• No results found

‘De Muur’ Een comparatieve studie over politieke besluitvorming die heeft geleid tot de bouw van de Israëlische Muur, de ‘Peace Walls’ van Noord-Ierland, de muur tussen Noord- en Zuid-Korea en de Amerikaans-Mexicaanse B

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "‘De Muur’ Een comparatieve studie over politieke besluitvorming die heeft geleid tot de bouw van de Israëlische Muur, de ‘Peace Walls’ van Noord-Ierland, de muur tussen Noord- en Zuid-Korea en de Amerikaans-Mexicaanse B"

Copied!
81
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inleiding

Met de val van de Berlijnse Muur in 1989 verdween het symbool van de tweedeling tussen Oost- en West-Duitsland. Een gebeurtenis die nog steeds herdacht wordt. Dit heeft echter niet geleid tot een vermindering van het aantal muren. Sterker nog, elders in de wereld zijn juist nieuwe muren verrezen.

De meeste wetenschappelijkestudies zijn uitgevoerd over één specifieke muur of barrière. Dat er zo weinig vergelijkende studies zijn uitgevoerd, komt doordat elke muur een eigen historische achtergrond heeft, deel uitmaakt van een ander conflict en op een ander continent is geplaatst. Een tweede constatering is dat een gerichte, comparatieve studie naar de politieke besluitvorming over de totstandkoming van muren tot op heden is uitgebleven. Het beschikbare onderzoek beperkt zich tot het beschrijven van de historische context die heeft geleid tot een definitieve scheiding binnen een samenleving. Historici en politicologen wekken bovendien vaakde indruk dat slechts één

toonaangevende politicus als initiatiefnemer verantwoordelijk is voor de bouw van een barrière. Dit is onjuist: wat blijkt, is dat niet één specifieke politicus de bouw van een muur mogelijk heeft gemaakt, maar dat de bouw ervan juist is geïnitieerddoor meerdere, vaak andere, belanghebbenden of partijen zoals militairen, academici en burgers. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de Israëlische Muur. De totstandkoming van muren is dus een meer complex proces dan historici en politicologen doen voorkomen.

De bovengenoemde leemten in historische kennis kunnen worden aangevuld door het uitvoeren van een comparatief onderzoek. Er zijn immers verhelderende inzichten te verkrijgen over de motieven voor de bouw van muren. Dit geldt eveneens voor het functioneren ervan. Dit brengt mij voor dit onderzoek tot de volgende hoofdvraag: zijn er overeenkomsten of verschillen aan te wijzen in de besluitvorming die heeft geleid tot de bouw van muren? Deze hoofdvraag zal wordt beantwoord aan de hand van de volgende deelvragen: wat hebben toonaangevende historici en andere wetenschapsbeoefenaars tot nu toe gepubliceerd overde wordingsgeschiedenis van muren? Vervolgens, hoe kan het verschijnsel ‘muur’ het beste worden gedefinieerd en, tot slot, wat is het verloop van de besluitvorming over de bouw van muren?Met deze vragen komen verscheidene relevante onderwerpen aan bod; wie neemt als eerste het initiatief voor de bouw van een muur, wie neemt het definitieve besluit om deze te plaatsen en wie zijn de bouwers. Voldoet een muur zodra deze is geplaatst muur aan de verwachtingen, veroorzaakt hij nieuwe problemen of juist een verergering van oude problemen?

Ter ondersteuning van het vergelijkende perspectief worden vier voorbeeldgevallen geanalyseerd: de Israëlische Muur, de ‘Peace Walls’ in Noord-Ierland, de muur tussen Noord en Zuid-Korea en de muur bij de Amerikaans-Mexicaanse grens. Deze krijgen op dit moment namelijk veel aandacht vanuit de internationale gemeenschap. Bovendien lijken deze muren met een defensief doel, misschien onbedoeld, bij te dragen aan de verlenging en de verscherping van een conflict.

Om meer duidelijkheid te krijgen over de politieke besluitvorming die heeft geleid tot de bouw van de vier voorbeeldmuren, wordt in het eerste hoofdstuk dieper ingegaan op het historisch debat. Dit betreft een kritische analyse van de argumenten van historici en politicologen waarom de

(2)

muren zijn gebouwd. Om de vier voorbeeldmuren in een comparatief perspectief te kunnen plaatsen, bedient zich onderzoek zich in het tweede hoofdstuk van een muurtypologie. Een model waarbij de vier voorbeeldmuren worden onderverdeeld in twee categorieën: ‘exclusieve muren’ en ‘inclusieve muren’ (of een mengvorm van beide). Hierbij gaat het om statelijke of niet-statelijke tegenstanders, of machtspolitieke of ideologische tegenstellingen die binnen- of buitengesloten worden. Vervolgens zal in hoofdstuk drie door een analyse van nieuw primair bronnenmateriaal onderzoek worden gedaan naar de politieke besluitvorming over de bouw van muren. Om tot nieuwe inzichten te komen over dit fenomeen, worden deze politieke processen in een vergelijkend perspectief geplaatst.

Hoofdstuk 1. De Israëlische Muur, de ‘Peace Walls’, de muur tussen Noord en Zuid-Korea en de Amerikaans-Mexicaanse grens

(3)

Alvorens dieper in te gaan op het historisch debat, is een toelichting van de keuze van de vier voorbeeldmuren op zijn plaats: de Israëlische Muur, de ‘Peace Walls’, de muur tussen Noord en Zuid-Korea en de scheiding tussen Amerika en Mexico. Deze muren - die nog steeds in gebruik zijn – hebben immers grote invloed gehad op het verloop van de wereldgeschiedenis sinds 1950. Zij zijn gebouwd naar aanleiding van politiek gevoelige vraagstukken die zich in de tweede helft van de 20e

eeuw hebben voorgedaan. Bovendien brengen de muren op dit moment grote economische, politieke en sociale effecten met zich mee, wat heeft geleid tot vurige discussies op internationaal niveau over het functioneren ervan.

Zo zorgt, bijvoorbeeld, de tweedeling van Noord-Ierland voor grote armoede: “You are much more likely to be low on income, a third more likely to be in poverty, twice as a likely to be

unemployed and six times as likely to have a A-standard education.”1 In dit specifieke geval genereren

de ‘Peace Walls’ een gevoel van machteloosheid waarbij het idee van een gunstig toekomstperspectief wordt onderdrukt.2 Een andervoorbeeld is Palestina: dit land staat op het punt failliet te gaan, mede

door toedoen vande barrière.3 Of zoals een Palestijnse getuige treffend samenvat: “Mensen werken

niet langer, er is geen geld en er komen geen bestellingen meer binnen. Met deze muur en het verbod om te werken in Israël, gaat het van kwaad tot erger.”4 Fysieke barrières ontmoedigen elk aspect van

het dagelijks leven. In Belfast wordt bijvoorbeeld een relatie (van welke aard dan ook) tussen protestanten en katholieken, nog steeds niet getolereerd. Dit is een culturele scheiding die door de muren in stand wordt gehouden. De Noord-Koreanen hebben volgens journaliste Charlotte Alfred (Huffington Post) door de muur een “minimale interactie” met de rest van de wereld: elke vorm van communicatie met de buitenwereld is bij de wet verboden.5 Een gevolg op sociaal gebied is dat

families door het verschijnsel ‘de muur’ van elkaar gescheiden worden. Hierbij is de kans op weerzien klein. Dit komt met name voor bij de Israëlische Muur, de Muur tussen Noord en Zuid-Korea en de Amerikaans-Mexicaanse grens.

Zodra een muur eenmaal is gebouwd, wordt gevreesd wat er zou gebeuren als deze wordt afgebroken. Dit omdat door de afbraak ervan het conflict (opnieuw) zou kunnen oplaaien of omdat een plotselinge botsing van culturen te ingrijpend zou zijn. Ter voorbereiding hierop heeft Zuid-Korea een Ministerie voor Hereniging opgericht. Niettemin denken omwonenden na verloop van tijd niet meer zonder de fysieke barrière te kunnen leven. Dit blijkt bijvoorbeeld uit interviews afgenomen in Belfast waarbij de bewoners zich sceptisch uitlaten over het afbreken van de ‘Peace Walls’. Door de 1

Ravenscroft, E., “The Meaning of the Peacelines in Belfast” in Peace Review, Vol. 21 No. 2, pp. 213-221, (2009) p. 216

2

Ravenscroft, E., “The Meaning of the Peacelines in Belfast” in Peace Review, Vol. 21 No. 2, pp. 213-221, (2009) p. 216

3

Van Hoogstraten, M., “Israel gaat Palestijnen Betalen”, NOS, 30-1-2013, http://nos.nl/artikel/468220-israel-gaat-palestijnen-weer-betalen.html, geraadpleegd, 17-3-2015.

4

Bachmann, R., “A Wall in Palestine”, New York, Picador, 2010, p. 18 5

Alfred, C., “How North-Korea Bceame so Isolated”, in The Huffington Post, 17-10-2014,

http://www.huffingtonpost.com/2014/10/17/north-korea-history-isolation_n_5991000.html, geraadpleegd 17-3-2015

(4)

lange levensduur van ‘de muur’ wordt de oorspronkelijke reden van de bouw soms uit het oog verloren. Zo meent een protestants meisje uit Belfast dat de ‘Peace Walls’ zijn opgericht voor haar als speelobject.6 Dat de muren zijn opgericht om katholieken en protestanten van elkaar te scheiden, is

kennelijk niet tot de nieuwe generatie doorgedrongen. Daarbij komt dat muren de vervreemding van twee culturen ingrijpend lijken te stimuleren. De aanmoediging van een vaak negatieve beeldvorming van andermans cultuur is haast onvermijdelijk: “In general I think we create enemies. People in El Paso think Mexicans are coming to take their jobs away. And now they believe we are all drug dealers and killing people.”7 Dit betreft een interessante wisselwerking: in plaats van het beheersbaar houden van

een onoplosbaar vraagstuk, wakkeren de muren agressie ten aanzien van andere culturen juist aan. Mochten er plannen geïnitieerd worden om de muren af te breken, dan zijn het juist deze feiten die dit proces bemoeilijken.

In 2012 publiceerde Boaz Atzili, professor Internationale Betrekkingen aan de University of International Service in Washington DC, zijn boek Good Fences, Bad Neighbours: Border Fixity and International Conflict. Hierin doet hij onderzoek naar de aanname dat het onbuigzame karakter van grenzen (geen muren) zou leiden tot vermindering van grensconflicten.8 De hoogtijdagen van

“verovering en annexatie van territoria” die de eerste helft van de 20e eeuw hebben voorgedaan, zijn

immers voorbij.9 Atzili is echter van mening dat het aantal militaire grensconflicten juist is

toegenomen: “Have fixed borders made international militarized border conflict and war less frequent? This book argues the opposite conclusion is true as far as sociopolitically weak states are concerned.”10

Het verschijnsel ‘de muur’ sluit tot op zekere hoogte aan op Atzili’s theorie: dat het fixeren van grenzen (wel door een muur) juist niet resulteert in de vermindering van het aantal conflicten. De bovengenoemde sociaal-economische effecten tonen immers aan dat het verschijnsel ‘de muur’ juist problemen genereert, omdat de aanwezigheid van een muur een conflict kan verlengen of zelfs aanscherpen. Een paradox waarover Julia Lovell, historicus aan de Cambridge University, opmerkt: “De geschiedenis heeft de spot gedreven met elke regering of persoon die zo dwaas was om in de 20e

eeuw nog een verdedigingsmuur op te richten.”11Ondanks de plaatsing van een muurblijft het

Amerikaanse immigrantendebat verhit, duren de terreuraanslagen (raketoffensieven) op Israël voort en is de band tussen twee bevolkingsgroepen/religies/culturen inKorea of Noord-Ierland tot op heden

6

Ravenscroft, E., “The Meaning of the Peacelines of Belfast”, in A Journal of Social Justice”, vo. 21 (2010), pp. 213-221, p. 216

7

Jones, R., “Border Walls: Security and the War on Terror in the United States, India, and Israel”, London, Zed Books, 2012, p. 109

8

Atzili, B, “Good Fences, Bad Neighbours: Border Fixity and International Conflict”, Chicago, Chicago University Press, 2012, p. 1

9

Atzili, B, “Good Fences, Bad Neighbours: Border Fixity and International Conflict”, Chicago, Chicago University Press, 2012, p. 1

10

Atzili, B, “Good Fences, Bad Neighbours: Border Fixity and International Conflict”, Chicago, Chicago University Press, 2012, p. 2

11

Lovell, J., “Achter de Chinese Muur: Geschiedenis van China’s Isolement 1000 v.C. – 2000 n.C.”, Amsterdam, Spectrum Uitgeverij, 2009, P. 37

(5)

niet hersteld. Daarnaast is het ook mogelijk dat je een muur kan omzeilen via de digitale ruimte, tunnels of raketten. Hierdoor is de keuze voor het plaatsen van een fysieke scheiding niet van deze tijd en lijkt het middel erger dan de kwaal. Daartegenover staat natuurlijk dat het niet vanzelfsprekend is dat betrokkenen de verlenging van een conflict als slecht zien. Muren worden immers geplaatst vanuit eigenbelang.

Voor internationale organisaties als de Verenigde Naties zijn de Israelische Muur en de muur tussen Noord- en Zuid-Korea een terugkerend agendapunt. Deze zouden in strijd zijn met het internationaal recht. Zo heeft het Internationaal Hooggerechtshof in Den Haag in 2004 diverse adviezen uitgebracht over het afbreken van de Israëlische Muur.12 Zelfs het eigen Israëlisch

Hooggerechtshof achtte de route van de muur onrechtmatig omdat deze de Palestijnse omwonenden zou benadelen.13 Israël was ondanks de (inter)nationale druk niet verplicht zich hier aan de houden.

Het gaat hier namelijk om niet-bindende uitspraken.14 De mensenrechtenorganisatie Amnesty

International buigt zich op dit moment over het Noord-Koreaanse vraagstuk en de onderdrukking van de Noord-Koreaanse bevolking. In het rapport ‘North-Korea: Freedom of Movement, Opinion and Expression’ worden politieke vervolging, publieke executies en grote armoede in Noord-Korea ter discussie gesteld.15 De organisatie kan deze problematiek slechts aan de orde stellen, maar niet

bestrijden. De muur belemmert immers internationale hulp. Minder geïsoleerd is Belfast. Volgens het rapport ‘Time to deal with the past’ (2013) zouden de ‘Peace Walls’ juist de ‘Troubles’ gerelateerde spanningen in stand houden.16 Hierbij uit Amnesty kritiek op overheidsinstanties die niet effectief

hebben gehandeld naar het aanhoudende geweld.17

Logischerwijs krijgt het verschijnsel ‘muur’ hierdoor media-aandacht. Een belangrijke ontwikkeling volgens historicus Akira Iriye, auteur van ‘Global and Transnational History: The Past, Present and Future’. Volgens hem worden op deze wijze transnationale fenomenen (als de ‘muur’) iets dat de gehele mensheid aangaat.18 Een voorbeeld van media aandachtis de serie van Menno

Bentveld, journalist en presentator voor de Nederlandse Publieke Omroep (NPO), ‘De Muur’. In deze zevendelige documentaire behandelt Bentveld de ontstaansgeschiedenis en effecten van bekende muren. Internationale nieuwszenders als Al Jazeera, BBC en the Times staan ook stil bij het onderwerp

12

Al Jazeera, “Against the Wall”, http://interactive.aljazeera.com/aje/PalestineRemix-TEST/against-the-wall.html, geraadpleegd, 22-1-2015

13

Al Jazeera, “Against the Wall”, http://interactive.aljazeera.com/aje/PalestineRemix-TEST/against-the-wall.html, geraadpleegd, 22-1-2015

14

Officiële website International Court of Law in The Hague, http://www.icj-cij.org/jurisdiction/index.php?p1=5, geraadpleegd 1-2-2015

15

Amnesty International report, “North-Korea: Freedom of Movement, Opinion and Expression”, 2009,

http://www.amnesty.org/en/library/asset/ASA24/002/2009/zh/d0fc91b5-68b8-4fc8-89d1-fd59a95c7513/asa240022009en.pdf, geraadpleegd 22-1-2015 16

Amnesty International: “Northern Ireland: Time to Deal With the Past”, 2013, http://cain.ulst.ac.uk/othelem/organ/ai/2013-09-12_ai.pdf, geraadpleegd 22-1-2015 17

Amnesty International: “Northern Ireland: Time to Deal With the Past”, 2013, pp. 1-80, p. 9, http://cain.ulst.ac.uk/othelem/organ/ai/2013-09-12_ai.pdf, geraadpleegd 22-1-2015

18

Iriye, A., “Global and Transnational History: The Past, Present and Future”, London, Palgrave Macmillan, 2013, p. 11

(6)

‘fysieke barrières’.

Alvorens de hoofdvraag van dit onderzoek - zijn er overeenkomsten of verschillen aan te wijzen in de besluitvorming die heeft geleid tot de bouw van muren? - te kunnen beantwoorden, is het belangrijk de huidige stand van het historiografisch debat over muren te schetsen. In de volgende paragrafen wordt dieper ingegaan op de vier specifieke muren, waarbij ter introductie een korte situatieschets van de muren wordt gegeven. Daarna zal literatuur van toonaangevende historici en andere wetenschapsbeoefenaars overde Israëlische Muur, de ‘Peace Walls’, de Amerikaans-Mexicaanse grens en de muur tussen Noord en Zuid-Korea worden geanalyseerd. Hieraan zal een kritische analyse van de wordingsgeschiedenis van de muren en de gevolgen van de bouwworden toegevoegd.

De Israëlische Muur: de Westoeverbarrière

De Israëlische Westoeverbarrière is een 723 kilometer lange muur bestaande uit betonnen constructies van 8 meter hoog, prikkeldraadversperringen, elektrische hekken, infraroodcamera’s, controleposten en grachten.19 De muur begint in het uiterste noorden van het Westoevergebied en

loopt zijdelings langs de Israëlisch-Palestijnse grens. In 2002 is de Israëlische Muur als een ‘tijdelijke’ maatregel onder het premierschap van Sharon goedgekeurd.20

De Israëlische barrière heeft vele namen: de ‘Israëlische Westoeverbarrière’, de

‘Veiligheidsbarrière’, de ‘Israëlische Apartheidsmuur’, de ‘Scheidingsmuur’ en de meest neutrale de ‘Israëlische Muur/Barrière’. Met de benaming ‘Westoeverbarrière’ wordt gerefereerd aan de

geografische muur die volgens de VN de “West Bank” (de westelijke oever van de rivier deJordaan en Palestijns grondgebied)doorkruist. De andere benaming, de ‘Israëlische Apartheidsmuur’, wekt de indruk dat de muur louter het doel heeft twee bevolkingsgroepen van elkaar te scheiden. Hierbij wordt verondersteld dat hoofdzakelijk de Palestijnen het slachtoffer zijn van de Israëlische barrière.21

De benaming ‘Veiligheidsbarrière’ wordt gebruikt door de Israëlische regering. De regering geeft als reden de bescherming van de eigen Israëlische burgers tegen Palestijnse terroristische aanslagen. Een ‘scheidingsmuur’ suggereert weer dat de barrière is opgericht zodat Israël zich kan afscheiden van het Midden-Oosten.22 De Israëlische Westoeverbarrière overschrijdt op dit moment circa 16 kilometer van

de Israëlisch-Palestijnse grens en staat op Palestijns grondgebied.23 Duidelijk is dat door deze

territoriale overschrijding de muur niet is gebouwd conform de internationale wetgeving 19

Alatout, S., “Walls as Technologies of Government: The Double Construction of Geographies of Peace and Conflict in Israeli Politics, 2002-Present” in Annals of the Association of American Geographers, 956-968 (2009), p. 956

20

Kochavi, A., “Israel and the International Arena” in Journal of Israeli History: Politics, Society and Culture, Vol. 25, No. 1 (2006), pp. 223-244, p. 234

21

Bachmann, R., “A Wall in Palestine”, New York, Picador, 2010, p. 3 22

Lustick, I. S., “Abandoning the Iron Wall: Israel and “the Middle Eastern Muck” in Middle East Policy, Vol. XV, No. 3, pp. 30-56 (2008), p. 41

23

Alatout, S., “Walls as Technologies of Government: The Double Construction of Geographies of Peace and Conflict in Israeli Politics, 2002-Present” in Annals of the Association of American Geographers, 956-968 (2009), p. 956

(7)

uitgevaardigd door het ICJ in 2004. Zo stelt Marcello Di Cintio dat de muur voor slechts tien procent op de Israëlisch-Palestijnse grens (de zogenaamde ‘Green Line’: een grens waar nog geen definitief vredesakkoord op is gevolgd) is gebouwd.24

In het historisch debat over de Israëlische Muur zijn vier interpretaties te onderscheiden. Historici en politicologen verschillen namelijk van mening over de oorspronkelijke motieven voor de totstandkoming van de Israëlische Muur. Ten eerste, de revisionistische overtuiging. Deze interpretatie legt de nadruk op de gedachte dat de muur is gebouwd om het herstel van Groot-Israël – een Israël dat strekt tot aan de Jordaanse grens met Syrië - mogelijk te maken. Daar tegenover staat de tweede benadering waarbij politicologen van mening zijn dat de muur is opgericht als een maatregel om Israël juist af te scheiden van het Midden-Oosten. Op deze wijze zou Israël kunnen aansluiten bij een meer Europese (Mediterrane) levensstijl. De derde interpretatie is de opvatting dat de muur dient als maatregel om het voortbestaan van de staat Israël te garanderen: “Only after the Iron Wall had been built, Jews could no longer be driven out”.25 De rol van Sharon en Netanyahu zouden bij deze

interpretatie slechts stimulerende factoren zijn. Deze interpretatie onderscheidt zich van de andere twee omdat hier vooral wordt stilgestaan bij de verankering van de staat zelf, en niet zozeer het grenzendebat dat hierop zou volgen. In de laatste interpretatie is de muur louter een

veiligheidsmechanisme voor het voorkomen van terroristische aanslagen.

De revisionistische stroming bestaat uit een groep van nieuwe (Israëlische) historici die kritisch zijn over het eigen beleid: Benny Morris, historicus aan de Ben-Gurion Universiteit, Avi Schlaim, historicus aan de Universiteit vanOxford, en Ilan Pappé, historicus aan de Universiteit in Exeter. Morris is van mening dat de bouw van de muur is geïnitieerd door de Likud-Partij. Een rechts-seculiere politieke fractie met het nationalistische streven voor een Groot-Israël.26 Deze gedachte

behelst dat er geen Palestijnse staat moet komen (of het alternatief, dat er al een Palestijnse staat is in Jordanië) omdat heel het land tot aan de Jordaan eigenlijk Israel is. Dit betreft de (meest rechtse) Zionistische interpretatie om een Joodse staat te stichten die zich kenmerkt door exclusiviteit: een staat gereserveerd voor Joodse burgers.27

Het afbakenen van territoria omwille van deze gedachte door een muur zou voor de Likud-partij niet alleen rechtvaardig zijn, maar zelfs noodzakelijk.28 Door hetpolitieke leiderschap van Sharon

en Netanyahu werd deze Zionistische zienswijze overgebracht op een groter publiek waardoor de samenleving zou verrechtsen. Een collectieve steun voor de Israëlische Muur lijkt het resultaat te zijn. Het probleem van dit argument alleen is dat de huidige ligging van de muur nog steeds grond laat aan de Palestijnen en daardoor niet aansluit bij het Neo-Zionistische uitgangspunt. Morris probeert in zijn 24

Di Cintio, M., “Walls: Travels Along the Barricades”, London, Union Books, 2012, p. 102 25

Schlaim, A., “The Iron Wall: Israel and the Arab World”, London, Allen Lane The Penguin Press, 2000, p. 487 26

http://vorige.nrc.nl/buitenland/article2086862.ece/Radicaal_rechts_rukt_op_in_Israelische_Likud-partij, geraadpleegd 4-10-2014

27

Morris, B., “Righteous Victims: A History of the Zionist-Arab Conflict 1881-2001”, New York, Yale University Press, 2001, p. 75

28

Morris, B., “Righteous Victims: A History of the Zionist-Arab Conflict 1881-2001”, New York, Yale University Press, 2001, p. 75

(8)

betoog een evenwichtig beeld neer te zetten van het Israëlisch-Palestijnse vraagstuk. Hoewel Morris hiertoe een goede aanzet geeft, is dit lastig vanwege het gebrek aan Arabische historiografische literatuur of archieven. Om deze leemte op te vullen, benadrukt hij vooral het Arabische perspectief uit Israelische overheidsdocumenten.

Schlaim is met zijn kritiek op het Israëlisch beleid geen uitzondering. Met name het etnocentrische religieus-nationalistische beleid van Netanyahu (kabinet I en II) en Sharon in de jaren ‘90 en ’00 heeft volgens hem geleid tot een sterke Israëlische oppositie tegen het idee van een Palestijnse staat.29 Sterker nog, Netanyahu zou met opzet de scheiding tussen de Joodse en Palestijnse

bevolking stimuleren: “Under Netanyahu’s leadership this peace process had ground to a halt, the economic situation deteriorated and the country became more driven by ethnic division.”30 Enerzijds

is Shlaims kritiek terecht: deze invloedrijke politici hebben een harmonieuze twee staten-oplossing namelijk zeker niet gestimuleerd. Anderzijds is het maar de vraag of deze politici alléén de

verrechtsing van de Israëlische samenleving hebben bewerkstelligd. Het lijkt mij dat de Palestijnse terreuraanslagen op de staat Israël hier hoofdzakelijk voor hebben gezorgd.

Ilan Pappé staat in zijn boek The Idea of Israel stil bij de vraag wat Israël als staat inhoudt. Hiervoor gaat hij dieper in op het Israëlisch-Palestijnse grensconflict.31 Hoewel hij een heldere

weergave geeft van het historisch debat, laat hij het onderwerp ‘Israëlische Westoeverbarrière’ vrijwel onberoerd. Hoe is dit mogelijk: vormt de Israëlisch muur niet een belangrijk onderdeel van het Israëlisch-Palestijnse grensconflict? Waarom gaat deze toonaangevende historicus niet dieper in op het verschijnsel ‘de muur’ als controversieel onderwerp? In een latere publicatie Across the Wall gaat Pappé wél in op de bouw van de muur. In dit boek schrijft hij dat het politieke beleid van Netanyahu, Sharon, Simon Peres en Tzipi Livni32 heeft geleid tot de Israëlische Barrière; “een afscheidingsmethode

gebaseerd op het Zuid-Afrikaanse apartheidsmodel.”33 Een specifieke analyse van

overheidscommunicatie tussen deze toonaangevende bewindslieden geeft hij echter niet.34

De tweede interpretatie luidt,dat de muur is gebouwd opdat Israël zich kan afschermen van het Midden-Oosten als continent. Deze theorie is geformuleerd door de politicoloog Ian S. Lustick, een Amerikaanse politieke wetenschapper aan de Universiteit in Pennsylvania en auteur van het essay ‘The Middle Eastern Muck’. Lustick presenteert een theorie waar rekening mee moet worden gehouden. De muur is namelijk zo afschermend gebouwd dat Israël zich inderdaad kan aansluiten bij een ander continent: Europa (en met name het Mediterraanse)35: “It’s not to keep the

Middle-Easteners out of Israel, but to physically and logically remove Israel from the Middle-East.”36

Onduidelijk echter is of Lusticks argument een rol heeft gespeeld bij de politieke besluitvorming over 29

Schlaim, A., “The Iron Wall: Israel and the Arab World”, London, Allen Lane The Penguin Press, 2000, p. 571 30

Schlaim, A., “The Iron Wall: Israel and the Arab World”, London, Allen Lane The Penguin Press, 2000, p. 607 31

Pappé, I., “The Idea of Israel”, London, Verso Books, 2014 32

Beide toonaangevende politici in de Knesset en vertegenwoordigers van de Likud Partij 33

Hilal, J., Pappé, I., “Across the Wall: Narratives of Israeli-Palestinian History”, London, I.B. Tauris, 2010, p. 1 34

Hilal, J., Pappé, I., “Across the Wall: Narratives of Israeli-Palestinian History”, London, I.B. Tauris, 2010, p. 438 35

Lustick, I. S., “Abandoning the Iron Wall: Israel and “the Middle Eastern Muck” in Middle East Policy, Vol. XV, No. 3, pp. 30-56 (2008), p. 40

(9)

de barrière. Hij komt in elk geval niet met bewijzen.

De derde interpretatie richt zich op de Israëlische Muur als een maatregel voor de veiligheid van de Israëlische bevolking. Nadav E. Shelef is een politicoloog aan de Universiteit in Wisconsin en auteur van het boek ‘Evolving Nationalism’. Hij is van mening dat het waarborgen van de veiligheid van de Joodse Israëliërs de doorslaggevende reden is geweest voor de bouw van de Israëlische Muur.37 Dit

idee gaat terugop ‘The Iron Wall’ van Ze’ev Jabotinsky, vooraanstaand leider van de revisionistische Zionistische stroming.

“The only way, Jabotinsky argued, that the necessary peace agreement with the Arabs could ever be achieved was if “an Iron Wall” were to be constructed. This wall would be so strong that Arab enemies trying to break through it would experience a long series of devastating defeats. Eventually this strategy would remove even the ‘gleam of hope’ form the eyes of most Arabs that the Jewish National Home, and then the State of Israel, could ever be destroyed.”38

Deze passage is interessant omdat hieruit kan worden opgemaakt dat het veiligheidsargument lang voor de stichting van de staat Israël in 1925 een belangrijke rol speelde. Naar aanleiding van de toenemende terreuraanslagen in de jaren ’90 zou dit argument opnieuw aan terrein winnen. De bouw van de muur om persoonlijke veiligheid te garanderen was er namelijk een waar zowel voor- als tegenstanders van de gedachte van een ‘Groter- Israël’ zich in konden vinden.39 Op deze wijze krijgt

het neo-Zionistischebeleid van Sharon en Netanyahu, een interpretatie waar bijvoorbeeld Morris de nadruk op legt, slechts een stimulerende rol toegeschreven. “The security discourse was a politically convenient way with which to maintain the ideology based rejection of partition. It provided a useful cover for the ideological claim to the land because it offered a solution to the double bind in which the Likud found itself.”40 Door de verdeeldheid binnen de Likud-partij (en de grotere ideologische breuk in

de Israelische samenleving) te beschrijven, toont Shelef aan dat middels het nationalistische veiligheidsargument politici en burgers zich konden verzoenen. Hierdoor geeft de politicus een uitgebalanceerde chronologische weergave van de factoren die hebben geleid tot de bouw van de muur.

Shelef baseert als politicoloog zijn betoog hoofdzakelijk op secundair bronnenmateriaal. Dit is opvallend: juist omdat Shelef zo gericht ingaat op de besluitvorming over de totstandkoming van de Israëlische Muur zou hij naar mijn mening meer aandacht moeten besteden aan het analyseren van staatsarchieven. In plaats van dit zelf te doen laat hij het interpreteren van deze documenten over aan zijn historische voorgangers: Morris, Schlaim en Pappé. Hoewel het bronnenonderzoek van deze

36

Lustick, I. S., “Abandoning the Iron Wall: Israel and “the Middle Eastern Muck” in Middle East Policy, Vol. XV, No. 3, pp. 30-56 (2008), p. 40

37

Shelef, N. E., “Evolving Nationalism”, London, Cornell University Press, 2010, p. 168 38

Lustick, I. S., “Abandoning the Iron Wall: Israel and “the Middle Eastern Muck” in Middle East Policy, Vol. XV, No. 3, pp. 30-56 (2008), p. 31

39

Shelef, N. E., “Evolving Nationalism”, London, Cornell University Press, 2010, p. 169 40

(10)

historici goed onderbouwde onderzoeken zijn voorzien van voortschrijdende inzichten, zou een eigen politicologische visie op diezelfde bronnen interessante bevindingen kunnen opleveren. Bijvoorbeeld het toepassen van een bepaald model of een typisch politicologisch theoretisch perspectief.

Volgens de laatste interpretatie is de Israëlische Barrière slechts een anti-terreur maatregel. De belangrijkste voorstander van deze interpretatie is Reece Jones, historicus aan de Universiteit in Hawaii. Hij stelt dat de aanslagen van 9/11 hebben geleid tot de bouw van de Israëlische Muur. Dit is tegenstrijdig: Ariel Sharon was immers al in juli 2001, voor de aanslagen, bezig met het opstellen van een plan voor de realisatie van een Israëlische Muur.41 Sterker nog, premier Yitzhak Rabin had in de

jaren ‘90 al plannen om hekwerken te plaatsen in Jeruzalem.42 Jones brengt de bouw van de

Israëlische Muur te snel in verband met de aanslagen van 9/11. Israel had 9/11 niet nodig om oog te krijgen voor het risico van het terrorisme. Het land had immers lang voor de bouw te maken had met een golf van terroristische aanslagen.

Duidelijk is dat er onder historici, politicologen en onderzoeksjournalisten geen consensus is bereikt over de beweegredenen die hebben geleid tot de bouw van de Israëlische Muur. Waar de één de nadruk legt op het neo-Zionistische beleid, legt de ander de nadruk op het veiligheidsargument of de afscheiding van Israël van het Midden-Oosten. Het probleem is dat politicologen en historici zich beperken tot het schetsen van de context die ten grondslag heeft gelegen aan de bouw van de muur. Het valt bijvoorbeeld op dat de nieuwe historici als Schlaim niet bang zijn om de eigen regering te bekritiseren, maar kritiek op de muur, een controversieel bouwwerk geplaatst door de overheid, uitblijft. De bovengenoemde historici gaan eveneens niet in op de politieke besluitvorming die heeft geleid tot de bouw van de muur. Dit is een element dat naar mijn mening wel besproken zouden moeten worden. Kritiek uitoefenen op de bouw van de muur lijkt desalniettemin zinloos: de bouw van deze muur zal, ondanks de kritische mening de nieuwe historici, toch worden voortgezet omdat de Israelische regering weinig boodschap heeft aan deze academici.

De bouw van de Westoeverbarrière zou worden gegoten in een vijfjarenplan met de doelstelling om in 2007 circa 500 kilometer te hebben afgerond.43 In de tussentijd hebben de VN en

het ICJ de bouw meerdere malen de bouw onrechtmatig verklaard. 44 In 2004 zou het eigen Israëlisch

Hooggerechtshof bepaalde delen van de muur illegaal verklaren omdat deze in strijd zou zijn met de Oslo Akkoorden van 199345: “Supreme Court rules that the army must redraw nineteen miles of the

barrier for a better balance between Israeli security and Palestinian humanitarian concerns.”46 Hierbij

41

Jones, R., “Border Walls: Security and the War on Terror in the United States, India, and Israel”, London, Zed Books, 2012, p. 88

42

Alatout, S., “Walls as Technologies of Government: The Double Construction of Geographies of Peace and Conflict in Israeli Politics, 2002-Present” in Annals of the Association of American Geographers, 956-968 (2009), p. 956

43

Jones, C., “The Writing on the Wall: Israel, the Security Barrier and the future of Zionism” in Mediterranean Politics, Routledge, vol. 14, No. 1 (2009), pp. 3-20, p. 4

44

Jones, C., “The Writing on the Wall: Israel, the Security Barrier and the future of Zionism” in Mediterranean Politics, Routledge, vol. 14, No. 1 (2009), pp. 3-20, p. 4

45

georkestreerde vredesonderhandelingen tussen Israël en Palestina onder toeziend oog van de VS 46

(11)

is het hoogste Israëlische rechtsorgaan tot een onafhankelijk oordeel gekomen en heeft zich niet laten leiden door de agenda van de Likud Partij en de “Groter-Israel” gedachte. Ook het Internationaal Gerechtshof in Den Haag (ICJ) zou in 2004 de bouw van de muur onrechtmatig verklaren.47 “The

International Court of Justice at The Hague finds the wall illegal under international law, and calls upon Israel to dismantle it.”48 Alle kritiekvanuit de internationale gemeenschap ten spijt gaat de bouw van

de muur nog steeds door.

De ‘Peace Walls’ van Belfast

De ‘Peace Walls’ zijn muren die verschillende wijken van Belfast, de hoofdstad van Noord-Ierland, van elkaar scheiden. Deze worden opgetrokken uit beton, hekwerken en prikkeldraad constructies. De vorm en materiaalkeuze van de ‘Peace Walls’ zijn gebaseerd op de te bereiken effecten. Zo is er op Shankhill Road, de beruchtste straat in Belfast, voorkeur gegeven aan een betonnen muur. Op schoolpleinen van openbare scholen en scholen voor katholieken en protestanten staan vaak metalen hekken en (hydraulische) ijzeren gordijnen die in tijden van conflict twee groepen van elkaar kunnen scheiden. In sommige woonwijken zijn er metalen kooien over tuinen heen gebouwd om de bewoners te beschermen voor rondvliegende objecten.

De ‘Peace Walls’ onderscheiden zich van de aaneengesloten enkelvoudige Israëlische Barrière door hun losstaande betonnen constructies. Dit wil niet zeggen dat de katholieke en protestantse kant niet permanent van elkaar gescheiden kunnen worden. Zo worden nog steeds elke avond delen van de stad afgesloten door metalen hekken en wordt er in tijden van conflict (bijvoorbeeld de

Oranjemarsen) een avondklok ingesteld.

De ‘Peace Walls’ zijn in 1969 gebouwd door de Britse regering om de rellen van de jaren ’60 tussen de protestanten en katholieken te stoppen. Deze rellen staan beter bekend als ‘The Troubles’ (1968 - 1998). Hierbij stonden twee partijen lijnrecht tegenover elkaar: de Loyalisten en de

Republikeinen. De ene partij (en overigens de meerderheid) is protestants: ze willen dat Noord-Ierland deel blijft uitmaken van Groot Brittannië.49 Zij worden ook wel de ‘Unionisten’ of ‘Loyalisten’

genoemd. De katholieken, overwegend republikeins, streven naar een onafhankelijk Noord-Ierland. ‘The Troubles’ kunnen het beste worden omschreven als een burgeroorlog waarbij Noord-Ierse paramilitaire groeperingen als de Irish Republican Army (IRA) in opstand kwamen tegen de Britse overmacht in Noord-Ierland. Gedurende ‘The Troubles’ zijn er meer dan 3500 doden gevallen en ruimschoots 40.000 gewonden.50 Het conflict kwam officieel tot een einde met het sluiten van het

Goede Vrijdag Akkoord in 1998.

In 1969 zijn de eerste ‘Peace Walls’ geplaatst. Bijna vijftig jaar later zijn de Noord-Ierse 47

Al Jazeera, “Against the Wall”, http://interactive.aljazeera.com/aje/PalestineRemix-TEST/against-the-wall.html, geraadpleegd, 22-1-2015

48

Bachmann, R., “A Wall in Palestine”, New York, Picador, 2010, p. 222 49

Mckittrick, D., McVea, D., “Making Sense of The Troubles: A History of the Northern-Ireland Conflict”, London, Penguin & Viking, 2012, p. 2

50

Amnesty International: “Northern Ireland: Time to Deal With the Past”, 2013, http://cain.ulst.ac.uk/othelem/organ/ai/2013-09-12_ai.pdf, geraadpleegd 22-1-2015

(12)

katholieken en protestanten nog steeds ingesloten in Belfast omdat zij hun wijken niet verlaten. Dit is eerder een kwestie van niet willen dan niet kunnen: de bewoners kunnen zich in beperkte mate vrijelijk door Belfast bewegen, maar willen dit liever niet vanwege een dieperliggende afkeer voor elkaar.51 Zowel de katholieke als de protestante bewoners zeggen zich nog steeds onveilig te voelen

zonder de muren.52 Dit is begrijpelijk: in de zomer van 2013 zijn 350 politieagenten gewond geraakt bij

‘Troubles’ gerelateerde incidenten.53 De ingrijpende economische beperkingen die de muren teweeg

brengen, lijken daarnaast een bijzaak te zijn.54 Dit omdat het handhaven van vrede van groter belang

wordt geacht dan het verbeteren van de relatief lage levensstandaard in Belfast. Indien hier ooit verandering in komt, kan de afbraak van de muren pas écht beginnen.

De naam ‘vredesmuren’ is tegenstrijdig: in werkelijkheid slepen ‘The Troubles’ volgens Amnesty International sinds 1969 zich voort en is Noord-Ierse bevolking nog bezig met een

verwerkingsproces.55 De gemoederen lopen vooral hoog op tijdens de Oranjemars in juli: een jaarlijkse

optocht van protestantse Ieren door overwegend katholieke wijken. Met deze mars wordt het Ulster Convenant (1912) geëerd waarbij protestanten zich symbolisch uitspreken tegen katholieke

soevereiniteit.56 “Veel katholieken zien deze mars als een provocatie.”57 Zo zegt Titia Ketelaar,

journaliste voor het NRC Handelsblad, dat het Noord-Ierse vraagstuk “drie netelige, nog openstaande kwesties kent: oranjemarsen, vlaggen en de omgang met het verleden.”58 Van 1969 tot 2014 zijn er 99

muren gebouwd. Hierbij vallen voornamelijk de jaren ’70 en ’90 op omdat in deze periode het aantal ‘Peace Walls’ drastisch is toegenomen. Dat er zoveel muren zijn geplaatst, kwam door het beleid van de Britse premiers Heath en Wilson en de Noord-Ierse Callaghan en Chichester-Clark. De ‘Troubles’ zouden immers onder hun beleid een hoogtepunt bereiken.

Vooraanstaande historici, politicologen en onderzoeksjournalisten verschillen van mening over de doorslaggevende factoren die hebben geleid tot de scheiding in Noord-Ierland. Hoewel het ontstaan van de ‘Peace Walls’ eerst werd beschouwd als het gevolg van een hoofdzakelijk religieus conflict, wint een meer politieke interpretatie daarentegen aan terrein.59 Hierbij zijn drie

51

Leonard, M., McKnight, M., “Bringing Down the Walls” Young People’s Perspectives on Peace Walls in Belfast” in International Journal of Sociology and Social Policy, Vol. 31, No. 9, pp. 569-582 (2012), p. 571

52

Leonard, M., McKnight, M., “Bringing Down the Walls” Young People’s Perspectives on Peace Walls in Belfast” in International Journal of Sociology and Social Policy, Vol. 31, No. 9, pp. 569-582 (2012), p. 571

53

Amnesty International: “Northern Ireland: Time to Deal With the Past”, 2013, http://cain.ulst.ac.uk/othelem/organ/ai/2013-09-12_ai.pdf, geraadpleegd 22-1-2015 54

Ravenscroft, E., “The Meaning of the Peacelines in Belfast”, in Peace Review: A Journal of Social Justice, Vol. 21, No. 2 (2009), pp. 213-221, p. 216

55

Amnesty International: “Northern Ireland: Time to Deal With the Past”, 2013, http://cain.ulst.ac.uk/othelem/organ/ai/2013-09-12_ai.pdf, geraadpleegd 22-1-2015 56

Van der Horst, A., “Belfast staat op scherp door Oranjemars”, in NRC Handelsblad, 29-4-2012, geraadpleegd 2-3-2015, http://nos.nl/artikel/423925-belfast-op-scherp-door-oranjemars.html

57

Van der Horst, A., “Belfast staat op scherp door Oranjemars”, in NRC Handelsblad, 29-4-2012, geraadpleegd 2-3-2015, http://nos.nl/artikel/423925-belfast-op-scherp-door-oranjemars.html

58

Keterlaar, T., “Is er dan nu eindelijk rust in Noord-Ierland” in NRC Handelsblad, 24-12-2014,

http://www.nrc.nl/handelsblad/van/2014/december/24/is-er-nu-eindelijk-rust-in-noord-ierland-1453440, geraadpleegd 22-1-2015

59

McKeown, S., “Identity, Segregation and Peace-Building in Northern-Ireland, New York, Palgrave Macmillan, 2013, p. 4

(13)

benaderingen te onderscheiden. Ten eerste, het ‘Unionistische argument’: de overtuiging dat de scheiding in Belfast het resultaat is van het Unionistische beleid om (Noord-)Ierland, Schotland en Groot-Brittannië te verenigen. Ten tweede, het argument dat de muren zijn geplaatst om de Britse macht over Noord-Ierland te consolideren. Hierbij voert niet zozeer het idee van een verenigd Groot-Britannie, Ierland en Schotland de boventoon, maar eerder een oudere, koloniale visie. Ten derde, de interpretatie dat de muren tot stand zijn gekomen als gevolg van een ineffectief Brits beleid ten aanzien van de ‘Troubles’.

Voorstanders van de eerste interpretatie zijn David McKittrick & David McVea, Noord-Ierse onderzoeksjournalist en vooraanstaand historicus gespecialiseerd in de ‘Troubles’. Zij stellen dat de ‘Peace Walls’, bedoeld of onbedoeld, het gevolg zijn van een Unionistisch beleid. Deze Brits gezinde partij zou namelijk een reeks discriminerende wetten voorleggen waardoor de Noord-Ierse

katholieken in politiek, economisch en cultureel opzicht beperkt zouden worden.60 Voorbeelden

hiervan zijn de Anglo-Irish Agreement, Home Rule Bill (1912) en de Special Power Acts (1922). Hoewel deze wetten het doel hadden Noord-Ierland bij de Unie te betrekken, hadden deze een afstotend effect. “Unionism was condemned for its discriminatory policies, and Britain was urged to solve the Northern-Ireland problem.”61 De Britse regering greep echter niet in en besloot zich te distantiëren

van het vraagstuk.62 Hierdoor zou de Noord-Ierse onafhankelijkheidsdrang juist gestimuleerd worden

en was de uitbraak van de ‘Troubles’ in 1969 onvermijdelijk. Als gevolg van dit Unionistische beleid was de Britse regering als bemiddelaar genoodzaakt de ‘Peace Walls’ te plaatsen.63

McKittrick en McVea (beiden protestants met katholieke echtgenoten) weerleggen met hun interpretatie twee belangrijke aannames over het ‘Troubles’ vraagstuk: enerzijds het idee dat deze pas begon in 1969, anderzijds dat het zou gaan om een religieus conflict. Hierbij besteden de auteurs te weinig aandacht aan de huidige stand van het conflict. Dat het conflict officieel beëindigd werd met het tekenen van het Goede Vrijdag Akkoord in 1998, wil niet zeggen dat de Noord-Ierse situatie gestabiliseerd is. Sterker nog, het Noord-Ierse conflict wordt juist versterkt door de muren. De auteurs gaan hier niet op in.

Alvin Jackson, historicus aan de Universiteit in Edinburgh, volgt de tweede interpretatie: de overtuiging dat de bouw van de ‘Peace Walls’ het gevolg zijnvan een Brits imperialistisch beleid om de macht over Noord-Ierland te consolideren. “Where, clearly, whatever the complexities of the British-Irish relationship, Ireland’s history of military subjugation, exploitation and plantation placed it on a different, and recognizably colonial footing.”64 De historicus benoemt het Noord-Ierse vraagstuk als

60

Mckittrick, D., McVea, D., “Making Sense of The Troubles: A History of the Northern-Ireland Conflict”, London, Penguin & Viking, 2012, p. 13

61

Mckittrick, D., McVea, D., “Making Sense of The Troubles: A History of the Northern-Ireland Conflict”, London, Penguin & Viking, 2012, p. 23

62

Mckittrick, D., McVea, D., “Making Sense of The Troubles: A History of the Northern-Ireland Conflict”, London, Penguin & Viking, 2012, p. 23

63

Mckittrick, D., McVea, D., “Making Sense of The Troubles: A History of the Northern-Ireland Conflict”, London, Penguin & Viking, 2012, p. 64

64

Jackson, A., “The Two Unions: Ireland, Schotland, and the Survival of the United Kingdom, 1707-2007, London, Oxford University Press, 2012, p. 212

(14)

een ‘crisis van de verwachting’: in het uitblijven van een onafhankelijke Ierse soevereiniteit zou de Brits-(Noord-)Ierse relatie verslechteren en uiteindelijk leiden tot conflict, de ‘Troubles’.65 In zijn laatste

hoofdstuk gaat Jackson dieper in op de protestants-katholieke scheiding in Belfast. Hoewel hij het ontstaan hiervan bespreekt, gaat hij in niet in op de maatregel die dit doel moet verwezenlijken: de ‘Peace Walls’.

Paul Dixon, politicoloog aan de Kingston Universiteit, en Eamonn O’Kane, respectievelijk historicus en politicoloog aan de Wolverhampton Universiteit, zijn auteurs van het boek Northern Ireland Since 1969. Zij zien de bouw van de ‘Peace Walls’ als een gevolg van een ineffectief Brits beleid ten aanzien van het conflict. Een beleid dat volgens hen een tweeslachtig karakter heeft: de Britse regering had geen strategisch of economisch belang om Noord-Ierland in de ‘Unie’ te houden en de unionisten te steunen.66 Tegelijkertijd moest de Britse regering wel interveniëren omdat Britse politici

bang was dat teveel afzijdigheid zou uitmonden in een burgeroorlog tussen Ieren en Noord-Ieren.67

Bovendien kon Groot-Brittannië niet zomaar afzien van de principes van het Unionisme. De Brits-Noord-Ierse betrekkingen zijn namelijk zeker twee eeuwen bepaald geweest door het Unionisme. Bij het uitblijven van een consistent beleid ten aanzien van het vraagstuk zou het conflict escaleren en de bouw van de ‘Peace Walls’ zelfs noodzakelijk worden. In deze interpretatie worden de muren ervaren als een ingrijpende maatregel voortkomend uit de Britse onmacht om effectief te handelennaar de ‘Troubles’.

De bovengenoemde historici en politicologen schetsen ieder een andere historische context die zou hebben geleid tot de totstandkoming van de ‘Peace Walls’. Niettemin zijn ze terughoudend in het gericht analyseren van de politieke besluitvorming over de bouw ervan. Dit is opvallend: de ‘Troubles’ en de ‘Peace Walls’ zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden en zouden daarom ook zo bestudeerd moeten worden. Naar mijn mening maken academici het zich te gemakkelijk door het overkoepelende Unionistische of Britse beleid verantwoordelijk te stellen voor de totstandkoming van de ‘Troubles’ en de ‘Peace Walls’. Hoewel het bekend is dat het Britse leger de muren heeft geplaatst, is het relevanter teachterhalenwelke vooraanstaande bewindspersonen het bevel hebben gegeven tot de bouw ervan en wat hun beweegredenen waren.

Wat eveneens opvalt bij dit historisch debat is dat historici en politicologen terughoudend zijn met het vermelden van hun eigen religieuze achtergrond.68 Of zoals McKeown treffend opmerkt:

“A socially taboo topic in this society. In particular, researchers face the difficulty of having to represent both sides of the divide.”69 Hoewel historici en politicologen het vraagstuk doorgaans met

objectiviteit bestuderen, heeft deze terughoudendheid geleid tot het uitblijven van concrete 65

Jackson, A., “The Two Unions: Ireland, Schotland, and the Survival of the United Kingdom, 1707-2007, London, Oxford University Press, 2012, p. 214

66

Dixon, P., O’Kane, E., “Northern Ireland Since 1969, London, Pearson Education Limited, 2011, p.11 67

Dixon, P., O’Kane, E., “Northern Ireland Since 1969, London, Pearson Education Limited, 2011, p.11 68

McKeown, S., “Identity, Segregation and Peace-Building in Northern-Ireland, New York, Palgrave Macmillan, 2013, p. 4

69

McKeown, S., “Identity, Segregation and Peace-Building in Northern-Ireland, New York, Palgrave Macmillan, 2013, p. 4

(15)

meningen over de ‘Peace Walls’.

Ondanks deze terughoudendheid zijn er enkele historici en politicologen die ingaan op de rol van toonaangevende bewindslieden en militairen. Met name het politieke beleid van de Britse premier Wilson en de Noord-Ierse premier James Chichester-Clark komen aan bod. Richard English, hoogleraar politicologie aan de St. Andrews Universiteit, kijkt bijvoorbeeld naar het beleid van Chichester-Clark. Met name benadrukt hij de Britse en Noord-Ierse onwil om in te grijpen in het conflict: “An uneasy peace ensued. In London we were debating whether we should intervene but hoping and praying that we would not have to.”70 Aldus, James Callaghan, oud-premier van

Noord-Ierland. Chichester-Clark daarentegen, niet in staat om effectief op te treden tegen het toenemende geweld in Belfast, zou op 12 augustus 1969 een verzoek indienen bij de Britse regering voor militaire ondersteuning.71 Als gevolg hiervan zou de Britse regering op 12 augustus 1969 de eerste muur op

Shankhill Road plaatsen. Madeleine Leonard Martina McKnight, sociologe aan de Universiteit van Belfast, toont aan dat de ‘Peace Walls’ zijn aangevraagd door de eigen bewoners van Belfast.72 Dit is

een interpretatie gebaseerd op 125 interviews met omwonenden van de muren. Juist door het collectieve verzoek vanuit de Belfast gemeenschap was de Noord-Ierse Premier genoodzaakt om een beroep te doen op Britse militaire ondersteuning. Het wordt echter niet duidelijk of dit een

voornamelijk protestants of katholiek verzoek betrof.

Maurice Punch, criminoloog en historicus aan het Mannheim Centrum, legt de

verantwoordelijkheid bij de RUC, de Noord-Ierse politie en het Britse leger. Zij zouden zich namelijk schuldig hebben gemaakt aan een reeks controversiële beschietingen.73 Als gevolg hiervan werd het

Britse leger ingezet om de orde te herstellen. Hoewel de bewoners van Belfast hen aanvankelijk welkom heetten, zou hun aanwezigheid leiden tot geweldsescalatie.74 Het idee dat een voormalig

‘kolonisator’ dit moest bewerkstelligen, werd door de Noord-Ierse nationalisten gewoonweg niet getolereerd.”75 Bovendien zou het Britse leger zich snel tegen deze nationalisten keren door katholieke

eigendommen te verwoesten.76 Hoewel de voorheen pragmatische neutrale visie van het leger moest

leiden tot de normalisering van het Noord-Ierse conflict, kreeg de anti-katholieke mentaliteit de overhand en koos het Britse leger partij voor de protestanten.77 Van oorsprong is Groot-Britannie

immers een overwegend protestants land. Diezelfde mentaliteit heeft gezorgd voor de verscherping 70

English, R., “Armed Struggle: History of the IRA”, London, Palgrave Macmillan, 2012, p. 101 71

English, R., “Armed Struggle: History of the IRA”, London, Palgrave Macmillan, 2012, p. 101 72

Leonard, M., McKnight, M., “Bringing Down the Walls” Young People’s Perspectives on Peace Walls in Belfast” in International Journal of Sociology and Social Policy, Vol. 31, No. 9, pp. 569-582 (2012), p. 571

73

Punch, M., “State Violence, Collusion and the Troubles: Counter Insurgency, Government Deviance and Northern Ireland, London, Pluto Press, 2012, p. 73

74

Punch, M., “State Violence, Collusion and the Troubles: Counter Insurgency, Government Deviance and Northern Ireland, London, Pluto Press, 2012, p. 71

75

Punch, M., “State Violence, Collusion and the Troubles: Counter Insurgency, Government Deviance and Northern Ireland, London, Pluto Press, 2012, p. 71

76

Punch, M., “State Violence, Collusion and the Troubles: Counter Insurgency, Government Deviance and Northern Ireland, London, Pluto Press, 2012, p. 71

77

Punch, M., “State Violence, Collusion and the Troubles: Counter Insurgency, Government Deviance and Northern Ireland, London, Pluto Press, 2012, p. 71

(16)

van het conflict waardoor de Noord-Ierse burgers werden gestimuleerd zich te voegen bij de IRA.78

De Britse regering stond machteloos: wat moest er gebeuren nu alle diplomatieke en militaire inspanningen niet leken te werken? Aannemelijk is dat de bouw van de ‘vredesmuren’ is toegepast als een laatste redmiddel om het conflict te stabiliseren. Hoewel McKnight niet dieper ingaat op de beweegredenen voor het burgerlijke verzoek om de muren te plaatsen, moet dit in navolging van Punch’ zijn overtuiging haast een katholiek initiatief voor zelfbescherming zijn geweest.

Emily Ravenscroft schrijft de totstandkoming van de ‘Peace Walls’ in het bijzonder toe aan Generaal Sir Ian Freeland die op 12 augustus zijn troepen commandeerde de muren op te richten. Dit als een tijdelijke maatregel: “The Peaceline will be a very, very temporarily affair, we will not have a Berlin Wall or anything like that in de city”.79 Kennelijkwas de Britse generaal zich ervan bewustdat

het plaatsen van de muren eigenlijk onwenselijk was. Of hij in opdracht handelde van de Britse overheid of zelf het idee voor de bouw van de ‘Peace Walls’ initieerde, laat Ravenscroft onvermeld.

Het lijkt er op dat de politieke besluitvorming over de bouw van de ‘Peace Walls’ zich als volgt heeft voltrokken: door het toenemende geweld van de ‘Troubles’ zouden bewoners in Belfast een beroep doen op de Noord-Ierse regering om te interveniëren.80 Hoewel Chichester-Clark in eerste

instantie een verzoek weigerde in te dienen voor Britse militaire ondersteuning, ging hij begin

augustus 1969 toch overstag. Groot-Brittannië was genoodzaakt hierop te antwoorden: Noord-Ierland werd immers nog steeds beschouwd als een deel van de (Britse)Unie. Niettemin was de Noord-Ierse regering net als de Britse regering terughoudend in het opstellen van een plan voor militair ingrijpen. Ondanks alles werden op 12 augustus 1969 de Britse troepen uitgezonden naar Belfast om orde te herstellen. “Callaghan was travelling in a RAF plane when the formal request for troops came through. He immediately scribbled permission granted.”81 Hoewel de manschappen door de katholieken

vreugdevol werden onthaald, zou het conflict al snel uit de hand lopen.82 Het idee dat Britse troepen

nodig waren om de orde te herstellen, werd door de katholieken vanwege het imperialistische verleden als onderdrukkend ervaren.83 Op het moment dat het geweld zich tegen de Britse troepen

keerde, kondigde de generaal van het Britse leger Sir Ian Freeland aan de muren te bouwen. Alleen een verdere primaire bronnenanalyse kan uitwijzen of deze uitleg juist is.

Noord-Korea en de DMZ

78

Punch, M., “State Violence, Collusion and the Troubles: Counter Insurgency, Government Deviance and Northern Ireland, London, Pluto Press, 2012, p. 72

79

Ravenscroft, E., “The Meaning of the Peacelines in Belfast” in Peace Review, Vol. 21 No. 2, pp. 213-221, (2009) p. 213

80

English, R., “Armed Struggle: History of the IRA”, London, Palgrave Macmillan, 2012, p. 97 81

Mckittrick, D., McVea, D., “Making Sense of The Troubles: A History of the Northern-Ireland Conflict”, London, Penguin & Viking, 2012, p. 64

82

Punch, M., “State Violence, Collusion and the Troubles: Counter Insurgency, Government Deviance and Northern Ireland, London, Pluto Press, 2012, p. 71

83

(17)

Tussen Noord en Zuid-Korea ligt een gedemilitariseerde zone (de DMZ): een strook land van circa vier kilometer breed en 250 kilometer lang. Aan weerszijden van deze zone hebben Noord- en Zuid-Korea ieder voor zich fysieke barrières gebouwd. In beide gevallen gaat het om zwaar bewaakte

controleposten, hekken en (enkele) betonnen constructies voorzien van Spaanse ruiters. De neutrale zone die tussen de twee landen ligt, wordt beschouwd als niemandsland; hier bevinden zich, op landmijnen na, geen militairen of militaire installaties.

De bovengenoemde barrières (en de DMZ) vormen samen ‘de Muur tussen Noord- en Zuid Korea’. Voor Noord-Korea is het doelde Noord-Koreaanse bevolking hermetisch af te sluiten voor ‘gevaarlijke’ liberale ideeën uit het Westen (inclusief het kapitalistische buurland Zuid-Korea) Bovendien moet de muur voorkomen dat ‘het Westen’ Noord-Korea met militaire middelen komt veroveren, ook al ziet het er niet naar uit dat de VS een plan heeft dit te doen. Voor Zuid-Korea is de barrière weer een veiligheidsmaatregel om te voorkomen dat Noord-Koreaanse troepen het Zuiden aanvallen. Dit is overigens meteen één van de redenen waarom Amerikaanse troepen operationeel zijn op het Koreaanse schiereiland. Daarbij komt dat het communistische Noord-Korea al zware artilleriestukken heeft gericht op de Zuid-Koreaanse hoofdstad, Seoul, voor het geval de huidige status quo, de wapenstilstand van 1953, tot een einde komt. Met die artillerie kan Noord-Korea namelijk over de barrière heen schieten.84 Toch is het volgens Andrei Lankov, Russisch historicus aan de

Universiteit in Seoul, onwaarschijnlijk dat dit zal gebeuren: “The North-Korean strategic planners know that they are going to lose a full-scale war, and this is why they would never start it.”85 Daarmee kan

echter het nut van de muur niet worden ontkend omdat de muur Zuid-Korea (en andere Westerse landen) dient af te schrikken.

Wanneer de lengte van de de muur tussen Noord- en Zuid-Korea (250 km) met de Israëlische Muur (723 km) of de Amerikaans-Mexicaanse Muur (1123 km) wordt vergeleken, lijkt het hier te gaan om een relatief kleine barrière. In werkelijkheid is deze muur één van de zwaarst bewaakte grenzen ter wereld. Interessant is de beweringdat Noord-Korea in de jaren ‘70 zou zijn begonnen met de constructie van een aaneengesloten betonnen muur. Deze zou naast het DMZ-hek zijn geplaatst. Suk-Young Kim, gespecialiseerd in Oost-Aziatische propaganda en professor aan de Santa Barbara

Universiteit in Californië, laat zich echter sceptisch uit over het bestaan van deze ‘ingebeelde’ barrière: “Kim Il Sung must have been alarmed to witness the historical downfall of the Berlin Wall.”86

Satellietwaarnemingen en andere fotodocumentatie lijken het bestaan van een betonnen muur daarentegen wél te bewijzen. Hoewel er mijns inziens niet te uitvoerig mag worden stilgestaan bij het bouwmateriaal van deze muur, is het relevant dat (net als de andere voorbeeldmuren) de bouw van de DMZ nog niet lijkt te zijn afgerond. Bovendien, of de barrière nu uit metaal of beton bestaat, van deze specifieke muur mag worden gezegd dat deze dezelfde effecten sorteertals de Israëlische of Noord-Ierse barrière. Mettertijd zal duidelijk worden of de betonnen ‘mythe’ betrouwbaar is. 84

Lankov, A., “The Real North Korea”, London, Oxford University Press, 2013, p. 205 85

Lankov, A., “The Real North Korea”, London, Oxford University Press, 2013, p. 205 86

Kim, S. Y., “DMZ Crossing: Performing Emotional Citizenship Along the Korean Border”, New York, Columbia University Press, 2014, p. 68

(18)

De Koreaanse DMZ is van kracht sinds 1953 en deelt het schiereiland in tweeën. De scheiding loopt langs de 38e breedtegraad. De Amerikanen hebben deze grens vastgesteld in 1945. Ze is

herbevestigd in 1953, aan het einde van de Koreaanse Oorlog. Om deze reden is de DMZ een

overblijfsel van de Koude Oorlog.87 Er is op dit moment namelijk geen sprake van vrede, maar van een

wapenstilstand. Naar het lijkt is dit een afgedwongen rust omdat de betrokken landen nog steeds militair tegenover elkaar staan. Een recent voorbeeld van de naoorlogse spanningen is de militaire oefening van het Amerikaanse en Zuid-Koreaanse leger op 2 maart 2015. In reactie hierop heeft Noord-Korea twee raketten afgevuurd op het Zuid-Koreaanse schiereiland.88 De DMZ staat nog steeds

onder toezicht van de Verenigde Naties en de VS heeft op dit moment ruimschoots 30.000

manschappen gestationeerd in Zuid-Korea.89 Deze bewaken naast 600.000 Zuid-Koreaanse troepen de

DMZ. Noord-Korea heeft dit overtroffen door twee keer zoveel (1.2 miljoen) manschappen

beschikbaar te stellen om de grenzen van Noord-Korea te verdedigen.90 Deze manschappen houden,

volgens de Zweedse Majoor-Generaal Berndt Grundevik, toezicht op 132000 zware Noord-Koreaanse artillerie stukken.91

De DMZ markeert niet alleen de scheiding tussen twee staten, maar tevens tussen twee dominante ideologieën: het communisme en het kapitalisme.92 Hoe is het mogelijk dat deze twee

landen, ooit een eenheid, nu zo wezenlijk van elkaar verschillen? Roel van der Veen, historicus en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit in Amsterdam en Rijksuniversiteit Groningen, geeft hier een verklaring voor. Namelijk, waar Park-Chung Hee (president Zuid-Korea) de voorkeur gaf aan

economische ontwikkeling (dit ten koste van de democratie), zou Kim Il Sung krampachtig vasthouden aan zijn communistische totalitaire beleid.93 Vanuit dat punt zijn de landen zich los van elkaar verder

gaan ontwikkelen. Desalniettemin stelt Van der Veen dat “Parks stijl van regeren net zo meedogenloos dictatoriaal is als die van Kim Il Sung in Noord-Korea, maar daar hield de overeenkomst dan ook mee op”.94

De Koreaanse variant van het communisme behoeft toelichting. Volgens Andrei Lankov was deze namelijk vele malen strenger dan de Russische en/of Chinese variant.95 “In a sense, Kim Il Sung and his supporters managed to out-Stalin Stalin himself. Even Stalin’s Russia appears to be a relatively

87

Documentaire ‘De Muur’ door Menno van Bentveld, Aflevering: ‘DMZ’, 5-11-2014, http://www.npo.nl/de-muur/07-11-2014/VARA_101369841

88

North Korea fires missiles as US-S Korean Drill Begin, BBC World News, geraadpleegd 2-3-2015, http://www.bbc.com/news/world-asia-31654721

89

Documentaire ‘De Muur’ door Menno van Bentveld, Aflevering: ‘DMZ’, 5-11-2014, http://www.npo.nl/de-muur/07-11-2014/VARA_101369841

90

Documentaire ‘De Muur’ door Menno van Bentveld, Aflevering: ‘DMZ’, 5-11-2014, http://www.npo.nl/de-muur/07-11-2014/VARA_101369841

91

Documentaire ‘De Muur’ door Menno van Bentveld, Aflevering: ‘DMZ’, 5-11-2014, http://www.npo.nl/de-muur/07-11-2014/VARA_101369841

92

Van der Veen, R., “Waarom Azie Rijk en Machtig Wordt”, Amsterdam, KIT Publishers, 2010, p. 188 93

Van der Veen, R., “Waarom Azie Rijk en Machtig Wordt”, Amsterdam, KIT Publishers, 2010, p. 188-192 94

Van der Veen, R., “Waarom Azie Rijk en Machtig Wordt”, Amsterdam, KIT Publishers, 2010, p. 188 95

(19)

liberal place if compared to the North-Korea of the 1960-1990 period.”96 Dat Noord en Zuid-Korea zo

van elkaar verschillen, suggereertdat een muur nodigis om deze twee tegenpolen van elkaar te scheiden. Wat evengoed blijkt, is dat Zuid-Korea - na vijftig jaar - nog steeds een voorstander is van een herenigd Korea.97 Ofschoon historici zich hier doorgaans sceptisch over uitlaten, is Zuid-Korea

voorbereid: het Ministerie van Hereniging is druk bezig om de Zuid-Koreaanse bevolking in te lichten, of misschien zelfs te indoctrineren, over een hereniging. Noord-Korea streeft eveneens naar een hereniging, maar alleen op de voorwaarde dat Zuid-Korea communistisch wordt.

In dehistoriografie over de totstandkoming van de DMZ vallen twee dingen op: enerzijds de Amerikaanse invloed op de vaststelling van de grens (38e breedtegraad) in 1953, anderzijds de

Noord-Koreaanse (isolationistische) invloed op het versterken en bouwen van de muren in de DMZ. Dit onderscheid is belangrijk omdat hierdoor beargumenteerd kan worden dat twee partijen

verantwoordelijk zijn voor de bouw van de muren. De rol van de VS in de totstandkoming van de DMZ zou met name in de nacht van 10-11 augustus 1945 blijken. Toen werden namelijk twee kolonels, Dean Rusk en Charles H. Bonesteel, geautoriseerd om Korea in tweeën te delen. Hierbij kwamen zij uit bij de zogenaamde 38e breedtegraad: “Given the thirty minutes to do so, Rusk and Bonesteel looked at

a map and chose the thirty-eight parallel because it would place the capitol city in the American zone.”98 Door wie zij geautoriseerd werden en waarom uitgerekend zij deze taak toebedeeld kregen, is

onduidelijk.

Hoewel Korea voor de VS aanvankelijk (voor 1940) van weinig strategisch belang was, zou hier eind jaren ‘40 verandering in komen omdat het Amerikaanse Congres plannen begon te formuleren om de Amerikaanse aanwezigheid in Oost-Azië te verankeren.99 Noord-Korea vielop 20

juni 1950 Zuid-Korea binnen, het begin van de Koreaanse oorlog.100 Aan het einde van de Koreaanse

oorlog in 1953 zou de status quo van de 38e breedtegraad door generaal Douglas MacArthur worden

hersteld. Zo stelden de Amerikanen de grens tussen Noord en Zuid Korea vast. De Noord Koreaanse regering nam vervolgens het initiatief tot de bouw van de barrière, althans dat is wat er uit de huidige historiografie kan worden opgemaakt.

Bruce Cumings, historicus gespecialiseerd in Oost-Aziatische geschiedenis, stelt dat er een eeuwenoude isoleringsdrang ten grondslag ligt aan de scheiding tussen Noord en Zuid-Korea. Met dit argument schetst de historicus een chronologische verhaallijn die heeft geleid tot de bouw van de Noord-Koreaanse barrière. Een historische basis die als onmisbaar kan worden ervaren om de totstandkoming ervan te kunnen begrijpen. Om zijn argument te illustreren, kijkt hij naar een andere oude Koreaanse barrière: een muur die de afstand van West naar Oost-Korea kon overbruggen. “Thus 96

Lankov, A., “The Real North Korea”, London, Oxford University Press, 2013, p. 34 97

Merkel, U., “Sport, Politicsand Reunification – Comparative Analysis of Korea and Germany” in The International Journal of the History of Sport, Vol. 26, No. 3 (2009), pp. 406-428, p. 409

98

Cumings, B., “Korea’s Place in the Sun”, New York, W. W. Norton Company Inc., 2005, p. 187 99

Cumings, B., “Korea’s Place in the Sun”, New York, W. W. Norton Company Inc., 2005, p. 188 100

Lin, L., Zhao, Y., Ogawa, M., Hoge, J., Young Kim, B., “Whose History: An analysis of the Korean War in history textbooks from the United States, South Korea, Japan and China, in The Social Studies, Vol. 100, No. 5, pp. 222-232, p. 223

(20)

to define self and other, hygiene and plague, civilization and scourge.”101 Blijkbaar was de DMZ niet

Noord-Korea’s eerste muur. Wat het argument van Cumings zo bijzonder maakt, is dat hij de indruk wekt dat de totstandkoming van de muur mettertijd onvermijdelijk zou zijn. De isoleringsdrang was immers al omstreeks de 16e eeuw aan de orde. Hierbij onderscheidt de historicus zich van andere

historici. Zij richten zich voornamelijk op de Noord-Koreaanse geschiedenis van de 20e eeuw.

Lankov legt weer de nadruk op de militarisering van het Pyongyang regiem en met name op het beleid van Noord-Korea’s eerste dictator: Kim Il Sung. Hierbij onderscheidt Lankov twee

belangrijke ontwikkelingen. Ten eerste, het aantreden van oud guerrillastrijders in de

Noord-Koreaanse regering.102 Deze zouden de militarisering van Noord-Korea in gang zetten om van het land

een ‘ondoordringbare vesting’ te maken.103 Ten tweede, de verslechtering van de Noord-Koreaanse

relatie met andere communistische landen (China en Rusland).104 Niet alleen het Westen werd nu

gezien als een liberale dreiging, maar ook andere communistische landen.

Sonia Ryang is een Japans-Koreaanse sociaal antropologe en historicus aan de Rice University in de VS. Zij stelt dat de muur in de DMZ het gevolg is van de Koude Oorlog en, in het bijzonder, van het Amerikaans imperialisme. Paradoxaal is dat, hoewel de hoogtijdagen van het Amerikaans imperialisme in Noord-Korea volgens Ryang voorbij zijn, dit door Noord-Korea nog steeds als een excuus wordt gebruikt om de muur juist in stand te houden en zelfs uit te breiden.105 Een achterhaald

excuus misschien, maar volgens haar heeft Noord-Korea een buitenlandse mogendheid als vijand nodig (de VS) om het huidige isoleringsbeleid te kunnen rechtvaardigen.106 In het boek Reading North Korea gaat Rying niet zozeer in op de totstandkoming van de DMZ, maar op het nationale

veiligheidsbeleid in het algemeen. Hierbij komt zij tot de conclusie dat alléén de totalitaire leider Kim Sung-Il de macht had om een ‘noodtoestand’ af te kondigen en hiermee het nationale

veiligheidsbeleid te versterken.107 Aannemelijk is dat de muur in de DMZ door ditzelfde beleid tot

stand is gekomen.

Roel van der Veen en Charles K. Armstrong, historici gespecialiseerd in de Koude Oorlog, leggen de nadruk op een ander argument: namelijk, de overtuiging dat Noord-Korea zich in 1953 committeerde aan een verdedigingseconomie omdat “het regiem in Pyongyang ervan uit ging dat de oorlog met het Zuiden elk moment weer kon ontvlammen.”108 Hierbij werden voornamelijk

Oost-Europese landen ingeschakeld om de Noord-Koreaanse verdedigingstechnologieën te ontwikkelen.109

Juist door deze economisch-technologische samenwerking, die Armstrong bestempelt als het 101

Cumings, B., “Korea’s Place in the Sun”, New York, W. W. Norton Company Inc., 2005, p. 89 102

Lankov, A., “The Real North Korea”, London, Oxford University Press, 2013, p. 16 103

Lankov, A., “The Real North Korea”, London, Oxford University Press, 2013, p. 16 104

Lankov, A., “The Real North Korea”, London, Oxford University Press, 2013, p. 17 105

Ryang, S., “Reading North Korea”, New York, Harvard University Press, 2013, p. 137 106

Ryang, S., “Reading North Korea”, New York, Harvard University Press, 2013, p. 137 107

Ryang, S., “Reading North Korea”, New York, Harvard University Press, 2013, p. 137 108

Van der Veen, R., “Waarom Azie Rijk en Machtig Wordt”, Amsterdam, KIT Publishers, 2010, p. 193 109

Armstrong, C. K., “Fraternal Socialism: The International Reconstruction of North-Korea, 1953-1962, in Cold War History, Vol. 5, No. 2 (2006), pp. 161-187, p. 168

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoewel ieder geval op eigen merites wordt beoordeeld is de opvatting bij het geschillencollege gevormd dat onder tijdige betaling dient te worden verstaan dat de

Steenkamp (KVP) onlangs o.a. kritiek uit op de VVD en in het bijzonder op onze fractievoorzitter de heer Wiegel. Wij hebben reeds enige malen gezegd, dat de

[r]

Hierdoor verlaagt de zuurtegraad van de muur (nieuwe muren zijn erg basisch), waardoor voedingsstoffen voor de eerste planten opneembaar worden.. Eens de eerste planten zich

We moeten er voor zorgen dat die geluidsmuur geen te grote barrière wordt tussen de nieuwe wijk aan de stationsbuurt en het centrum van onze gemeente.. De sporen liggen rond het

Zijn boek gaat niet alleen over de relatie tussen de twee landen, maar ook heel nadrukkelijk over de verande- ringen – om niet te zeggen schokgolven – in de Nederlandse

Met de muur vlak naast het park, zullen deze dieren hier niet meer kunnen komen vanuit Mexico.. De drugskartels zijn

Nog maar eens wordt hier aangetoond dat als men niet meer dienstig kan zijn voor zijn winkel, men maar best vergeten wordt. M aurice C laerhout