• No results found

Wetenschappelijke onderbouwing

In document Atopisch eczeem 2019 (pagina 51-54)

Er is een groot aantal onderzoeken verricht waarbij specifiek IgE bij kinderen is bepaald. In vrijwel alle studies, waarin de hoeveelheid specifiek IgE in serum is onderzocht, werd gebruik gemaakt van reagentia en apparatuur van de firma Phadia (vroeger Pharmacia genoemd). De thans gebruikte UniCAP en ImmunoCAP methode zijn ongeveer een factor 3 gevoeliger dan de tot omstreeks 1990 gebruikte test voor specifiek IgE (Phadebas RAST) [Jeep 1992, Toorenenbergen 1994]. Studies, waarin de minder gevoelige Phadebas RAST is toegepast, zijn buiten beschouwing gelaten.

Uit de literatuur werden 17 studies geselecteerd, waarin specifiek IgE is bepaald bij kinderen met een leeftijd jonger dan 5 jaar. De onderzochte populaties bestaan uit a) ongeselecteerde kinderen; b) kinderen met een verhoogd risico op allergie; c) kinderen met symptomen van allergie en d) kinderen met een positieve orale provocatie op voedingsmiddelen (zie bijlage C voor de evidence-tabel).

Ongeselecteerde kinderen

De Jong et al. onderzochten het effect van korte blootstelling aan koemelk bij

ongeselecteerde zuigelingen op het serum specifiek IgE gehalte op 1-jarige leeftijd. 8% van de kinderen bleek op 1-jarige leeftijd IgE gevormd te hebben (allergeen)specifieke IgE- bepaling klasse 2 of hoger) tegen 1 of meer allergenen. Er werd geen effect van bijvoeding met koemelk gevonden [De Jong 1998]. Nickel et al. vonden bij 9% van ongeselecteerde kinderen IgE tegen kippenei, en IgE tegen koemelk bij 7% [Nickel 1997]

Negele et al. vonden op een leeftijd van 2 jaar bij 14,5 % van de via keizersnede geboren kinderen specifiek IgE tegen 1 of meer allergenen [Negele 2004]. Dit verschilde niet significant van de 11,8% sensibilisatie, die bij normaal geboren kinderen werd gevonden. Wickman vond bij 22% van ongeselecteerde kinderen specifiek IgE op een leeftijd van 4 jaar [Wickman 2005].

Kinderen met een verhoogd risico op allergie

Bij kinderen met verhoogd risico (één ouder met rinitis of astma) werd op een leeftijd van 1 jaar bij 18,6% IgE tegen kippenei gevonden, en IgE tegen koemelk bij 11,1% [Gern 2004]. In de PIAMA studie (Nederland) werd bij 28% van kinderen met een verhoogd risico (moeder met allergie) op een leeftijd van 1 jaar IgE tegen koemelk of kippenei gevonden, en bij 3% IgE tegen kat, hond of huisstofmijt [Kerkhof 2005]. Op 4 jarige leeftijd werd bij 28% van deze kinderen IgE tegen melk of ei gevonden, en bij 17% IgE tegen kat, hond of huisstofmijt [Kerkhof 2005].

Kinderen met symptomen van allergie

Bij kinderen met ernstig CE vonden Illi et al. op een leeftijd van 2 jaar bij 56,6% IgE tegen één of meer allergenen; bij 21,7% van kinderen met een leeftijd van 2 jaar zonder CE werd allergeen-specifiek IgE gezien [Illi 2004]. Han et al. vonden bij 51,5% van kinderen met CE, 1-4 jaar oud, IgE tegen kippenei, bij 31,2% IgE tegen koemelk. In 51% van de sera van kinderen jonger dan één jaar werd IgE tegen een mengsel (fx5) van voedingsmiddelen gevonden [Toorenenbergen 1998, Han 2004]. Sensibilisatie voor latex kan reeds vóór een leeftijd van 1 jaar middels serologisch allergieonderzoek aantoonbaar zijn [Kimata 1999]. Kinderen met een positieve orale provocatie op voedingsmiddelen

Hill et al. vonden bij 96,6 % van kinderen met een leeftijd kleiner dan 2 jaar en een positieve provocatie op kippenei, specifiek IgE tegen kippenei [Hill 2004]. Bij een positieve provocatie op koemelk werd bij 91,2% specifiek IgE tegen koemelk gevonden. Andere onderzoekers

vonden vergelijkbare percentages [Boyano-Martinez 2001, Garcia-Ara 2001, Niggeman 1999, Celik-Bilgili 2005].

Diverse studies laten zien dat er reeds op een leeftijd van 1 jaar specifiek IgE in serum gevonden kan worden [de Jong 1998, Gern 2004, Kotaniemi 2003, Garcia-Ara 2001, van Toorenenbergen 1998, Nickel 1997, Kimata 2004]. Bij minstens 34% van kinderen jonger dan 4,8 maanden en een positieve open provocatie met koemelk werd in het serum IgE tegen koemelk gevonden [Garcia-Ara 2001]. Bij 2(1) (het aantal patiënten met specifiek IgE > 10 kU / l tegen één of meer allergenen) van 15 kinderen jonger dan drie maanden werd specifiek IgE gevonden; één 44-dagen oud kind had 28,9 kU / l IgE tegen koemelk [van Toorenenbergen 1988]. Op een leeftijd van 3-6 maanden werd bij 13(5) van 36 kinderen, bij 7-9 maanden bij 23(10) van 62 kinderen, en bij 10-12 maanden bij 21(9) van 65 kinderen specifiek IgE gevonden. Lack et al. vonden geen specifiek IgE tegen pinda in

navelstrengbloed van 23 kinderen, die op een gemiddelde leeftijd van 2 jaar een klinisch manifeste allergie voor pinda hadden [Lack 2003].

De klinische betekenis van allergeen-specifiek IgE

Een positief resultaat (> 0,35 kU / L) van een bepaling van allergeen-specifiek IgE wijst op immunologische sensibilisatie voor het allergeen. Voor het optreden van klachten bij blootstelling aan allergeen bij IgE- afhankelijke allergie spelen andere factoren naast specifiek IgE een rol, waaronder hyperreactiviteit van het eindorgaan. Uit een positief

resultaat voor een bepaling van specifiek IgE tegen bv. voedingsmiddelen mag derhalve niet geconcludeerd worden dat het betreffende product vermeden dient te worden. Zo was de specificiteit van een positief resultaat (> 0,35 kU / L) van de bepaling van IgE tegen ei 38%, 77% en 51% [Niggeman 1999, Garcia-Ara 2001 en Celik-Bilgili 2005]. Voor IgE tegen

koemelk werd een specificiteit van respectievelijk 38%, 56% en 53% gevonden. De mediane leeftijd was in deze drie studies 21, 5 resp. 16 maanden. Wel is er voor koemelk, kippenei en pinda een relatie gevonden tussen de hoeveelheid specifiek IgE in serum en de kans op het optreden van symptomen bij voedsel provocatie op een mediane leeftijd van 16 maanden [Celik-Bilgili 2005] en een mediane leeftijd van 3,8 jaar [Sampson 2001]. In verband hiermee wordt aanbevolen het resultaat van onderzoek naar allergeen-specifiek IgE in kwantitatieve eenheden te rapporteren (niet uitsluitend als klasse van een (allergeen-)specifieke IgE- bepaling).

(Zie bijlage C voor de evidence-tabel). Conclusies

Niveau 4

Er is geen leeftijdsgrens voor het bepalen van IgE en allergeen-specifiek IgE in het serum.

D Host 2003

Niveau 3

Bij meer dan 80% van kinderen < 1 jaar en een positieve provocatie op koemelk is specifiek IgE tegen koemelk aantoonbaar.

C Garcia-Ara 2001

Niveau 3

Bij meer dan 90% van kinderen < 2 jaar en een positieve orale provocatie op kippenei is specifiek IgE tegen kippenei aantoonbaar.

Overige overwegingen

Er zijn geen publicaties gevonden, waarin waarden van specifiek IgE bij kinderen onder de 5 jaar werden gerapporteerd wanneer gebruik wordt gemaakt van de in 2001 geïntroduceerde bepaling van IgE op het Immulite 2000 systeem (DPC), of op de later geïntroduceerde ADVIA centaur (Bayer). Onderzoek bij volwassenen laat een goede correlatie zien tussen resultaten, verkregen met het ImmunoCAP systeem en het Immulite 2000 systeem [Ollert 2005] of het ADVIA Centaur systeem [Petersen 2004]. Verondersteld mag worden dat bepaling van specifiek IgE bij kinderen globaal vergelijkbare resultaten zal geven bij gebruik van bovengenoemde drie systemen. Als gevolg van verschillen in uitgangsmateriaal en immuno-assay procedure kunnen er voor individuele sera soms verschillende resultaten worden gevonden bij analyse van allergeen-specifiek IgE met apparatuur / reagentia van verschillende leveranciers. Deelname aan een nationaal extern kwaliteitscontroleprogramma (SKML) biedt laboratoria zicht op precisie van en verschillen tussen resultaten van

onderzoek naar specifiek IgE bij toepassing van systemen van verschillende leveranciers. Aanbeveling

Op iedere leeftijd kan, op indicatie, allergeen specifiek IgE bepaald worden.

Literatuur

- Boyano-Martínez T, García-Ara C, Díaz-Pena JM, Martín-Muñoz F, Martín-Esteban M. Validity of specific IgE antibodies in children with egg. Clin Exp Allergy 2001;31:1464 - 1469.

- Celik-Bilgili S, Mehl A, Verstege A, Staden U, Noconw M, Beyer K, et al. The predictive value of specific immunoglobulin E levels in serum for the outcome of oral food challenges. Clin Exp Allergy 2005;35:268–273.

- de Jong MH, Scharp-van der Linden VTM, Aalberse RC, Oosting J, Tijssen JPG, de Groot CJ. Randomised controlled trial of brief neonatal exposure to cows’ milk on the development of atopy. Arch Dis Child 1998;79:126–130.

- García-Ara MC, Boyano-Martínez T, María Díaz-Pena T, Martín-Muñoz F, Reche-Frutos M, Martín-Esteban M. Specific IgE levels in the diagnosis of immediate hypersensitivity to cows’ milk protein in the infant. J Allergy Clin Immunol 2001;107:185-90.

- Gern JE, Reardon C, Hoff S, Nicolae D, Li Z, Roberg KA, et al. Effects of dog ownership and genotype on immune development and atopy ininfancy. J Allergy Clin Immunol 2004;113:307-14. - Han DK, Kim MK, Yoo JE, Choi SY, Kwon BC, Sohn MH, et al. Food sensitisation in infants and

young children with atopic dermatitis. Yonsei Medical Yournal 2004;45:803-809.

- Hill DJ, Heine RG, Hosking CS. The diagnostic value of skin prick testing in children with food allergy. Pediatr Allergy Immunol 2004;15:435-441.

- Høst A, Andrea, S, Charkin S, Diaz-Vazquez C, Dreborg S, Eigenmann PA, et al. Allergy testing in children: why, who, when and how? Allergy 2003;58:559-69.

- Illi S, Mutius von E, Lau S, Nickel R, Gruber C, Niggemann B, et al. The natural course of atopic dermatitis from birth to age 7. J Allergy Clin Immunol 2004;113:925-931.

- Jeep S, Kirchhof E, O Çonnor A, Kunkel G. Comparison of the Phadebas RAST with the Phadia CAP system for insect venom. Allergy 1992;47:212-217.

- Kerkhof M, Wijga A, Smit HA, de Jongste JC, Aalberse RC, Brunekreef B, et al. The effect of prenatal exposure on total IgE at birth and sensitization at twelve months and four years of age: the PIAMA study. Pediatr Allergy Immunol 2005;16:10-18.

- Kimata H. Increased serum levels of soluble adhesion molecules in young children with atopic dermatitis. Eur J Pediatr. 1999 Jun;158(6):529-30.

- Kimata H. Latex allergy in infants younger than 1 year. Clin Exp Allergy 2004;34: 1910-1915.

Niveau 3

Naarmate de hoeveelheid specifiek IgE op voedselallergenen -met name kippenei, koemelk en pinda- in serum hoger is, neemt de klinische relevantie (positieve orale provocatie) toe.

- Kotaniemi-Syrjanen A, Reijonen TM, Romppanen J, Korhonen K, Savolainen K, and Korppi, Allergen-Specific Immunoglobulin E Antibodies in Wheezing Infants:The Risk for Asthma in Later Childhood. Pediatrics 2003;111:255–261.

- Lack G, Fox D, Northstone K, Golding J. Factors associated with the development of peanut allergy in childhood. New Engl J Med 2003;348:977-985.

- Negele K, Heinrich J, Borte M, von Berg A,Schaaf B, Lehmann I, et al. Mode of delivery and the development of atopic disease during the first 2 years of life. Pediatr Allergy Immunol 2004:15:48– 54.

- Nickel R, Kulig M, Forster S, Bergmann R, Bauer CP, Lau S, et al. Sensitization to hen's egg at the age of 12 months is predictive for allergic sensitization to common indoor and outdoor allergens at the age of three years. J Allergy Clin Immunol 1997;99:613-617.

- Niggemann B, Sielaff B, Beyer K, Binder C, Wahn U. Outcome of double-blind placebo-controlled food challenge tests in 107 children with atopic dermatitis. Clin Exp Allergy 1999;29:91-96. - Ollert M, Weissenbacher S, Rakoski J, Ring J. Allergen-specific IgE measured by a continious

random-access immunoalalyzer: interassay comparison and agreement with skin testing. Clin Chem 2005;51:1241-1249.

- Petersen AB, Gudmann P, Milvang-Gronager P, Morkeberg R, Bogestrand S, Linneberg A, Johansen N. Performance of a specific IgE assay developed for the ADVIA centaur immunoassay system. Clin Biochem 2004;37:882-892.

- Sampson HA. Utility of food-specific IgE concentrations in predictingsymptomatic food allergy. J Allergy Clin Immunol 2001;107:891-6.

- Toorenenbergen van AW. Standaardisatie van CAP- en disk-RAST. Tijdschr NVKC 1994;19:55- 58.

- Toorenenbergen van AW, Dijk van G. Doelmatigheid van mengsel-RAST’s bij oriënterend serologisch onderzoek van patiënten met een mogelijke allergie. Ned Tijdschr Geneeskd 1998;142:855-859.

- Wickman M, Lilja G, Söderström L, van HageHamsten M, Ahlstedt S. Quantitative analysis of IgE antibodies to food and inhalant allergens in 4-year-old children reflects their likelihood of allergic disease. Allergy 2005;60:650-657.

In document Atopisch eczeem 2019 (pagina 51-54)