Verslag aan de Provincieraad
betreft WELZIJN : BESCHERMDE TEWERKSTELLING EN OPLEIDING
beleidsopties 2004
verslaggever de heer Jean-Pierre Van Der Meiren
Mevrouwen en mijne Heren,
Op het krediet voor beschermde tewerkstelling en opleiding artikelnummer 84900-64011 (subsidies en werkingsmiddelen samen) van de provinciale begroting 2004 werd 237 600 euro voorzien en is nog 237 600 euro besdchikbaar.
De Bestendige Deputatie stelt voor om deze middelen prioritair te besteden aan de subsidiëring van zgn. arbeidszorginitiatieven en
trajectbegeleiding voor arbeidszorg.
1. Sector arbeidszorg
De verspreiding van de term arbeidszorg in onze samenleving wordt nog steeds niet vertaald in erkenning, reglementering en politieke aandacht voor deze werkvorm op alle niveaus en binnen alle gebieden. Bovendien moeten de relaties tussen arbeid, niet-arbeid, zorg en ziekte zich nog beter uitkristalliseren in onze maatschappij. Kenmerkend voor de doelgroep is dat alle vier elementen aanwezig zijn, maar steeds in andere onderlinge
verhoudingen naar gelang persoon en tijdstip.
De sociale en economische wetgeving houdt daar maar met node rekening mee. Hier ligt dan ook een taak weggelegd voor het provinciebestuur om actoren samen te brengen, de netwerkvorming te bevorderen en een impulsbeleid te voeren.
Op 8 december 1999 keurde de Provincieraad voor de eerste keer de beleidsopties beschermde tewerkstelling en opleiding goed. Naast
ondersteuning van vernieuwende projecten voor opleiding, tewerkstelling en sociale economie, wenste hij de oprichting en subsidiëring van een provinciaal platform arbeidszorg (PAOV) te ondersteunen. Met de oprichting van het PAOV heeft het provinciebestuur bewust gekozen voor een duurzame organisatorische en financiële ondersteuning van deze nieuwe werkvorm die via arbeid op maat stimuleert dat doelgroepmedewerkers zich beter kunnen integreren in onze maatschappij.
registratienr. 0417513
De beleidskeuze voor een substantiële ondersteuning werd
doorgetrokken naar de ambtelijke ondersteuning van de bewuste sector. Op 3 juni 2002 trad in het kader van de sociale maribel een voltijds coördinator arbeidszorg in dienst. Hierdoor werd de dienstverlening geïntensifieerd in het aanbieden van meer ondersteuning, opvolging en coördinatie voor het
werkveld. Naast deze arbeidsintensieve praktische taken houdt de coördinator arbeidszorg zich bezig met beleidsmatige activiteiten op het gebied van sociale economie en de opleiding en tewerkstelling van kansengroepen.
Ontwikkelingen op Vlaams niveau
De erkenning van arbeidszorg gebeurt trapsgewijs, met tot nu toe enkel de initiatieven binnen sociale werkplaatsen en voorzieningen uit de gehandicaptenzorg. Daarbij gaat het om twee verschillende methodieken, respectievelijk atelierwerking en begeleid werk (zie Vlaamse regelgeving : bijlage 1 en 2).
De erkenning was het werk van 2 verschillende ministers. Sinds de nieuwe Vlaamse Regering is aangesteld is er nu ook een Vlaams Minister voor sociale economie, met name Kathleen Van Brempt. Zij wordt het belangrijkste aanspreekpunt voor de sector. Op federaal niveau is er een aanspreekpunt in de persoon van de staatssecretaris voor sociale economie Els Van Weert.
Echter ook de minister van sociale zaken Christian Dupont is een aanspreekpunt.
Arbeidszorg is sinds 1999 een nieuw begrip in de
gehandicaptensector. Het is bestemd voor personen die ingeschreven zijn in het Vlaams Fonds met de zorgindicering “tehuis niet-werkenden”, “beschermd wonen” of “dagcentrum”. Via de methodiek begeleid werk tracht men buiten de instelling een job op maat te vinden voor deze personen. Het gaat hier over niet-verloonde arbeid. Het arbeidsproces wordt op hun mogelijkheden
afgestemd en een jobcoach begeleidt het volledige proces. Opgemerkt moet worden dat binnen de gehandicaptensector ook de methodiek atelierwerking wordt gebruikt.
Wat de sociale werkplaatsen betreft is er een belangrijke eerste stap gezet door de inwerkingtreding van het nieuwe decreet op de sociale
werkplaatsen waardoor meer initiatieven erkend zullen worden en sociale werkplaatsen van een bepaalde omvang voortaan ook arbeidszorg kunnen aanbieden. De doelgroepmedewerker arbeidszorg wordt toegeleid door de geïntegreerde basisdienstverlening van de lokale werkwinkels.
Voor de geestelijke gezondheidszorg ging ondersteuning dit jaar in zicht komen, na de evaluatie van een experiment ‘activering’ rond de inhoud van de dagactiviteiten (arbeid, ontspanning, vrijetijdsbesteding, enz.) buiten het psychiatrische ziekenhuis. De inrijpoort voor dit onderzoek is beschut wonen.
Momenteel werd echter nog niet beslist door de nieuwe regeringen.
Een laatste groep bestaat uit onafhankelijke initiatieven, initiatieven van lokale besturen en van centra algemeen welzijnswerk. Het blijft onduidelijk wat er gaat gebeuren met onafhankelijke initiatieven. De sector van het
algemeen welzijnswerk beschouwt het organiseren van arbeidszorg niet als een kerntaak, maar het wordt toch opgenomen door sommige centra. De laatste paar jaar bouwt men af of draagt men over. In het kader van hun tewerkstellingsopdracht, ontplooien ocmw's vele initiatieven voor
kansengroepen. Arbeidszorg is alles behalve prioriair, doch blijft een optie.
Men verwijst cliënten door of zorgt zelf voor een aanbod.
De diverse deelsectoren blijven eraan hechten om als één geheel te worden beschouwd. De eenheid wordt belichaamd door het intersectoraal en interprovincikaal overlegorgaan van de Rondetafel arbeidszorg.
De werking van het PAOV werd de voorbije jaren zoveel als mogelijk afgestemd op de Vlaamse rondetafelgesprekken. Op 2 juni 2001 stelde het PAOV formeel de vraag of het kon deelnemen aan de gesprekken. Als gevolg daarvan is het PAOV vanaf 2002 een volwaardige partner die deelneemt aan de rondetafel, samen met de overlegorganen in andere provincies.
De rondetafel heeft in 2001 een aantal visieteksten opgeleverd die sedert 2002 in overleg met de provinciale netwerken en de vertegenwoordigers van de federaties verder worden verfijnd en in de praktijk gebracht. In functie van de onderhandelingen met de nieuwe Vlaamse regering werd de visietekst in 2004 grondig geactualiseerd en filosofisch onderbouwd. De bedoeling van de visietekst ligt erin om arbeidszorg te definiëren en maatschappelijk te plaatsen.
Eén en ander heeft er toe geleid dat vanaf 2003 de bijeenkomsten plaatsvinden in de lokalen van de Vereniging van de Vlaamse Provincies (VVP) en een inhoudelijke ondersteuning geleverd wordt door de provinciale
medewerkers. De nadrukkelijke provinciale aanwezigheid en activiteit is belangrijk om het intersectorale element te bewaken.
De verschillende doelstellingen van de Rondetafel zijn : Initiatieven nemen om de bekendheid van arbeidszorg te verhogen.
• Opvolgen van de resolutie van het Vlaams parlement inzake arbeidszorg en dit thema arbeidszorg politiek levend te houden, door bijvoorbeeld parlementaire vragen uit te lokken.
• Streven naar 1 coördinerend minister voor arbeidszorg, zelfs indien deelaspecten van arbeidszorg behoren tot het bevoegdheidsdomein van verschillende ministers.
• Uitwerken van een uniform taalgebruik.
• Afstemming van de methodieken over de sectoren heen.
• Zorgen voor een structurele financiering van arbeidszorg, bijvoorbeeld via het rugzakmodel voor de cliënten.
• Regulariseren van het huidige gedoogbeleid inzake begeleid werk.
Van overgangsmaatregel tot strategisch plan
De ontwikkelingen op hoger beleidsniveau duiden aan dat het de voorbije jaren voorbarig was om een provinciaal beleid arbeidszorg tot in de details vast te leggen. Vanaf 1999 heeft de Provincieraad jaarlijks een
overgangsmaatregel aangenomen, waarbij de bij het PAOV aangesloten leden nominatief een subsidie kregen. Alhoewel nog steeds wordt voortgebouwd op de beleidslijnen die toen werden uitgezet, werden die jaarlijks geëvalueerd en opnieuw aan de Raad voorgelegd.
Ofschoon het PAOV in 2003 een grotere dynamiek heeft verkregen, kan 2004 andermaal worden beschouwd als een overgangsjaar. De
verwachting is evenwel dat het provinciaal beleid voor de komende jaren alsmaar meer dynamiek ontwikkelt binnen steeds vaster liggende contouren.
Begin 2005 wordt dan ook aan de Raad een reglement ter subsidiëring van arbeidszorginitiatieven voorgelegd om nog in hetzelfde jaar toe te passen.
Dit reglement drong zich op omwille van het gelijkheidsprincipe en de wildgroei van de arbeidszorginitiatieven. Indien per arbeidszorginitiatief een redelijk bedrag moet gesubsidieerd worden is het nodig om selectiecriteria in te voeren die de kwaliteit garanderen en dubbele subsidiëring zoveel mogelijk uitsluit.
Eind 2003 werd het gesprek met het werkveld opgestart om een provinciaal reglement te ontwerpen. Zo’n reglement moet sterk gefundeerd zijn zowel op inhoudelijk als wettelijk vlak en gedragen worden door de
meerderheid van het werkveld. Er werd een onderzoek gedaan naar alle bestaande wetgeving die betrekking heeft op arbeidszorg in alle betrokken sectoren. Er werd binnen de stuurgroep nagedacht en gediscussieerd over de doelstelling en de gevolgen van zo’n reglementering. Er werden werkgroepen van het werkveld samengeroepen om hun visie naar de stuurgroep door spelen. Dit is echter een intensieve maar logge communicatie die zijn tijd en energie nodig heeft om tot een resultaat te komen.
Op 9 november 2004 heeft het PAOV het vermoedelijk laatste ontwerp van het provinciaal reglement besproken. Dat ontwerp werd inmidels aan de Juridische Dienst overgemaakt en wordt in onderling overleg met Dienst Welzijn verder verfijnd. Begin volgend jaar kan het reglement dan aan de Provincieraad worden voorgelegd samen met een uitgebreide toelichting en het strategisch plan voor 2005-2006.
Gezien het bovenstaande stelt de Bestendige Deputatie voor om voor 2004 voor een laatste maal een overgangsmaatregel voor te leggen aan de Raad.
In onderhavig verslag wordt het voorstel van subsidie in 2004 en ook de contouren van de beleidsopties nader beschreven. Bovendien wordt verslag gedaan van de voornaamste activiteiten van het PAOV. Daaruit valt alvast af leiden dat het uitbouwen van arbeidszorg volledig past in het brede
welzijnsbeleid van de provincie.
Kadering binnen het brede provinciale welzijnsbeleid
Binnen de missie van minder uitsluiting, meer participatie, grotere toegankelijkheid en dus het invullen van een gelijke kansenbeleid in de ruime zin, draagt het PAOV zijn deel bij daar we als bestuur organisaties
ondersteunen die de participatie van kwetsbare groepen bevorderen naar tewerkstelling toe. De doelgroepmedewerkers zijn een zwakke groep die op andere vlakken over het algemeen reeds aandacht krijgen binnen het
provinciaal beleid welzijn en gezondheid.
Onze werking past binnen het specifieke provinciaal beleid dat complementair moet zijn aan dat van de andere overheidsniveaus. Bewust worden eigen accenten gelegd die niet in strijd zijn met maar constructief aanvullend zijn aan het beleid van de andere overheden. Hiertoe hebben we het belangrijke instrument van de rondetafel waar de afstemming en
beleidsvisievorming centraal staan.
De provinciale werking arbeidszorg concretiseert verder ook nog volgende kernopdrachten uit het provinciale beleidsplan 2000-2006 : het opnemen van een schakelfunctie tussen de diverse overheden, een
gebiedsgerichte aanpak op maat en in voortdurende wisselwerking met het provinciale niveau, het gevoelig zijn voor de hiaten en inspelen op de hiaten in het sociaal vangnet, inspelen op innoverende tendensen in het welzijnswerk, het optimaliseren van de werking van particuliere en publieke actoren.
Instrumenten hiervoor zijn: coördinatie, afstemming, strategische en
operationele planning, inhoudelijke ondersteuning en overleg, geformaliseerde samenwerkingovereenkomsten, aanvullende en conditionele subsidiëring van arbeidszorginitiatieven, tijdelijke ondersteuning van proefprojecten, bundelen en op maat aanbieden van informatie, logistieke ondersteuning.
Binnen de opdracht en profilering van de provincie als streekbestuur wordt sterk aangedrongen op de uitwerking van een gebiedsgerichte werking.
Het regionaal overleg arbeidszorg vormt een wezenlijk onderdeel van het platform en is ook als een zwaartepunt verwoord in de consensustekst
“Regionale netwerkvorming” van de rondetafel. Het regionaal overleg
arbeidszorg valt samen met de 3 STC-gebieden in Oost-Vlaanderen en wordt ondersteund door de RWO-ankerpunten.
Wat gerealiseerd werd in 2003 –2004 binnen de sector arbeidszorg
• Het uitwerken van een gefundeerd beleid resulterend in een reglement en strategische planning die begin 2005 aan de Provincieraad worden voorgelegd.
• Voorafgaand werd op 26 april 2004 een werkbezoek georganiseerd voor de 3° commissie van de Provincieraad. 2 arbeidszorginitiatieven en 2 sociale huisvestingmaatschappijen werden bezocht. Vastgesteld kon worden dat de gastheren blij waren dat de beleidsmakers de concrete praktijk kwamen verkennen.
• Bij de tour van de vrijwilligerswerking voor de 50-plussers konden ook arbeidszorginitiatieven bezocht worden.
• Binnen het kader van het uitbestedingsbeleid werd reeds een concrete samenwerking gerealiseerd tussen een arbeidszorginitiatief en de Provincie Oost-Vlaanderen. Voor de studiedag van de vrijwilligerswerking op
09/11/2003 werd beroep gedaan op de deskundigheid van Amwase om de zalen op een gepaste, creatieve en milieubewuste wijze aan te kleden.
• Een standaard activiteitenverslag en een standaard financieel verslag werden ontworpen voor de arbeidszorginitiatieven. De functie van het activiteitenverslag is tweeledig : het verantwoorden van de activiteiten van het aflopen jaar en het verstrekken van gegevens die de adminstratie in staat stelt het werkveld in kaart te brengen en wijzigingen op de voet te volgen. Als bijlage van het activiteitenverslag werden de statuten en het organogram van de organisatie opgevraagd. Tevens werd gevraagd om één ingevulde afsprakennota, één ingevuld registratieformulier,
één ingevuld begeleidingsplan, de namenlijst van de doelgroep-
medewerkers, het huishoudelijk reglement en/of raamovereenkomst en een bewijs van verzekering van de doelgroepmedewerkers in te dienen. Een bewijs van verzekering werd gevraagd als bevestiging dat de organisatie de nodige maatregelen neemt ter bescherming van de veiligheid en
gezondheid van de doelgroepmedewerkers. Het gaat hier om instrumenten die zijn omschreven in het huishoudelijk reglement van het PAOV en die organisaties dienen te hanteren willen zij worden beschouwd als werkend lid. Het gebruik vandie instrumenten moet gearanderen dat de aangeboden arbeidszorg op een kwaliteitsvolle manier wordt uitgebouwd.
• De werkgroep vorming heeft na een grondige voorbereiding en in samenwerking met professionele lesgevers in het najaar 2003 vorming aangeboden aan doelgroepmedewerkers en werkvloerbegeleiders van de arbeidszorginitiatieven en kringloopcentra. Het ging om de vormingen sociale vaardigheden, klantvriendelijkheid en motivatietechnieken voor werkvloerbegeleiders. In het voorjaar 2004 werd nog een cursus sociale vaardigheden, klantvriendelijkheid en veiligheid op de werkvloer gegeven.
De werkgroep komt regelmatig samen en evalueert elke cursus en zoekt naar verbeteringen en nieuwe ideeën. In de werkgroep wordt
samengewerkt met de dienst Milieu en natuurplanning.
Het zelf plannen en organiseren van vorming op maat is een
arbeidsintensieve activiteit. Momenteel wordt onderzocht of hiervoor niet kan worden samengewerkt met het Samenwerkingsverband Sociale Tewerkstelling (SST).
• Het tot stand komen van drie regionale folders en een zeer actueel en accuraat repertorium dat volledig op maat van de gebruikers uitgewerkt is met alle info die doorverwijzers nodig achten.
De publicatie van dit repertorium mag dan ook als teken van volwaardige erkenning van het werkveld beschouwd worden.
Dit repertorium is een alfabetisch overzicht per regionaal netwerk van de arbeidszorginitiatieven die aangesloten zijn bij het platform arbeidszorg Oost Vlaanderen (PAOV). Die regionale netwerken vallen samen met de bestuurlijke arrondissementen Gent-Eeklo, Sint-Niklaas-Dendermonde en Aalst-Oudenaarde.
De opgenomen informatie werd bekomen op basis van een intensieve bevraging van het werkveld. Die informatie werd verwerkt in de
elektronische provinciale sociale kaart.
Een repertorium is een handig instrument om de netwerkvorming te stimuleren en te onderhouden. Netwerkvorming is belangrijk om tewerkstelling op maat aan te bieden.
Om de juiste persoon op het juiste moment op de juiste plaats te krijgen, zijn kennis van elkaar en vlotte communicatie belangrijk. Dit repertorium draagt daartoe bij. Iedereen die betrokken is in de schakel van
tewerkstelling op maat moet via het hanteren van het repertorium zo snel mogelijk bij de juiste organisatie terechtkunnen om samenwerking af te spreken, informatie op te vragen, een doorverwijzing te doen etc. Deze naslagwerken werden door middel van een uitvoerige mailing verstuurd aan alle mogelijke geïnteresseerden.
Ondertussen hebben deze werken al een danige bekendheid en
verspreiding genoten dat er regelmatige aanvragen binnenkomen om deze werken te krijgen. Er wordt onmiddellijk voldaan aan deze vragen en de gegevens worden bijgehouden om in latere mailings te gebruiken.
• Het opstarten van een elektronische nieuwsbrief als communicatiemiddel tussen de regionale netwerken arbeidszorg in de provincie.
• Het verschuiven van de impact van de algemene vergaderingen van het Platform Arbeidszorg naar de maandelijkse stuurgroepbijeenkomsten, het regelmatig regionaal overleg en de bijeenkomsten van thematische werkgroepen. Een grotere betrokkenheid en aanwezigheid van de arbeidszorginitiatieven op alle vergaderingen. Er worden meer vragen, opmerkingen en bedenkingen gesteld en initiatieven genomen.
• Een dynamisme binnen de regionale werkgroepen, die alle op gelijk niveau getrokken werden en een zelfde functie uitoefenen waarbij
netwerkvorming de belangrijkste is. Het motiverend en inhoudelijk trekken van de netwerken door de coördinator heeft dit dynamisme bewerkstelligd.
Het is evenwel de bedoeling dat de werkgroepen op termijn zoveel mogelijk door het werkveld gedragen worden.
Eind 2003 werd het Regionaal Netwerk Arbeidszorg Gent – Eeklo opgestart. Deze overlegstructuur is de opvolger van het cliëntgericht overleg arbeidszorg zoals dat tot juni 2003 doorging. De doelstellingen van het huidige netwerk zijn ongewijzigd gebleven, het stimuleren van
samenwerkingsverbanden tussen de verschillende actoren binnen arbeidszorg om een kwaliteitsvolle toeleiding en begeleiding te realiseren voor elke doelgroepmedewerker. De nadruk ligt nu meer op beleidsmatige beïnvloeding en op het creëren van samenwerkingsverbanden op een ruimer terrein dan alleen maar de doorstroming van
doelgroepmedewerkers.
Een voorbeeld daarvan is het idee om op kort termijn een winkel te openen waar producten te koop zijn van alle arbeidszorgcentra in de regio Gent – Meetjesland.
Deze winkel die als ‘de andere winkel’ benoemd wordt, ziet men als een middel om volgende doelstellingen te kunnen bereiken:
• positieve impact op samenwerkingsverbanden tussen de centra
• het creëren van extra taken voor onze doelgroepmedewerkers (stockbeheer, transport, rekken vullen, etalagebeheer, verkoop,…)
• beïnvloeding van beeldvorming m.b.t. onze doelgroep
• economische meerwaarde
• mooie projecten worden vaak gesponsord door de overheid
• extra stimulans / motivatie voor doelgroepmedewerkers Voorstel van maatregel 2004
Voor 1999-2003 heeft de Provincieraad een overgangsmaatregel aangenomen, waarbij de aangesloten leden van PAOV nominatief een subsidie kregen. De Bestendige Deputatie steltvoor om voor 2004 andermaal een overgangsmaatregel te aanvaarden. Meer bepaald stelt hij voor om de arbeidszorgsinitiatieven opnieuw nominatief een subsidie te verlenen. Zoals vorige jaren gaat het daarbij uitsluitend om stemgerechtigde leden van het PAOV.
Momenteel overkoepelt het PAOV 39 arbeidszorginitiatieven. De verschillende deelsectoren hebben voor hun eigen doelgroep specifieke afdelingen of centra uitgebouwd met als doelstelling het aanbieden van werk op maat. Ze proberen zich nu samen te organiseren in een netwerkvorming om een sluitend vangnet te vormen zodat niet nogmaals een groep uit de boot zou vallen. Volgens registratiegegevens van 2000 gaat het om een doelgroep van 764 personen. Ondertussen is gebleken dat een aantal arbeidszorginitiatieven met wachtlijsten werken en dus het potentieel aantal doelgroepmedewerkers veel hoger ligt.
Volgende aangesloten niet-stemgerichtigde leden zijn zelf geen arbeidszorginitiatief en hebben niet de doelstelling dat te worden: ATB Oost- Vlaanderen, vzw STIRK (STC Gent-Eeklo), vzw STC (STC Sint-Niklaas- Dendermonde), vzw AMI (STC Aalst-Oudenaarde) en Net-werk Gent.
Een arbeidszorginitiatief wordt door de provincie erkend en
gesubsidieerd als het door het PAOV is erkend als stemgerechtigd lid en een sluitend subsidiedossier heeft ingediend. In het huishoudelijk reglement (bijlage 3), dat in 2004 door de voltallige vergadering van het PAOV is goedgekeurd, is vastgelegd dat stemgerechtigde leden blijvend aan een aantal voorwaarden moeten voldoen.
Aan subsidiabele arbeidszorginitiatieven werd gevraagd om een registratieformulier op te sturen zodat de administratie kon nagaan of het arbeidszorginitiatief voor gemiddeld minstens 5 doelgroepmedewerkers gedurende 20u per week arbeidsmatige activiteiten organiseert gedurende het jaar 2003.
Aan subsidiabele leden die een registratieformulier hebben ingediend waaruit bovenstaande informatie niet duidelijk op te maken viel is gevraagd om een verklaring te ondertekenen met referentieperiode
1 januari 2003 - 31 december 2003.
In 2003 werden er 37 arbeidszorginitiatieven gesubsidieerd.
In 2004 hebben er zich geen nieuwe kandidaat-stemgerechtigde leden aangemeld. Er zijn enkel verschuivingen van kandidaat-stemgerechtigd naar stemgerechtigd lid en van stemgerechtigd lid naar niet-stemgerechtigd lid.
De werking van Jomi vzw, dat zich in 2002 had aangemeld als aspirant-lid, is pas in 2003 gestart met een voltallige bezetting. De vzw komt daardoor in 2004 in aanmerking voor subsidie. Jomi vzw diende voor 1 september een aanvraagdossier dat administratief in orde was.
Merlijn Marketeer vzw melde dat de arbeidszorgactiviteiten stopgezet werden op 30 augustus 2004. De ingediende stukken laten toe Merlijn
Marketeer tot en met deze datum als subsidiabel te beschouwen.
Sociale Werkplaats De Loods vzw meldde zich op 3 december 2002 aan als aspirant-lid van het Platform en vermeldde op het formulier dat ze de verklaring niet kan onderschrijven voor de referentieperiode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2003. De vzw komt daardoor niet in aanmerking voor subsidie in 2004.
Andere aspirant-leden, die zich vorig jaar hebben aangemeld, zijn Con Brio en Condenz. Zij hebben toen gemeld dat ze de verklaring niet kunnen onderschrijven voor de referentieperiode van 1 juli 2002 tot en met 31 december 2002 en hebben geen nieuwe subsidieaanvraag ingediend voor 2004. Zij komen daardoor niet in aanmerking voor subsidie in 2004.
Op 18 juni 2004 werd in brief 61/02/wvl-kh-am/a1b04003 de leden eraan herinnerd dat de uiterste indiendatum van het verantwoordingsdossier 2003 vastgelegd werd op 31 augustus 2004. De inhoud van het dossier, zoals dat samen met de sector werd besproken, werd eveneens opgenomen in deze brief.
Op 15 juli 2004 had de admininistratie 15 verantwoordingsdossiers ontvangen waarvan 1 organisatie in orde was, met name het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Franciscus. Aan de 14 andere organisaties werd op 15 juli een brief gericht met de melding welke stukken ontbraken en welke stukken niet in orde waren. De organisaties waren : Activiteitencentrum De Loft,
Activiteitencentrum De Witte Hoeve, Ateljee vzw, CAW 't Dak Teledienst – Werkpunt, Centrum voor Levensvorming vzw, Den Azalee vzw, De Kromme Boom vzw, vzw De Vierklaver, Emiliani vzw, vzw Grijkoort, Heuvelheem vzw, Oranje vzw, Samenwerkingsverband Odysseus, Tabora vzw.
Tussen 22 juli en 19 augustus dienden nog 4 organisaties hun
verantwoordingsdossier in. Het dossier van ocmw Dendermonde was in orde.
Begeleid Werken De Sperwer, De Moesterzwam vzw, vzw Home Thaleia werden op 23 augustus op de hoogte gebracht van de ontbrekende stukken of van de stukken die verduidelijkt dienden te worden.
Op 18 augustus 2004 werd brief 61/02/wvl-kh-am/a1b04019 verzonden naar de 19 leden die nog geen verantwoordingsstukken hadden ingediend : AC De Keiberg, Aktiviteitencentrum 't Aksent vzw, Buurtdiensten Gent Noord vzw, Centrum voor Arbeidszorg vzw, Compagnie De Sporen vzw, De Sleutel vzw, De Waaier, Dienstencentrum Mozaïek vzw, Dienstverleningscentrum
Bernadette, Home Thaleia vzw, Kringloopwinkel Brugse Poort vzw, Mariaheem vzw, Merlijn Marketeer vzw, Ortho-Agogisch Centrum Broeder Ebergiste, SAVA, Sociaal Centrum Geraardsbergen – ' t Vierkant, Spoor Twee vzw, Volwassenwerking Lokeren – Werken, Wijkresto Nieuw-Gent vzw.
Op 1 september 2004 had de administratie 37 verantwoordings-
dossiers ontvangen waarvan er 13 dossiers in orde waren. De organisaties die in orde waren zijn : Centrum voor Levensvorming Oost-Vlaanderen vzw, De Loft Dagactiviteitencentrum, De Kromme Boom vzw, De Sleutel vzw, Begeleid Werken De Sperwer, het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Franciscus, De
Moesterzwam vzw, Emiliani, Dienstencentrum Mozaïek vzw, Kringloopwinkel Brugse Poort vzw, ocmw Dendermonde, CAW 't Dak Teledienst – Werkpunt, Jomi vzw.
Op 7 september 2004 werd brieven verstuurd naar De Waaier, Dienstencentrum Mozaïek vzw, Dienstverleningscentrum Bernadette vzw, vzw Grijkoort, Mariaheem vzw, Merlijn Marketeer, Samenwerkingsverband Odysseus. Zij werden op de hoogte gebracht van de ontbrekende stukken of er werd om verduidelijking gevraagd bij een ingediend verantwoordingsstuk.
Tussen 3 en 14 september 2004 werd telefonisch of via email contact opgenomen met de organisaties die reeds eerder per brief op de hoogte gebracht werden van de ontbrekende stukken of de vraag om aanvulling of verduidelijking van een ingediend verantwoordingsstuk. Dit waren Ateljee vzw, Ortho-Agogisch Centrum Broeder Ebergiste, Buurtdiensten Gent-Noord, Centrum voor Arbeidszorg Oostkade, Sociaal Centrum Geraardsbergen – ' t Vierkant, SAVA, Aktiviteitencentrum 't Aksent vzw.
Op 5 en 6 oktober 2004 werd telefonisch en via email contact opgenomen met de organisaties die nog geen duidelijke registratie hadden ingezonden. Er werd hen gevraagd om een verklaring te ondertekenen met referentieperiode 1 januari 2003 - 31 december 2003. Deze verklaringen werden in de loop van de volgende twee weken ingediend.
Op 15 oktober 2004 beschikte de Dienst derhalve over 37 volledige verantwoordingsdossiers. De Bestendige Deputatie steltvoor dat alle 37 stemgerechtigde arbeidszorginitiatieven die een volledig
verantwoordingsdossier hebben ingediend in aanmerking worden genomen voor subsidie in 2004. Een lange periode voor het nazenden van ontbrekende stukken kan immers worden toegestaan omwille van de grondige wijziging in de samenstelling van het verantwoordingsdossier, waarmee de initiatieven niet onmiddellijk vertrouwd waren.
Van 1 initiatief en met name Tabora was het dossier nog onvolledig op 15 oktober 2004. Tabora vzw was in 2003 stemgerechtigd lid en heeft op 31 december 2003 een financieel verslag ingediend. De administratie nam contact op met de organisatie via brieven, email en telefoon met de vraag de ontbrekende verantwoordingsstukken voor 2003 en de subsidieaanvraag 2004 over te maken. De laatste brief dateert van 15 juli 2004 en de laatste mail van 6 oktober 2004. De gevraagde stukken werden tot op heden niet ingediend.
Omdat de ingeleverde verantwoordingsstukken enkel een financieel verslag bevatte en geen inhoudelijk verslag, werd niet voldaan aan de voorschriften gesteld in de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op het
toekennen en het aanwenden van sommige subsidies. De vzw komt daardoor niet in aanmerking voor subsidie in 2004.
Het overzicht van de 37 te subsidiëren arbeidszorginitiatieven is te vinden in bijgaand ontwerp van besluit.
De Bestendige Deputatie steltvoor om 36 arbeidszorginitiatieven elk een subsidie van 4 300 euro te verlenen en Merlijn Marketeer vzw een subsidie te verlenen van 2 800 euro voor de 8 maanden werking in 2004. Dit betekent een totaal van 157 600 euro. Het subsidiebedrag mag naar eigen noden en inzichten besteed worden indien dat bijdraagt tot de kwalitatieve ondersteuning van arbeidszorg in onze provincie.
Op basis van de ingeleverde verantwoordingsstukken, die zowel een inhoudelijk verslag als een financieel verslag bevatten, werd voldaan aan de voorschriften gesteld in de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op het toekennen en het aanwenden van sommige subsidies. De ingezonden stukken zijn administratief nagekeken en geven geen aanleiding tot
opmerkingen.
2. Arbeidstrajectbegeleiding
Arbeids Traject Begeleiding Oost-Vlaanderen vzw (ATB), die drie regionale afdelingen die zijn gelieerd aan de STC-gebieden (Gent-Eeklo, Sint- Niklaas-Dendermonde, Aalst-Oudenaarde) in de provincie overkoepelt, is door de Vlaamse Gemeenschap erkend en gesubsidieerd als bemiddelingsinstantie voor personen met een handicap wat betreft de toeleiding naar het reguliere economische circuit via een traject op maat. Sedert 2001 kreeg ATB een decretale erkenning om ook de begeleiding te verrichten van mensen die in een beschutte werkplaats tewerkgesteld wensen te worden.
Buiten deze decretaal bepaalde opdrachten, wil ATB ook de toeleiding van personen uit kansengroepen naar arbeidszorginitiatieven verzorgen en daardoor m.a.w. fungeren als het centrale aanspreekpunt voor personen uit kansengroepen voor trajectbegeleiding naar alle vormen van tewerkstelling, zowel in het normale als het beschermde circuit. Met de VDAB bestaan
concrete werkafspraken die zijn vastgelegd in een samenwerkingsprotocol voor de hele provincie.
Als voorbereiding op een definitieve beleidskeuze, heeft de Raad op 8 december 1999 de dienst verzocht om te onderzoeken of ATB door alle relevante sectoren en instellingen wordt aanvaard als de partner voor trajectbegeleiding. Het resultaat hiervan was zeer positief. Het was ook zeer duidelijk dat zo’n arbeidstrajectbegeleiding een meerwaarde biedt zowel voor de cliënt als voor de organisaties.
Sinds 1999 kreeg ATB subsidies ter ondersteuning van de werking naar arbeidszorg en de beschutte werkplaatsen. Vanaf 2001 werden de middelen verruimd voor de betaling van een voltijdse begeleider om gedurende één jaar en in de STC-regio Gent-Eeklo een proefproject voor trajectbegeleiding binnen arbeidszorg op te zetten.
Binnen het PAOV werd een werkgroep trajectbegeleiding geïnstalleerd die inhoudelijk de weg effende naar dit experiment. Een voorstel werd uitgewerkt en goedgekeurd door het PAOV, de Bestendige Deputatie en de Provincieraad. De doelstelling en de voorwaarden van het project werden opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst die het bestuur afsloot met ATB.
Het eerste werkjaar valt samen met het kalenderjaar 2002. Tijdens dat jaar werden 101 vragen van cliënten behandeld. Het betreft zowel vragen naar doorstroming in het circuit dat voorbereidt op tewerkstelling in normaal economisch circuit, vragen naar heroriëntering als vragen naar finaliteit binnen een arbeidszorginitiatief.
Tijdens het tweede werkjaar werd de experimentele methodiek van trajectbegeleiding voor arbeidszorg verdiept en aangeboden over de hele provincie. Het subsidiebedrag werd opgetrokken zodat twee voltijdse equivalenten personeelsleden betaald kunnen worden. Dat engagement werd in 2003 bevestigd volgens de formule die verder wordt uiteengezet.
Met de ervaring uit het eerste werkjaar werd binnen de ATB-dienst geopteerd om de trajectbegeleiding arbeidszorg halftijds toe te voegen aan het takenpakket van twee begeleiders die reeds een ruime ervaring hebben met trajecten naar het normaal economisch circuit (NEC) en de beschutte werkplaatsen. Door hun reeds aanwezige expertise in de sector tewerkstelling voor mensen met verminderde kansen op de arbeidsmarkt moeten zij een vlotte wisselwerking over de drie verschillende sectoren (arbeidszorg, beschutte werkplaatsen en NEC) kunnen realiseren.
In de praktijk werden dus twee halftijdse medewerkers verantwoordelijk voor resp. STC Waas en Dender en STC Zuid-Oost-Vlaanderen. De voltijdse kracht is werkzaam in STC Gent-Eeklo en coördineert het project. Binnen de ATB-dienst vergaderen de 3 verantwoordelijken op regelmatige basis als een autonome structuur, georganiseerd binnen de dienst. Zij verzorgen samen de begeleiding voor alle organisaties aangesloten bij het Platform Arbeidszorg Oost-Vlaanderen (PAOV).
Binnen de regionale netwerken werd een samenwerking georganiseerd tussen de verschillende actoren rond arbeidszorg om in een adequate toeleiding en begeleiding voor de huidige en toekomstige arbeidszorgvragers te voorzien. Oorspronkelijk zou het eerste half jaar worden gewerkt aan de netwerkvorming in de uitbreidingsregio’s. Omdat er in beide regio’s al initiatieven naar netwerkvorming genomen zijn kon er vlugger op cliëntniveau gewerkt worden. Besloten werd om de frequentie van de werkgroep op te voeren ten einde de wisselwerking met de netwerken te optimaliseren. Tussen de 3 verschillende regio’s werden belangrijke verschillen in mogelijkheden waargenomen die later o.a. in een knelpuntennota behandeld worden.
Op logistiek vlak werd geïnvesteerd in de uitbouw van een geïnformatiseerd registratiesysteem dat een zinvolle bijdrage zal kunnen leveren tot het kwantitatief in kaart brengen van de doelgroep in onze provincie. In eerste instantie is het mogelijk via de geïntegreerde registratie een profiel van de doelgroepmedewerkers arbeidszorg op te maken. Door de periodieke updates moeten op een later tijdstip de bewegingen van de doelgroep in kaart gebracht kunnen worden. Door nieuwe afspraken en het in eigen beheer nemen van de registratie van de volledige doelgroep wil ATB tegen het einde van het jaar zicht krijgen op de totale doelgroep en aan de hand van de bewegingen van doelgroepmedewerkers een aantal besluiten trekken. In de opties naar de toekomst zal gemikt worden op een toegankelijker en beter opvolgbaar systeem van registreren. Met een degelijk systeem moet het mogelijk zijn om een reëel zicht te krijgen op de totale groep doelgroepmedewerkers, de bewegingen van doelgroepmedewerkers in het werkveld, de opnamemogelijkheden.
Het informeren van doelgroepmedewerkers over de mogelijkheden (heroriëntering of doorstroming), door een neutrale organisatie (ATB), was een doelstelling die bij aanvang van het project door de werkgroep vooropgesteld werd. Objectief informeren over alle mogelijkheden zou er moeten voor zorgen dat doelgroepmedewerkers met reële doorstromingskansen niet onder hun niveau blijven functioneren in het functie van de organisatorische of werktechnische evenwichten van een arbeidszorgcentrum.
ATB verzorgt de input op cliëntniveau en moet er over waken dat arbeidszorgvragers oordeelkundig toegeleid worden naar de verschillende arbeidszorginitiatieven en optimale doorstromingskansen krijgen naar een tewerkstellingsvorm op maat via de link met het bestaande netwerk van oriënterings-, opleidings- en begeleidingscentra. Vandaag kunnen we vaststellen dat de trajectbegeleiding naar en binnen arbeidszorg een ingeburgerd gegeven is geworden : arbeidszorg is binnen de ATB-dienst een volwaardig trajectonderdeel geworden en volledig geïntegreerd in het
methodisch begeleidingsmodel. Een traject verloopt nu over een continuüm van reguliere arbeidsmarkt over beschutte werkplaats tot arbeidszorg en vice versa. Als werkzoekende cliënten met een arbeidshandicap zich aanmelden krijgen ze via de draaischijffunctie van het uitgebreid ATB-netwerk, zo vlug mogelijk een advies m.b.t. tewerkstelling.
Van het tweede werkingsjaar is een uitgebreid werkingsverslag gemaakt. Het derde werkjaar valt samen met het kalenderjaar 2004 (halfjaarlijks financieel en werkingsverslag - bijlage 4 en 5). De doelstelling en de voorwaarden van het derde projectjaar werden opgenomen in een nieuwe overeenkomst die het bestuur afsloot met ATB (bijlage 6). De financiering gebeurt in twee schijven : de eerste helft met middelen uit de begroting 2003 en de tweede helft met middelen uit de begroting 2004.
De Provincieraad heeft op 28 augustus 2003 deze regeling goedgekeurd omdat voorheen vooruit werd betaald aangezien de organisatie de in 2001 toegekende subsidie heeft gebruikt in 2002 en die uit 2002 in 2003.
Dat heeft als gevolg dat het voorbije jaar een beslissing moest worden genomen over het vervolg van de werking als nog maar de helft van het vorig programma is afgewerkt. Bovendien kan het door de dienst gehanteerde systeem van uitbetaling in twee schijven, waarvan één bij ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst en de tweede na afloop van het project, niet correct worden gehanteerd. Omdat vastgelegde bedragen geen tweede keer kunnen worden overgedragen, moet de laatste schijf immers worden uitbetaald voor het projectjaar is afgelopen. Omwille van deze redenen verdiende het de voorkeur dat in 2003 maar voor een half werkingsjaar en met name de eerste helft van kalenderjaar 2004 middelen werden voorzien uit de begroting 2003.
De tweede helft van werkingsjaar 2004 kan worden betaald met middelen uit de begroting 2004, zodat in elk geval de continuïteit wordt verzekerd.
In haar brief van 13 oktober 2004 (bijlage 7) vraagt ATB om verder in aanmerking te komen voor een subsidie ten behoeve van het project
trajectbegeleiding binnen arbeidszorg. De dienst wenst de vraag van ATB te ondersteunen. Volgende overwegingen spelen daarbij een rol.
Door de ondersteuning van het project erkent het PAOV ATB in de rol van toeleider naar en van arbeidszorginitiatieven. Het uitbouwen door
onafhankelijke actoren van trajectbegeleiding bij de bestaande provinciale en regionale samenwerkingsverbanden, was bovendien een beleidsvoorstel van de rondetafel. Tenslotte biedt de Vlaamse regelgeving de mogelijkheid om ATB in die rol te erkennen.
Binnen het experiment arbeidszorg van het Vlaams Fonds moeten personen die worden ingezet in begeleid werk verplicht worden geregistreerd bij ATB. Dank zij het experiment kan ATB nu ook een traject uitzetten. Voor de sociale werkplaatsen was de VDAB tot voor kort de decretaal bepaalde toeleider. Voor ATB was geen andere rol weggelegd dan als onderaannemer.
Het nieuwe decreet betreffende de sociale werkplaatsen voorziet dat de doelgroepmedewerker arbeidszorg wordt toegeleid door de geïntegreerde basisdienstverlening van de lokale werkwinkels. In de praktijk zou een beroep worden gedaan op medewerkers van ATB.
Met middelen van de VDAB wordt aan ATB vanaf 2003 een voltijds equivalent toegevoegd die in de praktijk naar eigen believen mag worden ingezet als de organisatie er maar voor zorgt dat het juiste attest, waardoor mensen officieel beschouwd worden als behorend tot de doelgroep, wordt toegekend volgens het draaiboek van de VDAB. De impact van de versterking van ATB kan op dit moment niet worden ingeschat. Zo heeft ATB mede dankzij het provinciaal project een eigen cliëntvolgsysteem ontwikkeld los van de VDAB, waardoor onder meer allerlei statistische gegevens van arbeidszorg op elk moment kunnen worden opgevraagd. Voor de toeleiding naar de sociale werkplaatsen zou evenwel het cliëntvolgsysteem van de VDAB gebruikt moeten worden. Hoe beide systemen op elkaar kunnen worden afgestemd, is een oefening apart die best in het project wordt geïntegreerd.
Eén en ander pleit ervoor om voorlopig een subsidiebedrag van een zelfde orde van grootte te voorzien. De Bestendige Deputatie steltderhalve voor om voor ATB een subsidie te voorzien van 40 000 euro. Dat bedrag dient om het project trajectbegeleiding arbeidzorg verder te zetten gedurende de tweede helft van 2004. Met de organisatie wordt hieromtrent een
samenwerkingsakkoord afgesloten. Over de subsidie voor de werking gedurende 2005 wordt dan in 2005 een beslissing genomen op basis van de voortgang van het project en de eventuele nieuwe ontwikkelingen op
beleidsniveau. De subsidie inzake arbeidstrajectbegeleiding zal worden opgenomen in het provinciaal reglement arbeidszorg.
Zoals gevraagd in onze brief van 26 november 2003 heeft ATB voldaan aan de voorschriften gesteld in de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op het toekennen en het aanwenden van sommige subsidies en het provincieraadsbesluit van 11 december 1996 betreffende reservevorming met provinciale subsidies. Het eindverslag 2003 (bijlage 8), het jaarverslag van de werking van ATB vzw, de balans en de jaarrekening 2003 (bijlage 9) werden ingediend bij de dienst Welzijn, zoals gevraagd in de brief van 26 november 2003, aangevuld met de brief van 6 februari 2004. De ingezonden stukken werden administratief nagekeken en geven geen aanleiding tot opmerkingen.
3. Zwarte schapen - witte raven
Binnen het erkende netwerk van ArbeidsTrajectBegeleiding (ATB) in Oost-Vlaanderen ervaart men tijdens de afgelopen jaren zeer sterk uitval van mensen met psychische problemen. Cliënten vallen uit met als resultaat noodgedwongen heropname in de psychiatrie, non-activiteit,… Uit het vooronderzoek blijkt echter hun volle intentie, motivatie, en capaciteiten om aan het eind van hun traject een waardevolle (betaalde) tewerkstelling te bekomen.
D.m.v. actieonderzoek wil het Universitair Centrum voor Inclusie en Disability Studies een methodiek uitlijnen waarbij de focus ligt op
ondersteuning om waardevolle tewerkstelling te bekomen. De focus van de trajectbegeleiding ligt principieel op het verwezenlijken van een duurzame tewerkstelling. Cliëntgerichtheid, zorgcontinuïteit, coördinatie en afstemming van de dienstverlening staan centraal. Ze willen gericht proberen uitval te voorkomen met als expliciete doelstelling het werken aan empowerment van en met de cliënt.
Het actieonderzoek wordt opgezet met een permanente case load van 10 mensen met psychische problemen. Op een termijn van 2,5 jaar zorgt dit voor de nodige ervaring om de methodiek grondig te evalueren samen met de participerende onderzoekssubjecten en participerende initiatieven. Het
exploreren via actieonderzoek en de neerslag daarvan via publicaties biedt kans om de methodiek bij te sturen zo nodig. Het pilootproject kan op die basis verruimd worden en de methodiek kan ruim verspreid worden voor de volledige doelgroep in het bestaande netwerk.
Op structureel niveau willen ze de expertise en ervaring van het bestaande netwerk meenemen bij het uitlijnen van een meer omvattend model van trajectbegeleiding voor onze doelgroep. Strengths based assessment wordt gebruikt om het sociaal netwerk van de cliënt betrokken partner te maken, alle leefgebieden in kaart te brengen samen met de cliënt bij de
oriënteringsfase, en cliënten op die basis intensievere ondersteuning te bieden.
Op termijn kan dit model verder geïmplementeerd worden op ruimere schaal.
De volledige doelgroep wordt in nauwe samenwerking met de werkgroep in beeld gebracht via het verfijnen van het registratiesysteem van ATB (in aansluiting met Arbeidszorg).
Het actieonderzoek zal via wetenschappelijke literatuur en onderzoek onderbouwd worden. In de loop van en aan het eind van het pilootproject zal de opgedane ervaring en expertise gebundeld worden. Een evaluatie van de implementatie van de vernieuwende methodiek zal plaats vinden bij de afloop van het pilootproject.
De meest expliciete doelstelling van het project Zwarte schapen - witte raven. Op zoek naar werk mét mensen met psychische problemen is de krijtlijnen uitzetten van een methodiek voor het werken met mensen met
psychische problemen op ruimere schaal. Mits positieve evaluatie en eventueel bijsturing kan de methodiek ingebed worden binnen bestaande initiatieven.
Het project werd dit jaar ingediend (bijlage 10) volgens de regeling van projecten van algemeen sociale aard. Het positief advies van de commissie gaat als volgt.
"Dit is een waardevol onderzoek dat vertrekt vanuit een brede invalshoek en waarin het participatieve onderzoeksopzet opvalt. Verder wetenschappelijk onderzoek in deze materie is meer dan welkom, doch behoort tot de reguliere opdracht van de universiteit. De vraag rijst in hoeverre de provincie
vernieuwend onderzoek wenst te ondersteunen. Het onderzoek bevat in elk geval aspecten die niet behoren tot de reguliere opdracht van de universiteit, zoals de implementatie van de methodiek en het betrekken van
ervaringsdeskundigen. Mits goede begeleiding kan de betrokkenheid van deze mensen het project een grote meerwaarde geven.
Het project is vernieuwend want de ATB-methodiek moet nog worden verfijnd naar die specifieke doelgroep. De uitbreiding en implementatie van de
methodiek uit het onderzoek in andere settings van de sociale economie dient echter te worden benadrukt.
Het project richt zich tot een zeer kwetsbare doelgroep meer bepaald
psychiatrische patiënten die een aparte benadering vragen en die binnen ATB een grote uitval kennen en overal uit de boot vallen.
Het project kent een breed draagvlak, maar de link tussen de universiteit en andere organisaties wordt niet verder uitgediept. Er wordt samen gewerkt met het ECHO-project in Sint-Niklaas, maar bijv. niet met Compagnie De Sporen.
Eventueel kan een "denktank" met verschillende organisaties nog verder worden uitgebreid om op die manier de reeds verzamelde "know how" mee te nemen en het draagvlak te vergroten.
Het financiële plaatje is niet min en er moeten nog andere subsidiekanalen worden gezocht. De adviescommissie vindt dat voor de kosten van de onderzoekers co-financiering dient te worden gezocht ; de andere kosten kunnen in aanmerking worden genomen voor subsidiëring.”
De Bestendige Deputatie stelt voor om op basis van onderstaande argumenten het project te ondersteunen via onderhavig krediet :
- dit project betreft duidelijk arbeidszorg/trajectbegeleiding.
- vanaf volgend jaar kan het project net als het project atb worden ingediend via het reglement arbeidszorg. In dit reglement is een algemene
mogelijkheid voorzien waarmee de provincie enerzijds inhoudelijke vernieuwing en anderzijds regionale samenwerking wenst te stimuleren.
- de adviescommissie voor de vernieuwende en /of experimentele projecten van algemeen sociale aard stelt dat het een zeer goed en vernieuwend project is, doch dat de indiener dient co-financiering te zoeken voor het luik wetenschappelijk onderzoek (loon en werking onderzoeker). Dergelijk dossier voorbereiden vergt evenwel nogal wat tijd en als er nu niet doorgewerkt wordt dreigt de hele zaak stil te vallen. De universiteit heeft zelf reeds geïnvesteerd in een vooronderzoek en de opbouw van het netwerk. Met die 40 000 euro kunnen ze alvast aan de gang gaan.
- het project binnen arbeidszorg situeren heeft als bijkomend voordeel dat de provincie een samenwerkingsovereenkomst kan afsluiten en de werkgroep trajectbegeleiding kan inschakelen voor opvolging, bijsturing en coaching.
4. Sociale economie
De Bestendige Deputatie steltvoor dat aan de Provincieraad ook een overzicht wordt gegeven van de belangrijkste activiteiten die dit jaar werden verricht op het bredere terrein van de sociale economie in de meest brede zin.
De 6e Directie volgt samen met de Dienst Landbouw de ontwikkelingen inzake Groene Zorg op. Concrete aanleiding vormt het
plattelandsontwikkelingsproject “Zorgfuncties op landbouwbedrijven – boeren doen aan welzijn” (oktober 2002 tot oktober 2004, verlengd tot oktober 2006) in het kader van het Vlaamse Programma voor Plattelandsontwikkeling (PDPO) van het Steunpunt Welzijn en de Landelijke Gilden.
Er zijn overlegmomenten geweest tussen de 6e Directie, de Dienst Landbouw, het Steunpunt Welzijn en de Landelijke Gilden om enige
afstemming en concrete samenwerkingsafspraken te bereiken. UIt dat overleg blijkt dat we geen volledig beeld van het geheel van alle zorgboerderijen en het aanbod groene zorg in (Oost-)Vlaanderen hebben. Het meest volledige zicht op de toestand op het terrein in Oost-Vlaanderen is dat van het Steunpunt Welzijn en de Landelijke Gilden, die een eenvoudig databestand met vraag en aanbod inzake groene zorg hebben ontwikkeld. In de bredere betekenis omvat groene zorg niet alleen de reguliere landbouwbedrijven waar een zorgfunctie wordt aan toegevoegd (zorgboeren), maar ook over andere initiatieven met een activiteit in de sfeer van leefmilieu, natuurbeheer, bosbouw, landbouw of
veeteelt (zorgboerderijen, hoevetoerisme, groendiensten, natuurreservaten, etc.).
Een andere belangrijke nieuwe ontwikkeling is de aandacht voor de sociale werkplaatsen als aannemer voor de Provincie Oost-Vlaanderen.
Eind 2003 kwam er een vraagvan OTC SpoorTwee, of het een deel van de werken kan uitvoeren die zullen plaatsvinden op de scheepswerf van Baasrode dankzij de middelen die daarvoor vrijkomen in het kader van Interreg III. In dezelfde periode stelde ook Job&Co een vraag omtrent het
uitbestedingsbeleid van de provincie wat betreft de sector sociale economie.
De 6e Directie werd bij de voorbereiding van de beleidsvorming hieromtrent betrokken. In overleg met de 3de Directie en 10e Directie werd aan de Bestendige Deputatie voorgesteld dat de vragen worden opengetrokken opdat er een algemene beleidsvisie zou ontwikkeld worden betreffende aanbestedingen en/of gunningen tav. de sociale economie.
Op 19 februari 2004 besliste de Bestendige Deputatie dat, naast de positieve afhandeling van de subsidievraag, de 3de Directie nagaat of er geen andere middelen op de begroting ter beschikking staan of andere opdrachten zijn om uit te besteden aan initiatieven in de sociale economie zoals OTC SpoorTwee en Job&Co en dat de 6de Directie samen met onder meer de 3de Directie en de 4de Directie onderzoekt of er geen algemene beleidsmaatregel kan worden ontworpen waardoor bij aanbestedingen en gunningen rekening wordt gehouden met sociale aspecten zoals de beschermde tewerkstelling en opleiding van kansengroepen
De drie directies pleegden overleg om tot een concreet antwoord te komen en een uitvoerbare visie te ontwikkelen. De 3e Directie bereidt
momenteel een maatregel voor binnen het kader van het bevoegdheidsdomein van gedeputeerde Verleyen.
5. Samenvatting
De Bestendige Deputatie stelt voor om in 2004 het bedrag van 237 600 euro dat is ingeschreven op artikelnummer 84900-64011 prioritair te besteden aan de subsidiëring van zgn. arbeidszorginitiatieven en projecten
arbeidstrajectbegeleiding voor arbeidszorg. Naast de verlenging van het lopende project trajectbegeleiding, stelt zij voor om een nieuw experiment ten aanzien van mensen met psychische problemen te ondersteunen.
Begin 2005 wordt een ontwerp van reglement inzake arbeidszorg en arbeidstrajectbegeleiding voorgelegd samen met een strategisch
meerjarenplan voor de rest van de legislatuur. Onderhavig artikel 84900-64011 zou dan uitsluitend voor dat doel worden aangewend. In het reglement voor arbeidszorg wordt ook een artikel voorzien voor vernieuwende projecten arbeidszorg die worden ingediend door een erkend arbeidszorginitiatief of een erkende dienst voor arbeidstrajectbegeleiding. Vorig jaar heeft de
Provincieraad reeds beslist dat eventuele nieuwe projecten sociale economie kunnen worden opgevangen via de regeling voor projecten van algemeen sociale aard.
Sector arbeidszorg
De Bestendige Deputatie stelt voor om voort te bouwen op de lijnen die vanaf 1999 zijn uitgezet, zodat de inhoudelijke en organisatorische
ondersteuning van het provinciaal Platform Arbeidszorg Oost-Vlaanderen (PAOV) wordt verdergezet. De 37 aangesloten werkende leden die een volledig subsidiedossier hebben ingediend worden gesubsidieerd voor een bedrag van 4 300 euro, met uitzondering van Merlijn Marketeer vzw die voor een bedrag van 2 800 euro wordt gesubsidieerd, wat een totaal van 157 600 euro betekent.
Arbeidstrajectbegeleiding Oost-Vlaanderen
Arbeids Traject Begeleiding Oost-Vlaanderen vzw (ATB) kan samen met het Platform Arbeidszorg Oost-Vlaanderen het experiment inzake
arbeidstrajectbegeleiding voor arbeidszorg, dat in 2002 is gestart met middelen uit de begroting van 2001, verder zetten gedurende de tweede helft van 2004.
Hiervoor wordt een subsidiebedrag van 40 000 euro voorzien.
Zwarte schapen - witte raven
Het Universitair Centrum voor Inclusie en Disability Studies kan samen met het Platform Arbeidszorg Oost-Vlaanderen voor mensen met psychische problemen een methodiek uitlijnen waarbij de focus ligt op ondersteuning om waardevolle tewerkstelling te bekomen. Hiervoor wordt een subsidiebedrag van 40 000 euro voorzien.
Bijlagen
1. Vlaams Decreet betreffende begeleid werken
2. Vlaams Decreet betreffende de aanpassing van de sociale werkplaatsen
3. huishoudelijk reglement PAOV (61/02/kh/5r04002)
4. halfjaarlijks financieel verslag ATB 2004 (61/02/kh/t404013) 5. halfjaarlijks werkingsverslag ATB 2004 (61/02/kh/t404012) 6. overeenkomst 2004 project arbeidstrajectbegeleiding binnen
arbeidszorg met ATB (61/02/kh/t404005)
7. aanvraag ATB om verderzetting project arbeidstrajectbegeleiding binnen arbeidszorg (61/02/kh/t404007)
8. werkingsverslag ATB 2003 (61/02/kh/t404001) 9. balans en jaarrekening ATB 2003
10. projectfiche zwarte schapen – witte raven (61/02/kh/t504003) 11. 39 (37 werkende leden en 2 aspirant leden)
verantwoordingsdossiers
12. nota Bestendige Deputatie beschermde tewerkstelling en opleiding – regeling 2003
13. het verslag – 2003 - aan de raad waarin de provinciale raad alle beleidsopties beschermde tewerkstelling en opleiding zijn omschreven
14. BESLISSING
Indien u kunt instemmen met de geschetste beleidsopties beschermde tewerkstelling en opleiding 2004, vragen wij u bijgaand ontwerp van
provincieraadsbesluit goed te keuren.
Gent,
Namens de Bestendige Deputatie :
de Provinciegriffier, de Gouverneur-Voorzitter,
Albert De Smet Herman Balthazar
