• No results found

Zonne-energie

In document Eindadvies basisbedragen SDE++ 2020 (pagina 198-200)

schriftelijke consultatie

B.3 Zonne-energie

Zon-PV

Onderwerp Consultatie-inbreng Reactie PBL/DNV GL/ECN.TNO

Zon-PV

(algemeen) Basisbedrag lager dan overeengeko-men in Ontwerp Klimaatakkoord. Hoewel wij begrijpen dat het afge- sproken kostenreductiepad in het kli- maatakkoord nog niet formeel is, en het niet gepresenteerd is als mini- mum bedragen, valt ons wel op dat het concept basisbedrag 2020 onder het voorspelde bedrag ligt. Bij de be- rekening aan de Elektriciteitstafel (werkgroep Hernieuwbaar op Land) zijn andere aannamen gedaan dan in het concept advies het PBL 2020. Een aantal verschillen die wij zien: grid O&M voor projecten >10MVA veelal 1% van de grid CAPEX, landhuur, as- setmanagement en sociaal draag- vlak. We zien graag dat aannames die gedaan zijn in het klimaatakkoord gesynchroniseerd worden met dit PBL-advies. Zo kan de sector beter sturen op de gewenste kostenreduc- tie.

Klimaatakkoord is geen re- ferentie voor het SDE++- advies.

Zon-PV

(algemeen) Wij verzoeken het PBL dringend overleg te voeren met de netbeheer- ders over de momentane aansluit- en transportbeperkingen van de sector die er in kunnen resulteren dat SDE- beschikkingen zullen vervallen. Dit doet onverwacht afbreuk aan de SDE-doelstellingen en daarmee aan de energietransitie. Een handreiking zou kunnen zijn de startdatum van SDE-beschikkingen mee te laten lo- pen met de termijn totdat aangeslo- ten en getransporteerd kan worden door de netbeheerders.

Het PBL adviseert primair over de hoogte van de sub- sidie. Het punt is meegege- ven aan EZK.

Zon-PV

(arbeidskosten) Op basis van toenemende efficiency van de panelen, ervan uitgaande dat voor de efficiëntere panelen evenveel installatiemateriaal en arbeid nodig is, begrijpen we de voorgestelde kos- tendaling. Hierbij wordt ons inziens echter onterecht voorbij gegaan aan I) toenemende eisen van overheden om (duurder) lokaal c.q. Nederlands personeel in te zetten, II) de schaarste van arbeid die prijsopdrij- vend werkt en III) de ontwikkelingen van de grondstofprijzen, die variabel zijn. Dit meewegend zou een stabiele prijsontwikkeling ons inziens passend zijn.

We houden op grond van de uitgangspunten enkel reke- ning met nationaal geldend beleid. Voor toekomstige kostenstijgingen rekenen we met 1,5 inflatie per jaar.

Zon-PV

(arbeidskosten) Er is sprake van stijging arbeidskos-ten. We denken dat het rekenen met 2% kostendaling hier niet de werke- lijkheid is. Het is zeker dat de ar- beidskosten in de technische sector sterk stijgen en blijven stijgen, ruim meer dan de inflatie. Dit raakt zowel de aanleg als het onderhoud van PV- installaties. We stellen daarom voor een jaarlijkse kostenstijging op ar- beid van 3% mee te nemen, bovenop

Voor toekomstige kosten- stijgingen rekenen we met 1,5 inflatie per jaar. Wij zien geen basis, anders dan de geleverde rationale, om met een snellere prijsstijging te rekenen, ook omdat er effi- ciencywinsten gehaald blij- ven worden.

Onderwerp Consultatie-inbreng Reactie PBL/DNV GL/ECN.TNO

de inflatie, in de doorrekening van CAPEX en OPEX.

Zon-PV

(basisbedrag) Daling van basisbedrag van grondge-bonden zon pv is meer dan zoals op- genomen in concept Klimaatakkoord.

Klimaatakkoord is geen re- ferentie voor het SDE++- advies.

Zon-PV

(basisbedrag) Wij zijn ervan overtuigd dat de daling van het basisbedrag te snel is t.o.v. de werkelijke kostendaling. Dit zit enerzijds in de investeringsbedragen (met name balance of system, de elektriciteitsaansluiting en overige kosten die niet meegenomen worden in de berekening), anderzijds worden de operationele kosten structureel onderschat.

Voor een deel bepalen de uitgangspunten die EZK aan het PBL meegeeft de kos- tencomponenten die bij de bepaling van de basisbedra- gen meegenomen kunnen worden. Tevens zijn voor sommige kostencomponen- ten inschattingen gemaakt. Zon-PV

(basisbedrag) Wij zijn het oneens met de intensiteit van de kostenverlaging, mede gelet op de huidige marktontwikkelingen.

Ter kennisgeving aangeno- men.

Zon-PV

(basisbedrag) PV-projecten gaan het heel moeilijk krijgen met de voorgestelde tarieven voor 2020. Ook moet in de toekomst steeds meer geld beschikbaar gesteld worden voor omgevingsfondsen en/of financiële participatie wat ook duur geld is. De omgeving en de politiek stelt hier steeds omvangrijkere eisen t.b.v. het afgeven van de omgevings- vergunning maar dat geld is er sim- pelweg niet of zo marginaal dat het niet veel voorstelt.

Projecten die vooral in de gevaren- zone zitten.

- Situaties waar de aansluitkosten hoog zijn als gevolg van grote afstand tot het netwerk - Zonnevelden tot ca 2,5 a 3MW;

indien aansluiting dichtbij wel lage aansluitkosten maar onvol- doende schaalgrootte om de vaste kosten terug te verdienen. - Zonnevelden van 2,5 tot ca

5MW; wel redelijke schaal- grootte maar zeer hoge aan- sluitkosten (1750 kVA tot 6000 kVA).

Alleen projecten van tientallen hecta- res c.q. MWp-en zullen in gunstige omstandigheden nog een positieve businesscase kunnen voorleggen, echter deze roepen in toenemende mate weerstand op van de omgeving en de lokale politiek en zullen ook slechts marginale bedragen kunnen opbrengen voor compensatie en par- ticipatie.

Voorgestelde oplossing:

I. Verhoging van de tarieven naar het niveau van 2019.

II. Differentiatie naar projectgrootte om projecten tot 5MWp, die land- schappelijk / maatschappelijk goed inpasbaar zijn, haalbaar te maken.

De opgehaalde informatie wijst juist in sterke mate op een te hoge ondersteuning van zon-PV als wij de tarie- ven niet mee laten dalen met de marktontwikkelin- gen. Participatie- en omge- vingskosten worden op basis van de uitgangspunten niet meegenomen in de CAPEX, maar ons beeld is dat zij wel gecompenseerd kunnen worden vanuit het rendement op eigen ver- mogen.

Verdergaande differentiatie is overwogen, maar advise- ren wij vooralsnog niet om- dat het verschil in

basisbedrag beperkt is in re- latie tot de specifieke meer- kosten die bij projecten kunnen optreden, waar deze consultatiereactie ook over spreekt.

Zon-PV

Onderwerp Consultatie-inbreng Reactie PBL/DNV GL/ECN.TNO

• De stijgende en additionele kosten voor de voorbereiding en het ver- krijgen van een vergunning; • De kosten als gevolg van de toe-

name van maatschappelijke eisen op het gebied van landschappe- lijke inpassing, natuur en biodi- versiteit en het extra onderzoek en advies hiervoor gewenst, de participatie aan een lokaal omge- vingsfonds en het omgevingsma- nagement inzake

belanghebbenden;

• De kosten van land- en dakhuur, de notariskosten terzake van ves- tigen zakelijke rechten, kosten voor asset management; en • Stijgende OZB-kosten.

EZK opgestelde uitgangs- punten. Enkel OZB-kosten nemen wij expliciet mee. Deze kosten hebben wij in het eindadvies opgehoogd.

Zon-PV

(basisbedrag) Wij verzoeken het PBL naast kosten-reducties tevens rekening te houden met kostenstijgingen waaronder stij- gende arbeidskosten vanwege schaarste op de arbeidsmarkt (plaat- singskosten per paneel nemen toe), stijgende overheadskosten ten ge- volge veiligheid, kwaliteit en daarmee stijgende kosten van total cost of ownership.

Wij houden rekening met een beperkte stijging van deze kosten (1,5%/jaar), maar ook met efficiencywin- sten. Hierdoor zullen per saldo de kosten blijven da- len.

Zon-PV

(basisbedrag) De volgende aspecten spelen in toe-nemende mate een kostenverho- gende rol in de ontwikkeling en realisatie van zonneparken:

• Omwonenden worden op verzoek van de overheid, gemeente en door de informatie in de media steeds intensiever bij de ontwik- keling van een zonnepark betrok- ken. Hierdoor worden er steeds meer eisen gesteld m.b.t. de landschappelijke inpassing. Dit brengt kosten met zich mee mbt landschapsarchitecten, groenvoor- zieningen en gaat ten koste van de ruimte voor zonnepanelen. • Omgevingsmanagement is steeds

tijdrovender, meerdere brain- storm avonden, meerdere infor- matie avonden, bezoeken aan fracties, veel 1 op 1 gesprekken met omwonenden samen met een landschapsarchitect.

• Planschade onderzoek is tegen- woordig standaard, kosten voor onderzoek plus planschade zelf. • Weerstand reduceert de slaagkans

en de kosten van niet-succesvolle projecten worden hoger voor pro- jectontwikkelaars.

• Om draagvlak te behouden bij de energietransitie worden steeds meer eisen gesteld m.b.t. financi- ele participatie. Participanten dra- gen vaak geen ontwikkelkosten en wensen geen projectrisico. Finan- ciële participatie gaat daardoor ten koste van het rendement van de uiteindelijk investeerder en/of ontwikkelaar.

Voor kennisgeving aangeno- men.

In document Eindadvies basisbedragen SDE++ 2020 (pagina 198-200)