• No results found

Hoofdstuk 3. Zorg voor ongedocumenteerde vreemdelingen

3.2 Zorgplicht van de zorgverlener

Los van de verplichtingen van de overheid ten opzichte van ongedocumenteerde

vreemdelingen en de aanspraak op zorg, heeft ook de zorgverlener verplichtingen ten aanzien van het leveren van zorg aan eenieder die daar behoefte aan heeft. Hoe ver die verplichting strekt is onderwerp van deze paragraaf.

Artikel 255 Wetboek van Strafrecht

Artikel 255 van het Wetboek van Strafrecht (WvSr) stelt dat iemand die opzettelijk, iemand tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging hij krachtens wet of overeenkomt verplicht is, in hulpeloze toestand brengen of laten, strafbaar is. Er wordt hier gesproken van een

overeenkomst of een verplichting krachtens de wet. De overeenkomst kan bestaan uit de behandelingsovereenkomst. Een evidente verplichting voor zorgverleners krachtens de wet is niet opgetekend. Deze zorgplicht moet dan ook gezien worden in het licht van een medische noodsituatie. Hier is tevens artikel 450 van het WvSr van belang dat eenieder verplicht tot hulpverlening indien hij getuige is van ogenblikkelijk levensgevaar van een derde. Voor acute medische noodsituaties bestaat voor de zorgverlener een plicht tot het leveren van zorg op grond van het WvSr. Het onthouden van deze zorg zal onrechtmatig zijn jegens de

hulpbehoevende en tevens strafbaar wegens schending van artikel 255 WvSr en/of artikel 450 WvSr.127 Wanneer het een ongedocumenteerde vreemdeling betreft in een medische

noodsituatie, is de zorgverlener dus strafrechtelijk verplicht bijstand te verlenen.

WGBO

De Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst is als bijzonder contract opgenomen in het BW.128 In beginsel heeft de zorgaanbieder, behoudens wanneer het een

acute medische noodsituatie betreft, de vrijheid om te kiezen met welke patiënt hij eventueel een behandelingsovereenkomst aangaat. Uit het wederkerige karakter van de

behandelingsovereenkomst kan worden opgemaakt dat het betalen van de behandeling als voorwaarde van de behandelingsovereenkomst kan worden gesteld.129 Op grond van artikel

7:461 BW is de patiënt de zorgverlener loon verschuldigd. Nu de overheid hierop voor 127

Sijmons, TvGr, 1995.

128

In afdeling 5 van titel 7 van boek 7BW.

129

ongedocumenteerde vreemdelingen geen uitzondering heeft gemaakt, moet aangenomen worden dat, indien de zorgverlener vermoedt dat de rekening niet voldaan zal worden, in casu een ongedocumenteerde vreemdeling niet ondenkbaar, dit een goede reden is tot het niet aangaan van een behandelingsovereenkomst.130 Een zorgaanbieder mag echter geen acuut

noodzakelijke hulp weigeren. In de praktijk blijkt dit nog wel eens een probleem. Onverzekerden zonder verblijfsvergunning worden reeds bij de balie van de instelling weggestuurd, zonder dat eerst beoordeeld wordt of zij acute hulp nodig hebben.131 Tevens

staan gedragsregels in de weg aan het weigeren van zorg wegens mogelijk uitblijven van betaling.

Gedragsregels

In Nederland hebben meerdere instanties gedragsregels met betrekking tot de

behandelingsovereenkomst en zorg voor patiënten geformuleerd. Een belangrijke organisatie die voor artsen gedragsregels opstelt is de KNMG. Deze gedragsregels geven nadere invulling aan tuchtnormen en de medisch professionele standaard, waaraan een zorgverlener gebonden is.132 Daarnaast zijn leden van de KNMG direct aan deze gedragsregels gebonden.133 In artikel

1.2 van de gedragsregels voor artsen is opgenomen dat de arts aan ieder die zich tot hem wendt in zijn hoedanigheid als arts de noodzakelijke behandeling, begeleiding, adviezen en beoordelingen overeenkomstig de eisen, die hem op grond van zijn beroep en deskundigheid mogen worden gesteld, verleent.134 Deze gedragsregel ziet erop toe dat de arts in beginsel aan

iedereen die zich tot hem wendt zorg verleent. Op grond van artikel 2.2 van diezelfde gedragsregels dient een arts zich hierbij te onthouden van elke vorm van discriminatie. Er kunnen voor de arts redenen aanwezig zijn een behandelingsovereenkomst niet aan te gaan of te beëindigen, bijvoorbeeld geografische situatie, de praktijkgrootte, of het ontbreken van bekwaamheid bij de arts tot het instellen van een bepaalde behandeling.135 Het vermoeden van

130

Sijmons, TvGr, 1995.

131

Ziekenhuizen weigeren hulp aan onverzekerden, mei 2006.

132

Leenen et al., 2017, p105.

133

Richtlijn II.01 Gedragsregels voor artsen, 2013, p2.

134

Richtlijn II.01 Gedragsregels voor artsen, 2013, p3.

135

het uitblijven van betaling valt hier niet onder, blijkens ook de nadere uitleg behorend bij deze gedragsregel.136

Hoewel het afleggen van de Nederlandse artseneed in Nederland niet verplicht is, kan ook deze worden opgevat als een gedragsregel die nader invulling heeft aan de professionele standaard.137 Uit de tekst van de Nederlandse artseneed kan worden opgemaakt dat de arts

belooft zorg te verlenen aan zieken en hierbij de toegankelijkheid van de gezondheidszorg te bevorderen. Het weigeren tot het aangaan van een behandelingsovereenkomst, is hier niet mee te verenigen.

Artikel 47 Wet BIG

De eerder besproken gedragsregels van onder andere de KNMG geven invulling aan de professionele standaard, waaraan een arts zich dient te houden. Deze verantwoordelijkheid bestaat ook op grond van tuchtrechtelijke aansprakelijkheid, los van de regeling in de WGBO.138 De tuchtrechtelijke normen waaraan de tuchtrechter toetst zijn opgetekend in

artikel 47 van de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG). Om te beginnen bepaalt artikel 47 van de Wet BIG dat de zorgverlener zich als goed zorgverlener dient te gedragen jegens eenieder die zijn hulp inroept. Dit sluit aan bij de gedragsregels die in beginsel een acceptatieplicht en het waarborgen van vrije artsenkeuze dicteren. Tevens is dit in lijn met de gedachte dat de zorgverlener hierin niet discrimineert in aanzien des persoons.139

Hieruit kan worden afgeleid betekent dat in beginsel de zorgverlener tuchtrechtelijk

aansprakelijk is, indien hij zonder zeer gewichtige reden besluit tot het niet aangaan van de behandelingsovereenkomst. Ten tweede behelst artikel 47 Wet Big de plicht bijstand te verlenen iemand die in nood verkeert, wat aansluit bij de plicht tot het verlenen van zorg in een medische noodsituatie als bedoeld in artikel 450WvSr. De zorgverlener is hier dus niet enkel strafrechtelijk, maar ook tuchtrechtelijk toe gehouden.

136

Richtlijn V.06, Niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst, 2005, p5.

137

Commissie Herziening Artseneed, 2003, p8.

138

Leenen et al., 2017, p 105.

139