Hoofdstuk 4. Knelpunten in de zorg voor ongedocumenteerde vreemdelingen
4.3 Praktische problemen voor zorgverleners
Zorgverleners staan voor extra uitdagingen wanneer het zorg voor ongedocumenteerde vreemdelingen betreft door de huidige financiële regeling, taalbarrières en de aard van de zorg die gevraagd wordt. De belangrijkste praktische problemen voor zorgverleners die nog niet eerder aan bod zijn gekomen, worden in deze paragraaf besproken.
Het begrip noodzakelijke zorg
215
Kamerstukken II, 2018/19, 2019Z04292.
216
Brief aan de Tweede Kamer van Minister van VWS de Jonge 10 april 2019 antwoord op vraag 3,4,5 en 7.
217
Derckx, TvGr, 2017 p121-134.
218
Blijkens artikel 122a Zvw moet ‘medisch noodzakelijke zorg’, gezien worden als zorg of diensten die vallen onder het verzekerde pakket of op grond van de Wlz vergoed worden, mits de zorgaanbieder verstrekking ervan, gezien de aard van de prestaties en de verwachte duur van het verblijf van de vreemdeling, medisch noodzakelijk acht. De zorgaanbieder wordt geacht in te schatten of de zorgvraag dermate urgent is in het licht van de verwachte verblijfsduur, dat hulpverlening niet kan uitblijven. De manier waarop deze voorwaarde geïnterpreteerd moet worden, is reeds lang onderwerp van discussie. In 2006 constateerden arts voor illegalen Kok en huisarts Sikken dat de omschrijving voor meerdere interpretaties vatbaar is en in medische zin geen praktisch hanteerbaar begrip.219 In 2007 verrichte de
commissie Klazinga onderzoek naar deze problematiek en zij adviseerden dan ook het begrip ‘medisch noodzakelijke zorg’ te omschrijven als: ‘Passende en verantwoorde medische zorg’.220 Deze zorg is doeltreffend en doelmatig, wordt patiëntgericht verleend en is
afgestemd op de reële behoefte van de patiënt. Bij gelijke effectiviteit van interventies geven veiligheids- en doelmatigheidsargumenten de doorslag.221 Ook constateert de commissie dat
het inschatten van de te verwachten verblijfsduur voor artsen zeer moeilijk is. Wanneer de verblijfsduur onduidelijk of langdurig is, dient de zorg gelijk te zijn aan reguliere basiszorg voor verzekerden, aldus de commissie.
Deze invulling wordt nog steeds aan het begrip ‘medisch noodzakelijke zorg’ gegeven.222 Bij de evaluatie van artikel 122a Zvw werd geconstateerd dat het criterium
‘medisch noodzakelijke zorg’ in de praktijk doorgaans geen problemen oplevert.223
Sijmons constateert echter dat de invulling aan het begrip ‘medisch noodzakelijk’ die onder andere in het MvT gegeven wordt: ‘de individuele zorgaanbieder bij wie een illegaal zich vervoegt, is degene die beslist of zorg voor een individuele illegaal, gezien de aard van de prestatie en zijn verwachte verblijfsduur alhier, ook werkelijk medisch noodzakelijk is’, in de praktijk de zorgverlener opzadelt met een lastige, zo niet onmogelijke beoordeling. Hoe ver reikt de onderzoeksplicht van de zorgaanbieder? Hiermee heeft de wetgever een 219
Kok en Sikken, Medisch Contact, 2006.
220
Arts en Vreemdeling; Klazinga 2007, p9.
221
Arts en Vreemdeling; Klazinga 2007, p9.
222
Beantwoording Kamervragen beleidsdoorlichting toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg, Bruins, juli 2018 antwoord vraag 29.
223
voorwaarde geschept die maakt dat de zorgaanbieder niet zeker weet of hij wellicht niet te ruimhartig is op straffe van uitblijven van vergoeding.224 Dit blijkt ook uit de overwegingen
van de voorzieningenrechter in de reeds aangehaalde zaak betreffende een vier jarig meisje uit Afghanistan dat verzocht om vergoeding van een Cochleair Implantaat, zorg die gewoonlijk in het basispakket van de zorgverzekering valt. De Staatssecretaris koos hier voor de enge uitleg van het begrip medisch noodzakelijke zorg’: ‘Het gaat om gevallen waarin die behandeling niet kan worden uitgesteld of onthouden zonder het leven of de
gezondheidstoestand van de vreemdelinge dan wel de Nederlandse volksgezondheid, ernstig in gevaar te brengen.225 De voorzieningenrechter is van mening dat uit de verklaring van de
diverse behandelaren, onvoldoende blijkt dat het plaatsen van een dergelijk implantaat, gezien de aard van de prestatie en de duur van het verblijf, medisch noodzakelijk wordt geacht en daarom niet is aan te merken valt als ‘medisch noodzakelijke zorg’ en wijst de voorziening af.226 De voorzieningenrechter verlangt hier dus een expliciete afweging wat betreft verwachte
verblijfsduur van behandelaren, ondanks dat dit een haast onmogelijke exercitie is. Dokters van de wereld concludeert tevens in hun rapport van 2018 dat er nog een andere oorzaak ten grondslag ligt aan de problemen rondom het begrip ‘medisch
noodzakelijk’: Doordat de inhoud van het verzekerde basispakket verandert, verandert daarmee ook de opvatting over welke zorg in aanmerking komt als ‘medisch noodzakelijk’.227
Hiermee is de invulling niet alleen aan de zorgverlener gelaten, maar ook onderhevig aan het heersend politieke klimaat.
Financiële beperkingen
In beginsel is de ongedocumenteerde vreemdeling gehouden zelf de kosten voor ontvangen zorg te dragen. Ook hier rijst te vraag hoever de onderzoeksplicht van de zorgverlener strekt. De zorgverlener kan immers niet in de portemonnee van de patiënt kijken. Uit de evaluatie van artikel 122a Zvw blijkt dat hier in de praktijk wisselend mee om gegaan wordt. Sommige zorgaanbieders sturen vrijwel altijd een rekening, vervolgens een betalingsherinnering en daarna een aanmaning. Andere zorgaanbieders vragen eenmalig bij het eerste bezoek aan de 224
Sijmons et al., NJB, 2010, 1398
225
Rb Den Haag, 01 februari 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:860 r.o. 8.2.
226
Rb Den Haag, 01 februari 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:860 r.o. 8.6.1
227
ongedocumenteerde vreemdeling of hij de kosten van de behandeling kan betalen en laten het daarbij. Zorgaanbieders geven aan dat zij het niet als hun taak zien om veel tijd en moeite te stoppen in het verhalen van financiële middelen bij de patiënt.228
Een probleem dat hiermee samenhangt, is dat de zorg voor ongedocumenteerde vreemdelingen zich in bepaalde gebieden en bij een beperkt aantal zorgverleners concentreert.229 Zo blijkt uit onderzoek van het Nivel dat huisartsenpraktijken die zijn
gevestigd in buurten met meer dan 30% allochtonen het vaakst illegale patiënten hebben.230
Tevens constateren zij een concentratie van deze patiëntengroep bij zorgverleners die laagdrempelig zorg verlenen en niet onderhandelen over de kosten.
Beargumenteerd kan worden dat een dergelijke concentratie in zekere mate wenselijk is. Deze zorgverleners hebben immers meer ervaring met de specifieke
gezondheidsproblemen die bij ongedocumenteerde vreemdelingen spelen en weten beter de wegen van vergoedingsregelingen en hulporganisaties te bewandelen. Een nadeel is echter dat deze zorgverleners meer inkomsten derven als gevolg van de verleende zorg dan andere zorgverleners en dat daarmee de bereidheid tot het verlenen van dergelijke zorg mogelijk afneemt.
228
Evaluatie van de bijdrageregeling van artikel 122a van de Zorgverzekeringswet, november 2011 p13.
229
Arts en Vreemdeling; Klazinga 2007, p74.
230