betekent dat het terrein aangelegd moet worden in platines, steensoort Kandla Grez.

De footprint van de toekomstige woontorens dient op degelijke wijze aangelegd te worden, hetzij in kleinschalig bestratingsmateriaal, hetzij als groenzone. Zichtbare dakbedekking of een asfaltvlak zijn niet toegestaan.

Brabo 2

Bij de verdere technische afstemming tussen de trambaan en de ondergrondse parking moet een voorstel uitgewerkt worden dat geen afbreuk doet op het vergunde ontwerp Brabo 2. Dit voorstel dient voorafgaand aan de gunning ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de betrokken stadsdiensten.

Nooduitgangen op openbaar domein

De nooduitgangen zijn in de aanvraag voorzien als luiken. Voor de dienst O&U is dit een aanvaardbare oplossing. De brandweer geeft hierop echter negatief advies: de vluchtroute dient via een deur te verlopen. Het gevolg is, dat de nooduitgangen ofwel in een patio moeten worden ingebouwd, ofwel voorzien moeten worden van een opbouw. Uit oogpunt van

onderhoud en veiligheid geeft de dienst O&U de voorkeur aan een toegangsgebouw. Deze gebouwtjes zijn ten laste van de aanvrager. De detaillering van de opbouwen dient

voorafgaand aan de gunning ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de betrokken stadsdiensten.

(28)

Fietsenstalling voor bezoekers

Het conceptplan suggereert, dat de fietsenstalling voor bezoekers op het openbaar domein ingeplant wordt. De fietsenstalling is niet erg gunstig geplaatst ten opzichte van de toegang van het ziekenhuis. Men moet om de tramperrons heen en over de sporen om de toegang van het ziekenhuis te bereiken. Daarnaast is het voor O&U niet aanvaardbaar dat het openbaar domein wordt ingenomen voor de aanleg van een private fietsenstalling. O&U legt daarom op dat de fietsenstalling voor bezoekers op het eigen terrein van het ziekenhuis georganiseerd moet worden.

Bemaling

Tijdens de realisatie van het ondergronds volume zullen de directe gevolgen van de bronbemaling voor de hoogstambomen in de onmiddellijke omgeving de nodige aandacht dienen te krijgen. Door verlaging van de grondwatertafel kan het wortelgestel extreem uitdrogen. Een gesloten bronbemaling of extra watergift kan noodzakelijk zijn.

ADVIES VESPA/STADSPROJECTEN

Afstemming Brabo 2 – aanleg openbaar domein

Ter hoogte van het bouwperceel zullen parallel aan de uitvoering van het ziekenhuis andere projecten in uitvoering gaan. De tramlijn en fiets- en voetpaden in kader van Noorderlijn (Brabo 2) en de toekomstige aanleg van het openbaar domein komen bovenop de

ondergrondse constructie van de parking en de logistieke zone van het ziekenhuis. Verdere afstemming tussen de verschillende projecten is noodzakelijk.

Aanleg publieke ruimte en aansluitend openbaar domein 1. Aansluiting openbaar domein.

Voorliggende bouwaanvraag beoogt de maximale verankering van het project in zijn omgeving door middel van oostwest en noordzuid verbindingen flankerend aan en door het nieuwe ziekenhuis. Deze assen werden vastgelegd in het BPA Spoor Noord en overgenomen in RUP Zorgsite Kempenstraat. De aansluiting tussen de publieke ruimte van het ziekenhuis en het omliggende openbaar domein is van cruciaal belang voor een doorwaadbaar en toegankelijk ziekenhuis en een leesbare routing doorheen het projectgebied. De vormgeving en materialisatie van deze aansluitingen moet verder ontworpen worden bij opmaak ontwerp openbaar domein in overleg met de betreffende stadsdiensten.

Het ziekenhuis wordt terugspringend ten opzichte van het viaduct ingeplant. Hierdoor ontstaat een circulatiezone die de noord zuidstraat voor voetgangers en fietsers met de toekomstige ondertunneling van het viaduct ten oosten van het ziekenhuis verbindt met de toegang van het ziekenhuis vanop het viaduct. Vanuit deze zone zijn een aantal commerciële functies van het ziekenhuis bereikbaar. Op de bouwaanvraag plannen staat, op de kruising met de noord zuid straat ten oosten van het ziekenhuis, een O² installatie ingetekend die de doorgang in deze zone sterk vernauwd. De installatie heeft een hoogte van 13, 17m.

De bevoorrading van de O² - installatie kan enkel gebeuren via de noord zuid straat. In deze straat zal in de toekomst een verbod gelden voor gemotoriseerd verkeer wat in tegenspraak is met de toelevering van deze installatie.

2. Dak ondergrondse constructie

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

de blokmarkeringen ter hoogte van het fietspad worden niet gemarkeerd en het artikel wordt uit het aanvullend reglement verwijderd;.. aangezien de fietsoversteken niet onder

Aanvullend verkeersreglement voor de Kruishofstraat in de districten Antwerpen en Wilrijk Artikel 1: het eenrichtingsverkeer, uitgezonderd voor fietsers, wordt ingevoerd in

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

Het Letterenhuis, het Museum aan de Stroom, het Museum aan de Stroom/Collecties Vleeshuis, het Museum aan de Stroom/Etnografische collecties, het Museum Plantin

Het College van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontwerpbesluit betreffende bovenvermelde aangelegenheid en beslist dit dossier te agenderen voor de eerstkomende

1° moet op minimum 2,60 meter boven het aangrenzende maaiveld geplaatst worden, 2° dient te voldoen aan de voorschriften van artikel 14 met betrekking tot uitsprongen

2020 wordt een onvergetelijk sportjaar voor Antwerpen waarin de oude vergeten olympische sporten alsook de nieuwste olympische disciplines fel in de kijker

bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde