• No results found

Kunstenaarsboeken versus grafische boeken.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kunstenaarsboeken versus grafische boeken."

Copied!
50
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ku

Ku

K nstenaarsboeken versus grafi sche boeken

Petra Fassotte Breda, januari 2007

scriptiebegeleider: Mark Schalken

Eindexamenscriptie Avans Hogeschool Faculteit Kunst-en vormgevingsonderwijs

Studierichting grafi sch ontwerpen

Academie St. Joost Beukenlaan 1 4834 CR

(2)

Voorwoord

Enige tijd na het ontstaan van het idee voor deze scriptie ligt hier nu het resultaat. Een dankwoord naar alle mensen die me geholpen hebben met dit onderzoek is wel op zijn plaats.

Hierbij denk ik aan alle geïnterviewden; Diana Franssen, Roger Willems, Jan Voss, Jürgen Bessems en Frank Beekers. Ik was meer dan welkom en ze maakten ruimschoots tijd voor mij vrij, om hun mening betreffende het onderwerp- kunstenaarsboeken versus grafi sche boeken- met mij te delen. Op deze manier kon ik duidelijk mijn eigen mening vormen.

Tevens wil ik enkele mensen bedanken die mij geestelijk en daadwerkelijk ondersteund hebben. Te weten: Titia Monteban, Paul Passage en Hannie Fassotte en mijn partner, Ad Neüs.

Uiteindelijk ligt hier het resultaat. Ik heb het onderzoek ervaren als een boeiend en leerzaam project. Ik hoop dat ik de lezer een indruk kan geven van het aftasten van de grenzen van het grafi sch vormgeven.

*Enige toelichting bij de omslag is op zijn plaats. De afbeeldingen zijn te lezen als een grafi ek. Er is van onder naar boven een tijdslijn aangebracht. Het verschil in beeldgrootte staat voor de kwantiteit van de grafi sche producten.

Te beginnen bij een fragment van het kleitablet met Sumerisch spijkerschrift, een eenmalig product, te eindigen bij het kunstenaarsboek van Y, Oksana Pasaiko, Short Sad Text,

(3)

Inhoudsopgave Inleiding Inleiding

Kunstenaarsboeken versus grafi sche boeken.

Hoofdstuk 1

Een korte geschiedenis

Een korte geschiedenis. 11-21

1.1 De ontwikkeling van de druktechniek. 1.2 De vorm.

1.3 Opvattingen van deze tijd. 1.4 Vrije interpretaties ontstaan. 1.5 Stof tot nadenken.

Hoofdstuk 2

Introductie van de geïnterviewden. Introductie van de geïnterviewden.

2.1 Hoofd bibliotheek en archief van het Van Abbemuseum Eindhoven, historicus, Diana Franssen 2.2 Kunstenaarsboekhandel Boekie Woekie in Amsterdam, kunstenaar, Jan Voss

2.3 Uitgeverij Roma, grafi sch vormgever, Roger Willems

2.4 Drukkerij van Rosbeek, order begeleider en drukwerk adviseur , Jürgen Bessems 2.5 Grafi sch vormgever, Frank Beekers

Hoofdstuk 3 Het interview. 3.1 Vragen:

Wat wordt er verstaan onder een boek? Wanneer spreek je van een kunstenaarsboek?

Bestaat er een duidelijke scheidslijn tussen grafi sche boeken en kunstenaarsboeken? Op grond van welke regels worden verbanden of juist verschillen aangegeven? Zijn er groepen of stromingen aan te wijzen die hebben direct bijgedragen tot de vorming van het kunstenaarsboek?

Moet een boek in oplage uitgegeven zijn om als boek te mogen doorgaan? Wordt bijvoorbeeld de grens mede bepaald door de opdrachtsituatie? Kun je stellen dat de grens ook te vinden is in artistieke vrijheid? Heeft het boek een ruimer te defi nieren taak gekregen?

Zijn er verschillen, overeenkomsten met het verleden aan te wijzen? 3.2 Stellingen:

Kunstenaarsboeken worden dan al gauw ingedeeld als onleesbare boeken waaruit je niets kunt leren. Het kunstenaarsboek kan door een ander uitgevoerd worden.

Boeken moeten in een ‘vaste vorm’ omgezet worden. Een boek kan ook een object zijn.

Het boek is een tentoonstellingsruimte.

De kunstenaar bepaalt het verhaal, de uitgever het project. Hoofdstuk 4

Samenvattingamenvatting

Balans opmaken van de gerezen vragen.

1.1 De ontwikkeling van de druktechniek. 11-13

1.1 De ontwikkeling van de druktechniek.

14-15 17 17-21 22-31 22-23 24-25 26-27 28-29 33-45 35-36 36-37 38-39 39-40 40-41 41-42 42-43 44-45 17 30-31 33 34 37 44 44 44 44 44 44-45 47 47

(4)

Hoofdstuk 5 Discussie

Uitspraken uit interviews op een weegschaal leggen. Hoofdstuk 6 Mijn Conclusie. Mijn Conclusie. Bronvermelding. 49-50 49-50 51 53

(5)

Inleiding Inleiding

Kunstenaarsboeken versus grafi sche boeken.

Tijdens de opleiding Grafi sche Vormgeving heb ik veel boeken gelezen, bekeken en zelf gemaakt. Mijn inte-resse ging vaak uit naar de vrij vormgegeven boeken. Boeken die een bepaald standpunt van een kunstenaar of vormgever laten zien. Ik val bijvoorbeeld voor vormgevers als Dick Eiffers, Gert Dumbar en ontwerpen van Marten Jongema. Wat deze vormgevers met elkaar gemeen hebben is hun authentieke werkwijze.

De affi ches, maar ook de omslagen van boeken van deze vormgevers zijn vaak ingebed in een maatschap-pelijk bewustzijn. De technieken die gehanteerd worden zijn vernieuwend. Foto’s worden samengevoegd met beeldhouwwerk. Hierbij denk ik aan de affi ches die Gert Dumbar maakte in de jaren tachtig.(het affi che Vision of Utopia). Ook op de affi ches van Marten Jongema zie je een schilderij als beeldtaal gebruikt. (de affi ches voor het North Sea Jazz Festival in de jaren zeventig). Soms grijpen deze vormgevers terug naar de autonome vormgevingstechnieken. Dan worden er schilderkunst, beeldhouwkunst en illustraties gebruikt om de juiste toon te zetten, om te communiceren met de vooropgestelde doelgroep.

Mijn voorkeur voor deze manier van vormgeven komt niet uit de lucht vallen. Achttien jaar geleden ben ik begonnen met een opleiding voor autonoom vormgever. Nog steeds ben ik bezig met schilderen, in vrije-en in opdrachtvorm. Na drie jaar grafi sche opleiding kwam ik voor de keuze van een scriptieonderwerp te staan. Tijdens mijn uitvoeringen van opdrachten van school begeef ik me vaak op het grensgebied tussen grafi sche en autonome vormgeving, want dat gebied is niet duidelijk afgebakend. Dezelfde situatie kom ik ook tegen bij de vormgeving van boeken. Ik bleef me maar afvragen wanneer een boek nu een autonoom- kunstenaarsboek is en/of wanneer het een grafi sch boek is?

Meerdere vragen borrelden op. Natuurlijk kan ik een grafi sch boek beschrijven als een drager van informatie. En een kunstenaarsboek is een kunstwerk als onderdeel van het oeuvre van de kunstenaar, die een bepaalde visie laat zien. Maar ik wil mijn onderzoek juist richten op het grensgebied van beide disciplines. Om meer grip te krijgen op mijn eigen vraagstellingen ben ik op zoek gegaan naar informatie over kunstenaarsboeken en grafi sche boeken. Al snel vond ik de scriptie van Debbie van Berkel met als titel, “Concept en object kun-stenaarsboeken”. Na het doorlezen van haar scriptie heb ik het boek “Cover to Cover”van Rob Perrée ter hand genomen. Dit boek is geschreven naar aanleiding van een tentoonstelling over kunstenaarsboeken (2002), in De Beyerd in Breda.

De vraag die ik wil gaan onderzoeken is: bestaat er nog wel een duidelijke scheidslijn tussen grafi sche boeken en kunstenaars boeken? Ik ging er vanuit dat een boek is een boek, dus dat is per defi nitie een grafi sch ontwor-pen boek. Maar daarmee kreeg ik nog geen antwoord op mijn andere vragen.

Vragen als:

Wat wordt er verstaan onder een boek? Wanneer spreek je van een kunstenaarsboek?

Bestaat er een duidelijke scheidslijn tussen grafi sche boeken en kunstenaarsboeken? Op grond van welke regels worden verbanden of juist verschillen aangegeven?

Zijn er groepen of stromingen aan te wijzen die direct hebben bijgedragen tot de vorming van het kunste-naarsboek?

Moet een boek in oplage uitgegeven zijn om als boek te mogen doorgaan? Wordt bijvoorbeeld de grens mede bepaald door de opdrachtsituatie? Kun je stellen dat de grens ook te vinden is in artistieke vrijheid?t de grens ook te vinden is in artistieke vrijheid?t Heeft het boek een ruimer te defi nieren taak gekregen?

Zijn er verschillen en/of overeenkomsten met het verleden aan te wijzen? Ik besloot om mogelijke antwoorden niet alleen uit de boeken te halen.

Ik heb er voor gekozen om personen die allemaal vanuit hun eigen professie bezig zijn met de wereld van het boek, kunstenaars en grafi sche vormgevers van boeken te interviewen. Ik heb al eens eerder contact gelegd met Diana Franssen die historicus en hoofd archief bij het Van Abbe museum in Eindhoven is. Mijn keuze voor haar heeft te maken met haar kennis van het fenomeen kunstenaarsboek door de jaren heen. Roger Wil-lems wilde ik interviewen omdat hij mede eigenaar van een onafhankelijke uitgeverij is. Deze uitgeverij geeft ook kunstenaarsboeken uit. Jan Voss van kunstenaarsboekhandel Boekie-Woekie mocht zeker niet

(6)

overgesla-gen worden. Hier is zoveel kennis en inzicht door de jaren heen verzameld, daar kon ik zeker met mijn vragen terecht. Jürgen Bessems van drukkerij Van Rosbeek sprak tijdens het interview vanuit zijn positie als orderbegeleider en drukwerk adviseur. Tenslotte werd ik geattendeerd door mijn docente op vormgever Frank Beekers. Met zijn jarenlange ervaring in de wereld van de grafi sche vormgeving voorzag hij me van helder licht op de kernpunten van het ontwerpen.

Mijn scriptie start met een stuk geschiedenis van de druktechniek . Ik heb gebruik gemaakt van verschil-lende websites om mijn onderzoek over het boek te ondersteunen.

De aanverwante artikelen die ik vond in de bibliotheken van de academie hebben de nuances op het onderzoek ondersteund.

Deze brede aanpak van het thema kunstenaarsboek versus grafi sche boeken heeft uiteindelijk geleid tot uitvoering van deze scriptie.

Ik nodig u uit op mijn onderzoekspad mee te lopen, waarbij we een antwoord krijgen op een aantal vra-gen.

(7)

Hoofdstuk 1

Een korte geschiedenis. Een korte geschiedenis.

Zoals ik in de inleiding al heb vermeld, vraag ik me onder andere af wat maakt het kunstenaarsboek nu specifi ek tot een kunstenaarsboek? Verder vraag ik me af of er een scheidslijn tussen grafi sche en kunstenaarsboeken aan te wijzen is. En wanneer is deze scheidslijn dan ontstaan. Was er vroeger een duidelijke afbakening en zo ja, waar lag deze afbake-ning dan?

1.1 De ontwikkeling van de druktechniek.e ontwikkeling van de druktechniek. Om inzicht in de ontwikkeling van het boek te krij-gen volg ik de tijdslijn van het boek en de boekdruk-kunst. Een schrift is een systeem om taal grafi sch weer te geven: het is een methode om een boodschap vast te kunnen leggen en over een afstand (in plaats én tijd) te kunnen vervoeren.

Duizenden jaren geleden komen de eerste culturen tot bloei. Mensen trekken niet meer rond achter de dieren aan, maar vangen en domesticeren dieren en verbouwen groenten en andere gewassen. Dit brengt veel veranderingen met zich mee. Mensen gaan niet én vee hoeden én groenten verbouwen. Dus gaat men verhandelen: kopen en verkopen. Al gauw blijkt het verstandig te zijn dat men onthoudt wat men verhandeld heeft. En zo ontstaat het schrift. Het schrift wordt gebruikt om gebeurtenissen en handelsovereenkomsten vast te leggen. Het is hier-door een belangrijke bron van en voor de

geschie-denis van volkeren en culturen.

In de oudheid is het principe van drukken van af-beeldingen al bekend. De vondsten van rolcylinders in Mesopotamië bewijzen dit. Deze zijn gegraveerd met afbeeldingen en spijkerschrift in spiegelschrift. Ook zijn er kleitabletten gevonden met afbeeldin-gen die met behulp van de cylinders zijn gedrukt.

(Afbeelding A) (Afbeelding A) (

Ook in die tijd gebruiken hooggeplaatste personen zegelringen om hun persoonlijke zegel of ‘handte-kening’ op belangrijke berichten te drukken. In de Middel Eeuwen zijn het de monniken, die als dienaren van de kerk handmatig het bijbel verhaal schrijven.(Afbeelding B(Afbeelding B(Afbeelding B)Afbeelding B) Door deze monniken wordt het

handgeschreven verhaal in de wereld verspreid. Zij verspreiden het bijbelverhaal, zoals de kerk dit predikt, hup de weide wereld in. De eerste boeken worden gedrukt om het geloof te verbreiden. De op-drachtgever is de Katholieke Kerk.

Uit de geschiedenis blijkt dat het niet eenvoudig te bepalen is wanneer of door wie de boekdrukkunst is uitgevonden. De vinding wordt aan een aantal per-sonen toegeschreven. De Chinees Pi Chang is de enige die historisch gezien voor de eer in aanmerking zou kunnen komen. Hij zou al in de elfde eeuw na Christus Chinese karakters hebben gedrukt.

Vanaf het jaar 1000 worden in Europa al boeken ge-drukt met blokdruk. Hiervoor wordt iedere pagina van een boek uitgesneden in een houtblok. Dit is een zeer arbeidsintensief proces. De productie van

Afbeelding A Kleitablet met Sumerisch spijker-schrift. Afbeelding B Breviarium Trajectense Gouda Colaciebroeders, 1508

11

(8)

omvangrijke geschriften is hierdoor een tijdrovende bezigheid. Iets later wordt wel de ‘massaproduc-tie’ van bidprenten, heiligenafbeeldingen en vlug-schriften door middel van blokdruk populair omdat hiervoor maar een paar blokken nodig zijn.

Het handgeschreven boek dient in de eerste tijd van de boekdrukkunst als voorbeeld. In het begin wor-den de initialen en rubrieken zelfs niet eens gedrukt, maar achteraf met de hand aangebracht. De uitvin-ding van de boekdrukkunst betekent aanvankelijk dan ook niet het einde van de eeuwenoude kunst van het illumineren.(het decoreren van een mid-deleeuws handschrift of vroege druk met geschil-derde miniaturen, initialen en randversieringen.) Het betekent wel dat een veel groter publiek gaat lezen.

De leesculturen van verschillende sociale groepen loopt in die tijd nogal uiteen. Verschillende klassen van adel tot het volk, lezen andere boeken. Zo lezen ambtenaren bijvoorbeeld de bijbel en een psalm-boekje of liedpsalm-boekje. Het volk leest, de kinder- en volksboeken. Wel is belangrijk dat boeken in de klassieke talen, in het Frans of andere moderne talen voorbehouden zijn aan de ontwikkelde boven-laag. Naast persoonlijke voorkeur bepaalt primair de economische draagkracht het bezit van boeken. In de Westerse wereld ziet men de Mainzer Johannes Gutenberg als uitvinder van de boekdrukkunst. Door de uitvinding van de boekdrukkunst ontstaan meer mogelijkheden. De werkprocedure, het combineren van de geprefabriceerde letters, het hergebruik daar-van en de opdrachtgevers veranderen. Een grote ver-betering voor het drukken van teksten ontstaat pas als men op het idee komt om losse letters, van hout of metaal, samen te voegen om zo een drukvorm voor een complete pagina samen te stellen.

Ook kan men dan eenvoudig een losse afbeelding plaatsen tussen de letters in de drukvorm. Na het drukken van een oplage kan men de letters weer hergebruiken om een nieuwe pagina samen te stel-len.

Enige tijd later neemt de productiesnelheid verder toe. Men gaat losse letters in lood gieten met behulp van matrijzen. Dit is ook goedkoper dan blokdruk. Tot aan de industriële revolutie blijft het drukpro-ces in wezen onveranderd in deze vorm bestaan. Ongeveer halverwege de twintigste eeuw worden snellere drukprocessen uitgevonden. Sindsdien wordt vlakdruk (offset en rotatiedruk) het meest toegepast in de grafi sche industrie.

Met de mogelijkheden van de nieuwe technieken na de uitvinding van de boekdrukkunst, dienen zich

nieuwe opdrachtgevers aan. Theologen, wetenschap-pers en fi losofen maakten dankbaar gebruik van de mogelijkheid hun visie wereldkundig te maken. Eén van de theologen is Maarten Luther (1483 – 1546), een zeer belangrijke Duitse protestantse theoloog en reformator. Hij begint als Augustijner Monnik (1506) die het Sacrament van de Priesterwijding ontvangen heeft. Hij ontwikkelt zich na zijn benoe- ming in 1508 tot hoogleraar in de moraaltheologie aan de universiteit van Wittenberg tot dé leidende persoonlijkheid van de Reformatie in het Duitse Rijk. De publicatie van zijn academische stellingen tegen de handel in afl aten op 31 oktober 1517, is het symbolische begin van het protestantisme. (Afbeelding (Afbeelding ( C )

Luthers bijbelvertaling van de grondtekst (Latijn) naar de volkstaal is de eerste die op grote schaal verspreid wordt. Katholieke volksvertalingen bestaan al vroeger in de Middeleeuwen, maar zijn onbetaal-baar vanwege de beperkingen van de drukkunst in die periode. Luthers Bijbelvertaling - met in de voetno-ten zijn nieuwe leer- verbreidt zich sneller dan de katholieke reactie op de nieuwe leer.

Afbeelding C Maarten

Luther

(9)

Afbeelding D An Englishman in Moscow Malevich

Literatuur, beeldende kunst, tekst en beeld hebben elkaar gevonden.

(10)

1.2 De vorm.

In de 15de en 16de eeuw houden de drukkerijen,

wel-ke tevens uitgeverijen zijn, zich ook bezig met de vormgeving van een boek.

Tekst en beeld in de boeken die verschijnen, gaan eerst nog geen verbond aan met elkaar. Ze kunnen gezien worden als tekst en losse beelden. De beelden zijn dan illustraties van de geschreven tekst. Beeld en woord staan los van elkaar en kunnen indien no-dig ook los van elkaar gebruikt worden.

Met het ontstaan van de boekdrukkunst kunnen er grotere oplages geproduceerd worden. Nu is het niet alleen de kerk die de opdrachtgever is. De heren van stand kunnen hun mening via boekdrukkunst verspreiden. Het wordt belangrijk dat kennis door-gegeven wordt: iedere communicatie kan ook via een boekvorm gaan. Doordat de techniek verbetert, kunnen er hogere oplages gemaakt worden, wat de prijs voor een enkel boek doet zakken.

In de 18de en 19de eeuw is er een verschuiving

ont-staan. Na WOII komen de kunstenaars zelf met hun boeken. In deze boeken komt samenhang van tekst en beeld naar voren. Ze gaan een verbond aan, beeld en tekst hebben elkaar nodig. Het grafi sch vorm-geven van boeken wordt daarna een apart vak. Maar waar ligt de scheidslijn tussen grafi sche boeken en kunstenaarsboeken?

Je kunt zeggen dat tot aan de 19de eeuw de schrijver voldoet aan een bepaalde code. Men schrijft een ver-haal dat opgebouwd is uit woorden. Deze woorden maken deel uit van zinnen. Deze zinnen vormen dan het verhaal. Soms worden ze geïllustreerd, nog steeds ter ondersteuning van de tekst.

Stephane Mallarmé brengt eind 19de/ begin 20ste

eeuw poëzie in boekvorm uit. Hij geeft daarmee uiting aan zijn idee dat we aanwezig zijn in het universum en men kan dat universum ook zien als vorm. De woorden die hij gebruikt raken hun betek-enis kwijt. Ze krijgen een eigen klank. De woorden zet hij om in visuele composities. De woorden en woordcombinaties worden op een tot dan toe onge-bruikelijke manier over het boek verspreid. Een voorbeeld hiervan is het boek: “Un coup de jamais n’ abolira le hasard”.(1897)

De Russische Avant-Garde overkomt hetzelfde. Woord en beeld vinden elkaar in het veld van de politieke veranderingen rond 1913. De Russische kunstenaar Malevich schildert in 1914 Een Engels-man in Moskou, An EnglishEngels-man in Moscow. (Afbeeld-ing D pagina 13) Het is een collage van beeldelementen

waarin hij verschillende woorden gebruikt.

De futuristen nemen de nieuwe blauwdruk van een boek over. In 1912 schrijft hun voorman Filippo Tomasso Marinette het “manisfesto technico della Letteartura futurista”. Hierin wordt beschreven hoe de nieuwe opvattingen over poëzie gebruikt mo-gen worden. De Dada-beweging, ontstaan tijdens de Eerste Wereldoorlog, verspreidt ideeën door gebruik-making van drukwerk. Via tekst en fotomontages met teksten wordt de boodschap kenbaar gemaakt. De Nederlander Theo van Doesburg volgt met X-beelden in het blad De Stijl hun ritme.

Literatuur, beeldende kunst, tekst en beeld hebben elkaar gevonden.

Deze nieuwe ontdekking, het samengaan van li-teratuur, beeldende kunst tekst en beeld wordt in-gezet voor en tijdens de tweede wereld oorlog. Duitsland zet het vormgevoel en de nieuwe technieken in voor de propaganda van het Derde Rijk. Propaganda is het gecontroleerde gebruik van elke vorm van com-municatie om de overtuigingen en gevoelens van een groep te sturen in een bepaalde richting. (Afbeelding E (Afbeelding E (Afbeelding E)Afbeelding E)

Het begrip propaganda roept negatieve gevoelens op. De informatie die in de vorm van propaganda wordt gegeven is meestal eenzijdig, onvolledig, ver-hullend of ook wel leugenachtig. Leugenachtigheid kan ontstaan en vooral ook ongecorrigeerd blijven bestaan in dictaturen zonder vrijheid van meningsui-ting. Het creëren van vrijheid van meningsuiting zet de tegenstemmers, de vormgevers en kunstenaars ertoe aan van zich te laten horen. (Afbeelding F)fbeelding F)fbeelding F

Afbeelding E propaganda poster

(11)

Niet alleen direct na WOII ontstaat deze behoefte aan vrije meningsuiting. In de jaren ‘60 ontstaat er ook een onafhankelijkheids behoefte.Voortgaand op de vernieuwingen van de Stijl en het Bauhaus ontwik-kelt een opkomende jongere generatie ontwerpers en kunstenaars een functionele typografi sche stijl. Deze stijl probeert het vormprobleem op een rationele manier te benaderen. Daarnaast ontwikkelt zich een tegencultuur van de protestgeneratie met een eigen grafi sche vormgeving. De leesbaarheid van de tekst en het beeld wordt opgeofferd aan de ex-pressiekracht van vorm en letters.

De mondigheid van de kunstenaars, verandert in de jaren 70 en ‘80. Ze gaan met subsidies in de hand op zoek naar vormgevers die hun werk zichtbaar kunnen maken. Zo kunnen de kunstenaars zelf hun eigen carrière vorm en richting proberen te geven. Een voorbeeld hiervan is Edward Ruscha, met zijn boeken Twentysix Gasline Stations, Some Los An-geles Apartments en Various Small Fires.(Afbeeldingen (Afbeeldingen ( G, H, I, J pagi, J pagi, J na 16)

Laurence Weiner , een kunstenaar uit de jaren ‘70, heeft een duidelijke omschrijving als het om een kunstenaarsboek gaat. Hij behoort zelf tot de con-ceptuele kunstenaars en zegt hierover: “Een kunste-naar moet het boek zelf kunnen maken. Maar het boek kan door een ander uitgevoerd worden.” Begin jaren ’80 wordt er een tentoonstellingsboek uitgegeven. Onder bezieling van Walter Nichols wordt in samenwerking met Von Luther Baumgarten een tentoonstelling in boekvorm gemaakt. De ten-toonstelling vindt alleen in deze vorm plaats.(Afbeelding (Afbeelding ( Afbeelding F

anti-ropaganda poster K pagina 16)

Doordat conservators en uitgevers een steeds grotere zeggenschap krijgen, zoeken kunstenaars naar an-dere wegen om hun stempel op het boek te druk-ken. Hun karakteristiek typische mogelijkheden en talenten laten ze zien in een kunstenaarsboek.

Zo ontstaan meer mogelijkheden om een boek te defi niëren; wat mag de naam boek dragen?

Rob Perrée zegt in zijn boek “Cover to Cover”: “Een elementair kenmerk van een boek, of het nu grafi sch of een kunstenaarsboek genoemd wordt, is dat je het kunt lezen en er doorheen kunt bladeren.” Henk Cornelissen, voormalig docent aan de Academie St. Joost Breda en Jan van Eyck uit Maastricht zeggen in een interview:

“Het boek is een ruim begrip. Als je meer dan één vel papier hebt en ze zijn op een of andere manier bij elkaar gebracht of gebundeld dan spreek je over een boek”

Volgens Henriëtte van Egten en Runa Thortielsdottir van kunstenaarsboekhandel Boekie Woekie in Am-sterdam, moet het boek wél in oplage gemaakt zijn. Anders spreek je niet van een boek.

Volgens Johanna Drucker heeft een boek vele ver-schijningsvormen. Een poëzie album is meer dan bijvoorbeeld krabbeltjes uit de kindertijd. Het tele-foonboek heeft zijn charme, ja lees charme door de dunne bijna doorzichtige velletjes. Daardoor blijft het telefoonboek fl exibel ondanks zijn hoeveelheid pagina’s. Zelfs een adressenboek heeft een concept. Het kunstenaarsboek is volgens Johanna Drucker een boek dat de mooiste, belangrijkste en waarde-volle elementen verzamelt om een idee vorm te geven.( denk ook aan afbeeldingen van Wendingen en Werkman, welke meer toegaan naar toegepaste kunst omdat de techniek hier samengaat met de ver-worvenheden. (Cross-disciplinary work)

(12)

Afbeelding G , H, I, J

De boeken, Some Los Angeles Apartments en Various Small Fires

Edward Ruscha

Afbeelding K Een tentoonstelling in

boekvorm Von Luther Baumgarten

Von Luther Baumgarten

(13)

1.3 Opvattingen van deze tijd Opvattingen van deze tijd

1 Boeken bestaan oorspronkelijk als houders van

teksten. Maar boeken gezien als autonome realiteiten kunnen iedere (geschreven) taal bevatten. Niet al-leen literaire taal, zelfs elk ander systeem van te-kens. De afbakening van het begrip boek kan alleen gemaakt worden als men een breed spectrum van publicaties onderzoekt. Daardoor ontstaan twee ca-tegoriën. Het boek als drager en het boek als object. De ontwikkelingen van het grafi sche vormgegeven boek heeft verschillende verschijning vormen op-geleverd.Op basis van de geschiedenis maakte Rob Perreé in zijn boek “Cover to Cover” de volgende ordening.

Een catalogus: Een tentoonstelling van het werk van een kunstenaar in boekvorm. Deze catalogus is altijd nog na te lezen als de tentoonstelling al ver-dwenen is.

Livres de peintres: In deze vorm komen dichters en kunstenaars tot elkaar. Ze werken samen aan een boek, brengen hiermee beeld en tekst samen als één geheel.

Conceptuele kunstenaarsboeken: Het idee, het concept is belangrijk. De vorm is hieraan onderge-schikt.

Kunstenaarsboeken: Stephane Mallarmé bracht eind 19de/ begin 20ste eeuwste eeuwste eeuw poëzie in boekvorm uit. Een poëzie in boekvorm uit. Een

voorbeeld hiervan is het boek: ‘Un coup de jamais n’ abolira le hasard’.(1897)

In dit boek mocht de poëzie sacraal zijn. Hij haalde de zinsdelen uit elkaar en plaatste er oneigenlijke woor-den tussen. Met deze methode hoopt hij de sacraliteit te benaderen.

Stephane Mallarmé heeft met zijn ideëen de basis gelegd voor het kunstenaarsboek.

1.4 Vrije interpretaties ontstaaVrije interpretaties ontstaan.

Volgens Diererick van Kleef in het “Handboek van en over”: “Een vogel, zou het slechts toeval zijn dat het beeld van een opengeslagen boek overeenkomst met dat van een vliegende vogel? Voor een goede kijker zijn er méér overeenkomsten te signaleren. De route van een boek bijvoorbeeld is te vergelijken met die van een vogel. Gedurende zijn bestaan doet het meerdere ver-blijfplaatsen aan en gaat een relatie aan met meerdere personen. In beide gevallen komt die verhouding mees-tal toevallig tot stand- wie kiest eigenlijk wie?- er is niet elk contact even diepgaand. Een gedwongen relatie-het opsluiten door krampachtig vast te houden leidt in beide

gevallen tot een beperkte vorm van communicatie: de dwang frustreert een optimale verhouding.

Zoals vogels verschillen, zijn ook boeken anders: niet alleen variëren ze in formaat maar ook hun ‘betekening’is verschillend. Sommige boeken zijn vergelijkbaar met merels en kraaien (ze behelzen al-leen tekst), andere met eksters (gedichtenbundels met evenveel wit als tekst) en de meeste boeken lijken op mussen of spreeuwen (een mengelmoes van wit, beeld en tekst). Heel soms lijkt een boek op een tropische vogel, met veelkleurige vleugels als van vlinders. Het verschil in schrijfstijl is even divers als het vlieg- en loopgedrag en het aanraakgevoel even gedifferen-tieerd als de vogeltaal.”

Bestaat er nog wel een duidelijke scheidslijn tussen grafi sche boeken en kunstenaarsboeken?

Kunstenaars als Richard Long en Armando zoeken met het kunstenaarsboek naar een breder podium.

In de jaren ‘80 ontstaat er onder het bewind van Ronald Reagan in de Verenigde Staten van Amerika een nieu-we benieu-weging. Deze houdt zich net als Ronald Reagan bezig met de massa media. Ze gebruiken de massa me-dia om hun publiek te bereiken.

Een voorbeeld hiervan is Laurie Anderson. Zij brengt eigen boeken uit met een oplage van 1000 tot 15.000 boeken.

Het medium foto is ook niet meer weg te denken uit een kunstenaarsboek. Een foto is namelijk géén afgeleide van het kunstwerk maar is zelf het werk geworden. De foto is ook makkelijk te reproduceren en het is goed passend in een boek formaat.

1.5 Stof tot nadenken

Wordt de grens bepaald door de opdrachtsituatie? Rob Perée geeft in de titel van zijn boek zijn mening over een kunstenaarsboek.

“Een kunstenaarsboek is soms ingewikkeld voor de kijker of de koper”.

Daarnaast kan de kunstenaar zelf regisseur van zijn eigen boek zijn. Volgens Laurence Weiner, zelf maker van kunstenaarsboeken uit de conceptuele hoek, is een kunstenaarsboek een presentatie van het werk van de kunstenaar. Het is geen catalogus. Een catalogus is volgens hem een presentatie van dood werk. De tentoonstelling is voorbij en daarmee is de catalogus over de tentoonstelling verouderd. Helaas werken musea weinig mee aan het afzonder-lijk weergeven van het werk van de kunstenaar. Het fenomeen heeft nog steeds geen groot publiek kun-nen bereiken.

1 Johan Deumens, ‘ kunstenaarsboeken’ kunstenaarsboeken’ kunstenaarsboeken in kM winter 1998kM winter 1998kM , pagina 7

(14)

Boeken worden al een lange tijd verzameld. Eerst door en voor de kerk en vorst. Vandaag de dag wor-den ze door musea en door en voor het publiek ver-zameld.

Is de grens te vinden in artistieke vrijheid?

Henk Cornelissen: “Een kunstenaarsboek is een au-tonoom werk. Een uiting van een bepaald project. Daar kan bijkomen dat een kunstenaarsboek veel meer uitleg nodig heeft om het te kunnen begrijpen. Te begrijpen wat de kunstenaar wil zeggen of waar hij/zij wilt dat je over nadenkt. Het vertelt iets over de mening die de kunstenaar heeft over een bepaald thema.”

Een kunstenaarsboek kan ook een leerboek zijn. Een van de kunstenaars die ik altijd al boeiend vond is William Blake (1757-1827). Van oorsprong een grafi cus brengt zelf boeken op de markt die hij van tekst én tekening voorziet. Het zijn voornamelijk religieuze thema’s die hem bezig houden. Door er zelf een boek over te schrijven kan hij zijn mening duidelijk maken.

Volgens hem heeft ieder individu wel een eigen visie op de wereld. Wiliam Blake is de ontdekker van il-luminated printing. Hij schrijft eerst de tekst die hij wil gebruiken op een transparant vel. Daarna kan hij deze omgekeerd op de etsplaat leggen en zo de omgekeerde tekst verwerken. Daarmee voorkomt hij dat de gehele tekst direct omgekeerd geëtst moet worden. Hierdoor kunnen beeld en tekst tegelijk verwerkt en vermenigvuldigd worden.

Twee bekende boeken van zijn hand zijn

1 Night Thougts or; The Complaint and The Con-solation

2 The book of Job.

(Afbeeldingen L, M)

In het algemeen kun je zeggen dat hij een eigen beeld over de kosmos wil vertellen. Hij gaat er van-uit dat de bijbel meer een spiritueel verhaal is in plaats van een op echte feiten gebaseerd verhaal. Hij vindt het belangrijk dat mensen niet onwetend wor-den gehouwor-den. Er is een wezenlijk verschil tussen onschuld en onwetendheid. Hij wil de onwetend-heid aanpakken. Daarbij gebruikt hij beeld en taal. Het beeld wordt een dramatische weergave van zijn visie op de bijbel verhalen. Dramatische beelden in watercolours verwerkt. Beeld en taal vormen het hele beeld, ze horen helemaal bij elkaar. De plaats-ing van de tekst ten opzichte van het beeld is bewust gekozen. Door zijn oeuvre heen heeft hij dit beeld en taalgebruik verbeterd.

18

Het boek van William Blake ‘The book of Job’ vind ik een typisch voorbeeld van een boek dat in een tussengebied zit.

De voorkant zou in deze tijd niet misstaan hebben. Er is gebruik gemaakt van een eigen handschrift. Dit gebruik van het eigen handschrift kan herleid worden naar de oude boekdruk. De handgeschreven letter werd toen nog overgenomen, terwijl men al in staat was om de woorden samen te stellen met loden letters.

Het beeld dat hij gebruikt staat in het midden van de pagina. De tekst is rond en rondom gebruikt. Het vult elkaar aan, wat de dramatiek nog versterkt. Het verhaal is een vertaling uit de bijbel. Blake ver-taalt dit verhaal. Hij maakt er een verhaal van waar-bij hij je als lezer uitnodigt tot een verheffi ng boven je menselijke tekortkomingen. Onschuld door on-wetendheid. Daar maakte Job zich schuldig aan toen hij een leven genoot van losbandigheid. Hij dacht niet meer aan God. Hij had een goed leven met vrouw en kinderen. Alles lieten ze zich welgeval-len. De lusten van het leven vol overvloed. Zonder nederigheid werd het leven geleid. God straft Job daar uiteindelijk voor. Bijna al zijn kinderen ster-ven doordat God de wind door zijn huis laat waaien. De bliksem treft het huis van Job en zijn familie. Job beseft dat hij zijn geloof in God verloren heeft. Uiteindelijk vond hij zijn geloof weer terug. Als Job door alle ontbering weer uitkomt op zijn eigen onschuld, spreekt Blake hier van onschuld door be-wustzijn. De moraal van het verhaal: deze onschuld maakt Job uiteindelijk weer nederig en puur.

Twee andere prachtige boeken die ik tegen geko-men ben zijn het gedichten- en tekeningenboek van Yvonne Né (Afbeelding N pagina 22)(Afbeelding N pagina 22)(Afbeelding N pagina 22) en een boek over en een boek over

kunstenares Karin van Dam. Allebei de boeken zijn op een persoonlijke manier vormgegeven. Daarbij is gelet op de sfeer waarin de kunstenaars werken. Diezelfde sfeer is in de vormgeving van de boeken meegenomen.

Zijn er verschillen, overeenkomsten met het verleden?

Diederick van Kleef spreekt in zijn boek Handboek van en over: “Het merendeel van de gemaakte boeken ziet er voorspelbaar uit: zwarte letters op een witte achtergrond met hier en daar een afbeelding, soms in kleur. Het papier is in de loop der tijd steeds smet-telozer geworden en is nu meestal glanzend glad. De letters worden steeds meer zwart en minder rafelig: exact koele offsetdruk vervangt het onprecies-le-vendige lood. De kleur verdwijnt uit het papier en

(15)

met de initiaal uit de tekst. De fi lm krijgt kleur, eve-nals de tv, maar boeken worden zwart/wit. Volgens mij zit de oorzaak daarvan in het papier. Spierwit papier vraagt nu eenmaal om gifzwarte inkt. Maar crème papier roept om rood, wat weer tot blauw leidt. Grijs papier is een ideale partner voor blauwe inkt met hier en daar een geel accent.Als kleur ter-ugkomt in het papier zullen de inkten volgen. Daarom: WEG MET HET WIT!!!”

Kunstenaarsboeken worden al gauw gezien als on-leesbare boeken waaruit je niets kunt leren.

In 2002 is er een tentoonstelling in Museum De Beyerd in Breda geweest. Het boek “Cover to Co-ver” over de tentoonstelling geeft meer weer dan een catalogus overzicht.

Het schetst de kunstenaars en hun boeken, die deel-namen aan de tentoonstelling.

In de inleiding van het boek Cover tot Cover- Het kunstenaarsboek in perspectief, geeft Rob Perrée aan dat kunstenaarsboeken voor verzamelaars niet echt interessant zijn. Je stopt ze na aankoop weg in een lade of kast. Ze missen het unieke karakter van een schilderij of beeld.

Boeken moeten in een ‘vaste vorm’ omgezet wor-den.

Michels Gibbs, zelf ontwerper van kunstenaars-boeken, is de mening toegedaan dat het medium computer niet geschikt is om het boek te lezen. Daarom moeten de boeken in ‘vaste vorm’omgezet worden. Dat kan wél op een computer. De computer

kan helpen bij de verspreiding en later bij het con-strueren door de gebruiker van het boek. Hier zie je een samengaan van Mail art uit de jaren ‘80 vereni-gd met nieuwe technieken.

Een boek kan ook een object zijn.

Marcel Broodhaers doopt zijn gedichten in cement. Vervolgens presenteerdt hij deze als een boek. Het is een tussengebied tussen een boek en een object. Er wordt geen object gemaakt, maar het ontstaat door het bewerken van het originele boek.

Broodhaers bewerkt het boek van Mallarmé door over de originele pagina een transparante pagina te plakken. Vervolgens voorziet hij deze van horizon-tale lijnen, die een dieptewerking veroorzaakten. Het boek is een tentoonstellingsruimte.

Volgens Rob Perrée is een kunstenaarsboek een uitwerking van een creatief idee. Dat idee past dan weer in een boekvorm. Rob Perrée zegt in zijn boek “Cover to Cover” het volgende:

“Een elementair kenmerk van een boek of het nu grafi sche of een kunstenaarsboek genoemd wordt is dat je het kunt lezen en er doorheen kunt bladeren.”

Uiteindelijk bestaat nu de tendens dat kunstenaars erop uit zijn de grenzen van de traditionele kunst op te rekken. Het boek is een prachtig én krachtig medium hiervoor.

Afbeelding L

Omslag van The Book Of Job William Blake

Afbeelding M Een pagina uit The Book Of Job,

William Blake

(16)
(17)

Afbeelding N

Een pagina uit het gedichten en tekeningen boek

(18)

Afbeelding O 1 m 1 step Stanley Brown Afbeeldingen P en Q PoetryLock Stanley Brown

22

(19)

Hoofdstuk 2

Introductie van de geïnterviewden. Introductie van de geïnterviewden.

2.1 Hoofd bibliotheek en archief van het Van Ab-bemuseum Eindhoven, historicus, Diana Franssen 2.2 Uitgeverij Roma, grafi sch vormgever, Roger Willems

2.3 Kunstenaarsboekhandel Boekie Woekie in Amsterdam, kunstenaar, Jan Voss

2.4 Drukkerij van Rosbeek, order begeleider en drukwerk adviseur, Jurgen Bessems

2.5 Grafi sch vormgever, Frank Beekers. 2.1 Diana Franssen.

Vorig jaar lente (2005) bezochten we met de hele groep 3de jaar grafi sche vormgeving het Van

Abbe-museum in Eindhoven.

Diana Franssen, historicus en hoofd van de biblio-theek en het archief verwelkomde ons. Ze liet ons een groot scala aan boeken zien. De eerste uitgave van Wendingen en de Stijl. Maar ook de boeken die gemaakt waren door kunstenaars. Over die kunste-naarsboeken daar kon zij breeduit verhalen.

Voor mijn scriptieonderzoek heb ik weer contact met haar opgenomen. Vanuit haar positie als his-toricus en haar werkzaamheden bij het Van Abbe Museum in Eindhoven kon ze veel van mijn vragen beantwoorden.

Ze is de eerste persoon die ik interview. Ik breng een lijst met vragen mee. Het ene moment vertelt zij haar verhaal en komen we vanzelf op mijn vragen uit. Het andere moment poneerde ik een stelling en gaf zij daar haar mening over.

Ik heb veel aan haar interview gehad. Ze bracht mijn onderzoek op een interessant spoor. Ze dook af en toe weg in de archiefkluis om vervolgens met kunstenaarsboeken terug te komen. Met de boeken die een mijlpaal in de geschiedenis van het kun-stenaarsboek markeerden. Hierbij denk ik bijvoor-beeld aan het 1 m, 1 step, boek van Stanley Brown. In de jaren ‘70 komt hij met deze originele vertaling van het concept een stap. Een stap was vroeger de aanduiding van een meter. Maar een stap gezet door mij kan natuurlijk anders zijn dan een stap van een ieder ander. (afbeelding O pagina 22)

De PoetryLock laat een bijzondere vertaling van een gedicht zien. Daarin zien we een schijnbaar herken-bare vorm van een meetlat op de rol. Alleen worden hierop geen centimeters maar woorden een gedicht ‘gemeten’. (afbeeldingen P en Q pagina 22) Diana kan mij

haarfi jn uitleggen waarom de conceptuele

kunste-naars naar het medium boek grepen. Het concept, dus het idee is hierbij het belangrijkste element. De vorm past zich aan het idee aan. De antwoorden zijn in het interview terug te vinden.

* Diana Franssen

*De foto’s van de geinterviewden zijn verwerkt tot een wit silhouet. Ik heb dit zo ontworpen, omdat ze allemaal hun invulling krijgen door het inter-view. Zo kan de lezer een eigen beeld vormen van de persoon.

(20)

Afbeelding R Groep Vijf Uitgeverij Roma

(21)

2.2 Roger Willems 2.2 Roger Willems

Op een koude dinsdagochtend in November 2006 stapte ik in de trein naar Amsterdam.

Daar heb ik een afspraak geregeld met Roger Willems van uitgeverij Roma.

In een souterrain aan de Amstel word ik welkom geheten met koekjes en een warme kop thee.

We gaan tegenover elkaar zitten aan een kleine tafel in het midden van de ruimte. Het is er heerlijk stil, zo in het centrum van Amsterdam.

Aan de linkerkant over de gehele muur hangen schappen. Schappen vol met boeken. Roger maakte een zwierig gebaar naar de muur. “Dus je houdt van boeken”? vraagt hij. Hij ook natuurlijk, dat kun je wel zien. Samen met zijn compagnon, kunstenaar Mark Manders is hij eigenaar van uitgeverij Roma. Hij is een man die zijn verhaal al illustrerend met boeken vertelt met boeken die hij uit die lange boekenwand trekt. Zijn beroep is grafi sche vorm-gever. Naast de broodnood in opdracht richt hij zich volledig op het uitgeven van boeken, kranten, kaarten. Alles wat de titel boek mag en kan dragen. Dan heeft hij het niet over de doorsnee boeken die wij meer kennen als een catalogus van een kunste-naar.

In de boeken die Roma uitgeeft hebben een diepere bodem. Voor Roger is het belangrijk dat je boeken uitgeeft die de dagelijkse kijk op de wereld op zijn kop zet. Boeken met inhoud over het concept boek. Of een krantje dat de uiterlijke vorm van een huis aan huis krantje heeft. Het is een huis aan huis ver-spreid krantje. Vijf (denkbeeldige) kunstenaars laten in het krantje ‘Vijf’ allerlei woorden met 5 letters, beelden met 5 vormen (bijvoorbeeld emmers) en (verkeer) borden zien. (afbeelding R pagina 24) Ze willen

hiermee het allerdaagse leven in een ander daglicht plaatsen. De ontvanger kan verrast zijn, of het arge-loos weggooien omdat hij het niet snapt.

Volgens de uitgever is het belangrijk dat er een an-dere vorm van grafi sch ontwerpen wordt gepresen-teerd. En om je eigen vorm daarin te ontdekken, daarbij vrijheden opzoekend, welke in onze huidige maatschappij mogelijk zijn.

Hij laat me een voorbeeld in een boek zien. Hierin zijn bonnen afgedrukt. De volgende pagina laat de achterkant van de bonnen zien. Normaal gespro-ken staat er op de achterzijde niets als je een bon kopieert.

Hier dus wel. Zoek de grenzen van je eigen vrijheid als grafi sch ontwerper op is een opmerking die mij is bijgebleven. Voel je vrij, maar blijf vooral een kritische bewoner van deze wereld. Vertaal jouw

of het wereldbeeld van een ander, als vormgever. Blijf daarbij kritisch, vertrouw niet altijd op je eigen wereldje. Hou je ogen open. Kijk uit voor gewen-ning aan de dagelijkse beeldenstroom. Het kan je ‘lui’ en slaperig maken. Door een zekere afstand te nemen tot het allerdaagse ontdek je nieuwe vorm en beeldtaal.

Zo en daar kan ik het dan mee doen. We zijn ruim twee uren verder en ze zijn voorbij gevlogen. In het interview worden de antwoorden van Roger vertaald en toegevoegd aan vragen die ik heb. Soms is dat moeilijk, want Roger blijkt een verteller te zijn die niet direct op een vraag antwoordt. De vraag wordt beantwoord in zijn verhaal.

Roger Willems

(22)

Afbeelding S Boekhandel Boekie-Woekie

(23)

2.3 Jan Voss

Eerlijk gezegd heb ik even moeten zoeken in Amster-dam maar uiteindelijk stap ik de kunstenaarsboekhan-del Boekie-Woekie binnen.Aan de buitenkant zie je niet echt dat het om een bijzondere boekhandel gaat. Mooie kunstenaarskaarten prijken in de etalage. Jan Voss tref ik aan achter de kassa. Dat wordt een kort interview denk ik even, hij moet tussendoor ook zijn klanten helpen.

Maar daarvan blijkt niets waar. Jan leidt me naar een soort bijkamertje met een stapel nieuw binnengekomen boeken, die nog in de winkel hun plaats moeten krij-gen. Hij steekt meteen van wal. Op mijn eerste vraag: wat versta je onder een boek, geeft hij een direct kort en duidelijk antwoord. Dit is te lezen in het interview. Tijdens het gesprek en tussen de vragen door laat hij weten dat hij jaren geleden met de boekhandel Boekie-Woekie gestart is. Als kunstenaar vindt hij het medium boek een ideale drager voor het vertellen van een ver-haal. Dé plaats waar je een eigen verhaal in kwijt kunt. Een toegankelijk medium, iedereen kan tegenwoordig lezen. Dus ook kennis nemen van de mening van een ander.

Hij start de zaak jaren geleden met twee vrouwelijke kunstenaars Henriëtte van Egten en Runa Thortiels-dottir. Zij vinden dat er te weinig ruimte in de maatschappij gecreëerd wordt om een kunstenaars-boek aan te bieden. De normale kunstenaars-boekhandels willen wel een kunstenaarsboek in hun collectie opnemen, om te proberen of het aanslaat. Maar als Jan dan enige tijd later gaat vragen of het al verkocht is krijgt hij vage antwoorden als: “ uh... ik weet even niet waar het boek zich nu in de zaak bevindt”, tot: “ik kan het niet meer vinden”. Dan kan het wel eens verkocht zijn volgens Jan, maar onduidelijk wanneer. En naar zijn geld kan hij fl uiten.

Uiteindelijk starten ze een eigen zaak in 1986. Niet alleen voor zichzelf, maar ook om andere kunstenaars en schrijvers een kans te geven hun boeken op de markt te zetten. Boeken die niet altijd in grote oplages gedrukt zijn. Naast het beschikbaar stellen van een winkel creëerden ze ook de mogelijkheid om een boek te drukken door de kleine drukkerij ter beschikking te stellen.

Jan is ervan overtuigd dat het medium boek zijn werkelijke bestemming nog niet gekregen heeft. Een boek mag informeren. Niet alleen fragmentarische informatie aan de lezers aanbieden. Het delen van elkaars mening, daar is het boek hét medium voor. Jan heeft een diepe indruk op me achter gelaten. De noodzaak boeken te maken en je gedachtengoed te delen met andere mensen, is juist in onze tijd heel

belangrijk. Zeker omdat we in een vrij land leven, waar vrijheid van meningsuiting toegestaan is. Op deze manier zijn de andere landen van de wereld makkelijker te bereiken. En daarmee ook de culturen van andere landen.

Niet in ieder land, of cultuur is het mogelijk om vrijelijk je eigen mening met een ander te delen. Daar waar dit wel mogelijk is, moet je ook die vrijheid kunnen be-nutten.

Jan Voss

(24)

Afbeeldingen T, U, V Het planningsbord, de kantine

en de drukhal Drukkerij Van Rosbeek

(25)

2.4 Jürgen Bessems 2.4 Jürgen Bessems

Van Amsterdam reis ik nu de andere kant op. Helemaal naar het zuiden van Nederland. De drukkerij Van Ros-beek bevindt zich in Nuth, in de buurt van Heerlen. Daar heb ik een afspraak met Jürgen.

Van huis uit is Jürgen grafi sch vormgever. Na enkele jaren gewerkt te hebben bij een kleinere drukkerij in de buurt maakt hij de overstap naar drukkerij Van Ros-beek. Nu werkt hij als order begeleider en drukwerk adviseur buitendienst. “In het begin” vertelt hij “heb ik me ook bezig gehouden met de grafi sche vorm-geving, maar ik kan niet teveel verschillende petten opzetten. Ik heb daarom besloten om me wel bezig te houden met de order begeleiding en drukwerk advies. En juist de grafi sche achtergrond kan ik hierbij goed gebruiken. Ik heb de kennis van een vormgever en weet waarover ik praat.”

Na deze kennismaking lopen we de drukkerij door. Er is een planningsbord waar de medewerkers op kunnen volgen, wat er staat te gebeuren. Daardoor komt nie-mand voor verrassingen te staan.

Hij laat me ook verschillende voorbeelden zien van experimenten. Papier waarop eigenlijk niet gedrukt kan worden proberen ze toch uit. Met verschillende inkten. Ze schuwen het experiment niet, want het gaat om een zo mooi en goed mogelijk resultaat.

Bijzondere boeken, zoals de replica van het dagboek van Anne Frank, is hier gedrukt. Maar ook boeken van kunstenaars. Juist bij de reproductie van schilderijen gaat het om een zo authentiek mogelijk resultaat. Maar de drukkerij gaat mee met zijn tijd, want tijd is geld geworden. Daardoor verloopt het proces van aan-leveren van de bestanden tot het maken van het boek veel sneller dan vroeger.

Het wordt me die middag duidelijk dat drukkerij Van Rosbeek dé plaats is waar ze kiezen voor hoge kwaliteit van het drukken van boeken.

29

(26)

30

Afbeelding W Omslag van een boek.

Frank Beekers

Dé werktafel van é werktafel van é werk Frank Beekers

(27)

2.5 Frank Beekers

Frank Beekers is de laatste persoon die ik voor deze scriptie interview. Daarvoor mag ik weer terug naar Amsterdam. Mijn docente Joke Mestdagh adviseert me om juist deze man te bezoeken. Frank hanteert een vrije manier van vormgeven, die me zeker zal aanspreken.

Dat blijkt inderdaad. In de gang hangen grote affi ch-es uit zijn tijd bij het collectief Wild Plakken. Vanaf 1977 hield deze groep zich bezig met ontwerpen vanuit een maatschappijbewust standpunt. Daar ontwikkelde Frank een eigen vormtaal en typografi e. Eind jaren tachtig verlaat hij het collectief. Hij gaat als ontwerper alleen verder.

Op de eerste verdieping van zijn atelier heeft hij een grote tafel staan, daar werkt hij meestal aan. De tafel ligt vol met gekleurd papier waar vormen en letters zijn uitgeknipt of uitgescheurd. Zo werkt hij. “Letters hoeven niet zo strak te zijn, zegt hij, het ontwerp mag leven.” Dat kun je juist bereiken door deze scheur en knip techniek. Met de pc heeft hij niet zoveel affi niteit. Dat is hem te afstandelijk, bovendien kan hij het materi-aal niet voelen en goed bekijken. Deze vrije manier van ontwerpen is altijd terug te vinden, of dat nu de omslag van een boek is of een affi che, maar ook als hij het hele boek heeft vormgegeven.

Beneden in de keuken zet hij een heel sterk bakje kof-fi e. Daar gaan we verder met ons gesprek. Hij klimt op een stoel of een trapje, waarna hij het ene na het andere ontwerp te voorschijn tovert uit zijn kasten. Ik kijk mijn ogen uit, dit is er allemaal mogelijk, zo kan er dus ook ontworpen worden. Zo vrij en kleurrijk mag het zijn, als het maar past bij de opdracht.

Zijn uitspraken liegen er niet om en zijn terug te vinden in het interviewhoofdstuk. Na twee uren samen gepraat te hebben gaat zijn mobiele telefoon. Of hij voor aan staande vrijdag nog dit en dat...Natuurlijk hoor ik hem zeggen dat is allemaal nog wel te doen(het is nu woensdag). Ik begrijp dat het tijd is om op te stappen, er moet weer gewerkt worden. Zorg nu dat je de juiste opdrachten naar je toe trekt zegt hij bij het afscheid, dan wordt het ontwerpen pas echt leuk!

31

(28)
(29)

Hoofdstuk 3 Het Interview 3.1 Vragen 3.1 Vragen

Interview methode:

Aan alle geïnterviewden heb ik dezelfde vragen voorgelegd. Door het lezen van de artikelen, de scriptie van Debbie van Berkel en het bezoeken van diverse websites kwamen deze vragen bij mij naar boven. De geïnterviewden spreken allemaal vanuit een eigen invalshoek. Het is daardoor een interessant en bont pallet van antwoorden geworden.

Om een beeld te kunnen schetsen van wat het verschil kan zijn tussen een kunstenaars en een grafi sch boek, ben ik telkens begonnen met de volgende vraag:

Wat wordt er verstaan onder een boek? Diana Franssen:

Een boek vertelt een verhaal, je kunt er doorheen bladeren. De pagina’s hebben een bladspiegel. De pagina’s kunnen elkaar spiegelen.

Het verhaal wat je wilt vertellen heeft een sequentie. De vorm, de grootte kan verschillen maar de boekvorm zelf blijft gelijk.

Jan Voss:

Een boek dat is een stapel papier, gedrukt papier. Er zijn boeken uitgegeven die geheel blanco zijn. W. Roth heeft een dergelijk boek uitgegeven. Het is een ander beeld dan de kunstenaar blank books. Roger Willems:

Een boek is een drager van je verhaal. En dat kan heel abstract, elementair uitgevoerd worden. We heb-ben bij Roma een boek uitgegeven met alleen in het midden een aantal foto’s. Die foto’s zijn door ver-schillende kunstenaars gemaakt. Ze kregen voor dit project allemaal een leeg boek opgestuurd. De foto’s die zij maakten van dit boek kwamen uiteindelijk in dat verder lege boek terecht. Het boek is een drager van een verhaal, het verhaal zoals het boek ‘gezien’, gespot is door verschillende mensen. Door mensen met ieder hun eigen blik op het boek.

Christoph Keller schrijft in een e mail het volgende aan Roger Willems: “Roger, boeken maken vrien-den. Iedereen ter wereld weet hoe je een boek moet lezen. Dat gebeurt al meer dan 500 jaar. Je legt een boek op een tafel. Je opent het. Je bladert de pagina’s van links naar rechts. Je voelt het boek, je kijkt, je leest. Je sluit het boek. Dan nog is het lezen niet voorbij: na het gebruik stop je het op a shelf waar het zal blijven.

Iedereen ter wereld weet hoe je een boek leest, van begin tot het eind.Ik denk dat je dat niet van ene an-der medium dan een boek kunt zeggen. Het lijkt simpel maar het is worth thought. Hoe werken boeken eigenlijk”?

a) Langer en blijvend

b) Overal en nergens

c) Intimate en direct.

d) Autonoom en onafhankelijk

e) Altijd en voor altijd. Frank Beekers:

In wezen is een boek een hoeveelheid pagina’s met een rug. Zo simpel ligt het.

Kort door de bocht genomen stellen Diana Franssen, Jan Vos en Roger Willems dat een boek een drager van informatie is. Of de boeken nu bestaan uit losse vellen papier in een doosje of gebonden bundels. Bedrukt of onbedrukt.

(30)

Wanneer spreek je dan van een kunstenaarsboek? Diana Franssen:

Een kunstenaarsboek is een onderdeel van het totale oeuvre van een kunstenaar. Meestal zal de kunste-naar het zelf uitgeven. Hij draagt vaak zelf de verantwoordelijkheid voor de distributie van het boek. De boeken van bijvoorbeeld Laurence Weiner en Edward Ruscha krijg je gewoon thuisgestuurd. In haar artikel over de tentoonstelling “Cover to Cover” in de Beyerd 2002 verhaalt ze:

Kunstenaars boeken worden gemaakt omdat het een volwaardig en naar verhouding goedkoop medium is om ideeën te visualiseren.

Roger Willems:

Een kunstenaarsboek is een medium waar je een verhaal in kwijt kunt. Het verhaal wat je wilt vertellen, dat blijft toch het belangrijkste element voor een boek. Dat verhaal vertel je met beelden. Je hoeft niet zoals bij een computer een knop in te drukken om toegang te krijgen. Een computer kan je ook con-fronteren met onjuist gebruik. Van het ene op het andere moment ben je dan bijvoorbeeld al je gegevens kwijt. Een boek echter kun je zo openen om te lezen, gegevens zullen niet ‘zomaar’ verdwijnen.

Jan Voss:

Een kunstenaarsboek is een kunstwerk. Daarmee verspreiden ze een verhaal. Dat moet wel in oplages gebeuren. Tegenwoordig heeft bijna iedereen toegang tot een pc. Daarmee kun je prima boeken ontwer-pen. Vervolgens print je ze uit, daar heb je dan je boek. Vroeger maakten de monniken boeken met de hand. Dat vermenigvuldigen gaat nu veel sneller.

Frank Beekers:

Een kunstenaarsboek heeft een autonoom karakter. Het is een statement van de kunstenaar. De kunste-naar is vrij om daarin te vertellen wat hij/zij wil. Als vormgever krijg ik meer ruimte om deze autonome boodschap vorm te geven.

Als een boek een drager is van informatie is, wanneer spreek je dan van een kunstenaarsboek. Daar heb-ben Diana, Roger en Jan verschillende opvattingen over. Diana zegt: het boek is een nieuw medium voor de kunstenaar geworden. Het kunstenaarsboek hoort bij het totaalbeeld van de werkzaamheden van de kunstenaar.

Een kunstenaarsboek heeft een autonoom karakter.

Het is een statement van de kunstenaar.

(31)

Roger geeft aan dat het kunstenaarsboek nog steeds de belangrijke elementen van een boek draagt. Het blijft een medium waar je je verhaal in kwijt kunt. En een boek blijft rustig op je wachten tot je weer tijd hebt om erin te lezen. Jan houdt het kort, het is een kunstwerk punt. Er wordt in de maatschappij wel een verschil aangegeven. Je hebt een boekhandel en kunstenaarsboekhandel. Kan ik beweren dat er een scheidslijn aan te geven is. En waar ligt de scheidslijn dan.

Bestaat er een duidelijke scheidslijn tussen grafi sche boeken en kunstenaarsboeken? Diana Franssen:

Een grafi sch boek is een drager voor informatie. Dat kan allerlei informatie zijn van een gedicht tot een encyclopedie.

Een kunstenaarsboek is iets meer. Het boek als vorm, als medium krijgt een meerwaarde. Doordat de kunstenaar het ziet als een mogelijkheid waarin hij/zij zijn verhaal kan overdragen verkrijgt het kunste-naarsboek een meerwaarde. Theo van Doesburg bracht juist met zijn tijdschrift De Stijl een scheiding op gang. Hij manipuleerde de bladspiegel, de tekst die daar op kwam te staan. Tegenwoordig zie je dat op dat principe wordt voort geborduurd. De jongere generatie is daar mee verder gegaan.

De kunstenaarsboeken worden onder andere onder eigen beheer uitgegeven. Jan Voss:

Geconfronterd met de uitspraak van Diana Franssen, wil ik daar wel even op inspringen. Kunstenaars die hun eigen boeken uitgeven, ideaal gezien kan dat prima. Wat ik het meest in de praktijk zie, is dat de kunstenaar naar een uitgever stapt. Dan verandert de boekinhoud toch. Het wordt een mengvorm van de kunstenaar en de uitgever. De grote uitgevers in Nederland geven gewoon niet allerlei verschillende soorten boeken uit. Dat heeft te maken met hun behoefde aan geld, winst maken. Ze denken meteen hoe-veel kan ik hieraan verdienen. De uitgever wil het op zijn manier uitgeven, zodat het een groot publiek bereikt. Vaak gaat door deze instelling het originele idee van de kunstenaar verloren.

De scheidslijn tussen grafi sch en kunstenaarsboek laat zich duidelijk zien. Kijk, als boekhandel voor kunstenaarsboeken dingen we bijvoorbeeld nooit mee voor het systeem van boekenbonnen. Waarom eigenlijk niet? En wat denk je van de boekenweek, nog nooit heeft een kunstnaarsboek meegedaan. Het echte contact met de lezer is verloren gegaan, of niet benut. Doordat de kunstenaarsboeken niet meedin- gen voor deze boekenbonnen en boekenweek prijzen krijgen ze ook geen economische waarde toebe-deeld.

Bij een kunstenaarsboek gaat het mij niet zo zeer om de vorm die het heeft gekregen. Juist de inhoud is belangrijk. De poëtische kracht die terug te vinden is in de inhoud maakt het bekijken mogelijk. Het brengt bij de lezer een veranderingsproces op gang. Na het ontwikkelen van de offset- mogelijkheden 150 jaar geleden ontstond ook de mogelijkheid van het verantwoorde boek, het kunstenaarsboek. Hier-mee ontstond de uitdaging om te laten zien wat er mogelijk is voor een boek. Tegelijkertijd kreeg een boek een economische waarde. De economische waarde bepaalde de kwaliteit.

Tegenwoordig is het lezen van boeken voor iedereen belangrijk. Het is belangrijk een open visie te houden ten aanzien van boeken. Zo ontstaat de ruimte van de kunstenaar om de lezer te bereiken. Jürgen Bessems:

Bij onze drukkerij zien we dat verschil niet zo. Nee laat ik zeggen, daar kijken we niet naar. Dat een boek goed afgeleverd wordt, is het belangsrijkste. De kwaliteit van welk boek dan ook wordt hier sterk gecontroleerd. Of het nu een kunstenaarsboek is of een catalogus, dat doet er niet toe.

Aan de pers zien we de scheidslijn niet. Hier wordt weer de vraag gesteld of de kwaliteit hoog is, daarna gaan wij als drukkerij akkoord.

Als ik die grens zou moéten duiden, zou ik zeggen die grens ligt in de oplage. Hoeveel boeken worden er gedrukt? Bij een kunstenaarsboek kun je uitkomen op een oplage van 5 of 10

boeken. Dat komt niet zo snel voor bij een grafi sch boek. Onder een grafi sch boek daar versta ik dan onder een boek dat wel is vormgegeven door een vormgever, maar het hoeft dat geen kunstwerk te zijn.

(32)

Frank Beekers:

De vormgeving past zich aan de opdracht aan. Bij een kunstenaarsboek kun je vrijer werken. Een com-merciële opdracht laat dat niet altijd toe. Daar ben je dan minder vrij in. Bekijk ik het vanuit mijn pro-fessie, dan blijf ik de ontwerper. Als ontwerper ben ik dienstbaar. Bij een boek, of het nu een boek over architectuur of over een kunstenaar is, geef ik het boek vorm. In dat geval laat ik de kunstenaar zien. Zoek ik de juiste sfeer. De vormgeving staat ten dienste van de kunstenaar. Ik probeer daar op aan te sluiten. Soms zie je in de boekopmaak speelse elementen terug die in de kunstwerken voorkomen. Een rode lijn die in een kunstwerk voorkwam heb ik bij een boek gebruikt om de juiste sfeer naar voren te brengen. (Afbeelding(Afbeelding( X )

Mijn conclusie is dat er verschillen zijn aan te wijzen tussen grafi sche boeken en kunstenaarsboeken. Ik wil weten of er aanwijsbare verschillen te vinden zijn. Door deze vragenderwijs te onderzoeken probeer ik een duidelijker beeld te krijgen. Kunnen er essentiële verschillen zijn.

Op grond van welke regels worden verbanden of juist verschillen aangegeven? Jan Voss:

Toen de offset het dus mogelijk maakte om boeken in grote oplages uit te geven kreeg het boek die economische waarde. Maar de waarde die het eigenlijk had mogen krijgen, bleef achterwege. Eindelijk kreeg de lezer de kans om zijn eigen levensvisie door te geven. Ja, zelfs ter discussie te stellen middels het boek. In de techniek zijn we goed geworden. Ook zijn we in staat om snel en goedkoop boeken te maken. Maar waar het eigenlijk om draait, de stelling dat iedereen nu zijn mening en kijk op de wereld of zijn wereld laat zien in een boek, dat is niet uitgekomen. De lezer is misschien lui of bang om zijn mening te melden. Ik denk dat we daar nog wel 500 jaar over doen om dat te bereiken. Voor je mening uitkomen en delen is niet eenvoudig, maar wel de moeite waard. Het boek is daar nu juist een uitstekend medium voor.

Jürgen Bessems:

Bij Van Rosbeek drukkerij worden de verschillen toch wel aangegeven in de oplages. Offsetwerk dat levert het meeste op. Dan heb ik het hier over winst .

Frank Beekers:

Hoezo waar ligt de grens. Ik ben helemaal niet bezig met verschillen en overeenkomsten. Ik speel als

Afbeelding X Frank Beekers

(33)

vormgever in op wat er is. Wat zich aandient. Of dat nu autonoom werk is of niet. Ik ben toch altijd bezig om te communiceren. Soms is de opdrachtgever een kunstenaar.

De techniek van het drukken heeft dus in grote mate bijgedragen aan het tot stand komen van het kunste-naarsboek. Uit de geschiedenis kunnen we lezen dat het echte vormgeven van boeken pas een vak werd na de WOII.

Zijn er groepen of stromingen aan te wijzen die direct hebben bijgedragen tot de vorming van het kunstenaarsboek?

Diana Franssen:

Het was niet alleen de Russische Avantgarde die deze veranderingen liet zien. In heel Europa komt tegelijkertijd deze verandering tot stand. De futuristen brengen ook verandering en Laurence Weiner creëert poëzie in boekvorm. De poëzie vond uiteindelijk in het hoofd van de lezer plaats.

Daarnaast heb je natuurlijk de ontwikkelingen van de conceptuele kunst. Zoals je kunt lezen in het boek ‘STATEMENTS’ van Laurence Weiner wordt de lezer uitgenodigd een opdacht uit te voeren. De op-drachten zelf staan in de uitgegeven bundel.

Jan Voss:

Vroeger kon niet iedereen lezen. Maar na Gutenberg kan nu iedereen lezen. Ik zeg dan: als je kunt lezen dan kun je toch ook schrijven. Die mogelijkheden hebben we ten opzichte van vroeger gekregen. Laat je mening dan ook horen.”

Jürgen Bessems:

In de benadering van het ontwerpen en drukken is vergeleken met vroeger veel veranderd. De drukkerij heeft een andere taak gekregen. We zijn meer een team geworden. De ontwerper, de drukker, de kunste-naar, de binder iedereen werkt nu als een team samen. Dat teamwerk was er vroeger veel minder. Ieder onderdeel tot het vervaardigen van een boek, ja zelfs tot het maken van een fl yer voor de opening van een tentoonstelling vraagt afstemming van de verschillende disciplines.

Waar zitten de verbanden en verschillen ... Heet het een kunstenaarsboek als er maar één exemplaar van is en dan ook nog zelf, dus door de kunstenaar gemaakt? Of wordt de grens bepaald door de oplage?

Voor je mening uitkomen en die delen is niet eenvoudig.

Wel de moeite waard.

Het boek is daar juist een uitstekend medium voor.

(34)

Moet een boek in oplage uitgegeven zijn om als boek te mogen doorgaan? Jan Voss:

De grootte van de oplage van een boek bepaalt nu nog de hoeveelheid reclame die ervoor gemaakt wordt. Als je van te voren aangeeft dat er bijvoorbeeld maar 100 boeken gedrukt en uitgegeven worden, dan kun je het schudden wat betreft de reclamecampagne hiervoor. Die zal niet of nauwelijks plaatsvin-den.

Roger Willems:

Nou eigenlijk moet de oplage minimaal 2 tot………150.000? zijn.

We hebben nu een project gesteund waar de vorm een kaart uitgave is. Van de sculptuur bestaan maar twee exemplaren.Dat staat op de achterzijde van de kaart beschreven. Wanneer het gemaakt is en door wie en waar ze zich bevinden. De exemplaren zijn dus niet altijd meer te bezichtigen. De kaart is het enige bewijs van hun bestaan.(afbeelding Yafbeelding Yafbeelding Y))

Jürgen Bessems:

Alles is mogelijk. Als er budget genoeg is om één exemplaar te drukken dan doen we dat.

Je zult je nog wel het beroemde boek van Irma Boom herinneren. Het boek dat ze in opdracht van de Macro gemaakt heeft. Dat is hier gedrukt. Een exemplaar daarvan ligt hier mooi opgeborgen in de kluis. De mensen die het boek gekregen hebben mogen het ook niet verkopen. Ze kregen een brief bij het boek. Daar stond dat ze het boek niet mochten weggeven of verkopen. Toch heb ik het wel eens op het internet te koop zien staan. Dat wordt scherp in de gaten gehouden, het is strafbaar als je het verkoopt. Het dagboek van Anne Frank is hier ook nagemaakt. In het geheim. Daar wist verder echt niemand wat van.Ook het onderzoek naar het beste papier om het dagboek op te drukken heeft hier ook plaatsgevon-den.Er is een naslagwerk uitgegeven over de facsimile’s van de dagboeken.

De directeur van de Anne Frank Stichting Amsterdam formuleert het als volgt: “De stichting geeft hoge prioriteit aan het behoud van het dagboek voor de toekomstige generaties.Vanuit dit perspectief, maar ook met het doel om het dagboek beter zichtbaar en voor serieuze studie beter toegankelijk te maken, heeft de Stichting de afgelopen vijf jaar gewerkt aan de totstandkoming van de facsimile’s van de ge-schriften van Anne Frank. De bijzondere facsimile’s zijn met evenveel vakmanschap als liefde gemaakt en overtreffen onze verwachtingen.

Afbeelding Y, Oksana Pasaiko, Short Sad Text v (based on the borders of 14 countries)

(35)

“De bij deze facsimile’s bereikte gelijkenis is onwaarschijnlijk hoog. Alleen bij minutieuze bestudering ziet men verschillen met het origineel. Alle bedrijven samen hebben bijgedragen aan een uitgave die op vaktechnisch gebied waarschijnlijk uniek is in de wereld.”(afbeelding Z, A1)fbeelding Z, A1)fbeelding Z, A1

Jürgen Bessems:

In wezen zien wij al het drukwerk als grafi sch. Wij blijven hoe dan ook een productiebedrijf, de oplage bepaalt de prijs. Door de bank genomen worden er minder kunstenaarsboeken gedrukt dan ander gra-fi sch werk. Kaarten van International Art Center bijvoorbeeld worden continue het hele jaar door ge-drukt. Noemen we dit ook kunst?

Diana Franssen:

In de jaren ‘60 brachten kunstenaars juist boeken in grote oplage uit. Dit was weer een reactie op het politieke klimaat, dat ook gebruik maakte van de media die voorhanden waren. Niets werd geschuwd om de media te gebruiken die weer de grote massa willen bereiken.

Frank Beekers:

Ik werk in opdracht als vormgever. De boeken worden daardoor altijd in oplage uitgegeven. De oplage hoeveelheid bepaalt zeker mede of een boek de naam boek kan dragen in onze westerse maatschappij. Maar er zijn meer factoren die de scheidslijn bepalen.

Wordt bijvoorbeeld de grens mede bepaald door de opdrachtsituatie? Diana Franssen:

In het geval van het kunstenaarsboek ligt de opdracht en uitgave daarvan bij de kunstenaar zelf, deze wordt ook uitgever. En ten aanzien van de sociologische situatie vroeger, deze stromingen maakten gebruik van het medium boek. (de futiristen, vormgevers tijdens en na de WOII) Dus de grens ligt hier ook in de opdrachtsituatie. Met andere woorden, de hoeveelheid boeken die gedrukt wordt, kan bepalend zijn. Als je kijkt naar het medium staat het vast dat bijvoorbeeld litho’s niet onbeperkt inzetbaar zijn. Roger Willems:

Het is eigenlijk geen grens, geen lijn maar een ruimte die je creëert. In de huidige instituten, uitgevers

Afbeeldingen Z en A1 Dagboeken van Anne Frank Drukkerij Van RosbeekVan RosbeekV

(36)

van commerciële boeken, zie je veel geknutsel. Bij ROMA vinden we een eigen publiek. Je creëert een project, bijvoorbeeld een tentoonstelling en uiteindelijk komt daar een bepaald publiek op af. Of bij- voorbeeld de vrijheid die je neemt om van het medium krant gebruikt te maken. Die vrijheid geeft weer nieuw stadsniews, je geeft een nieuwe structuur aan. Door de verzamelingen te ordenen in een krant (Vijf ) en deze dan van huis tot huis te verspreiden. Daarmee maak je gebruik van een al bestaand medi-um. Vele mensen zullen ze weggooien gewoon omdat het hen niets zegt. Dat komt omdat ze een gecon-ditioneerde manier van kijken en lezen hebben opgebouwd. Dit soort informatievoorziening kennen ze niet, misschien zijn ze er zelfs bang voor. Als het ze uit de ‘normale’ dagelijkse bestaanszekerheid haalt, kan dit angst oproepen.

Maar er bestaat inmiddels al een groep mensen die mij hierover aanspreken. Ze zijn verwonderd, en juist blij verrast door de ontvangst van de krant.

Jürgen Bessems:

Wij krijgen allerlei opdrachten onder ogen. Hier op de drukkerij is veel mogelijk, ik zou zeggen alles mogelijk. Dus die grens is er niet. Bijvoorbeeld Piet Gerards en Renard Holman en Irma Boom komen hier voor het drukken van hun opdracht.

Het verschil kan gevonden worden in de opdrachtsituatie volgens de geinterviewden.Wat te zeggen over de artistisiteit van een boek.

Kun je stellen dat grens de ook te vinden is in artistieke vrijheid?

Roger Willems zegt met de eigen uitgeverij (Roma) de artistieke vrijheid te hebben die juist nodig is om een kunstenaarsboek uit te kunnen geven.

In het interview met hem dat beschreven staat in het boek “Dutch Resource” vertelt hij hierover aan Layl Tweede-Culen.

Vroeger droomde hij ervan om de totale vormgeving voor een museum of een interessante uitgeverij te kunnen samenstellen. Om samen met je ‘leraar’ je eigen ideeën en verantwoordelijkheden te ontwik-kelen en delen.

Je had toen Jean Lering die samenwerkte met Jan van Toorn. Wim Crouwel kon zijn kennis schaven en delen met het stedelijk museum. Ook Walter Nichols en Rudy Fuchs en Willem Sandberg ontwikkelden hun vormgeving in samenwerking met hun musea.

Maar de tijden zijn veranderd. Om toch de vormgeving en artistieke vrijheden te ontwikkelen, is hij voor zichzelf begonnen. Zodoende kan hij zelf bepalen wat hij interessant vind. Daarnaast leverde het hem veel meer voldoening en plezier dan hij bij een doorsnee baan zou hebben. Ook is het volgens Roger belangrijk om door middel van de uitgegeven boeken aan te geven dat het anders kan. Het is juist goed om je eigen regels te leren kennen. Bestaande structuren en regels over wat wel kan en mag binnen het scheppen van een boek, zijn er om onderzocht te worden.

Jan Voss:

Zoals gezegd de tijd dat de mensen zelf gaan schrijven moet nog komen. Het hoort bij het volwassen worden van de mens. We moeten nog leren kritisch waar te nemen. Elkaars gedachten analyseren en daar weer op voortborduren. Daar dan weer zelf een boek van maken, dat is de taak van het boek nu.

Jürgen Bessems:

Vormgevers en opdrachtgevers bepalen de artistieke vrijheid samen. Een kunstenaarsboek is een kunst-werk op zich. Hoe je dat kunstenaarsterrein benadert of vormgeeft ligt aan de samenkunst-werking met elkaar. Als je als vormgever niets weet van de kunstenaar dan wordt het zeker moeilijk om daar een goed boek voor te maken. Er moet een ‘natuurlijke’affi niteit met elkaars werkwijze bestaan. Wat het drukken van het boek aangaat hier op de drukkerij is veel mogelijk. Er is een grote keuze van papiersoorten. We ex-perimenteren ook. Bijvoorbeeld bij papier waar eigenlijk niet op gedrukt kan worden, omdat het papier bijvoorbeeld inkt afstoot, wordt bekeken welke mogelijkheden er zijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

v. 19 en Sechenias van v. 22; volgens deze lezing worden tot en met v. 24 in het geheel elf geslachten genoemd als in geregelde opvolging uit Zorobabel voortgekomen. En de zoon

1) Salomon neemt zelf weer het woord om de wijsheid aan te bevelen. hangt het tweede verslid ook af van zoodat: ‘uw hart zich neigt tot de verstandigheid’; terwijl daar ook v. 2

(a)-Daar hierdie werkwoorde geen hulpw.w.. Die eenvoudige verl. dan verander die verl. maar selde in Afrikaans.. di.~ uitbreiding van die gesegde. Die vol- gende is

Bijvoorbeeld: de Bijbel bevat de bewering dat Jezus de Weg de Waarheid en het Leven is (Jo- hannes 14:6a), en dat Hij stierf voor onze zonden, maar dat Hij opstond uit de doden op

+ Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door individuen.. We vragen u deze bestanden alleen

- Pijler 3, waar gaat deze foto over: Nu belangrijk een serie van een fotograaf op tafel te leggen (solitaire foto’s zijn vaak multi-interpretabel).. Verder idem

In dat huis sterven mensen bij bosjes, misschien één meer of twee minder.. Ze komen vanwege lijf en leven, verdwalen onherroepelijk

beelden hierin zijn niet verkeerd, echter de heilsweg waarin het veelal wordt uitgelegd, dus wel. Ik zal u trachten uit te leggen waarom. Hoevele malen is Gods’ Woord toch niet