32
Na 1948 zijn
in
verschillendejaren nog
percelen bijgeplant.De
beplanting
van de
,,Oude Boomgaard"dareert
vai
t952.
Op
dit
terrein
zijn vijfrien
kionen uitgezer, waaronder P.Zee-land, P.
I
2I4, P.
I
I54, P.
Caroliniano,P. Neupotz,
P.
Gel-trca enz.
Vermeldenswaard is de
hebben momenteel op
cm, tegenovef
goede groei van P.
'I
2I4'.
Deze bomenborsthoogte
een
omuek
van I34-I50
85-101 cm 172-137 cm 98-124 cmP.'Zeeland'
P. 'Gelrica'P.',r
154', r5:.1'nVijrcrs met op d.e acbtergrond. populieren.
Het
totale
sorrimenrdat
in
Gulpen
is
geplant, bestaatuit
30klonen. Een bezoek aan
de
forellenkwekerij,op
zichzelf reedsinteressant,
kan voor
populierentelerseen exrra
arrractie be-tekenen.Belangstellenden kunnen
op
het kantoor van deViskwekerij
teGulpen een sorriments-lijst bekomen.
De
nurnmers op dezelijst
corresponderen
mer
de metalen nurnmerplaatjesop
de bomen.Het
opruimen
van vulhout
of
hakhout
kan
geschieden doorafzetten
of
door
chemische bestrijding.Afzetten
is
aante
be-velen
indien men het vulhout als
onderbeplantingwensr
re handhaven.Her
wordc vaakbij
els toegepast,weká op
50
cm hoogtewordt
afgeslagen.In
de meesre gevallen zaldit
meerdere malen moeten geschieden.Het
juistetijdstip
van afzerren,waar-bij
men
eenzo gering mogelijke
hergroeikrijgt,
ligt
voor
demeeste loofhoursoorten omstreeks de maand
iuli. Het
afzetrenop
dit tijdstip
zalin
bepaalde gevallen een nagenoeg voliedige bestrijding kunnen geven. ril7ordt hergroei gewensr dan is ooórhet afslaan de winterperiode aan te raden.
Is
hec handhavenvan
het vulhout
ongewensrof
is het
regel-Ínatig
^fzerten
niet
uiwoerbaar,dan
is
chemische bestrijding het meest aan te bevelen.Chemische
bestrijding
ismogelijk
door bespuiring ophet
blad,maar
deze merhodezal door het
gevaarvan
schaàeaan
dehoofdhoutsoorr
weinig
kunnen worden
toegepasr. Gewoonlijkverdient
een stambehandelingvan
het
re
verwijderen vulhoutde
voorkeur.
De
srammetjesof
stobbenworden
dan
in
dewinter
bestrekenof
bespotenmer een
6a/o
oplossing van2,4,5-T ester
(40/6
actievestof)
in
petroleumóf
diesetolie.Voor
els kanook
een 6 Vo oplossing2,4-D
ester (40/o
actievestof)
worden gebruikt.Ten tijde
van de behandeling dienen de stammetlesof
stobbendroog te zijn.
Om
aan re ronen war menbij
een juiste toepassing van boven-genoemde merhodenkan
bereiken,worden
de
resultaten vaneen
proef van het
Bosbouwproefstationin
het
onderstaande vermeld.In
een oude griend waren populieren geplanr waatna een sterkeopslag
van wilgen
was
onrsraan.Daarin werden
de
volg,ende behandelingen uirgevoerd:^.
wilgenopslagniet
besuijden;b.
afzetten van de wilgenopslag eindiuli
1960;i.t
lr.
J.
L.Guldemond
en
lr'
L.Oldenkamp
i
Bestriiding van
vul- en
hakhout
in
populierenbeptantingenr)
WeÍensclrappelijk ambtenaren BosbouwproeísÍa{ion
Bij
de
aanlegvan
een populierenbeplantingwordt
vaak
eentussenbeplanting met een vulhoutsoort aangebracht.
Dit
kan totdoel
hebben eenbedekking
van de grond
te
verkrijgen
omverwildering van
het
terrein met onkruiden en vooral
gras te voorkomen. Onkruidverwildering betekent immers vooralin
deeerste jaren
na
aanleg een grote concurrentieten
opzichte vande jonge populieren. Een
belangrijk hulpmiddel om
dit
tegente
gaanis het van re
voren planren
vaft
zw^tte
els,die
eengoede afscherming van de bodem geefr en geen
voedselconcur-rent
is. Een ander doelvan
russenbeplanringis
het
verwervenvan een neven-
of
vooropbrengst.Dit
is
bijvoorbeeld het gevalbij
het planten van griendwilgen tussen populieren.Een aldus
met
opzet aangebrachte beplanting russen depopu-lieren
kan een belangrijkefunctie
vervullen, maar moer sreedsondergeschikt
blijven
aan de hoofdhoutsoort, de populier. Rakende
populieren
in
sluiting dan
kan de
tussenbeplanring eenbelemmering vormen voor de ongestoorde
onmikkeling
van de hoofdhoutsoorr.Zo
kan de els mee opgroeienin
depopulieren-kronen
en
de
normalekroonontwikkeling
en sluiting van
dekronen verhinderen.
Griendwiigen
zijn
niet
alleen voedselcon-currenten, maar kunnen vooralbij
niet
regeimatig terugsnijden eveneens de normale groei van populieren belemmeren.Indien
de nrssenbepianringhinderlijk wordt
doordat de nuttigefunctie
verloren
is
gegaanen
normale onrwikkeling
.rran áehoofdbeplanting
wordt
belemmerd,zal
her gewenst
zijn
het
vulhout
op
te
ruimen.Dit
geldt
eveneensvoor
oude griendendie
worden doorgeplantmet populier
en waar vanaf het begineen sterke
concurrenrievan de
oude
griendstobbenen
eenonvoldoende onderdrukking
van
grassenen
andere onkruidenbestaat.
Ook
bij
natuurlijk
loofhoutopslagin
een jonge
populieren-beplantingis
dit
het geval.N.V.
Boomkwekerii
,,IJDENHOIJT"
rereroon
o4z4r-2rg
Uw
leverancier
voor alle
soorten
N.A.K.B.
populieren
in
alle
maren
en
leeftijden
Licentiehouder
voor
Nederland van de Lóns populier.
VRAAG ONZE POPULIERENFOLDER.
€
rl
1)
Verschijnt tevens als Bericht van het Bosbouwproefstation,nr.
33
c
bladbespuitingmet
7 liter
2,4,5-T esterin
500I
water per ha op 7 september 1960blj
droog weer;d.
stambehandeling met €en oPlossing van6
volumeprocenten2,4,5-T ester
in
petroleumin
februari 196I
btj
droog weer.Eind
augusrus1961 werden
de
dode
stobbengeteld.
In
devolgende
tabel wo,rdt
het
percentagedode
stobbenbij
elke behandeling gegeven.behandeling
/o
dode stobbenonbehandeid
afzetten
bladbespuiting stambehandeling
Een stambehandeling met 2,4,5-T ester
gaf
dus de besteresul-taten, vooral
ook
omdat
de nog
levendestobben
mraar be-schadigd waren zadat ze laterweinig
opslagte
zien gaven. L:
nog levende afgezette stobben venoonden een sterkerehergro
i.Het
goede resultaat vanhet
aÍzetten is te danken aan het ;'uicterijdstip
van toepassing.De
keuzevan
de te
volgen methodewordt
bepaalddoor
h:r
doel van de beplanting
en
de
mogelijkhedenvan
het
terre-n.De
economisch meest veranrwoorde methode zal men van ger' :itot
geval moeten bepalen.Daarbij dient
te worden bedacht c,-ithet toepassen van chemische bestrijding slechts
mogelijk
isn::;
personeel dat daartoe een opleiding heeft gevoigd.
is nu
voor
anderen de gelegenheid aanwezigom
de mogeli,-:-heden van enkele van deze rassen op het moment datzij in
c.,:handel komen, reeds
in
praktijkbeplantingenvan
verschillen:ieIeeftijd
te bezien.Het
zijn
dus vooral 'Oxford'
en
'Geneva' gev/eest,die h:t
Staatsbosbeheer
op
ruimere
schaalheeft geplant,
te
beginn:n
in
1960. Toen werdenop
kavel0.67,
tussen Roggebotsluis caElburg, twee gtote percelen met deze cultivars beplant.
Er
wc:dl-jarig
plantsoengebruikt dat werd geplant
op
4
x
4 m,
rz-rnengd
met
elsop
1.30x
1.30 m.P.'Oxford,', O.Fleooland., T jaar oad.. 0 8t 88 90 INTERESSANTE BEPLANTINGEN
(x)
In
het
nummer
van
novembet 1966
is
meegedeelddat
deN.A.K.B.
vijf
nieuwe
rassenin
de keuring heeft
betrokken,waarbij drie, die
erfelijk
verbondenzijn
met
de groepvan
debalsempopulieren.
Deze
drie
zijn
Populus
'Geneva', Populus'Oxford'
en
Populus 'Androscoggin'.Alleen de
laatsteis
eenvolledige balsempopulier,
terwijl
van de twee eerstgenoemde demoeder
een
balsempopulieren de
vader een
kruising
tussen een balsempopulieren
een zwaÍtepopulier
is.\Vii
hebbenin
dat artikel ook
vermelddat o.i.
de groepvan de
balsempopu-lieren
in
ons land van grote
betekeniszou
worden.
Dezemening
is niet
alleen gebaseerdop
hetgeen bekendis
van
deeigenschappen
van
deze populieren,maar
ook op
grond
van ervaringen over hun bruikbaarheidin
binnen- en buitenland.In
onsland
zíjn vooral
met
'Geneva'en
'Oxford'
reeds sinds 15 à20
jaar, zij het op zeer beperkte schaal, proefbeplantingenaangelegd, deels door het
Instituut
voor Bosbouwkundig Onder-zoek en deels door het Bosbouwproefstation. Deze beplantingenzijn
meestalvan
zeerkleine
omvang;
men vindt ze
in
ver-schillende
delen van
het
land.
Vrij
grote proefvlakken vindt
men
in
het
uitgebreide populierenproefvelddat op initiatief
vanProf.
Houtzagersin
1950is
aangelegdin
het
boscomplex,,De
Voorst"
in
de Noordoostpolder.Dezc
zijn
beschrevenin
de
rubriek
interessante beplantingenin
,,Populier" van februari1965.In,,De
Voorst"
vindt
menook
enkele bomen vanPopu-lus
'Androscoggin', die, voorzover ons bekend is, verder alleen als oudere beplantingwordt
gevondenin
eenklein
populieren-bos op komgrond
bij
Culemborg.De
bijzonder goede ervaringenmet
de
drie
genoemde rassenhebben
tot
voorkort niet
geleidtot
grote aanPlant er van' om-dat menin
de mening verkeerde dat zijin
sterke mate gevoeligzijn
voor
de beruchte bacteriekanker.Zowel
uit
ervaringenin
het
buitenland alsuit
onderzoekvan het
Bosbouwproefstation is gebleken dat het met deze gevoeligheid erg meevalt'Voordat
dit
onderzoek was afgesloteÍI, Ínaar uitgaandevan
degoede ervaringen
met
deze rassen, heefthet
Staatsbosbeheerin
de IJsselmeerpolders
in
1959 besloten meer aandacht aan dezepopuiieren te besteden, door vooral'Geneva'
en'Oxford'op
be-perkte schaal te vermeetderen en
in
O.Flevolanduit
te planten.Men zaI misschien geneigd
zijn
om deze handelwijze riskant te noemen, gezien de toennog
steedsniet
bewezen betrekkelijkeresistentie tegen kanker, maar andetzijds moet
men zich
reali-seren datin
de lJsselmeerpolders zeer grote oppervlaktenpopu-lier
moetenworden
aangelegd, waarbij slechts een gering, eenveel te gering, aantal rassen ter beschikking staat.