• No results found

Het boek is daar juist een uitstekend medium voor.

Moet een boek in oplage uitgegeven zijn om als boek te mogen doorgaan? Jan Voss:

De grootte van de oplage van een boek bepaalt nu nog de hoeveelheid reclame die ervoor gemaakt wordt. Als je van te voren aangeeft dat er bijvoorbeeld maar 100 boeken gedrukt en uitgegeven worden, dan kun je het schudden wat betreft de reclamecampagne hiervoor. Die zal niet of nauwelijks plaatsvin- den.

Roger Willems:

Nou eigenlijk moet de oplage minimaal 2 tot………150.000? zijn.

We hebben nu een project gesteund waar de vorm een kaart uitgave is. Van de sculptuur bestaan maar twee exemplaren.Dat staat op de achterzijde van de kaart beschreven. Wanneer het gemaakt is en door wie en waar ze zich bevinden. De exemplaren zijn dus niet altijd meer te bezichtigen. De kaart is het enige bewijs van hun bestaan.(afbeelding Yafbeelding Yafbeelding Y)

Jürgen Bessems:

Alles is mogelijk. Als er budget genoeg is om één exemplaar te drukken dan doen we dat.

Je zult je nog wel het beroemde boek van Irma Boom herinneren. Het boek dat ze in opdracht van de Macro gemaakt heeft. Dat is hier gedrukt. Een exemplaar daarvan ligt hier mooi opgeborgen in de kluis. De mensen die het boek gekregen hebben mogen het ook niet verkopen. Ze kregen een brief bij het boek. Daar stond dat ze het boek niet mochten weggeven of verkopen. Toch heb ik het wel eens op het internet te koop zien staan. Dat wordt scherp in de gaten gehouden, het is strafbaar als je het verkoopt. Het dagboek van Anne Frank is hier ook nagemaakt. In het geheim. Daar wist verder echt niemand wat van.Ook het onderzoek naar het beste papier om het dagboek op te drukken heeft hier ook plaatsgevon- den.Er is een naslagwerk uitgegeven over de facsimile’s van de dagboeken.

De directeur van de Anne Frank Stichting Amsterdam formuleert het als volgt: “De stichting geeft hoge prioriteit aan het behoud van het dagboek voor de toekomstige generaties.Vanuit dit perspectief, maar ook met het doel om het dagboek beter zichtbaar en voor serieuze studie beter toegankelijk te maken, heeft de Stichting de afgelopen vijf jaar gewerkt aan de totstandkoming van de facsimile’s van de ge- schriften van Anne Frank. De bijzondere facsimile’s zijn met evenveel vakmanschap als liefde gemaakt en overtreffen onze verwachtingen.

Afbeelding Y, Oksana Pasaiko, Short Sad Text v (based on the borders of 14 countries)

“De bij deze facsimile’s bereikte gelijkenis is onwaarschijnlijk hoog. Alleen bij minutieuze bestudering ziet men verschillen met het origineel. Alle bedrijven samen hebben bijgedragen aan een uitgave die op vaktechnisch gebied waarschijnlijk uniek is in de wereld.”(afbeelding Z, A1)fbeelding Z, A1fbeelding Z, A1

Jürgen Bessems:

In wezen zien wij al het drukwerk als grafi sch. Wij blijven hoe dan ook een productiebedrijf, de oplage bepaalt de prijs. Door de bank genomen worden er minder kunstenaarsboeken gedrukt dan ander gra- fi sch werk. Kaarten van International Art Center bijvoorbeeld worden continue het hele jaar door ge- drukt. Noemen we dit ook kunst?

Diana Franssen:

In de jaren ‘60 brachten kunstenaars juist boeken in grote oplage uit. Dit was weer een reactie op het politieke klimaat, dat ook gebruik maakte van de media die voorhanden waren. Niets werd geschuwd om de media te gebruiken die weer de grote massa willen bereiken.

Frank Beekers:

Ik werk in opdracht als vormgever. De boeken worden daardoor altijd in oplage uitgegeven. De oplage hoeveelheid bepaalt zeker mede of een boek de naam boek kan dragen in onze westerse maatschappij. Maar er zijn meer factoren die de scheidslijn bepalen.

Wordt bijvoorbeeld de grens mede bepaald door de opdrachtsituatie? Diana Franssen:

In het geval van het kunstenaarsboek ligt de opdracht en uitgave daarvan bij de kunstenaar zelf, deze wordt ook uitgever. En ten aanzien van de sociologische situatie vroeger, deze stromingen maakten gebruik van het medium boek. (de futiristen, vormgevers tijdens en na de WOII) Dus de grens ligt hier ook in de opdrachtsituatie. Met andere woorden, de hoeveelheid boeken die gedrukt wordt, kan bepalend zijn. Als je kijkt naar het medium staat het vast dat bijvoorbeeld litho’s niet onbeperkt inzetbaar zijn. Roger Willems:

Het is eigenlijk geen grens, geen lijn maar een ruimte die je creëert. In de huidige instituten, uitgevers

Afbeeldingen Z en A1 Dagboeken van Anne Frank Drukkerij Van RosbeekVV

van commerciële boeken, zie je veel geknutsel. Bij ROMA vinden we een eigen publiek. Je creëert een project, bijvoorbeeld een tentoonstelling en uiteindelijk komt daar een bepaald publiek op af. Of bij- voorbeeld de vrijheid die je neemt om van het medium krant gebruikt te maken. Die vrijheid geeft weer nieuw stadsniews, je geeft een nieuwe structuur aan. Door de verzamelingen te ordenen in een krant (Vijf ) en deze dan van huis tot huis te verspreiden. Daarmee maak je gebruik van een al bestaand medi- um. Vele mensen zullen ze weggooien gewoon omdat het hen niets zegt. Dat komt omdat ze een gecon- ditioneerde manier van kijken en lezen hebben opgebouwd. Dit soort informatievoorziening kennen ze niet, misschien zijn ze er zelfs bang voor. Als het ze uit de ‘normale’ dagelijkse bestaanszekerheid haalt, kan dit angst oproepen.

Maar er bestaat inmiddels al een groep mensen die mij hierover aanspreken. Ze zijn verwonderd, en juist blij verrast door de ontvangst van de krant.

Jürgen Bessems:

Wij krijgen allerlei opdrachten onder ogen. Hier op de drukkerij is veel mogelijk, ik zou zeggen alles mogelijk. Dus die grens is er niet. Bijvoorbeeld Piet Gerards en Renard Holman en Irma Boom komen hier voor het drukken van hun opdracht.

Het verschil kan gevonden worden in de opdrachtsituatie volgens de geinterviewden.Wat te zeggen over de artistisiteit van een boek.

Kun je stellen dat grens de ook te vinden is in artistieke vrijheid?

Roger Willems zegt met de eigen uitgeverij (Roma) de artistieke vrijheid te hebben die juist nodig is om een kunstenaarsboek uit te kunnen geven.

In het interview met hem dat beschreven staat in het boek “Dutch Resource” vertelt hij hierover aan Layl Tweede-Culen.

Vroeger droomde hij ervan om de totale vormgeving voor een museum of een interessante uitgeverij te kunnen samenstellen. Om samen met je ‘leraar’ je eigen ideeën en verantwoordelijkheden te ontwik- kelen en delen.

Je had toen Jean Lering die samenwerkte met Jan van Toorn. Wim Crouwel kon zijn kennis schaven en delen met het stedelijk museum. Ook Walter Nichols en Rudy Fuchs en Willem Sandberg ontwikkelden hun vormgeving in samenwerking met hun musea.

Maar de tijden zijn veranderd. Om toch de vormgeving en artistieke vrijheden te ontwikkelen, is hij voor zichzelf begonnen. Zodoende kan hij zelf bepalen wat hij interessant vind. Daarnaast leverde het hem veel meer voldoening en plezier dan hij bij een doorsnee baan zou hebben. Ook is het volgens Roger belangrijk om door middel van de uitgegeven boeken aan te geven dat het anders kan. Het is juist goed om je eigen regels te leren kennen. Bestaande structuren en regels over wat wel kan en mag binnen het scheppen van een boek, zijn er om onderzocht te worden.

Jan Voss:

Zoals gezegd de tijd dat de mensen zelf gaan schrijven moet nog komen. Het hoort bij het volwassen worden van de mens. We moeten nog leren kritisch waar te nemen. Elkaars gedachten analyseren en daar weer op voortborduren. Daar dan weer zelf een boek van maken, dat is de taak van het boek nu.

Jürgen Bessems:

Vormgevers en opdrachtgevers bepalen de artistieke vrijheid samen. Een kunstenaarsboek is een kunst- werk op zich. Hoe je dat kunstenaarsterrein benadert of vormgeeft ligt aan de samenwerking met elkaar. Als je als vormgever niets weet van de kunstenaar dan wordt het zeker moeilijk om daar een goed boek voor te maken. Er moet een ‘natuurlijke’affi niteit met elkaars werkwijze bestaan. Wat het drukken van het boek aangaat hier op de drukkerij is veel mogelijk. Er is een grote keuze van papiersoorten. We ex- perimenteren ook. Bijvoorbeeld bij papier waar eigenlijk niet op gedrukt kan worden, omdat het papier bijvoorbeeld inkt afstoot, wordt bekeken welke mogelijkheden er zijn.

Frank Beekers:

De grens in artistieke vrijheid? Het gaat, ook als je vormgever bent om de ontwikkeling van jezelf. Het belangrijkste element in de hele vormgeverswereld vind ik de betrokkenheid bij het thema. Dat is tege- lijkertijd ook mijn inspiratiebron. Van daaruit kan ik vormgeven. Als je werkt voor mensen of thema’s die je niets doen, dan blijf je zoeken naar de juiste vorm. Je kunt dan ook niet tot de juiste sfeer komen. Dat moet je niet willen. Als je alleen voor het geld een opdracht uitvoert waar je je niet bij betrokken voelt krijg je héél saai werk. In het ergste geval vinden nieuwe opdrachtgevers jou naar aanleiding van het saaie ontwerp. Dan heb je zo wéér een saaie opdracht binnen. Niet aan beginnen dus. Blijf trouw aan jezelf en je ontwikkeling. Dan wordt het ontwerpen echt leuk!

De taak van het boek is in de loop van de geschiedenis niet veranderd. Het is nog steeds een drager van informatie. De inhoud van het boek is heeft wel verschillende verschijningsvormen aangenomen. Heeft het boek daardoor een ruimer te defi nieren taak gekregen?

Diana Franssen:

Het boek kan ook gebruikt worden op een beeldende manier. Een visueel essay is daar een voorbeeld van.

In haar artikel over de tentoonstelling “Cover to Cover” geeft Diana Franssen aan: Een kunstenaarsboek is niet gericht op informatieverschaffi ng. Het boek blijft ook nu nog een langzaam element hebben. Je kunt het lezen op een tijdstip dat het voor jou uitkomt. Je kunt het wegleggen en er later weer in gaan lezen.

Wat me wel opvalt, is dat er tegenwoordig veel kunstenaarstijdschriften vol staan met al bestaande beelden. Deze beelden blijken geen relatie met elkaar te hebben. Ik denk dat het hoort bij de huidige tijd, de zap cultuur. Dat is weer iets nieuws van deze tijd.

Roger Willems in het interview in Dutch Resource:

Een boek heeft ook een sterk sociaal aspect. Soms is het juist het verhaal dat zijn werk doet. Neem bijvoorbeeld de dubbele foto van Geert Goirls. Een ander voorbeeld is het van huis tot huis verspreide krantje van de ‘Vijf’.(zie afbeelding R pagina 24)

Lezen in de huidige welvaartstaat en in het bijzonder het lezen van een kunstenaarsboek is een luxe.

Vormgevers en opdrachtgevers bepalen de artistieke vrijheid