• No results found

De problematiek rondom Airbnb: ondernemen of beleggen? : Waar ligt voor particuliere woningverhuurders via platform Airbnb de grens tussen ondernemen aan de ene kant van het spectrum en beleggen aan de andere kant van h

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De problematiek rondom Airbnb: ondernemen of beleggen? : Waar ligt voor particuliere woningverhuurders via platform Airbnb de grens tussen ondernemen aan de ene kant van het spectrum en beleggen aan de andere kant van h"

Copied!
52
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De problematiek rondom Airbnb:

ondernemen of beleggen?

(2)

De problematiek rondom Airbnb:

ondernemen of beleggen?

Waar ligt voor particuliere woningverhuurders via platform Airbnb de grens tussen ondernemen aan de ene kant van het spectrum en beleggen aan de andere kant van het

spectrum?

Apeldoorn, 16 december 2016

Auteur: Sarwendha Quak

Scriptiebegeleider: prof. dr. J.L. van de Streek Scriptiecoördinator: prof. dr. mr. E.J.W. Heithuis

School: Universiteit van Amsterdam, Faculteit Economie & Bedrijfskunde Master Fiscale Economie

(3)

Voorwoord

Voor u ligt de scriptie ‘De problematiek rondom Airbnb: waar ligt de grens tussen ondernemen en beleggen?’ Mijn naam is Sarwendha Quak en ik ben masterstudent Fiscale Economie aan de Universiteit van Amsterdam. Deze scriptie is in het kader van mijn afstuderen geschreven. In de periode van juni 2016 tot en met december 2016 ben ik met veel plezier en enthousiasme bezig geweest met het onderzoek en het schrijven van deze scriptie.

Dankzij mijn begeleider, prof. dr. J.L. van de Streek, ben ik een scriptie gaan schrijven over de circulaire economie, in het bijzonder Airbnb. Mede door het actuele en onduidelijke karakter van Airbnb heb ik gekozen mij verder te verdiepen in Airbnb. Door de voorlichting van de fiscale vastgoedfiscalisten, dr. A. Rozendal en mr. drs. W.A.P. Nieuwenhuizen, heb ik meer grip op de materie gekregen. Hierdoor was het opstellen van de hoofdvraag en het formuleren van een probleemstelling niet erg moeilijk meer.

Ik wil graag mijn begeleider bedanken voor de begeleiding en ondersteuning gedurende

het onderzoek. Ook wil ik Laura Verburgh bedanken, zij heeft mij geholpen bij het schrijven van de scriptie. Daarnaast wil ik mijn familie, vrienden en medestudenten bedanken voor de wijze raad en het luisterend oor. Zonder medewerking van deze personen was het onmogelijk om deze scriptie aan u te kunnen presenteren. Ik wens u veel leesplezier.

Apeldoorn, 16 december 2016 Sarwendha Quak

(4)

Inhoudsopgave

VOORWOORD ... 3 VERKLARENDE WOORDENLIJST ... 6 INLEIDING ... 7 INTRODUCTIE ... 7 MOTIVERING ... 7 PROBLEEMBESCHRIJVING ... 10 1.3.1 Doelstelling ... 10 1.3.2 Centrale onderzoeksvraag ... 10 1.3.3 Deelvragen ... 10 ONDERZOEKSOPZET ... 10 DEELECONOMIE EN AIRBNB ... 11 INLEIDING ... 11 DEELECONOMIE ... 11

2.2.1 Ontstaan van de deeleconomie ... 11

2.2.2 Delen is niet nieuw... 11

2.2.3 Wat is deeleconomie? ... 12

2.2.4 Wat is de definitie van deeleconomie? ... 13

AIRBNB ... 13

2.3.1 Wat is Airbnb? ... 13

2.3.2 Hoe is Airbnb ontstaan? ... 14

2.3.3 Hoe presenteert Airbnb zich en wat doen ze? ... 14

CONCLUSIE ... 15

WUO, RUO EN BELEGGEN ... 17

INLEIDING ... 17

BRON VAN INKOMEN ... 17

VOLGORDE VAN BEHANDELING ... 17

BELASTBAAR INKOMEN UIT WERK EN WONING (BOX 1)... 19

3.4.1 Belastbare winst uit onderneming ... 19

BELASTBAAR INKOMEN UIT SPAREN EN BELEGGEN (BOX 3) ... 20

RESULTAAT UIT OVERIGE WERKZAAMHEDEN ... 21

CONCLUSIE ... 23

KWALIFICEREN VAN VERHUUR ... 25

INLEIDING ... 25

VERHUUR VAN EEN KAMER ... 25

4.2.1 De tijdelijke verhuur van een kamer ... 25

TIJDELIJKE VERHUUR OF NIET-TIJDELIJKE VERHUUR? ... 25

VERHUUR VAN DE EIGEN WONING... 26

4.4.1 De eigen woning ... 26

4.4.2 Tijdelijke verhuur - De gehele eigen woning tijdelijk ter beschikking stellen aan derden ... 27

4.4.3 Tijdelijke verhuur – Een gedeelte van de eigen woning ter beschikking stellen aan derden ... 28

4.4.4 Tijdelijke of niet-tijdelijke verhuur – De leegstaande eigen woning ... 28

VERHUUR VAN EEN TWEEDE WONING ... 29

CONCLUSIE ... 29

ACTIVITEITEN EN JURISPRUDENTIE ... 31

INLEIDING ... 31

NORMAAL VERMOGENSBEHEER ... 31

5.2.1 Normaal vermogensbeheer in de jurisprudentie... 31

MEER DAN NORMAAL VERMOGENSBEHEER ... 33

5.3.1 Meer dan normaal vermogensbeheer in de jurisprudentie ... 33

5.3.2 De grens tussen normaal en meer dan normaal vermogensbeheer... 36

(5)

5.4.1 Aard, omvang en rendement ... 38

5.4.2 Arbeid uitbesteden ... 40

AIRBNB VERHUUR EEN ONDERNEMING? ... 40

CONCLUSIE ... 42

CONCLUSIE ... 44

INLEIDING ... 44

DEELVRAGEN ... 44

6.2.1 Wat is de deeleconomie en wat is Airbnb? ... 44

6.2.2 Wat is het onderscheid tussen winst uit onderneming, resultaat uit overige werkzaamheden en beleggen? ... 44

6.2.3 Wat is de kwalificatie van de verhuur bij: kamerverhuur, eigen woning verhuur en verhuur van een tweede woning? ... 44

6.2.4 Wat is normaal vermogensbeheer en wanneer is er sprake van meer dan normaal vermogensbeheer? ... 45

6.2.5 Onder welke voorwaarden kan verhuur van vastgoed in de zin van Airbnb als onderneming worden aangemerkt? ... 46

CENTRALE ONDERZOEKSVRAAG ... 46

AANBEVELINGEN ... 48

(6)

6

Verklarende woordenlijst

Art. Artikel

HR Hoge Raad

NDFR Nederlandse Documentatie Fiscaal Recht

NTFR Het Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht

ROW Resultaat uit overige werkzaamheden

V-N Vakstudie Nieuws

Wet IB 2001 Wet Inkomstenbelasting 2001

WFR Weekblad Fiscaal Recht

(7)

7

Inleiding

Introductie

Het topic ‘Airbnb’ hoort men steeds vaker terugkomen in dagelijkse gesprekken, het nieuws en wellicht in een gesprek met vrienden of collega’s.

De populariteit is niet verwonderlijk, dit heeft een reden. Airbnb is sinds 2008 actief en, kort gezegd, zorgt voor een hoop opschudding. Een huis via Airbnb verhuren is makkelijk en lucratief. Wie in een huurhuis woont, kan zo op een relatief simpele wijze de huur gedeeltelijk terugverdienen en huiseigenaren hun hypotheek.1 Enerzijds is het een concept waar mensen positief op reageren, anderzijds ziet men veel in het nieuws terugkomen dat met name hotels, gemeentes en overige belanghebbenden nogal wat bezwaren hebben. Normaal gesproken zou gekeken worden naar jurisprudentie en wet- en regelgeving waar grenzen liggen, die

onderscheid maken tussen consument en producent, privépersoon en ondernemer. Echter is niet geheel helder hoe een particuliere verhuurder, middels Airbnb, fiscaal geclassificeerd moet worden. De ontwikkeling van deeleconomie-initiatieven leiden tot een vervagende grens tussen de traditionele rollen. Hierdoor sporen fiscalisten de politieke partijen aan om

belastinghervorming hoog op de politieke agenda te zetten. Econoom en emeritus hoogleraar Stevens stelt: “Er liggen talrijke nieuwe vraagstukken waar de politiek veel te weinig naar heeft gekeken vanuit fiscaal oogpunt. Hoe ga je vanuit de fiscaliteit om met deeleconomie en hoe houdt de Belastingdienst zicht op particulieren die hun huis verhuren via Airbnb?”2 Het is van belang om helderheid te scheppen en te communiceren naar de burgers actief in de

deeleconomie, die nu vaak in onwetendheid verkeren over de eigen risico’s en

verantwoordelijkheden. Dit betekent een hoop onduidelijkheid voor alle betrokken partijen.3 Particulieren zullen zich door de onwetendheid niet altijd melden bij de Belastingdienst om aangifte te doen.

Mede door het actuele en onduidelijke karakter van Airbnb heb ik gekozen om mij verder te verdiepen in Airbnb. Hierdoor worden mogelijkheden geboden om het concept Airbnb verder te verkennen en wellicht nieuwe inzichten te verschaffen.

Motivering

De opkomst van de deeleconomie heeft invloed op de wijze waarop mensen consumeren. De deeleconomie maakt het mogelijk om producten en diensten met elkaar te delen en op basis van gebruik te beoordelen. De uitlener of deler kan extra geld verdienen en de gebruiker van een bepaald product hoeft geen nieuw product aan te schaffen. Doordat producten onderling gedeeld worden, schaffen consumenten minder snel nieuwe producten aan.4

De meningen zijn verdeeld over de definitie van deeleconomie. Promovendus Meelen en hoogleraar Frenken stellen dat deeleconomie te herkennen is aan drie elementen. Ten eerste gaat het om het delen tussen consumenten onderling. Ten tweede gaat het om een tijdelijke toegang tot eigendom, waarbij geen permanente overdracht plaatsvindt. Ten derde gaat het om onbenutte consumptiegoederen en niet om dienstverlening.5 Botsman, een autoriteit op het gebied van deeleconomie, vertelde in een onlangs uitgezonden VPRO-uitzending ‘Tegenlicht’ dat de term ‘deeleconomie’ verwatert en wordt gebruikt voor alles waarin bemiddeld wordt. De

1 S. van der Laan, ‘Airbnb, lucratief, maar illegaal’, Elsevier 13 augustus 2016.

2 L. Berentsen, ‘Volgend kabinet moet belasting hervormen’, Financieel dagblad, 7 juli 2016.

3 P. van de Glind, H. van Sprang & P. de Jong, ‘Innoveren in de deeleconomie’, Rapport Rijksoverheid, 1 november

2015.

4 Kamerstukken II, 2014/15, 33 009, nr. 10.

(8)

8 deeleconomie zou niet de altruïst in ons hebben wakker gemaakt, maar juist de kapitalist.6 Deeleconomie-expert van Sprang kan zich niet vinden in de kritiek van Botsman. Er zijn genoeg Nederlandse initiatieven waar het niet om geld verdienen gaat. Een deeleconomie waaraan verdiend wordt is vanzelfsprekend. De eigenaar van een woning heeft immers een paar honderd euro aan maandelijkse kosten.7

In de praktijk bestaat een deeleconomie voornamelijk uit websites en applicaties die het delen van een bepaald product faciliteren. Internet speelt hierbij een belangrijke rol.8 Wilt u ergens naartoe rijden maar beschikt u niet over een auto? Met de BlaBlaCar app vindt u de rit, rijdt u samen en wordt de bestuurder ter plaatse betaald. Of liever zelf een auto lenen bij een

particulier dan huren bij een verhuurbedrijf? Dan is de Snappcar app een bruikbaar platform. Bovendien bent u als toerist niet meer verplicht om te overnachten in een hotel maar is een overnachting bij een particulier via Airbnb ook een mogelijkheid.

Airbnb is opgericht in 2008 en is gevestigd in San Francisco. Airbnb is een website waar mensen over de hele wereld accommodaties kunnen adverteren, bestuderen en boeken door middel van een computer, smartphone of tablet. Airbnb is een makkelijke manier voor mensen om wat bij te verdienen met extra woonruimte die zij bezitten.9 Airbnb behoort bij uitstek tot één van de grootste deelinitiatieven en heeft door de snelle groei een enorme impact gemaakt op de markt. In 2015 huurden 575.000 mensen een woning in Amsterdam via de website Airbnb. In

Amsterdam zijn 3.677 kamers en 14.140 complete woningen te huur op Airbnb.

Amsterdammers die hun woningen beschikbaar stelden verdienden daar jaarlijks gemiddeld 3.800 euro mee. Dit bedrag is berekend op basis van een gemiddelde duur van 28 dagen per jaar.10

Over de hele wereld houden meerdere steden zich bezig met de vraag hoe zij moeten omgaan met de gevolgen van Airbnb. Door woningen en/of kamers aan te bieden als zijnde een Airbnb locatie kan men geld verdienen. Dit heeft echter consequenties voor de huizenprijzen. Deze stijgen ook in steden waar het aanbod schaars is. Vakantieverhuur via Airbnb in grote steden kan overlast veroorzaken. Soms fungeren huizen midden in woonwijken als illegale hotels. Bovendien zijn illegale hotels meestal onveilig, omdat ze niet aan de brandveiligheidsregels voldoen. Ook leeft de zorg dat door de deeleconomie de kloof tussen arm en rijk toeneemt: alleen wie bezit, heeft immers wat te delen. Onderhuur van een huurhuis is in de meeste gevallen wettelijk verboden. Volgens advocaat Havelaar is het zo’n rendabele business dat de particulieren het risico wel willen nemen. In het kader van dit onderzoek wordt verhuur van huurwoningen niet meegenomen.

Aan de andere kant geven voorstanders aan dat Airbnb bewoners de gelegenheid geeft te profiteren van de drukte in hun stad. Steden lijken de groei van Airbnb, inmiddels in 191 landen actief, maar moeilijk te kunnen afremmen.11

De verhuur van vastgoed, welke ter beschikking wordt gesteld via Airbnb, gaat gepaard met belastingheffing, zoals de inkomstenbelasting (hierna: Wet IB 2001), gemeentebelasting, toeristenbelasting en btw. Heffing van de Wet IB 2001 komt in principe slechts aan bod indien een bron van inkomen aanwezig is.12 In de meeste gevallen is hiervan sprake. In het kader van

6 Tegenlicht, Hoezo samen delen?, VPRO TV-uitzending, 30 november 2014. 7 S. Rutten, ‘Wat van mij is, is van jou’, Universe, 29 januari 2015.

8 M. Zeijlstra & R. Visscher, Delen doe je zo, Forte Uitgevers BV: Baarn 2016. 9 Geraadpleegd van: https://www.airbnb.nl/about/about-us

10 E. Verschuren, ‘575.000 mensen huurden in 2015 via Airbnb in Amsterdam’, Nrc next, 28 mei 2016. 11 R. Remie, ‘Keurige kamers, louche praktijk’, Nrc next, 25 mei 2016.

(9)

9 mijn scriptie wordt ingegaan op de Wet IB 2001. Voor de toepassing van de Wet IB 2001 is het van belang om te bepalen of de verhuur van vastgoed via Airbnb is aan te merken als een onderneming of als een belegging.

Particuliere woningverhuur via Airbnb kan op verschillende manieren plaatsvinden.

Voorbeelden zijn: verhuur van een kamer, verhuur van een eigen woning of verhuur van een tweede eigen woning. Hoe de belastingheffing in een dergelijke situatie moet plaatsvinden is tot op zekere hoogte nog onduidelijk, dit leidt tot onzekerheid bij de belastingplichtige. Om meer zekerheid te kunnen verschaffen moet eerst onderzocht worden wat de kwalificatie van de verhuur is: ondernemingswinst, resultaat uit overige werkzaamheden of beleggen? Zoals eerder genoemd moet een antwoord worden gegeven op de volgende vragen: Wanneer is sprake van ondernemen en wanneer is sprake van beleggen? Onder welke voorwaarden kan verhuur van vastgoed in de zin van Airbnb als onderneming worden aangemerkt? De zoektocht naar de grens tussen beleggen aan de ene kant van het spectrum en ondernemen aan de andere kant van het spectrum staat primair aan dit onderzoek.

Nu Airbnb in de schijnwerpers is komen te staan heeft de kwalificatie van de verhuur van vastgoed weer grote belangstelling gekregen. In opdracht van de ministeries van Economische Zaken en Infrastructuur en Milieu heeft ShareNL in 2015 een inventarisatie laten uitvoeren naar zowel de ervaren belemmeringen in de deeleconomie als ook de milieu-impact van dit

fenomeen. Zodat meer inzicht kan worden verkregen in de mogelijke kansen en belemmeringen voor de ontwikkeling van de deeleconomie. Een belangrijke conclusie is dat er onduidelijkheid bestaat over de toepassing van wet- en regelgeving. De grens tussen consument en

producent/ondernemer vervaagt. Dit leidt tot een toenemende vraag naar waar de grens ligt tussen particulier en commercieel en wanneer welke wet- en regelgeving van toepassing is.13 Ondanks dat er meerdere uitspraken zijn geweest van het Gerechtshof inzake de kwalificatie van verhuur van vastgoed en artikelen zijn geschreven omtrent dit onderwerp, zijn er nog steeds geen grenzen vastgesteld en blijven onduidelijkheden bestaan wanneer sprake is van meer dan normaal vermogensbeheer.14 Een nader en meer gedetailleerd onderzoek is bittere noodzaak bij dit complexe fiscale vraagstuk. De betekenis van ‘normaal vermogensbeheer’ wordt daarom ook onderzocht.

Het tweede aspect dat in dit onderzoek wordt meegenomen is de vraag wat wenselijk recht is. Is de uitwerking van de huidige fiscale regels voor de particuliere aanbieders in de deeleconomie voldoende dekkend? Of is er behoefte aan nieuwe fiscale normen en regels die rekening houden met de deeleconomie? Meerdere partijen in de Tweede Kamer pleiten voor een wetswijziging.15 Minister van Economische Zaken ziet nog geen aanleiding voor nieuwe wet- en regelgeving.16 Op basis van mijn bevindingen worden aanbevelingen gegeven.

13 Kamerstukken II, 2014/15, 33 009, nr. 12.

14 Zie bijvoorbeeld HR 17 augustus 1994, nr. 29 775, BNB 1994/319. De belanghebbende verhuurde achttien

studentenkamers, deels in zijn eigen woning, deels in een pand elders. De verhuurder verrichtte zelf ook de onderhouds- en schoonmaakwerkzaamheden en de administratie.

15 Kamerstukken II, 2015/16, 30 196, nr. 471.

(10)

10

Probleembeschrijving

1.3.1 Doelstelling

Het primaire doel van dit onderzoek is op zoek gaan naar de grens tussen beleggen en ondernemen bij particuliere woningverhuur. Aan de hand van alle activiteiten die de

belastingplichtige bij particuliere woningverhuur via Airbnb kan uitvoeren ten behoeve van de gebruiker moet worden getoetst of sprake is van ondernemen of normaal vermogensbeheer. Wat normaal vermogensbeheer precies inhoudt en wanneer is sprake van meer dan normaal vermogensbeheer wordt meegenomen in deze scriptie. In het geval dat sprake is van meer dan normaal vermogensbeheer moet worden getoetst of dit valt onder resultaat uit overige

werkzaamheden, zodat na de uitkomst van dit onderzoek meer duidelijkheid wordt verschaft en onzekerheden bij de belastingplichtige in zoverre kunnen worden weggenomen.

1.3.2 Centrale onderzoeksvraag

Waar ligt voor particuliere woningverhuurders via platform Airbnb de grens tussen ondernemen aan de ene kant van het spectrum en beleggen aan de andere kant van het spectrum?

1.3.3 Deelvragen

1. Wat is de deeleconomie en wat is Airbnb?

2. Wat is het onderscheid tussen winst uit onderneming, resultaat uit overige werkzaamheden en beleggen?

3. Wat is de kwalificatie van de verhuur bij: kamerverhuur, eigen woning verhuur en verhuur van een tweede woning?

4. Wat is normaal vermogensbeheer en wanneer is er sprake van meer dan normaal vermogensbeheer?

5. Onder welke voorwaarden kan verhuur van vastgoed in de zin van Airbnb als onderneming worden aangemerkt?

6. Wat zijn de aanbevelingen inzake de huidige fiscale behandeling? Welk advies kan worden gegeven voor de toekomst?

Onderzoeksopzet

Op basis van een literatuuronderzoek worden de deelvragen en de centrale onderzoeksvraag beantwoord. In hoofdstuk 2 wordt een antwoord gegeven op de eerste deelvraag. Om inzicht te krijgen in het fenomeen ‘deeleconomie’ wordt een beschrijvend onderzoek uitgevoerd.

Daarnaast worden websites benaderd, documentaires gekeken, krantenartikelen en

kamerstukken bestudeerd. In hoofdstuk 3 wordt de tweede deelvraag beantwoord. Aan de hand van jurisprudentie, vakliteratuur en boeken wordt het onderscheid is tussen winst uit

onderneming, resultaat uit overige werkzaamheden en beleggen duidelijk gemaakt. In hoofdstuk 4 wordt de derde deelvraag beantwoord. Hierin wordt beantwoord welke fiscale kwalificatie geldt bij het verhuren van een kamer, eigen woning en tweede woning. De vierde en vijfde deelvraag worden beantwoord in hoofdstuk 5. Eerst worden de termen ‘normaal

vermogensbeheer’ en ‘meer dan normaal vermogensbeheer’ verduidelijkt aan de hand van jurisprudentie en vakliteratuur. Daarna wordt getoetst wanneer de particuliere woningverhuur als een onderneming kan kwalificeren. In hoofdstuk 6 wordt een eindconclusie gegeven. Tevens worden de antwoorden op de deelvragen samengevat om een antwoord op de centrale

onderzoeksvraag te kunnen geven. Tot slot worden er in hoofdstuk 7 aanbevelingen gegeven. Tevens wordt een advies gegeven voor de toekomst en enkele suggesties voor een

(11)

11

Deeleconomie en Airbnb

Inleiding

Wanneer men een kamer verhuurt via Airbnb, is men actief in de deeleconomie. Maar wat is deeleconomie eigenlijk? En hoe heeft de deeleconomie zich in de jaren ontwikkeld? In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het fenomeen de deeleconomie. In de eerste paragraaf wordt besproken hoe de deeleconomie is ontstaan. Daarna wordt dieper ingegaan op de betekenis van de deeleconomie.

Deeleconomie

2.2.1 Ontstaan van de deeleconomie

De deeleconomie kan niet meer buiten beschouwing worden gelaten in de huidige maatschappij, het is overal.In de jaren vijftig van de vorige eeuw wisten mensen het geld voor een televisie met moeite bij elkaar te sparen. Buurtbewoners kwamen zelfs op bezoek om de nieuwe uitvinding te zien. In de jaren zestig is daar verandering in gekomen. De behoefte om te delen werd minder vanwege de welvaartsgroei. De noodzaak van het ‘delen’ viel weg. Opmerkelijk werd er toch aandacht aan besteed.17 Een deelfenomeen in de jaren zestig was het

‘wittefietsenplan’. Gestolen en tijdelijk gebruikte fietsen werden wit geschilderd en toegankelijk gemaakt voor alle Amsterdammers. Echter werd dit geen succes door de toekomst van de auto. Op de Hoge Veluwe zijn de witte fietsen nog wel te zien in het Gelderse nationale park. Iedereen mag de witte fiets vrij gebruiken. De OV-fiets is een vergelijkbaar voorbeeld, maar hier moet wel een kleine vergoeding voor worden betaald.18

2.2.2 Delen is niet nieuw

Al voor de komst van de internetplatformen verhuurden en leenden mensen al spullen met elkaar uit. De spullen werden voornamelijk uitgeleend aan familie, vrienden en kennissen. Wat men nu doet is het uitlenen en verhuren van eigendommen aan onbekenden. Internet heeft ervoor gezorgd dat de zoekkosten drastisch zijn verminderd. Voor de komst van internet waren deze kosten veel hoger omdat er weinig informatie beschikbaar was inzake aanbod,

betrouwbaarheid en contractvormen. Door internet is het gemakkelijker geworden om te vinden wat u zoekt en kan er door middel van online betaalsystemen betaald worden. Bovendien

kunnen transacties eenvoudig worden geautomatiseerd en worden afgehandeld.19

Rond 2010 begon de deeleconomie enorm te groeien. Er kwam meer oog voor duurzaamheid vanwege het opraken van grondstoffen. In 2009 kreeg de Nederlandse economie te maken met de gevolgen van de kredietcrisis.20 Volgens Zeijlstra en Visscher veranderde door de

kredietcrisis het koopgedrag van de consumenten en konden zij zich niet altijd nieuwe aankopen veroorloven. De belangrijkste reden dat in de loop van de jaren de deeleconomie een groot succes is geworden, is de populariteit van internet. Het gebruik van online

beoordelingssystemen is van groot belang bij de hele ontwikkeling van de deeleconomie. Vraag en aanbod komen hierdoor op een eenvoudige manier bij elkaar. Tegelijkertijd brengt dit met zich dat ze elkaar kunnen beoordelen. Een grote factor welke het succes van Airbnb heeft helpen bewerkstelligen. Goede en positieve beoordelingen wekken vertrouwen op. Op het moment dat

17 M. Zeijlstra & R. Visscher, Delen doe je zo, Forte Uitgevers BV: Baarn 2016, p. 10. 18 M. Zeijlstra & R. Visscher, Delen doe je zo, Forte Uitgevers BV: Baarn 2016, p. 25. 19 K. Frenken, Deeleconomie onder één noemer (Oratie Universiteit Utrecht), 2016, p. 7.

(12)

12 een aanbieder goede of zelfs excellente beoordelingen krijgt, kan dit meewegen in de bepaling van de huurprijs voor een kamer of huis.21

2.2.3 Wat is deeleconomie?

Volgens hoogleraar innovatiestudies Frenken kan deeleconomie als een tijdelijke marktplaats worden gezien. Mensen delen eigendommen met elkaar. Het voornaamste verschil met het welbekende Marktplaats.nl is dat de gebruikers in een deeleconomie, de vraagkant, geen eigenaar worden van het eigendom. Zij verkrijgen een tijdelijke toegang tot het gebruik van de spullen. In de meeste gevallen is sprake van overcapaciteit, omdat de spullen niet dagelijks gebruikt worden. De opkomst van digitale platforms voor de verhuur van verblijfsruimte aan toeristen, zoals Airbnb, is een voorbeeld waar vraagstukken aangaande digitale platforms en de deeleconomie bij elkaar komen. Mede door de opkomst van deelplatforms is het delen

vergemakkelijkt en exponentieel gegroeid.22

Het belangrijkste geschilpunt tussen de deeleconomie-experts is het financiële aspect inzake de deeleconomie. Veel mensen denken dat er geen geld in omgaat, maar het tegendeel komt ook voor. Het is niet ongebruikelijk om een financiële bijdrage te vragen voor de ‘huur’ voor het gebruik mogen maken van spullen. Deeleconomie-expert van Sprang, medeoprichter van ShareNL en auteur van het boek ‘Share’, stelt dat sommige initiatieven ondanks de commerciële opzet nog steeds onder de deeleconomie vallen en dat dit zelfs vanzelfsprekend is. Hij merkt het volgende op: “Iets telt als een deeleconomieplatform als het product voor een deel wordt

verhuurd. Als jij jouw appartement iedere dag van het jaar probeert te verhuren via Airbnb, dan is dat niet echt deeleconomie, want dan ben je gewoon een hotel. Maar doe je dat een paar dagen per jaar, dan wel. Ik zou het raar vinden om niet te betalen voor de auto die ik leen van iemand hier uit de buurt. Diegene heeft immers een paar honderd euro per maand aan kosten aan de auto.” Botsman, auteur van het boek ‘What’s mine is yours’, vertelt in haar boek: delen is het nieuwe hebben: “Deeleconomie is het medicijn voor de kwalen van de vrijemarkteconomie. Delen belooft een einde te maken aan het hyperkapitalisme.” Door de ontwikkeling van deeleconomie is Botsman van mening veranderd. Ze vertelt in de documentaire ‘Hoezo samen delen’ van VPRO Tegenlicht dat tegenwoordig de term deeleconomie wordt gebruikt voor alles waarin bemiddeld wordt. De deeleconomie heeft niet de altruïst in ons wakker gemaakt, maar juist de kapitalist. Het principe van delen zou er door op de achtergrond raken.23 Filosoof Han ziet de deeleconomie als een ‘vercommercialisering van het complete leven’. In plaats van een alternatief te bieden voor het kapitalisme biedt de deeleconomie juist mogelijkheden voor iedereen om kapitalist te worden. Een goede reputatie en het oogmerk om winst te behalen. Ieder mens dat actief is in de deeleconomie is een micro-ondernemer die geen kans onbenut laat om zijn spullen en tijd te gelde te maken.24

Mijns inziens behoren naast de onbetaalde vormen van delen ook betaalde vormen van delen tot de deeleconomie. Ik ben van mening dat het vragen van een financiële bijdrage alsmede het ontvangen van een winstopslag hoort bij de deeleconomie. Wanneer een toerist blijft

overnachten maakt de verhuurder extra kosten. Hierbij valt te denken aan gas, water en licht. Deze extra kosten had de verhuurder anders niet gemaakt.

De deeleconomie kent grenzen in de aard van de platformen, maar niet in schaalgrootte. Commercieel gebruik staat niet haaks op de deeleconomie, maar zal de ontwikkeling vaak juist versnellen. Met de brede deeleconomie wordt ook het aanbieden en afnemen van diensten meegenomen en vervaagt de grens tussen ondernemers en consumenten. De deeleconomie kent

21 P. van de Glind, H. van Sprang & P. de Jong, ‘Innoveren in de deeleconomie’, Rapport Rijksoverheid, 1 november

2015.

22 Kamerstukken II, 2014/15, 33 009, nr. 12.

23 S. Rutten, ‘Wat van mij is, is van jou’, Universe, 29 januari 2015.

(13)

13 verschillende definities waardoor verwarring kan ontstaan.25 Frenken spreekt van een

omgekeerd innovatieproces: “Normaal gesproken wordt een innovatie eerst wetenschappelijk onderzocht, dan vindt een normatieve publieke discussie plaats over de wenselijkheid ervan, dan komt de politiek met regulering en daarna pas komt een innovatieve markt.” Bij de deeleconomie gaat het precies omgekeerd. Bedrijven en particulieren negeren welbewust de regels, verkrijgen in razend tempo een grote hoeveelheid gebruikers en creëren op die manier legitimiteit, voordat de overheid zich over de effecten van het fenomeen heeft kunnen buigen en regelgeving heeft kunnen opstellen.26

2.2.4 Wat is de definitie van deeleconomie?

Ik sluit me, in het licht van mijn onderzoek, aan bij de volgende definitie: ‘Het fenomeen dat consumenten elkaar gebruik laten maken van hun onbenutte consumptiegoederen, eventueel tegen betaling.’27 De definitie is gebaseerd op de volgende drie onderdelen: ten eerste gaat het om delen tussen consumenten onderling. Ten tweede gaat het om een tijdelijke toegang tot eigendom. Ten derde gaat het om onbenutte consumptiegoederen en niet om dienstverlening.28 Door middel van een online platform kan de mobiele technologie worden gebruikt. Het gaat hierbij om het delen van goederen om deze optimaler te kunnen benutten. Het woord ‘onbenut’, welke terug te vinden is in de eerder genoemde definitie, is volgens Frenken van groot belang. Hiermee wordt het onderscheid gemaakt tussen de deeleconomie en het aanbieden van diensten tussen consumenten onderling. Veel deelvormen worden namelijk foutief onder de term

deeleconomie geschaald.29 Ter verduidelijking: er is dus een verschil tussen een taxi bestellen via UberPop en een lift regelen via BlaBlaCar. Bij een taxidienst (UberPop) creëert een

consument nieuwe capaciteit door een taxi op afroep te bestellen. Bij liften (BlaBlaCar) daarentegen neemt een consument plaats in een stoel die anders onbenut was gebleven. Hetzelfde verschil ziet u terug bij het delen van huizen. Als u op vakantie gaat, kunt u anderen toestaan van uw huis gebruik te maken, welke anders onbenut zou blijven. Als u echter een tweede huis koopt en die permanent verhuurt aan toeristen, dan runt u een illegaal hotel. Het permanent verhuren van een tweede woning kan niet worden gezien als deeleconomie.

Airbnb

2.3.1 Wat is Airbnb?

Airbnb is een internetplatform voor wereldwijde verhuur van privé accommodaties welke tevens kan worden gebruikt met een applicatie op de tablet en smartphone. Dit concept is één van de vele initiatieven binnen de deeleconomie. Airbnb is een internationaal bedrijf dat in korte tijd een enorme groei heeft gerealiseerd. Inmiddels is de website actief in meer dan 34.000 steden en 191 landen.30

Particulieren kunnen hun huis, appartement, gedeelde kamer of privé kamer verhuren door deze op Airbnb aan te bieden. De duur van het verblijf varieert van één overnachting tot een langere periode, hetgeen meer gaat lijken op traditionele verhuur. De aanbieder heeft de vrijheid om zelf de hoogte van het (huur)bedrag vast te stellen. Het gewenste bedrag kan per dag, per week of maandelijks in rekening worden gebracht. Op de website van Airbnb worden diverse

25 Kamerstukken II, 2015/16, 21 501-30, nr. 380.

26 F. Milikowski, ‘Een luchtbedje met ontbijt’, De Groene Amsterdammer, 13 april 2016.

27 T. Meelen & K. Frenken, ‘Uberpop is geen voorbeeld van deeleconomie’, Het Parool, 10 oktober 2014. 28 K. Frenken, T. Meelen, M. Arets & P. van de Glind, “Wat is nu eigenlijk deeleconomie?”, 2015, Me Judice. 29 K. Frenken, Deeleconomie onder één noemer (Oratie Universiteit Utrecht), 2016, p. 7.

(14)

14 accommodaties aangeboden: kamers, boten, appartementen en huizen. Zelfs kastelen,

boomhutten en yurts behoren tot de overnachtingsmogelijkheden.31 2.3.2 Hoe is Airbnb ontstaan?

Airbnb, de afkorting van AirBed & Breakfast, is in 2008 opgericht in San Francisco, waar nu het hoofdkantoor is gevestigd. Het bedrijf is ontstaan uit een probleem. De oprichters, Brian Chesky en Joe Gebbia, hadden moeite met het betalen van de huur en hebben via hun eigen website hun ‘San Francisco loft’ onderverhuurd. Ze verhuurden slaapplaatsen op luchtbedden en serveerden ontbijt.32 Inmiddels is Airbnb uitgegroeid tot een wereldwijd fenomeen gericht op huren en verhuren van (privé) accommodaties. Het grote aanbod is een van de redenen waardoor Airbnb succesvol is geworden. Airbnb biedt een alternatief voor reguliere hotels. Niet alle toeristen willen in een hotel overnachten tijdens hun vakantie. Door te overnachten bij een ‘local’ krijgen de toeristen ook inzicht in het lokale leven van de stad. Daarnaast speelt de gunstige prijs een grote rol in de overweging om te kiezen voor Airbnb. In de meeste gevallen is het huren van een accommodatie via Airbnb qua prijs een stuk aantrekkelijker dan een hotelovernachting.

2.3.3 Hoe presenteert Airbnb zich en wat doen ze?

Het voornaamste doel van Airbnb is mensen met een leegstaande accommodatie te koppelen aan mensen die op zoek zijn naar een overnachting. Airbnb is feitelijk gezien een organisatie die geld verdient met het tot stand brengen van de transactie, namelijk de boeking van een

accommodatie. De huurder betaalt naast de accommodatiekosten tussen de 6% en 12% aan servicekosten. De uitbetaling aan de verhuurder wordt verminderd met het tarief van de servicekosten als zogenaamde ‘kostendekking’.33

Volgens Amaran, schrijver van een artikel over de deeleconomie, was de oorspronkelijke

doelstelling van Airbnb: ‘Een alternatief sociaal georiënteerd bedrijf worden. Toen meer mensen de platforms gingen gebruiken werden ze commerciëler. De drijfveer is nu eerder economisch van aard in plaats van sociaal of milieubewust zoals in eerste instantie de bedoeling was.’34 Airbnb wil niet alleen een woningverhuur-website zijn. De website wil een nieuw soort reisbureau worden, waarbij ze een ervaring verkopen en het verblijf centraal staat. Om dit mogelijk te maken heeft de website van Airbnb een uitgebreid profiel met informatie over de verhuurder van de woning.35

Het zoeken naar een accommodatie voor een huurder kan op verschillende manieren plaatsvinden. De huurder kan zoeken naar een stad, zoeken op basis van de prijs, soort

accommodatie, hoeveelheid gasten, faciliteiten, enzovoort. Een boeking via Airbnb kan op twee manieren, namelijk via een boekingsverzoek of via een instant boeking. Bij een boekingsverzoek toont de huurder interesse in een geschikte accommodatie en doet dit door middel van het versturen van een boekingsverzoek. In de meeste gevallen heeft de verhuurder een kalender waarop de huurder kan zien of de kamer beschikbaar is voor een bepaalde periode. De

verhuurder kan beslissen om het boekingsverzoek te accepteren of te weigeren. De ‘screening’ is gebaseerd op de motivering van de potentiële huurder en de profielfoto welke in de meeste gevallen gelinkt is aan het sociale netwerkprofiel van Facebook. Via een instant boeking hoeft de huurder niet te wachten op een goedkeuring van de verhuurder, de boeking is namelijk direct akkoord. Zo’n advertentie is te herkennen aan de button ‘direct reserveren’. Hierdoor kan de transactie snel worden afgerond. Uiteraard moet de verhuurder zelf aangeven of hij alleen instant boekingen of alleen boekingsverzoeken wenst.

31 Z Doc, Je huis als hotel, RTL Z TV-uitzending, 3 september 2016.

32 D. Blystone, ‘How Airbnb grew from a SF loft into a world leader’, Investopedia, 1 oktober 2015. 33 Geraadpleegd van: https://www.airbnb.nl/help/article/459/how-do-i-calculate-my-payout. 34 Z Doc, Je huis als hotel, RTL Z TV-uitzending, 3 september 2016.

(15)

15 Airbnb is populair en inmiddels een vrijwel onmisbaar concept voor vakantieverhuur. Dit is goed nieuws voor de aanbieders in grote steden zoals Amsterdam. Insideairbnb.com is een onafhankelijke website die door het analyseren van beschikbare informatie in kaart brengt hoe actief Airbnb is in steden over de hele wereld. Uit onderzoek van Insideairbnb is gebleken dat het aanbod in Amsterdam tot in ieder geval medio 2016 werd gedomineerd door hele huizen in plaats van kamers bij mensen in huis.36 Cox, oprichter van Insideairbnb, vindt dat hierdoor de mythe dat platforms als Airbnb er zijn om huizen te delen wordt ontkracht. Airbnb reageerde in het programma van Z Doc-uitzending ‘Je huis als hotel’ dat deze informatie onjuist is en

misleidende aannames zijn.

Vertrouwen is de basis voor Airbnb. Botsman stelt: “Deeleconomie is de economie van het vertrouwen”.37 De beoordelingen zijn van groot belang. Zodra een goede recensie wordt

geplaatst, heeft de verhuurder een grotere kans opnieuw een huurder te vinden. Andersom komt dit helaas ook voor. Airbnb is regelmatig in het nieuws vanwege de populariteit en bekendheid, maar ook om de slechte ervaringen. In de onlangs uitgezonden Z Doc-uitzending ‘Je huis als hotel’ worden ervaringen gedeeld over Airbnb. Gasten vertellen dat de website van Airbnb niet te vertrouwen is. Opmerkingen zoals: “Wij zullen nooit meer voor Airbnb kiezen, zelfs de

recensie die wij neer wilden zetten werd geweigerd” kwamen naar voren in de Z Doc uitzending. Airbnb reageerde hierop met de volgende verklaring: “Alles wordt geplaatst, maar kan door de eigenaar worden verwijderd”. Verhuurders en huurders met slechte ervaringen worden in de meeste gevallen pas gehoord indien de klachten bij de media terecht komen. Niet alleen gebruikers van Airbnb ervaren belemmeringen van het platform. Wijken in sommige steden worden toeristisch, woningeigenaren zelf vinden het grootste probleem de veiligheid en de overlast. Het gebeurt namelijk ook dat sommige huurders geen voordeursleutel van het

appartementencomplex krijgen en vervolgens overal aanbellen om te vragen of ze naar binnen mogen. Op deze manier weet je niet of deze mensen iets te zoeken hebben in het gebouw. Sommige buren ervaren overlast: ”Er wordt geen rekening gehouden met de buren, er is niemand die kan helpen bij de problemen. Studio’s worden verhuurd aan vier personen, terwijl ze geschikt zijn voor één persoon. Het wordt tijd voor duidelijke regelgeving”.38 Helaas werkt Airbnb tot op heden niet mee aan het verstrekken van de benodigde informatie. Zij beschikken namelijk over alle gegevens en technieken om de regels na te kunnen leven.

Ondanks de slechte ervaringen maakt Airbnb tegenwoordig ook kleine stappen in de juiste richting. Er werden veel mensen van de website verwijderd. Zij ontvingen het bericht dat zij niet in het beeld van Airbnb passen.39 De overheid heeft Airbnb nodig om uit te zoeken wie de wet overtreedt. Sinds 1 februari 2015 houdt Airbnb bij elke boeking 5% toeristenbelasting in en draagt die af aan de gemeente Amsterdam. Amsterdam is de eerste stad die een dergelijke afspraak heeft gemaakt met Airbnb buiten de Verenigde Staten om.40

Conclusie

De deeleconomie heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld van het delen van een televisie met de buren tot het tijdelijk ter beschikking stellen van de gehele woning aan toeristen. De

deeleconomie kan worden gezien als een tijdelijke marktplaats waar mensen hun eigendommen met elkaar delen. Tot de deeleconomie vallen zowel de betaalde als de onbetaalde vormen van delen. Het internetplatform is de plek waar vraag en aanbod bij elkaar komen. De vraagkant krijgt hierbij een tijdelijke toegang tot het gebruik van een onbenut consumptiegoed. Dit

36 Geraadpleegd op 30 september 2016, van: http://insideairbnb.com/amsterdam/. 37 C. Thomas, ‘Iedereen kapitalist’, De Groene Amsterdammer, 24 september 2014. 38 Z Doc, Je huis als hotel, RTL Z TV-uitzending, 3 september 2016.

39 Geraadpleegd van:

http://www.rtlnieuws.nl/economie/home/airbnb-verwijdert-te-fanatieke-verhuurders-van-site.

(16)

16 betekent dat de aanbieders op een relatief simpele wijze kunnen bijverdienen. De opkomst van internetplatform Airbnb is van grote betekenis en is niet meer weg te denken in de huidige samenleving. Airbnb is één van de initiatieven binnen de deeleconomie. Airbnb verbindt mensen met elkaar voor de verhuur van privé accommodaties. Airbnb is actief in meer dan 34.000 steden en 191 landen. De kern van de (tegenwoordige voornamelijk digitale) deeleconomie bestaat uit positieve beoordelingen waarbij een goede reputatie de drijfveer is om als burger succesvol te zijn binnen de deeleconomie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een zeer goede beoordeling als verhuurder bij Airbnb. Hierdoor zullen huurders sneller geneigd zijn om voor accommodatie te kiezen.

(17)

17

WUO, RUO en beleggen

Inleiding

Voor de heffing van inkomstenbelasting (hierna: Wet IB 2001) kan particuliere verhuur van vastgoed tot de grondslag van box 1 (belastbaar inkomen uit werk en woning) of tot die van box 3 (belastbaar inkomen uit sparen en beleggen) behoren. De verhuur van vastgoed kan

kwalificeren als winst uit onderneming of als een belegging. De verhuur van vastgoed kan ook in de restcategorie ‘resultaat uit overige werkzaamheden’ van box 1 vallen. Deze categorie zal enkel kort worden besproken. In de praktijk leidt de vraag of vastgoed tot box 1 of tot box 3 behoort tot discussies. In dit hoofdstuk staat centraal wat het onderscheid is tussen winst uit onderneming, resultaat uit overige werkzaamheden en beleggen.

Bron van inkomen

Heffing van de Wet IB 2001 komt in principe pas aan bod indien een bron van inkomen aanwezig is. Allereerst moeten de bronnen, zaken en activiteiten, aan de volgende drie eisen voldoen: deelneming aan het economisch verkeer, de activiteit moet gericht zijn op het behalen van voordeel, welk voordeel redelijkerwijs te verwachten moet zijn.41 Als aan de genoemde eisen is voldaan, is sprake van een bron en zijn de daaruit getrokken baten belastbaar.42 Kortom: inkomsten worden pas belast wanneer ze voortvloeien uit een bron van inkomen. Zonder

aanwezigheid van een bron van inkomen zijn de inkomsten onbelast. Uiteraard wordt ook geen onderscheid tussen en binnen de verschillende boxen gemaakt. In het kader van Airbnb neem ik als uitgangspunt dat sprake is van een bron van inkomen. De verkoop van producten uit een volkstuintje (liefhebberij en geen voordeel te verwachten) en de besparing die ontstaat wanneer een arts zijn eigen vrouw behandeld (geen deelname aan het economisch verkeer) zijn

traditionele voorbeelden van activiteiten die niet onder de belaste inkomenssfeer vallen. Het is van belang dat de fiscus zich in beginsel neutraal opstelt ten aanzien van de wettigheid of de (on)zedelijkheid van een verkregen voordeel of van gemaakte kosten.43 Winsten uit het runnen van illegale hotels zijn evenzeer belastbaar als baten uit meer aanvaardbare activiteiten. Bij inkomen uit sparen en beleggen hoeft geen rekening te worden gehouden met de vraag of voldaan is aan een bron van inkomen. Aangezien de inkomsten uit sparen en beleggen thans over de gehele linie forfaitair worden vastgesteld, is de vraag of een bron van inkomen aanwezig is, niet meer relevant.44 Alle bezittingen minus de schulden van een belastingplichtige, die in economische zin waarde vertegenwoordigen, voor zover zij niet al zijn begrepen in het inkomen van werk en woning of inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2), vallen onder reikwijdte van de vermogensrendementsheffing. De vraag of het daadwerkelijk een feitelijke rendement oplevert, is daarbij niet langer essentieel.45

Volgorde van behandeling

Afdeling 2.4 bevat artikel (hierna: art.) 2.14 van de Wet IB 2001 waarin de rangorderegeling is opgenomen. Lid 1 van dit artikel luidt: ‘Indien een voordeel op grond van meer dan een hoofdstuk, afdeling of paragraaf als bestanddeel, al dan niet vrijgesteld, van een van de

belastbare inkomens zou kunnen worden aangemerkt, wordt het voordeel uitsluitend op grond

41 G.J. van Norden, ‘Fiscaliteit en de nieuwe economie’, NTFR 2015/2205.

42 R.E.C.M. Niessen & L.J.A. Pieterse, De inkomstenbelasting in 2001, (zesde druk), Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers:

Amersfoort 2008, p. 34.

43 D.A. Albregtse, A.J.M. Arends, J. Doornebal, P.H.J. Essers, M.J. Hoogeveen, M.L.M. van Kempen, F.P.G. Pötgens, A.C.

Rijkers & G.W.B. van Westen, Cursus Belastingrecht Inkomstenbelasting, Kluwer: Deventer 2014, p. 9.

44 D.A. Albregtse, A.J.M. Arends, J. Doornebal, P.H.J. Essers, M.J. Hoogeveen, M.L.M. van Kempen, F.P.G. Pötgens, A.C.

Rijkers & G.W.B. van Westen, Cursus Belastingrecht Inkomstenbelasting, Kluwer: Deventer 2014, p. 1012.

(18)

18 van het als eerste opgenomen hoofdstuk of de als eerste opgenomen afdeling of paragraaf

aangemerkt als bestanddeel van het desbetreffende belastbare inkomen’. De rangorderegeling geeft aan hoe voordelen gekwalificeerd moeten worden, indien zij in meer dan één onderdeel van de wet worden betrokken. Wanneer twee bepalingen allebei van toepassing zijn, gaat de bepaling die als eerste in de wet voorkomt voor.46 De voordelen kunnen zowel negatieve als positieve inkomensbestanddelen zijn. Indien een voordeel aangemerkt kan worden als een inkomensbestanddeel van het belastbare inkomen uit werk en woning, dan kan dit voordeel niet meer worden aangemerkt als een bestanddeel van het belastbare inkomen uit sparen en

beleggen. Samenvattend komt het erop neer, dat de voordelen onder de eerst mogelijke bepaling in de wet vallen.47

De volgende rechtszaak illustreert het belang van de rangorderegeling.48 Belanghebbende is eigenaar van een perceel waarop zich onder meer een woning en een los van de woning staande halfopen voormalige varkensstal bevinden. De woning is in gebruik door belanghebbende en zijn gezin. Belanghebbende ging de varkensstal gebruiken voor de stalling van caravans en dergelijke van derden. De eigenaar van de varkensstal maakte een schriftelijke overeenkomst op voor de personen die hun caravan wilden laten stallen. In totaal werden 29 overeenkomsten afgesloten. In geschil was of het onder afdeling 2.349 genoemde bedrag kon worden aangemerkt als

resultaat uit overige werkzaamheden.

Het oordeel van de rechtbank is gebaseerd op de rangorderegeling van art. 2.14 lid 2 van de Wet IB 2001. De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende tegen betaling diensten verricht in het economische verkeer ten behoeve van de personen die hun caravans en dergelijke bij de

belanghebbende hebben gestald. Volgens de rechtbank was daarom sprake van het rendabel maken van vermogen op een wijze die normaal actief vermogensbeheer te boven gaat. Ondanks de geringe verdiensten heeft ook het Hof in navolging van de rechtbank beslist dat de

activiteiten leiden tot een resultaat uit overige werkzaamheden. ‘Het Hof komt tot dit oordeel omdat belanghebbende, gedurende langere periode, in het bijzonder de zomermaanden,

bereikbaar moet zijn om op afroep de caravans in de stalling te plaatsen dan wel uit de stalling te halen. Dat deze werkzaamheden eenvoudig en beperkt van omvang zijn, doet niet ter zake.’50 Ondanks het verhuren van een varkensstal iets anders is dan de particuliere woningverhuur, ligt in beide gevallen de nadruk op het tegen betaling verrichten van diensten in het economische verkeer ten behoeve van derden. Op basis van de rangorderegeling wordt de opbrengst, ingeval sprake is van het rendabel maken van vermogen op een wijze die normaal actief

vermogensbeheer te boven gaat, belast in box 1. Het onderscheid binnen box 1 tussen winst uit onderneming en resultaat uit overige werkzaamheden wordt niet in de uitspraak besproken, maar is in het kader van Airbnb wel van belang. De categorie ‘winst uit onderneming’ komt namelijk eerder aan bod dan de categorie ‘resultaat uit overige werkzaamheden’. Door de te geringe omvang van de verrichte diensten en het ontbreken van voldoende duurzaamheid behoort naar mijn mening het voordeel uit de varkensstal niet tot de winst uit onderneming maar tot een resultaat uit overige werkzaamheden. De rechtbank en het Hof zijn op goede gronden tot een juist oordeel gekomen.

46 R.E.C.M. Niessen & L.J.A. Pieterse, De inkomstenbelasting in 2001, (zesde druk), Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers:

Amersfoort 2008, p. 59.

47 Zie commentaar van J.M.A. Beckers, Artikel 2.14 Wet IB 2001 Toerekening tussen en binnen de belastbare

inkomens, 2016, NDFR.

48 Rechtbank Breda 7 december 2007, nr. 07/01870, NTFR 2010/229.

49 Afdeling 2.3 regelt de verschuldigde belasting over de vastgestelde grondslag van box 1, 2 en 3. 50 Hof ’s-Hertogenbosch 18 september 2009, nr. 08/00103, V-N 2010/10.15.

(19)

19

Belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1)

3.4.1 Belastbare winst uit onderneming

De eerste inkomenscategorie van box 1 is de ‘belastbare winst uit onderneming’. De belastbare winst uit onderneming is in het kader van Airbnb het gezamenlijke bedrag van de winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit de particuliere woningverhuur.51 De Airbnb

verhuurder wordt als ‘ondernemer’ verstaan als de belanghebbende ‘voor rekening van wie een onderneming wordt gedreven en die rechtstreeks wordt verbonden met verbintenissen

betreffende de onderneming’.52 De hieruit voortvloeiende voordelen worden alleen als

belastbare winst uit onderneming in aanmerking genomen als zij rechtstreeks door de Airbnb verhuurder worden genoten.53 De voordelen uit de verhuur worden in box 1 tegen een progressief tarief belast.

De wettelijke definitie van het fiscale begrip de ‘ondernemer’ is opgenomen in art. 3.4 Wet IB 2001: ‘de belastingplichtige voor rekening van wie een onderneming wordt gedreven en die rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen betreffende die onderneming’. Uit de definitie blijkt dat zonder aanwezigheid van een onderneming, de Airbnb verhuurder niet als ondernemer kan kwalificeren.

De wetgever heeft geen wettelijke definitie van het begrip ‘onderneming’ opgenomen. In de memorie van toelichting wordt een onderneming omschreven als: ‘een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid waarmee wordt beoogd door deelname aan het maatschappelijke productieproces winst te behalen’.54 Voor de beantwoording van de vraag of bij de particuliere woningverhuur middels Airbnb sprake is van een onderneming, zijn de feitelijke

omstandigheden van groot belang. De vraag of een activiteit als een onderneming kan worden aangemerkt hangt samen met de vraag of er een bron van inkomen aanwezig is. Een structureel verliesgevende activiteit is geen bron van inkomen. Al hetgeen binnen de privésfeer wordt uitgesloten.

Zoals eerder genoemd moet aan de hand van de beschikbare feiten worden getoetst of sprake is van een onderneming. De intenties van de ondernemer zijn dus niet relevant. Ik illustreer dit aan de hand van het volgende arrest.55 De belanghebbende had als hobby het verzamelen van

mammoet botten. Uiteindelijk liep deze hobby uit tot een onderneming. Na het verzamelen van de botten, had belanghebbende al het materiaal om er een skelet van te maken en het vervolgens te verkopen. Dit werd dan ook aangemerkt als zijnde een onderneming. Ook bij het begrip onderneming is het mogelijk dat illegale activiteiten op basis van de fiscale neutraliteit als onderneming kunnen worden aangemerkt.

In uitzonderlijke gevallen kan de wil van de ondernemer toch een rol spelen. De wil van de ondernemer kan zowel een rol spelen bij de aanvang als bij het einde van een onderneming.56 Bij handelingen in de opbouwfase neemt de jurisprudentie vrij snel aan dat sprake is van een onderneming, ondanks dat de onderneming nog niet draaiende is. In de volgende rechtszaak is de bedoeling van de ondernemer beslissend.57 Belanghebbende had voorbereidingen getroffen om een adviesbureau op te starten. De belanghebbende beoogde een voordeel te behalen, welke

51 Zie volledige wettekst in art 3.2 van de Wet IB 2001. 52 Zie volledige wettekst in art 3.4 van de Wet IB 2001.

53 D.A. Albregtse, A.J.M. Arends, J. Doornebal, P.H.J. Essers, M.J. Hoogeveen, M.L.M. van Kempen, F.P.G. Pötgens, A.C.

Rijkers & G.W.B. van Westen, Cursus Belastingrecht Inkomstenbelasting, Kluwer: Deventer 2014, p. 112.

54 Kamerstukken II 1998/99, 26 727, nr. 3, p. 93. 55 HR 27 februari 2009, nr. 07/11414, V-N 2009/18.27.

56 D.A. Albregtse, A.J.M. Arends, J. Doornebal, P.H.J. Essers, M.J. Hoogeveen, M.L.M. van Kempen, F.P.G. Pötgens, A.C.

Rijkers & G.W.B. van Westen, Cursus Belastingrecht Inkomstenbelasting, Kluwer: Deventer 2014, p. 116.

(20)

20 ook redelijkerwijs viel te verwachten. Wegens omstandigheden werd het adviesbureau niet gestart. Het Hof oordeelde dat de kosten een verlies vormden in de ondernemingssfeer, ondanks dat de voorgenomen activiteit geen doorgang vond.

Bij aanwezigheid van een onderneming is de volgende vraag of ook aan de wettelijke definitie van de ‘ondernemer’ wordt voldaan. De term ‘voor rekening van wie een onderneming wordt gedreven’ blijkt noch uit de wet, noch uit de wetsgeschiedenis. Uit de rechtspraak blijkt dat de gerechtigheid tot de stille reserves bij liquidatie van de onderneming beslissend is.58 Het laatste vereiste is dat de Airbnb verhuurder rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen

betreffende de onderneming.

Een belangrijk kenmerk van het ondernemerschap is het lopen van een ondernemingsrisico. Om als ondernemer te kwalificeren dient aan het ‘verbondenheidscriterium’ te worden voldaan. Met andere woorden: er is pas sprake van ondernemerschap als de belastingplichtige ook

rechtstreeks wordt verbonden voor de verbintenissen betreffende de onderneming. Met de term ‘rechtstreeks’ wordt bedoeld dat alleen een directe (eigen) verbondenheid voldoende is.59 Het verbondenheidscriterium is bij de invoering van de Wet IB 2001 om meerdere redenen aan het ondernemersbegrip toegevoegd. Mede om tot uitdrukking te brengen dat ondernemerschap meer betekent dan het ter beschikking stellen van kapitaal aan een onderneming. Door het handelen als ondernemer is de particuliere woningverhuurder tegenover zakelijke crediteuren aansprakelijk voor de bestaande en toekomstige schulden betreffende de onderneming.

Daarnaast is dit criterium toegevoegd om te zorgen dat slechts particuliere woningverhuurders die in economisch en maatschappelijk opzicht kunnen worden aangemerkt als ondernemers ook fiscaal als ondernemer kwalificeren. Woningverhuurders die in feite beleggers zijn, worden mede dankzij het verbondenheidscriterium uitgesloten van het fiscale ondernemerschap.60

Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3)

In beginsel worden alle onroerende zaken als bezittingen aangemerkt. De hieruit voortvloeiende inkomsten maken dan deel uit van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen. Het

belastbare inkomen uit sparen en beleggen is de derde en laatste box. Dit betekent dat op grond van de rangorderegeling alle voordelen in box 3 worden belast die niet in voorgaande boxen thuishoren. De eigen woning van art. 3.111 van de Wet IB 2001 en de onroerende zaak dat deel uit maakt van het ondernemingsvermogen worden aan de hand van de rangorderegeling niet in de heffing van box 3 betrokken.61

Advocaat-Generaal Overgaauw schrijft over de vermogensetikettering van panden het volgende: ‘Uitgangspunt is de wil van de ondernemer’.62 Met welk oogmerk heeft belanghebbende de onroerende zaak gekocht? Slechts onroerende zaken van een beleggers worden gerekend tot het belastbare inkomen uit sparen en beleggen. Volgens Albert en Berkhout speelt bij de aanschaf van onroerende zaken de intentie van een niet-ondernemer een meer ondergeschikte rol. In beginsel komen onroerende zaken na aankoop terecht in box 3. Onroerende zaken komen pas in box 1, nadat de belastingplichtige werkzaamheden ten aanzien van de onroerende zaken heeft verricht die normaal, actief vermogensbeheer te boven gaan.63 Bovendien gaat het om

waardecomponenten die zowel kan gelden voor een derde en niet alleen de belastingplichtige.

58 HR 1 juli 1964, nr. 15 251, BNB 1964/259.

59 D.A. Albregtse, A.J.M. Arends, J. Doornebal, P.H.J. Essers, M.J. Hoogeveen, M.L.M. van Kempen, F.P.G. Pötgens, A.C.

Rijkers & G.W.B. van Westen, Cursus Belastingrecht Inkomstenbelasting, Kluwer: Deventer 2014, p. 127.

60 MvT, Kamerstukken II 1998/99, 26 727, nr. 3.

61 P.M. van Schie, C.A. de Kam, I.J.J. Burgers, F.J.P.M. Haas, J. Lamers, A.M. van Amsterdam, C.M. Ettema & D.V.E.M. van

der Wiel-Rammeloo, Belastingrecht in hoofdlijnen, Kluwer fed fiscale studieserie: Deventer 2007, p. 182.

62 HR 13 juli 2007, nr. 42 698, BNB 2007/295.

63 P.G.H. Albert & T.M. Berkhout, ‘Vastgoed: box 3, resultaat uit overige werkzaamheden en sfeerovergang’, WFR

(21)

21 Persoonlijke gehechtheid speelt in de vermogensrendementsheffing geen rol.64 In de praktijk zal het vaak gaan om tweede woningen, vakantiewoningen en verhuurde woningen.

De wijze waarop belastingplichtigen dergelijke woningen rendabel maken, speelt bij de

grondslag van sparen en beleggen geen rol. De belastingheffing in box 3 geschiedt op basis van een forfait, ook wel de forfaitaire vermogensrendementsheffing genoemd. Onder de forfaitaire vermogensrendementsheffing wordt geen onderscheid gemaakt tussen tweede woningen die permanent voor eigen gebruik beschikbaar worden gehouden, vakantiewoningen die incidenteel worden verhuurd en woningen die permanent worden verhuurd. Het werkelijk behaalde

rendement van de verhuurde woning is bij de heffing van box 3 irrelevant. In alle gevallen wordt het voordeel jaarlijks forfaitair gesteld op 4% van de rendementsgrondslag.65 Het forfaitaire bedrag wordt belast tegen een vast proportioneel tarief van 30%.

In het volgende arrest kwalificeert de verhuur van een aantal vakantiewoningen als een belegging.66 Belanghebbende verhuurt 23 vakantiewoningen op een vakantiepark. De werkzaamheden van de belanghebbende zien op de verbetering van het park en niet op de exploitatie van de woningen. ‘De rechtbank stelt voorop dat het bezit en beheer van panden in beginsel niet als onderneming kan worden aangemerkt. Dat kan anders zijn als de panden op een zodanige wijze worden beheerd dat de werkzaamheden met betrekking op die panden in een organisatorisch eenheid plaatsvinden en naar aard, omvang en betekenis beduidend meer omvatten dan aan het beheer van als belegging aangehouden woningen is verbonden.’ De rechtbank was in het onderhavige geval van mening dat de verrichte beheersactiviteiten niet hebben gezorgd voor een herkwalificatie van de vakantiewoningen. De woningen waren na de aankoop aangegeven als vermogensbestanddelen in box 3. De rechtbank concludeerde dat onvoldoende aannemelijk was gemaakt dat sprake was van een ‘bijzondere omstandigheid’ om de exploitatie van de woningen wel als een onderneming te kwalificeren. De exploitatie van de vakantiewoningen werden ongewijzigd als belegging aangemerkt. In paragraaf 3.6 wordt ingegaan op de restcategorie ‘resultaat uit overige werkzaamheden’. De inkomsten uit de exploitatie van de vakantiewoningen konden namelijk ook als resultaat uit overige

werkzaamheden kwalificeren. In paragraaf 3.6 wordt hier tevens een oordeel over gegeven.

Resultaat uit overige werkzaamheden

Binnen box 1 inkomen uit werk en woning kan een onderscheid worden gemaakt. Dit onderscheid kan worden gemaakt tussen winst uit onderneming en resultaat uit overige werkzaamheden. Indien particuliere woningverhuur niet als onderneming kan worden aangemerkt, kan het behaalde voordeel alsnog belast worden in box 1 maar als resultaat uit overige werkzaamheden.

Deze belastingplichtigen genieten soortgelijke inkomsten, maar worden niet als ondernemer aangemerkt omdat de organisatie, omvang en/of duurzaamheid bij de verhuur te gering zijn om te kunnen spreken over een onderneming.67 De norm ‘duurzaamheid’ geldt bij het drijven van een onderneming, maar niet bij het verkrijgen van een resultaat uit overige werkzaamheden. Tevens kent de restcategorie geen verbondenheidscriterium.68 Albert en Berkhout stellen dat alleen sprake is van een resultaat uit overige werkzaamheid wanneer de verrichte arbeid

64 D.A. Albregtse, A.J.M. Arends, J. Doornebal, P.H.J. Essers, M.J. Hoogeveen, M.L.M. van Kempen, F.P.G. Pötgens, A.C.

Rijkers & G.W.B. van Westen, Cursus Belastingrecht Inkomstenbelasting, Kluwer: Deventer 2014, p. 1035.

65 MvT, Kamerstukken II 1998/99, 26 727 nr. 3.

66 Hof Amsterdam 18 december 2014, nr. 14/00135, NTFR 2015/696.

67 R.E.C.M. Niessen & L.J.A. Pieterse, De inkomstenbelasting in 2001, (zesde druk), Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers:

Amersfoort 2008, p. 305.

(22)

22 normaal vermogensbeheer te boven gaan.69 Denk bijvoorbeeld aan de particuliere

woningverhuurder die een ontbijt verstrekt. Bij een resultaat uit overige werkzaamheid moet het verrichten van arbeid gericht zijn op het behalen van een hoger rendement. Geconcludeerd kan worden dat de inkomsten van een resultaatgenieter vergelijkbaar zijn met de inkomsten van een winstgenieter.

De inkomenscategorie ‘resultaat uit overige werkzaamheden’ wordt volgens de memorie van toelichting verstaan als: ‘het verrichten van enige vorm van arbeid in het economische verkeer, die is gericht op het behalen van een geldelijk voordeel en niet is aan te merken als winst uit onderneming of als loon uit dienstbetrekking’.70

Als eerst dient het inkomen geacht tot stand te komen door het leveren van prestaties op de markt, in economische zin. Opbrengsten uit de privésfeer zijn hier ook uitgesloten en onbelast. De aankoop van een pand voor zelfbewoning bevindt zich in de onbelaste sfeer, tenzij de aankoop gericht is om door te verkopen.71 Het inkomen dat voortvloeit uit het slechts tijdelijk beschikbaar stellen van een vakantiewoning wordt zoals genoemd in paragraaf 3.5 in principe belast in box 3.

Het tweede onderdeel van de inkomenscategorie is de invulling van het begrip ‘arbeid’. De factor arbeid is zowel voor de kwalificatie winst uit onderneming als voor de kwalificatie resultaat uit overige werkzaamheden van belang. De arbeid moet gericht zijn op het behalen van een

voordeel dat voorzienbaar is waardoor het causale verband tussen de arbeid en het voordeel sterk genoeg is om tot belastingheffing te kunnen komen.72 Door het verstrekken van een ontbijt kan de totale huurvergoeding belast worden als resultaat uit overige werkzaamheden. De totale huurvergoeding passeert de categorie ‘winst uit onderneming’, omdat niet aan alle voorwaarden van het ondernemersbegrip alsmede het ondernemingsbegrip worden voldaan. Albert en

Berkhout zijn van mening dat wanneer de belastingplichtige veel tijd aan de werkzaamheden besteedt de grens van normaal vermogensbeheer wordt overschreden. Het feit dat de

belastingplichtige amper werkzaamheden verricht betekent niet dat hij buiten de restcategorie blijft. ‘Cruciaal is of de opbrengst haar verklaring vindt in de werkzaamheden.’73

Als derde en laatste voorwaarde moet de belastingplichtige met het verrichten van arbeid een geldelijk voordeel behalen. De negatieve opbrengst van de verhuur van een kamer aan een vriendin bleek volgens een oud arrest niet aftrekbaar bij de verhuurster. De belastingplichtige beoogde geen geldelijk voordeel. De ingebruikneming werd niet als bron van inkomen

beschouwd.74 De intentie van de verhuurster was gericht op een vriendendienst en niet op een geldelijk voordeel. Vergoedingen in de privésfeer worden onder dezelfde conditie onbelast.75 Gezien de aard van Airbnb zal het beogen van een geldelijk voordeel niet snel ontbreken. In de literatuur is de grens tussen het drijven van een onderneming en het verrichten van een overige werkzaamheid niet duidelijk te trekken. Om niet in aanmerking te komen als

ondernemer wordt in de meeste gevallen een combinatie van factoren gebruikt om te toetsen of

69 P.G.H. Albert & T.M. Berkhout, ‘Vastgoed: box 3, resultaat uit overige werkzaamheden en sfeerovergang’, WFR

2010/1363.

70 MvT, Kamerstukken II 1998/99, 26 727, nr. 3.

71 Zie bijvoorbeeld HR 19 april 1978, BNB 1978/132. Belanghebbende bouwde een huis voor een familielid. Vanwege

de omstandigheden was de verrichtte arbeid van belanghebbende niet gericht op deelneming in het economisch verkeer.

72 H.P.A.M. van Arendonk, A.J.M. Arends, J.C.K.W. Bartel, A.C.G.A.C. de Graaf, J.J.M. Jansen & J.C.M. van Sonderen, Wegwijs in de inkomstenbelasting, (achtste druk), Sdu Uitgevers: Amersfoort 2009, p. 144.

73 P.G.H. Albert & T.M. Berkhout, ‘Vastgoed: box 3, resultaat uit overige werkzaamheden en sfeerovergang’, WFR

2010/1363.

74 HR 26 april 1933, B. 5414.

75 R.E.C.M. Niessen & L.J.A. Pieterse, De inkomstenbelasting in 2001, (zesde druk), Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers:

(23)

23 hieraan wordt voldaan. De Staatssecretaris heeft aan de hand van de jurisprudentie een aantal elementen benoemd om te kunnen spreken van fiscaal ondernemerschap. De Staatssecretaris voegt hierbij toe: “Afhankelijk van de omstandigheden weegt het ene element zwaarder dan een ander element en kunnen ook nog andere elementen een rol spelen. Geen van de elementen is op zich voldoende doorslaggevend voor een finaal oordeel. Het vergt per geval een beoordeling, waarbij de elementen die in onderlinge samenhang gewogen en beoordeeld worden, leiden tot de uiteindelijke conclusie of sprake is van een onderneming voor de inkomstenbelasting.”76 Naar mijn mening is een combinatie van de elementen: het aantal klanten, het lopen van

debiteurenrisico, de duurzaamheid van organisatie en de aard en omvang van de werkzaamheden bepalend of de verhuur middels Airbnb als een resultaat uit overige werkzaamheid of als een winst uit een onderneming kwalificeert.

Zoals besproken in paragraaf 3.5 zou het arrest van de belanghebbende van de 23

vakantiewoningen hier verder worden behandeld.77 De exploitatie van de vakantiewoningen kwalificeerde niet als ‘resultaat uit overige werkzaamheid’. In beginsel werd de restcategorie niet uitgesloten, maar van een werkzaamheid kon niet worden gesproken, omdat geen sprake was van bijzondere omstandigheden die de herkwalificatie mogelijk maakte. ‘Ingevolge art. 3.91 lid 1 sub c van de Wet IB 2001 wordt, voor zover van belang, onder een werkzaamheid verstaan het rendabel maken van vermogen op een wijze die normaal, actief vermogensbeheer te buiten gaat.’ Naar het oordeel van het Hof vormden de activiteiten van de belanghebbende een

onderdeel van de werkzaamheden van de BV en niet als het door belanghebbende verrichten van een overige werkzaamheid. Dat belanghebbende in bezit was van de vakantiewoningen was niet van belang. Mijns inziens heeft het Hof juist geoordeeld. Gezien de feiten en

omstandigheden heeft de belanghebbende onvoldoende arbeid verricht om te kunnen spreken van een resultaat uit overige werkzaamheden.

De belastbare opbrengst uit overige werkzaamheden als de winst uit onderneming wordt in beginsel op dezelfde wijze bepaald, de uitzonderingen laat ik in dit onderzoek buiten

beschouwing.

Conclusie

De afbakening tussen box 1 en box 3 speelt een grote rol bij de belastingheffing van de verhuur van kamers en woningen. Het onderscheid tussen winst uit onderneming (box 1) en sparen en beleggen (box 3) wordt door meerdere factoren gemaakt. Bij een onderneming dient een

duurzame organisatie van kapitaal en arbeid waarmee door deelname aan het maatschappelijke productieproces wordt beoogd winst te behalen aanwezig te zijn. Daarnaast dient de

particuliere woningverhuurder als ondernemer te kwalificeren. Met name door de inbreng van gekwalificeerde arbeid en het organisatorisch element wordt ernaar gestreefd een hoger rendement te behalen dan door middel van een belegging ‘vanzelf’ wordt verkregen.78

De rechtbank stelt voorop dat het bezit en beheer van panden in beginsel niet als onderneming kan worden aangemerkt.79 Indien de belastingplichtige gericht is op het behalen van een

normaal rendement, dan is sprake van een voordeel uit sparen en beleggen (box 3). Wordt meer beoogd dan enkel een normaal rendement, dan is sprake van een onderneming (box 1).80 Wanneer meer wordt beoogd dan een normaal rendement, wordt de term ‘meer dan normaal vermogensbeheer’ ook wel gebruikt. Het aanwenden van eigen arbeid bij de verhuur van kamer,

76 Kamerstukken II 2014/15, 32 642, nr. 5.

77 Hof Amsterdam 18 december 2014, nr. 14/00135, NTFR 2015/696.

78 R.E.C.M. Niessen & L.J.A. Pieterse, De inkomstenbelasting in 2001, (zesde druk), Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers:

Amersfoort 2008, p. 98.

79 Hof Amsterdam 18 december 2014, nr. 14/00135, NTFR 2015/696. 80 Belasting Almanak 61e editie, 2016, Elsevier, p. 230.

(24)

24 middels Airbnb, dwingt derhalve niet zonder meer tot de conclusie dat een onderneming

aanwezig is. Doorslaggevend is of de aard en omvang van de arbeid gericht is op het behalen van meer dan een normaal rendement. Dit komt in een hoofdstuk 5 uitgebreid aan bod.

De term ‘meer dan normaal vermogensbeheer’ speelt ook een rol bij het onderscheid tussen ‘winst uit onderneming’ (box 1) en ‘resultaat uit overige werkzaamheden’ (box 1). De

particuliere woningverhuurder blijft op basis van de rangorderegeling in box 1 belast, indien de verrichte activiteiten naar aard, omvang en betekenis beduidend meer omvatten dan aan het beheer van als belegging aangehouden woningen is verbonden. De restcategorie ‘resultaat uit overige werkzaamheden’ omvat alle opbrengstgevende activiteiten die niet in een

dienstbetrekking worden verricht, waarbij ook niet over een onderneming kan worden gesproken.

Ten slotte wordt het voordeel behaald uit de verhuur van de woning anders belast in box 1 dan in box 3. Wanneer de particuliere woningverhuur kwalificeert als onderneming, wordt het voordeel belast tegen het progressieve tarief van box 1. Kwalificeert de verhuur middels Airbnb niet als onderneming? Dan vindt de belastingheffing in box 3 plaats op basis van een forfait. Het onderbrengen van goed renderende objecten in box 3 kan aantrekkelijk zijn.81 Bij

vermogensbestanddelen waarvan de waardestijging veel hoger is dan het forfait van 4% is het onderbrengen in box 3 veel gunstiger. Een deel van de waardestijging blijft onbelast en de heffing geschiedt tegen een relatief laag tarief.82 De wijze waarop belastingplichtigen dergelijke woningen rendabel maken is voor de kwalificatie voor winst uit onderneming, resultaat uit overige werkzaamheden en beleggen doorslaggevend, maar speelt bij de grondslag van sparen en beleggen geen rol.

81 D.A. Albregtse, A.J.M. Arends, J. Doornebal, P.H.J. Essers, M.J. Hoogeveen, M.L.M. van Kempen, F.P.G. Pötgens, A.C.

Rijkers & G.W.B. van Westen, Cursus Belastingrecht Inkomstenbelasting, Kluwer: Deventer 2014, p. 120.

82 D.A. Albregtse, A.J.M. Arends, J. Doornebal, P.H.J. Essers, M.J. Hoogeveen, M.L.M. van Kempen, F.P.G. Pötgens, A.C.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Secondly, since earlier work suggests that the different sub dimensions of moral intensity are not equally important in assessing a situation (Singh et al., 2007; Singhapakdi,

The comparison of private and social products is neither here nor there." Geluidshinder is slechts één aspect van Schiphol, het is onredelijk de luchthaven wel te belasten voor

By diving further into the origins, development and present state of light, darkness and above all sublime theory, I hope to eventually be able to form an answer to the

Om de medezeggenschap voldoende te waarborgen dient deze voorwaarde te bepalen dat de ondernemer (verkoper) en OR na geen of een negatief advies te goeder trouw verder

Und ansonsten muss man dann natürlich auch irgendwo Loyalität zum Arbeitgeber mitbringen und hier versuchen (?) und auf der einen Seite für Verständnis zu werben, weil

Dergelijke inbedding (a) onderstreept de relevantie van integriteit in het dagelijkse werk, (b) draagt bij aan verdere normalisering van het gesprek over integriteit, (c) kan

een goed signaal betreffende het commitment van de uitvoeringsinstellingen zijn, wanneer het opdrachtgeverschap voor het programma niet automatisch bij BZK wordt neergelegd,

Voor welke andere opgaven zou onze invulling van eigentijds openbaar bestuur van nut kunnen zijn.. Ik zie de volgende kenmerken voor