• No results found

5. Analyse en resultaten

5.5 De zoektocht naar een balans tussen flexibiliteit en structuur

Omdat Rooftop als dynamisch netwerk functioneert, wordt door verschillende betrokkenen aangegeven dat er nog altijd wordt gezocht naar een balans tussen structuur en flexibiliteit. De één ziet binnen Rooftop graag meer structuur, terwijl de ander een flexibel, dynamische netwerk wenst. Hoe hierin de verhoudingen liggen, komt later in dit subhoofdstuk naar voren.

“Open en flexibel. Dat vind ik ook een beetje de schoonheid er van. Mensen zitten al vast in allemaal

structuren en mensen willen prima samenwerken, maar willen niet gedwongen worden.”

- Bedrijfsactor B

“Ik had graag gezien, niet dat er een structuur was, maar een basis met een aantal basisafspraken.

Hoe vaak je bij elkaar komt, wie dat dan voorbereid en coördineert, dus onderlinge afstemming. De

marketing en communicatie; onderhouden van de website. Wat verwacht je nu precies, wanneer mag

iemand aansluiten?”

- Stichting A

Nu, anderhalf jaar later, is de zoektocht naar een balans tussen structuur en

flexibiliteit nog altijd gaande. Waar eerst nog een project team werd aangewezen, bestaande uit de twee betrokken stichtingen, is Rooftop nu verworden tot een netwerk zonder centraal punt. Dit project team was onder andere verantwoordelijk voor marketing en communicatie. Momenteel wordt de website bijvoorbeeld niet bijgehouden.

In dit kader is recent gesproken over een nieuw concept; Rooftop Light. Zoals de

naam al doet vermoeden, wordt deze vernieuwde versie van Rooftop gekenmerkt door een lichte structuur. Dit houdt in dat er geen sprake is van een vaste structuur of een vaste rolverdeling onder betrokkenen. Elke partij kan op eigen initiatief ideeën voor projecten opperen. Ook wordt Rooftop van buitenaf, bijvoorbeeld door particulieren, benaderd. Bijvoorbeeld wanneer een particulier zijn of haar dak wil “vergroenen”, maar niet precies weet hoe dit aan te pakken Het light-model houdt in dat Rooftop nog meer een

netwerkfunctie vervult dan vorig jaar. Een verschil met 2014 is bijvoorbeeld het feit dat er vorig jaar een aantal concrete pilot projecten op de agenda stonden.

“Vorig jaar was die afspraak er wel. Heel duidelijk, we gaan drie daken, festival, website en we gaan

een financieringsmodel ontwikkelen. Dus ik zou dit jaar ook wel willen afspreken, we gaan dit, dit, dit

en dat doen, maar dat is er nu niet.”

Voor 2015 staan geen projecten gepland. Zoals eerder uitgelegd is het zo dat elke partij binnen Rooftop een project kan initiëren of dat Rooftop wordt van buitenaf benaderd voor projecten.

Er wordt door betrokkenen op verschillende wijze tegen het idee van Rooftop Light

aangekeken. Dit heeft veelal te maken met individuele visies op de mate van structuur binnen een dergelijke samenwerking. Dit werd in het begin van dit subhoofdstuk al kort genoemd. Of een respondent al dan niet een voorkeur heeft voor het light-concept lijkt niet samen te hangen met de sector waarin de betreffende actor werkzaam is. Overheidsactor A geeft geen expliciete visie op de gewenste vormgeving van Rooftop, maar geeft wel aan dat een lichte structuur in elk geval in het begin van een dergelijk samenwerkingsverband noodzakelijk is. De wil van actoren binnen Rooftop is het ontwikkelen van een vernieuwend

samenwerkingsverband tussen verschillende partijen. Dit maakt dat er op het begin geen vaste rolverdeling of structuur is aangebracht.

“Je wilt op een vernieuwende manier met mensen samenwerken. Dan kun je niet van te voren

gaan bedenken hoe je dat gaat doen.”

- Overheidsactor A

Bedrijfsactor B en Overheidsactor B beoordelen een flexibel netwerk als positief. Wat betreft Bedrijfsactor B kan dit worden opgemaakt uit het citaat op pagina 55. Deze partij is immers een voorstander van een licht, flexibel netwerk. Overheidsactor B beschrijft het light-model als een “krachtig model”.

“Dat hele light-model is denk ik ook juist een heel krachtig model, omdat je iedereen vooral in zijn rol

laat, in zijn kracht laat en elkaar gebruikt waar mogelijk. Waar je denkt van als we samen hier nu

even dit doen of als jij nou een keer dat project instapt, misschien kun je dat verder helpen. Tussen

haakjes, als ik kan helpen, neem me mee of laat het me weten.”

- Overheidsactor B

Bedrijfsactor A ziet Rooftop, zoals in subhoofdstuk 5.1 aangegeven, als missie. Rooftop, zo geeft deze partij aan, zou geen projecten moeten doen, maar eerder een boodschap uitdragen.

“Er moeten heel veel dingen [daken] gemaakt worden, maar dat moet niet de claim worden van

Rooftop Solutions Amsterdam. Volgens mij moet Rooftop Solutions Amsterdam met name gewoon in

haar communicatie veel zichtbaar maken en mensen, partijen verbinden binnen de stad met name.”

- Bedrijfsactor A

Bedrijfsactoren C en E en Overheidsactor D zijn niet actief betrokken genoeg om een duidelijk visie te geven op de vormgeving van Rooftop. Bedrijfsactor D ziet Rooftop als een platform . Dit betekent dat Rooftop een mogelijkheid is om als bij groene daken betrokken zijnde partijen met elkaar in contact te komen.

“Zij moeten voor ons een platform bieden om met mensen in contact te komen waardoor we pilot-

projecten kunnen gaan doen.”

- Bedrijfsactor D

Stichting A hangt, zoals het citaat op pagina 55 duidelijk maakt, meer aan structuur en geeft aan dat met een model als Rooftop Light in zekere zin waarde verloren gaat. In het oogpunt van Stichting A leidt deze vormgeving niet tot de ontwikkeling van projecten. Hiervoor zou meer gestructureerde organisatie nodig zijn.

“[Dat idee dat jullie samen projecten starten en innovaties creëren?] Dat is dan weg en dat vind ik

zonde, want ik denk dat er dan veel meer in zit. Maar een netwerk ja, ik heb wel meer mensen in mijn

netwerk.”

- Stichting A

Hiernaast geeft Stichting A aan dat het niet de insteek is van Rooftop om een nieuwe organisatie te vormen. in Bedrijfsactor B geeft in deze lijn aan dat hierin het gevaar zit dat een dergelijke organisatie kan gaan bestaan om het bestaan. Dit kan als gevolg hebben, zo geeft Bedrijfsactor B aan, dat er een waterhoofd ontstaat.

Hiermee bedoelt deze partij dat een initiatief zich ontwikkelt tot een organisatie, waarna men te druk is met het in stand houden van deze organisatie dan met het daadwerkelijk realiseren van de doelen die, in dit geval, Rooftop wil bereiken; namelijk de ontwikkeling van duurzame daken.

“Gevaar van organisaties is dat die soms willen bestaan om het bestaan. [...]. Bij Rooftop juist

tegenovergestelde. Erg uitgekleed. Geen kantoor, geen directeur. Dat is goed. Geen waterhoofd. Rooftop bestaat bij het feit dat er leden zijn. En als er even geen projecten zijn, dan is het ook allemaal

wat rustiger en als er veel te doen is dan komen leden bij elkaar om te kijken wie wat gaat doen.”

- Bedrijfsactor B

Duidelijk wordt dat visies op het light-model voornamelijk met individuele

voorkeuren voor organisatievormen te maken hebben en niet zozeer met de professionele achtergrond van een partij. Wel is men het er over eens dat het niet het doel van Rooftop is om een formele organisatie te vormen. In die zin wordt een bepaalde mate van flexibiliteit door eenieder onderschreven.

.