• No results found

Om de podcast online goed zichtbaar te maken, staat de podcast van het JCK op de website van het museum en wordt de podcast genoemd in de nieuwsbrief. Stalenhoef geeft aan dat het publiek wel naar de website geleid dient te worden. Hij ziet de luistercijfers dalen, terwijl de tentoonstelling nog tot 3 oktober 2019 staat.234

Het zichtbaar maken van de podcast en uitleggen hoe de podcast werkt, blijken volgens Stalenhoef lastig in de praktijk: ‘De audiotourapparaatjes begrijpen mensen inmiddels wel, maar als je nog nooit van een podcast hebt gehoord, moet je wel even geholpen worden.’235 ‘Bij alle musea zitten vrijwilligers achter de kassa; oudere

mensen, die eigenlijk niet weten wat een podcast is. En er moet al zo veel gezegd worden bij de kassa.’236

De podcast van het Stedelijk Museum werd bij het museumbezoek niet actief aangeboden, omdat er ook een audiotour bij de tentoonstelling is gemaakt. De podcast werd online wel op verschillende manieren gepromoot. De tentoonstelling en de podcast verschenen in het jaar waarin het vijftig jaar geleden was dat Amsterdam het magisch centrum in de Summer of Love was, waardoor er meerdere onderzoeken en boeken rond het thema verschenen. Dat waren voor het Stedelijk Museum goede publicaties om op in te haken.237 Het

publiek weet het Stedelijk Museum volgens Du Bois online goed te vinden. Het museum heeft de advertenties vooral verspreid onder mensen met bepaalde interesses, bijvoorbeeld mensen die evenementen rondom

Amsterdam Magisch Centrum bezochten.238 Daarnaast heeft de podcast op het Dag en Nachtplatform gestaan

en heeft het Stedelijk Museum met een kort stukje audio geadverteerd in een andere podcast van Dag en Nacht Media. Deze vorm van adverteren werkt volgens de organisatie achter het platform het beste: ‘Podcastluisteraars zitten in een soort gesloten ecosysteem.’ Het levert daarom weinig op om de advertenties te richten op nieuwe mensen.239 Ook was presentator Yuki Kho volgens Du Bois een strategische partner,

omdat Kho een eigen platform met een groot bereik heeft (@kunstkijken), waar zij kunsttips en –advies geeft. Het Stedelijk Museum kon daardoor ook haar achterban aanspreken.240 Du Bois merkte echter dat het lastig is

om op te vallen tussen alle berichten op social media. Doordat er slechts vijf afleveringen zijn verschenen, waar een behoorlijke tijd tussen zat, moest het Stedelijk Museum steeds opnieuw beginnen om het publiek duidelijk te maken dat het museum ook een podcast heeft. Du Bois geeft aan dat het Stedelijk Museum de podcast misschien iets kleiner had kunnen aanpakken, zodat er meer budget naar promotie had kunnen gaan.241

De podcast van het Van Gogh Museum is via een eigen campagne van het Van Gogh Museum uitgebreid gepromoot. Volgens Blokland vond de marketingafdeling van het museum de brieven een ondergeschoven kindje binnen de collectie en wilde daar graag aandacht aan besteden in een campagne. De brieven zijn uiteindelijk ook op de website terecht gekomen. Daar is Blokland content mee: ‘Zo’n podcast is een beetje een snackable briefje, makkelijk en leuk, maar niet de hele brief. Eigenlijk wil je dat de luisteraars

234 Bijlage 2A: Interview Caspar Stalenhoef, 13 mei 2019 [00.50.00-00.55.10]. 235 Bijlage 2A: Interview Caspar Stalenhoef, 13 mei 2019 [00.50.00-00.55.10]. 236 Bijlage 2A: Interview Caspar Stalenhoef, 13 mei 2019 [00.45.20-00.50.00]. 237 Bijlage 2B: Interview Saskia du Bois, 17 mei 2019 [00.05.20-00.10.50]. 238 Bijlage 2B: Interview Saskia du Bois, 17 mei 2019 [00.05.20-00.10.50]. 239 Bijlage 2B: Interview Saskia du Bois, 17 mei 2019 [00.10.50-00.15.20]. 240 Bijlage 2B: Interview Saskia du Bois, 17 mei 2019 [00.10.50-00.15.20]. 241 Bijlage 2B: Interview Saskia du Bois, 17 mei 2019 [00.20.00-00.25.05].

37

na het luisteren de hele brief willen lezen.’242 Als tussenstap heeft het museum daarom zeventig brieven op de

website van het museum gezet. Het publiek kan de brieven bekijken en favoriete quotes highlighten.243 Het

Van Gogh Museum betrekt het publiek op deze manier bij de collectie. Blokland geeft aan dat adverteren in andere culturele podcasts uiteindelijk het meeste effect heeft gehad, omdat het museum daarmee een doelgroep bereikt die van kunst en cultuur houdt. Blokland wijst er op dat dergelijke advertenties vrij duur zijn.244

De musea lijken over het algemeen redelijk tevreden met de promotie van hun podcasts, maar zijn nog zoekende naar de beste manier om de podcasts bij het publiek te krijgen. De podcasts staan duidelijk op de websites van de musea, maar het publiek dient wel naar deze sites geleid te worden. De vind- en deelbaarheid lijkt nog niet ver ontwikkeld. Ook is het lastig om op te vallen op social media. Verder zijn er verschillende drempels die het actief aanbieden van de podcast in de weg staan. Ten eerste, als de podcast bij een bepaalde tentoonstelling is gemaakt, stopt de promotie van die tentoonstelling – en daarmee van de podcast – als deze is afgelopen. De musea vragen zich af hoe zij kunnen zorgen dat de podcast langer relevant blijft. Ten tweede, als er zowel een podcast als een audiotour is gemaakt, blijkt het lastig om beide actief aan te bieden. Ten derde lijkt er een technische drempel te zijn die de verspreiding van de podcast in de weg staat: bij de kassa van musea zijn vaak ouderen die de techniek niet kennen, aan het werk, waardoor het lastig is om bezoekers een uitleg te geven. Ten vierde hebben de musea moeite om mensen te bereiken, die nog niet naar podcasts luisteren. De luistercijfers komen overigens in hoofdstuk 3 aan bod.

Ervaringen

Het JCK ervaart, naast de zichtbaarheid en technische drempels, nog drie andere nadelen van het medium. Ten eerste is de taal volgens Stalenhoef een struikelpunt. Het JCK heeft de podcast bij Jodenvervolging in foto’s ook in het Engels gemaakt. Stalenhoef geeft aan dat wanneer een museum een podcast in een andere taal wil produceren, de productie volledig opnieuw moet. Het publiek van musea is vaak grotendeels internationaal, waardoor musea de podcast logischerwijs in meerdere talen willen hebben, maar dit kost volgens Stalenhoef veel extra tijd en geld.245 Ten tweede blijkt het bouwen van een community, een van de mogelijkheden van een

podcast, lastig in de praktijk. Dat lukt volgens Stalenhoef alleen als een museum met enige regelmaat iets uitbrengt.246 Ten derde heeft Stalenhoef als ZZP’er moeite ‘om musea aan een flinke podcast te krijgen’.247

Volgens Stalenhoef ‘begint iedereen te zeuren over dat het kort moet’, omdat de musea bang zijn dat de podcast wordt uitgezet.248 Wat kort is, ervaart iedere luisteraar echter anders. Deze mening van Stalenhoef lijkt

overigens tegenstrijdig met zijn eigen podcast bij de Jodenvervolging in foto’s, die duidelijk ook voor in het museum is en daar willen luisteraars, zoals hij zelf aangeeft, geen uren naar een podcast luisteren.

242 Bijlage 2C: Interview Ann Blokland, 20 mei 2019 [00.30.05-00.35.05]. 243 Bijlage 2C: Interview Ann Blokland, 20 mei 2019 [00.30.05-00.35.05]. 244 Bijlage 2C: Interview Ann Blokland, 20 mei 2019 [00.30.05-00.35.05]. 245 Bijlage 2A: Interview Caspar Stalenhoef, 13 mei 2019 [00.55.10-01.01.40]. 246 Bijlage 2A: Interview Caspar Stalenhoef, 13 mei 2019 [00.55.10-01.01.40]. 247 Bijlage 2A: Interview Caspar Stalenhoef, 13 mei 2019 [00.40.00-00.45.20]. 248 Bijlage 2A: Interview Caspar Stalenhoef, 13 mei 2019 [00.40.00-00.45.20].

38

Du Bois geeft aan dat het Stedelijk Museum erg tevreden is over de productie van de eerste podcast. De samenwerking met Dag en Nacht Media is erg goed bevallen; volgens Du Bois zijn de mensen achter het platform journalistiek sterk onderlegd, waardoor hun aanpak goed is. De productie duurde door deze samenwerking volgens Du Bois wel iets langer en was duurder.249 Du Bois maakt duidelijk dat het bij een

dergelijke samenwerking met een externe partij belangrijk is om de conservator van de tentoonstelling bij de podcast te betrekken, zodat de podcast goed aansluit bij de tentoonstelling. Bovendien zit een conservator al zo in de materie en heeft al veel onderzoek gedaan voor de tentoonstelling waardoor hij/zij allerlei suggesties kan doen en handige contacten heeft.250 Waar Du Bois over twijfelt, is de lengte van de podcast: ‘De

afleveringen duren uiteindelijk op advies van Dag en Nacht Media rond de drie kwartier. Ik vond dat best lang.’251 Blokland is zeer tevreden over de inhoud van de brievenpodcast. Zij is nog steeds overtuigd dat audio

de beste manier is om de brieven naar het publiek over te brengen.252 Ook Blokland was benieuwd of de lengte

van de podcast in de smaak zou vallen bij het publiek: ‘Ik had natuurlijk wel rondgekeken en wilde een niet te lange podcast.’253

De drie musea lijken tevreden met hun podcasts. Voor het Stedelijk Museum en het Van Gogh Museum waren de podcasts geslaagde experimenten en willen zij doorgaan met het medium. Toch moet er nog wel van alles gebeuren, wil de museale podcast écht van de grond komen. De musea zijn nog op zoek naar de beste lengte voor een podcast. Aan de ene kant blijkt het lastig om musea ‘aan een flinke podcast te krijgen’, omdat de angst heerst dat bezoekers de podcast uitzetten.254 De afleveringen van de JCK-podcast duren slechts

5 minuten om het verhaal behapbaar te maken binnen het educatieve programma; voor echte verdieping lijkt dat volgens Stalenhoef wat aan de korte kant. De afleveringen van het Stedelijk Museum zijn langer, tussen de 25 en 45 minuten, waardoor de productie duur was en er minder afleveringen zijn gemaakt. Het Van Gogh Museum ten slotte maakte afleveringen tussen de 10 en 12 minuten, die door de Volkskrant positief aan de korte kant werden beoordeeld.255

Verder geven de musea aan dat het belangrijk is om te bekijken of de juiste expertise om een podcast te produceren aanwezig is binnen het museum. Het JCK heeft het geluk dat de ervaring om een podcast te maken binnen de organisatie aanwezig is. Uit de ervaringen van het Stedelijk Museum en het Van Gogh Museum blijkt namelijk dat het voor een museum erg duur is om samen te werken met professionele mensen in een studio. Als een museum kiest voor een samenwerking met een externe partij blijkt het verstandig om de conservator te betrekken in het maakproces; de conservator heeft al heel veel onderzoek gedaan, heeft contacten en kan zorgen voor de juiste aansluiting bij de tentoonstelling.

249 Bijlage 2B: Interview Saskia du Bois, 17 mei 2019 [00.10.50-00.15.20]. 250 Bijlage 2B: Interview Saskia du Bois, 17 mei 2019 [00.10.50-00.15.20]. 251 Bijlage 2B: Interview Saskia du Bois, 17 mei 2019 [00.05.20-00.10.50]. 252 Bijlage 2C: Interview Ann Blokland, 20 mei 2019 [00.35.05-00.40.00]. 253 Bijlage 2C: Interview Ann Blokland, 20 mei 2019 [00.10.25-00.15.05]. 254 Bijlage 2A: Interview Caspar Stalenhoef, 13 mei 2019 [00.40.00-00.45.20].

255 Anna van Leeuwen, ‘Podcastrecensie Van Gogh Belicht: de brieven’ (20 november 2018), https://www.volkskrant.nl/cultuur-

media/al-zijn-van-goghs-brieven-wereld-beroemd-het-voelt-intiem-wanneer-adriaan-van-dis-ze-voorleest-voor-de-podcast-van- gogh-belicht-de-brieven-vier-sterren~b5ce4c6f/ (17 juni 2019).

39

Toekomst

Binnenkort verschijnt er ook een Duitse versie van de JCK-podcast, omdat de tentoonstelling Jodenvervolging

in foto’s in het najaar van 2019 te zien zal zijn in Berlijn. In de toekomst wil Stalenhoef graag een zelfstandige

podcast vanuit het JCK produceren om een deel van de collectie, dat niet in de tentoonstelling zit, toegankelijk te maken of om topstukken uit de vaste collectie uit te lichten.256 Volgens Stalenhoef is een museum ‘een

enorme kennisfabriek, waar veel enthousiasme, expertise en nieuwsgierigheid aanwezig is, die in een podcast mooi tot uiting kunnen komen’.257 In de praktijk blijkt het volgens Stalenhoef echter lastig om een zelfstandige

podcast te ontwikkelen, omdat musea geen mensen in dienst hebben die zich puur op de podcastproductie kunnen richten en het budget voor de communicatieafdeling klein is. Ook wil Stalenhoef in de toekomst zijn podcastpubliek beter aanspreken, waardoor de podcast voor de luisteraar minder als een marketingtool of audiotour aanvoelt.258

Het Stedelijk Museum heeft er bewust voor gekozen om de eerste podcast in het Nederlands te maken, omdat de tentoonstelling Amsterdam Magisch Centrum sterk op Amsterdam gericht was en voor toeristen minder relevant was. In de toekomst wil het Stedelijk Museum wel graag een Engelstalige podcast maken om een groter publiek te bereiken.259 Ook denkt het museum na over een zelfstandige podcast in de toekomst, die

los van een tentoonstelling staat en daardoor tijdlozer is. Volgens Du Bois ‘liggen er nog veel leuke, spannende verhalen in het museum en valt er van alles uit het depot te halen voor een podcast’. Een algemene podcast spreekt bovendien een groter publiek aan volgens Du Bois, omdat museumverhalen het altijd goed doen en de luisteraar dan niet van een specifieke kunststroming uit een bepaald tijdperk hoeft te houden.260 Een

vervolgpodcast zou wellicht bestaan uit iets kortere en meer afleveringen, zodat het Stedelijk Museum vaker kan posten. Volgens Du Bois is het ten slotte belangrijk dat een museum zich blijft afvragen of de podcast een geschikt medium is voor het verhaal dat het museum wil vertellen:‘Als museum moet je eerst bedenken wat je wil vertellen, waarom dat relevant is en vervolgens moet je pas kijken welk medium daarvoor geschikt is: een Instagrampost, een video of een podcast?’261

Blokland hoopt dat de podcast geen hype is en dat on demand audio luisteren een vaste plek krijgt in Nederland. Volgens Blokland lijken vooral radiozenders en kranten het medium op te pakken en is iedereen op zijn eigen terrein bezig. De cultuursector blijft volgens haar nog een beetje achter.262 Het Van Gogh Museum

wil in ieder geval zeker door met het ontwikkelen van podcasts. De eerste podcast is bewust in het Nederlands gemaakt, omdat het van Gogh Museum wat kleiner wilde beginnen: ‘In Nederland is het nog wat overzichtelijker. Als je Engelstalige bezoekers wil aanspreken, moet je echt wel iets te bieden hebben.’263 Dit

jaar verschijnt er ook een Engelstalige podcast bij het Van Gogh Museum. Verder wil ook Blokland in de

256 Bijlage 2A: Interview Caspar Stalenhoef, 13 mei 2019 [00.35.50-00.40.00]. 257 Bijlage 2A: Interview Caspar Stalenhoef, 13 mei 2019 [00.40.00-00.45.20]. 258 Bijlage 2A: Interview Caspar Stalenhoef, 13 mei 2019 [00.40.00-00.45.20]. 259 Bijlage 2B: Interview Saskia du Bois, 17 mei 2019 [00.20.00-00.25.05]. 260 Bijlage 2B: Interview Saskia du Bois, 17 mei 2019 [00.20.00-00.25.05]. 261 Bijlage 2B: Interview Saskia du Bois, 17 mei 2019 [00.25.05-00.30.10]. 262 Bijlage 2C: Interview Ann Blokland, 20 mei 2019 [00.20.00-00.25.05]. 263 Bijlage 2C: Interview Ann Blokland, 20 mei 2019 [00.05.10-00.10.25].

40

toekomst een zelfstandige podcast. Het Van Gogh Museum denkt na over een soort behind the scenes rond tentoonstellingen, omdat daar volgens Blokland leuke zoektochten achter zitten.264 Ook zou Blokland nog meer

uit de brieven willen halen. Stiekem hoopt zij dat er een podcastmaker is die er een hoorspel van wil maken: ‘Ik droom al heel lang van een hoorspel, heel old skool.’265

In de toekomst willen zowel het JCK, het Stedelijk Museum als het Van Gogh Museum een zelfstandige podcast produceren, die losstaat van tentoonstellingen. Een zelfstandige podcast kan langer relevant blijven dan een podcast bij een tentoonstelling en kan naar verwachting een groter publiek aanspreken. Inhoudelijk kan een zelfstandige podcast onderwerpen uit de collectie toegankelijk maken, topstukken uitlichten, (dieper) ingaan op kennis die niet in de tentoonstelling terecht komt en kijkjes achter de schermen geven.

De musea willen daarnaast graag Engelstalige podcasts maken om ook een internationaal publiek aan te spreken. Het Stedelijk Museum en het Van Gogh Museum geven aan dat zij wel echt iets willen kunnen bieden als zij een Engelstalig publiek aan zullen spreken, omdat de podcast als medium in Engelstalige landen al veel verder ontwikkeld is. De Nederlandstalige podcasts waren voor hen een soort experiment. Het JCK heeft al wel geëxperimenteerd met Engelstalige podcasts en wijst erop dat de productie van een podcast in een andere taal bijna volledig opnieuw moet. De musea benadrukken verder dat een instelling zich moet blijven afvragen of de podcast het meest geschikte medium is om een bepaald verhaal te vertellen. Het Stedelijk Museum en het Van Gogh Museum zijn musea die graag vooroplopen en experimenteren, maar het is belangrijk om te bepalen of het medium de inhoud echt versterkt.

Bevindingen hoofdstuk 2

Uit de analyse van de interviews met de drie museummedewerkers blijkt dat een museale podcast verschillende doelen kan dienen. Ten eerste is een podcast een manier om het publiek te bereiken. Daarnaast heeft een podcast een archieffunctie; een deel van een tentoonstelling blijft online toegankelijk in een podcast. Ook kan een podcast materiaal toegankelijk maken dat mogelijk geen plek heeft in een tentoonstelling. Verder is het mogelijk om in een podcast alternatieve perspectieven te bieden, de hedendaagse relevantie van een tentoonstelling te duiden en te laten zien hoe een tentoonstelling tot stand is gekomen. Ten slotte wordt een podcast ingezet als didactisch instrument.

De vergelijkingen met de audiotour die de drie musea hebben gemaakt laten zien dat het grootste verschil tussen een podcast en een audiotour is dat de luisteraar bij een audiotour fysiek in het museum aanwezig moet zijn om de audiotour te volgen; een podcast kan de luisteraar waar en wanneer dan ook tot zich nemen. Toch lijken sommige podcasts nog (te) veel op een audiotour, waardoor luisteraars denken dat de ervaring niet compleet is zonder het museum te bezoeken. Daarnaast zou de podcast de audiotour aan de ene kant kunnen uitdagen om wat persoonlijker opgezet te worden, aan de andere kant zit de kracht van een

264 Bijlage 2C: Interview Ann Blokland, 20 mei 2019 [00.40.00-00.45.00]. 265 Bijlage 2C: Interview Ann Blokland, 20 mei 2019 [00.40.00-00.45.00].

41

audiotour juist in de objectgerichtheid, die de bezoeker helpt kijken en werkt de opzet van een audiotour juist goed in het museum. Wil de podcast in museale context echt van de grond komen, dient er een duidelijk onderscheid gemaakt te worden tussen een audiotour en een podcast.

De geïnterviewden zijn over het algemeen tevreden met hun podcast, maar zij zetten bij enkele kwesties nog wel hun vraagtekens. De musea zijn nog zoekende wat de beste lengte is voor een podcast. Op basis van de ervaringen lijkt de ideale podcast ergens tussen de 12 en 45 minuten te liggen. Daarnaast speelt de vraag hoe de musea het publiek het beste kunnen bereiken met de podcasts. De podcasts staan op de websites, maar het publiek dient de sites wel te zien te vinden. De musea vragen zich af hoe een podcast bij een tentoonstelling relevant blijft. Het antwoord daarop geven zij indirect zelf al: zij willen alle drie een zelfstandige museumpodcast. Podcasts bij tentoonstellingen lijken op het gebied van relevantie daarom een minder goed idee. Verder lijkt een technische drempel de verspreiding van podcasts in de weg te staan. Podcastdokter Oskamp heeft daar een oplossing voor. Zij stelt voor om meer uitlegfilmpjes te verspreiden over wat een podcast is en waar podcasts te vinden zijn: ‘Er zijn al bestaande tutorials die musea zo op de website kunnen toevoegen.’266 Dat neemt het probleem dat het publiek de website moet bereiken niet weg, maar de

uitlegfilmpjes kunnen wel helpen om kassamedewerkers in te lichten. Tevens hebben musea moeite om nieuwe mensen, die nog geen podcasts luisteren, te bereiken. Ideeën om de promotie te verbeteren zijn het maken van een teaser in audiovorm, inhaken op de actualiteit of jubilea, de online marketing richten op mensen met bepaalde interesses, samen te werken met andere platforms waar de podcast aangeboden kan worden en adverteren in andere populaire en/of culturele podcast.

Uit de analyse blijkt verder dat het pas mogelijk is een band met de luisteraars op te bouwen als een