• No results found

WETTELIJKE REGELING YAN HET ARBEIDSCONTRACT YOOR NEDEBLANDSCH-IND1Ë

(Koninklijk Besluit van 12 Juni 1926 No. 33, Ind. Stbl. 1926, No. 335).

Wij Wilhelmina, enz.

Artikel I.

Het Burgerlijk Wetboek voor Nederlandsch-Indië ondergaat de volgende wijzigingen en aanvullingen :

Ie. Artikel 22 wordt gelezen:

„Arbeiders hebben, behoudens het bepaalde bij het vorige artikel, hunne woonplaats in het huis hunner werkgevers, indien zij bij dezen inwonen".

2e. Artikel 109 wordt gelezen:

„Ten opzichte van handelingen of verbintenissen door tie vrouw aangegaan, wegens alles wat de gewone en dagelijksche uitgaven der huishouding betreft, alsmede ten opzichte van arbeids-overeenkomsten, door haar als werkgeefster ten behoeve van de huishouding aangegaan, veronderstelt de wet. dat zij de bewilliging van haren man heeft bekomen".

3e. Artikel 1149, 4o. wordt gelezen :

„Het loon van arbeiders over het verschenen jaar, en hetgeen over het loopende jaar verschuldigd is, benevens het bedrag der verhooging van dat loon ingevolge artikel 1602^ alsmede het be-drag der uitgaven, door den arbeider voor den werkgever gedaan, mitsgaders het bedrag der schadevergoeding, door den werkgever aan den arbeider bij het einde der dienstbetrekking krachtens artikel 1603« verschuldigd".

4e. Artikel 1447, tweede lid, wordt gelezen :

„Ook kan de minderjarigheid niet worden ingeroepen tegen verbintenissen dooi' minderjarigen, bij huwelijksche voorwaarden, met inachtneming van artikel 151, of bij arbeidsovereenkomsten, met inachtneming van artikel 160Ir/ of bij arbeidsovereenkomsten, op welke artikel 1601/; van toepassing is, aangegaan".

5e. De artikelen 1547 en 1549 vervallen.

6e. De eerste Afdeeling des Zevenden Titels van het Derde Boek wordt gelezen :

m

EERSTE AFDEELING.

A I g e m e e n e B e p a 1 i n g.

Artikel 1548. Huur en verhuur is eene overeenkomst, waarbij de eene partij zich verbindt om de andere het genot eener zaak-te doen hebben, gedurende eenen bepaalden tijd en zaak-tegen eenen bepaalden prijs, welken de laatstgenoemde aanneemt te betalen.

Men kan allerlei soort van goederen, hetzij onroerende, hetzij roerende, verhuren.

7e. De Vijfde Afdeeling des Zevenden Titels van het Derde Roek wordt vervangen door het volgende:

ZEVENDE TITER A.

V a, n d e o v e r o e n k. o m s t e n t o t h e t v c r r i c. h t e n v a n a r b e i d.

EERSTE AFDEER1NG.

A 1 g e m e e n e B e p a 1 i n g e n.

Artikel 1601. Behalve de overeenkomsten tot het verrichten van enkele diensten, welke door de aan haar eigene • bepalingen en bedongene voorwaarden, en bij gebreke van deze door het gebruik, worden geregeerd, bestaan er twee soorten van overeenkomsten, waarbij de eene partij zich verbindt, voor de andere tegen beloo-ning arbeid te verrichten : de arbeidsovereenkomst en de aanne-ming van werk.

Artikel 1601«. De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de eene partij, de arbeider, zich verbindt, in dienst van de andere partij, den werkgever, tegen loon gedurende zekeren tijd arbeid te verrichten.

Artikel 1601t*. De aanneming van werk is de overeenkomst, waarbij de eene partij, de aannemer, zich verbindt, voor de andere partij, den aanbesteder, tegen eenen bepaalden prijs een bepaald werk tot stand te brengen.

Artikel 1601c. indien een overeenkomst de kenmerken bevat van eene arbeidsovereenkomst en van eenige andere soort van over-eenkomst, zullen zoowel de bepalingen betreffende de arbeidsover-eenkomst als die betreffende de andere soort van o verearbeidsover-eenkomst,

m

welker kenmerken zij mede bevat, van toepassing zijn ; in geval van strijd tusschen deze bepalingen zullen die der arbeidsover-eenkomst van toepassing zijn.

Indien een aanneming van werk door meerdere soortgelijke overeenkomsten, zij liet ook telkens met eenigen tusschentijd, is gevolgd, of indien het, bij liet aangaan eener aanneming van werk, blijkbaar in de bedoeling van partijen ligt meerdere dergelijke overeenkomsten aan te gaan, in dier vroege, dat de verschillende aannemingen te zamen als een arbeidsovereenkomst kunnen wor-den beschouwd, zollen de bepalingen betreffende de arbeidsovereen-komst op deze overeenarbeidsovereen-komsten gezamenlijk en op elk harer afzon-derlijk, met uitsluiting van de bepalingen der zesde afdeeling van dezen titel, van toepassing zijn. Is evenwel in een dergelijk geval de eerste overeenkomst bij wijze van proef aangegaan, dan zal deze geacht worden haren aard van aanneming van werk te heb-hen behouden en zullen de bepalingen der zesde afdeeling op haar van toepassing zijn.

TWEEDE AFDEELING.

V a n d e a r b e i d s o v e r e e n k o m s t i n h e t al g e m e e n.

Artikel \60ld Wanneer een arbeidsovereenkomst schriftelijk wordt aangegaan, zijn de kosten der akte en andere bijkomende onkosten ten Jaste van den werkgever.

Artikel 1601e. Indien bij het sluiten der overeenkomst een hand- of godspenning is gegeven en aangenomen, ontleent geene der partijen daaraan de bevoegdheid van de overeenkomst af te zien door liet laten behouden of het teruggeven van die hand- of godspenning.

De hand- of godspenning kan slechts in mindering worden gebracht op het loon, indien de dienstbetrekking niet langer dan drie maanden heeft bestaan, terwijl zij voor längeren of voor onbe-paaklen tijd is aangegaan.

Artikel 1601/". Ten opzichte van arbeidsovereenkomsten, door de gehuwde vrouw als arbeidster aangegaan, veronderstelt de wet, dat zij de bewilliging van haren man heeft bekomen.

Zij kan diensvolgens alle handelingen ter zake dier overeen-komsten, het geven van kwijting en het verschijnen in rechten daaronder begrepen, zonder bijstand van haren man verrichten.

64

Zij is gerechtigd over hetgeen zij ingevolge de gesloten arbeids-overeenkomst ontvangen of te vorderen heeft, ten bate van het gezin te beschikken.

Artikel 1601#. Een minderjarige is bekwaam als arbeider arbeidsovereenkomsten aan te gaan, indien hij daartoe door zijnen wettelijken vertegenwoordiger, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, is gemachtigd.

Een mondelinge machtiging kan slechts strekken tot het aan-gaan van een bepaalde arbeidsovereenkomst. Is de minderjarige nog geen volle achttien jaren oud, dan moet zij verleend worden in tegenwoordigheid van den werkgever of van dengene die namens dezen handelt. Zij kan niet voorwaardelijk worden verleend.

Indien de machtiging schriftelijk is verleend, is de minderjarige verplicht de volmacht ter hand te stellen aan den werkgever, die den minderjarige onverwijld een gewaarmerkt afschrift daarvan doet toekomen en de volmacht bij het einde der dienstbetrekking aan den minderjarige of diens rechtverkrijgenden teruggeeft.

Voorzoover zulks niet door het stellen van bepaalde voorwaar-den in de machtiging uitdrukkelijk is uitgesloten, staat de minder-jarige in alles, wat betrekking heeft op de arbeidsovereenkomst, door hem ingevolge de verleende machtiging aangegaan, met een meerderjarige gelijk, behoudens het bepaalde bij het derde lid van artikel 1602/'. Echter kan hij niet in rechten verschijnen zonder bijstand van zijnen wettelijken vertegenwoordiger, behalve wanneer den rechter gebleken is. dat de wettelijke vertegenwoordiger niet bij machte is zich te

verklaren.-Artikel 1601 h. Indien een daartoe niet bekwaam minderjarige eene arbeidsovereenkomst heeft aangegaan en dientengevolge gedu-rende zes weken, zonder verzet van zijnen wettelijken vertegen-woordiger, in dienst van den werkgever arbeid heeft verricht, wordt hij geacht door dien vertegenwoordiger mondeling tot het aangaan dier arbeidsovereenkomst gemachtigd te zijn geweest.

Artikel 160 li. Een tusschen echtgenooten aangegane arbeids-overeenkomst is nietig.

Artikel 1601;'. Een door den werkgever vastgesteld reglement is voor den arbeider slechts verbindend, indien deze schriftelijk heeft verklaard zich met dat reglement te vereenigen en indien tevens is voldaan aan de navolgende vereischten :

65

le. dat een volledig exemplaar van het reglement kosteloos door of vanwege den werkgever aan den arbeider is verstrekt;

2e. dat door of vanwege den werkgever een dooi' dezen ondertee-kend volledig exemplaar van liet reglement ter inzage voor een ieder is nedergelegd ten kantore van het Hoofd van plaat-selijk bestuur binnen wiens ressort de onderneming, in welke het reglement geldt, gevestigd is:

3e. dat een volledig exemplaar van liet reglement op een voor den arbeider gemakkelijk toegankelijke plaats, zoo mogelijk in het arbeidslokaal, zoodanig opgehangen zij en blijve, dat het duidelijk leesbaar is.

De nederlegging en de inzage van het reglement ten kantore van het Hoofd van plaatselijk bestuur geschieden kosteloos.

Elk beding, strijdig met eenige bepaling van dit artikel, is nietig.

Artikel lGOlfc. Indien gedurende de dienstbetrekking een re-glement wordt vastgesteld of het bestaande wordt gewijzigd, is dit nieuwe of dit gewijzigde reglement voor den arbeider slechts ver-bindend, indien een volledig exemplaar van het ontwerp daarvan of van de ontworpen wijzigingen hem kort voor de vaststelling ge-durende zoodanigen tijd kosteloos ter inzage is-verstrekt, dat hij zich over den inhoud behoorlijk heeft kunnen beraden.

Indien de arbeider, na vaststelling van het nieuwe of het o-ewijzigde reglement, zich daarmede niet vereenigt, kan hij binnen een termijn van vier weken, nadat die vaststelling te zijner kennis is gekomen, bij den rechter de ontbinding van de arbeidsovereen-komst vorderen. De rechter beslist na verhoor of behoorlijke oproe-ping der wederpartij in hoogste instantie en wijst de vordering toe, tenzij hij van oordeel is, dat de arbeider door het nieuwe of het gewijzigde reglement niet of niet in voldoend ernstige mate in zijn belangen wordt geschaad. In afwachting van de beslissing des rech-ters en bij afwijzing der vordering duurt de dienstbetrekking voort

en geldt het nieuwe of het gewijzigde reglement van den dag dei-inwerkingtreding daarvan. Bij toewijzing bepaalt de rechter op welk öogenblik de dienstbetrekking zal eindigen en heeft de arbeider aanspraak op een schadeloosstelling op den voet als bij art. 1603q 1) bij beëindiging door den werkgever is bepaald.

Elk beding, strijdig met eenige bepaling van dit artikel, is nietig.

1) In h e t Stbl. is, blijkbaar abusievelijk, vermeld art. 1603g.

66

Artikel 1601/. Eerie verklaring des arbeiders, waarbij hij zich verbindt zich met elk in de toekomst vast te stellen reglement of met elke toekomstige wijziging van een bestaand reglement te ver-eenigen, is nietig.

Artikel 1601 m. Van de bepalingen van het reglement kan alleen dan bij bijzondere overeenkomst worden afgeweken, indien deze schriftelijk is aangegaan.

Artikel 1601«. Elk beding tusschen den werkgever en den arbei-der, strijdig met eene collectieve arbeidsovereenkomst, door welke zij beiden gebonden zijn, zal op de daartoe strekkende vordering van ieder dergenen, die bij de collectieve arbeidsovereenkomst partij waren, met uitsluiting evenwel van den werkgever zelven, worden nietig verklaard.

Onder collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan eene re-geling, getroffen door een of meer werkgevers of eene of meer rechtspersoonlijkheid bezittende vereenigingen van werkgevers, met eene of meer rechtspersoonlijkheid' bezittende vereenigingen van arbeiders, omtrent arbeidsvoorwaarden, bij het aangaan van arbeids-overeenkomsten in acht te nemen.

Artikel 1601o. Ter berekening van het in geld vastgestelde loon per dag wordt, voor de toepassing van dezen titel, de dag gesteld op tien uren, de week op zes dagen, de maand op vijf en twintig da-gen en het jaar op driehonderd dada-gen. Is het loon, hetzij voor het geheel, hetzij gedeeltelijk op andere wijze, dan naar tijdruimte vast-gesteld dan wordt als liet in geld vastvast-gestelde loon per dag aange-nomen het gemiddelde loon des arbeiders, berekend over de laatste voorafgegane dertig werkdagen; bij gebreke van dien maatstaf wordt als loon aangenomen liet gebruikelijke loon voor den, wat aard.

plaats en tijd betreft, meest nabij komenden arbeid.

Artikel 160lp. Het loon van arbeiders, welke niet bij den werkgever inwonen, mag niet anders worden vastgesteld dan in :

1 e. geld ;

2e. voedsel te nuttigen, alsmede voedings-, verlichtings- en stook-middelen te gebruiken ter plaatse waar ze worden verstrekt;

3e. kleeding, door den arbeider bij de waarneming der dienstbe-trekking te dragen ;

4e. eene bepaalde hoeveelheid der voortbrengselen van het bedrijf, waarin het loou verdiend wordt, of der grond- of hulpstoffen in

67

dat bedrijf gebruikt, een en ander voor zoover die voortbreng-selen of grond- of hulpstoffen, wat aard en hoeveelheid betreft, bebooren tot de eerste levensbehoeften van den arbeider en zijn gezin, of als grond- of hulpstoffen, werktuigen of gereedschap-pen in het bedrijf des arbeiders worden gebezigd, en in ieder geval met uitsluiting van alcoholhoudende)! drank en opium ; 5e. het gebruik van een bepaald stuk grond of van weide of

stal-ling voor een bepaald aantal naar de soort aangeduide dieren, toebehoorende aan den arbeider of aan een der leden van zijn gezin, bet gebruik van werktuigen of gereedschappen, alsmede het onderhoud daarvan ;

6e. bepaalde werkzaamheden of diensten, door of voor rekening-van den werkgever voor den arbeider te verrichten ;

7e. het gebruik van een aangewezen woning of woninggedeelte, vrije geneeskundige behandeling van den arbeider en van zijn gezin, vrije beschikking over een of meer bedienden, over een automobiel of ander vervoermiddel of over een of meer paarden en soortgelijke tegemoetkomingen in de kosten der huishouding, voorzoover niet vallende onder de voorgaande nummers ;

8e. bezoldiging gedurende een verlofstijd na een bepaald aantal jaren dienst of recht op vrijen overvoer naar de plaats van herkomst of naar en van de plaats van verlof.

Artikel 1601 g. Indien bij overeenkomst of bij reglement geen bepaald loon is vastgesteld, heeft de arbeider aanspraak op zoodanig loon, als ten tijde van het sluiten der overeenkomst voor arbeid als de bedungene, ter plaatse waar deze moest worden verricht, gebruikelijk was.

Indien zoodanig gebruik niet bestaat, wordt het loon met in-achtneming der omstandigheden naar billijkheid bepaald.

Artikel 1601r. Voor zoover het loon anders dan volgens artikel 160ijJ geoorloofd is, is vastgesteld, wordt het op een bedrag in geld gewaardeerd en geacht vastgesteld te zijn op het vijfvoud van dit bedrag.

Het geheele loon, dat dientengevolge verschuldigd zal zijn, zal echter het overeenkomstig de bepalingen van het voorgaande artikel berekende loon niet met meer dan een derde mogen overschrijden.

Elk beding, strijdig met eenige bepaling van dit artikel, is nietig.

CS

Artikel 1601s. Ongeoorloofd en nietig is elk beding tusschen den werkgever of een van diens beambten of zetbazen en eenen onder een hunner gestelden arbeider, waarbij deze zich verbindt, het loon of zijne overige inkomsten of een gedeelte daarvan op eene bepaalde wijze te besteden, of zich zijne benoodigdheden op eene bepaalde plaats of bij eenen bepaalden persoon aan te schaffen.

Van deze bepaling is uitgezonderd het beding, waarbij de ar-beider deelneemt in eenig fonds, mits het fonds voldoet.aan de voorwaarden bij ordonnantie gesteld.

Artikel 16011. Indien de arbeider ingevolge een ongeoorloofd en nietig beding, als bedoeld bij het voorgaande artikel, met den werkgever eenige overeenkomst heeft aangegaan, ontstaat daaruit geenerlei verbintenis. De arbeider is gerechtigd het reeds te dier

zake op zijn loon in rekening geledene of door hem betaalde van den werkgever terug te vorderen, zonder gehouden te zijn tot teruggave van hetgeen hem ter voldoening aan de overeenkomst is verstrekt.

Niettemin is de rechter bevoegd, bij toewijzing van de vorde-ring des arbeiders, de veroordeeling te beperken tot zoodanig be-drag als hem met bet oog op de omstandigheden van het geval billijk zal voorkomen, doch uiterlijk tot de som, waarop de door den arbeider geleden schade door hem wordt gewaardeerd.

Heeft de arbeider ingevolge een ongeoorloofd en nietig beding, als voormeld, met een ander dan den werkgever eenige overeen-komst aangegaan, dan heeft hij het recht het bedrag van hetgeen hij uit dien hoofde betaald beeft of nog verschuldigd is, van den werkgever te vorderen. De bepaling van het tweede lid is ook ten deze van toepassing.

Ieder vorderingsrecbt des arbeiders krachtens dit artikel vervalt na verloop van zes maanden.

Artikel 1601«.. De werkgever kan slechts boete stellen op.de overtreding van voorschriften van eene schriftelijk aangegane over-eenkomst of van een reglement, indien die voorschriften bepaaldelijk zijn aangeduid en de boete in de overeenkomst of het reglement is aangegeven.

De overeenkomst of het reglement, waarbij boete is bedongen, moet nauwkeurig de bestemming der boeten vermelden. Zij mogen noch onmiddellijk, noch middellijk, strekken tot persoonlijk voordeel

69

van den werkgever zelven of van dengene, wieri deze de bevoegd-heid heeft verleend den arbeiders boete op te leggen.

ledere boete, in een reglement of in eene overeenkomst be-dongen, moet op een bepaald bedrag gesteld zijn, uitgedrukt in de munt, waarin het loon in geld vastgesteld is.

Binnen een week mag aan een arbeider geen hooger bedrag aan gezamenlijke boeten worden opgelegd dan zijn in geld vastge-steld loon voor éénen dag. Geen afzonderlijke boete mag hooger dan dit bedrag worden gesteld.

Elk beding, strijdig met eenige bepaling van dit artikel is nietig.

Echter mag, doch alleen ten aanzien van arbeiders wier in geld vastgesteld loon meer dan acht gulden per dag bedraagt, bij schrif-telijk aangegane overeenkomst of bij reglement van de bepalingen van het tweede, derde en vierde lid worden afgeweken. Is zulks geschied, dan zal de rechter steeds bevoegd zijn de boete op eene kleinere som te bepalen, indien de opgelegde hem bovenmatig voorkomt.

Onder liet stellen en het bedingen van boete in den zin van dit artikel wordt begrepen het door den werkgever bedingen van straf, als bedoeld bij de tiende Afdeeling van den eersten Titel van dit Boek.

Artikel 1601 v. Terzake van eenzelfde feit mag de werkgever niet boete heffen en tevens schadevergoeding vorderen.

Elk beding, strijdig met deze bepaling, is nietig.

Artikel I60lw. Indien ééne der partijen opzettelijk of door schuld in strijd heeft gehandeld met eene harer verplichtingen en de dientengevolge door de wederpartij geleden schade niet op geld waardeerbaar is, zal de rechter naar billijkheid eene som gelds als schadevergoeding vaststellen.

Artikel 1601a;. Een beding tusschen den werkgever en den arbei-der, waarbij deze laatste beperkt wordt in zijne bevoegdheid om na het einde der dienstbetrekking op zekere wijze werkzaam te zijn, is slechts geldig, indien het bij schriftelijk aangegane overeenkomst of bij reglement met eenen meerderjarigen arbeider, is tot stand gekomen.

De rechter kan, hetzij op de vordering' van den arbeider, betzij ingevolge diens daartoe strekkend verweer in een geding, zulk een

70

beding geheel of gedeeltelijk te niet doen op grond dat. in verhou-ding tot het te beschermen belang des werkgevers, de arbeider door dat beding onbillijk wordt benadeeld.

Aan een beding, als in het eerste lid bedoeld, kan de werk-gever geene rechten ontleenen, indien hij de dienstbetrekking on-rechtmatig heeft doen eindigen, of den arbeider door opzet of schuld eene dringende reden heeft gegeven om de dienstbetrekking te doen eindigen en deze van die bevoegdheid heeft gebruik gemaakt, noch ook indien de rechter op het verzoek of op de vordering des arbei-ders de arbeidsovereenkomst ontbonden heeft verklaard op grond van eene dringende reden, den arbeider gegeven door opzet of schuld des werkgevers.

Indien door den werkgever van den arbeider eene schadever-goeding is bedongen voor het geval, dat deze in strijd handelt met een beding, als in het eerste lid bedoeld, zal de rechter steeds be-voegd zijn de schadevergoeding op eene kleinere som te bepalen, zoo de bedungene hem bovenmatig voorkomt.

Artikel 1601y. Alle akten en geschriften betreffende het aan-gaan, wijzigen of eindigen van arbeidsovereenkomsten, benevens alle stukken, welke door den werkgever en den arbeider of hunne wettelijke vertegenwoordigers te zamen of ieder afzonderlijk, hetzij in onderhandschen vorm, hetzij ten overstaan van een open-baren ambtenaar, zonder medewerking van derden, ter uitvoe-ring van de arbeidsovereenkomst worden opgemaakt, zijn vrij van zegel.

DERDE AFDEELINC1.

V a n d e v e r p l i c h t i n g e n d e s w e r k g e v e r s . Artikel 1602. De werkgever is verplicht den arbeider zijn loon op den bepaalden tijd te voldoen.

Artikel 1602a. Het loon, naar tijdruimte vastgesteld, is ver-schuldigd van het tijdstip, waarop de arbeider in dienst is getreden, tot dat van het einde der dienstbetrekking.

Artikel 16026. Geen loon is verschuldigd voor den tijd, gedu-rende welken de arbeider den bedongen arbeid niet heeft verricht.

Artikel 16026. Geen loon is verschuldigd voor den tijd, gedu-rende welken de arbeider den bedongen arbeid niet heeft verricht.