• No results found

Hoe wordt wereldburgerschapsonderwijs op scholen geïmplementeerd volgens schoolleiders en leraren?

3. Methode 1 Design

4.2. Hoe wordt wereldburgerschapsonderwijs op scholen geïmplementeerd volgens schoolleiders en leraren?

De implementatie van wbo is op verschillende manieren gemeten. Zo is naar

aanleiding van de antwoorden op de open vragen inductief gecodeerd welke werkvormen of organisatorische vormen van implementatie er genoemd werden in de visies of in de

voorbeelden van de schoolvisies. Daarnaast zijn er meerkeuzevragen gesteld. Ook zijn in de leraarvragenlijst vragen gesteld over de implementatie op klasniveau en lesmateriaal.

Wat betreft de implementatie van wbo op schoolniveau is in dit onderzoek een

onderscheid gemaakt tussen schoolbreed, vakoverstijgend, integratie in bepaalde vakken, los, op zichzelf staand vak of project en niet formeel onderwijs (Unesco, 2015). Daarnaast was de optie “anders, namelijk …” gegeven. Naar aanleiding van de toelichting van de respondent op “anders, namelijk …” is er in enkele gevallen voor gekozen om het antwoord alsnog toe te wijzen aan een van de bestaande categorieën,. Een voorbeeld daarvan is: ‘Het is tot nu toe een onsamenhangend geheel van activiteiten in de vorm van vooral projecten’. Deze toelichting past binnen de categorie “los opzichzelfstaand vak of project”. Daarnaast gaf een respondent aan dat de implementatie van wbo zowel schoolbreed, vakoverstijgend en geïntegreerd in bepaalde vakken plaatsvond en als los opzichzelfstaand vak in het curriculum. Deze input is gescoord op schoolbreed, aangezien het wbo in dit geval breed geïmplementeerd is in de school. In enkele gevallen werd aangegeven dat wbo in bijvoorbeeld de onderbouw als een los op zichzelf staand vak werd gegeven en in de bovenbouw vooral projectmatig. In dat geval

56 werd de antwoordoptie bij anders, namelijk gelaten. De optie niet formeel onderwijs is niet door de respondenten aangevinkt en is daarom buiten beschouwing gelaten in Tabel 19. Tabel 19

Implementatie wbo op schoolniveau

Soort implementatie Percentage van scholen naar soorten implementatie

Schoolbreed 25,4%

Vakoverstijgend 15,7%

Integratie in bepaalde vakken 25,5% Los opzichzelfstaand vak of project 21,5%

Anders, namelijk 7,9%

Missing value 4%

In de kwalitatieve data met betrekking tot de implementatie van wbo kwamen enkele van deze opties terug. Zo noemden respondenten regelmatig projecten als voorbeeld van hun visie:

‘Migration project – leerlingen onderzoeken migratie, interviewen migranten en vluchtelingen, en beelden uit hoe de ervaringen en consequenties van deze globale issues door middel van schoolopdrachten.’

Ook kwam wbo als apart vak of geïntegreerd in vakken terug. De respondenten gaven ook aan hun reguliere lessen breder in te delen door aandacht te besteden aan gerelateerd

wereldburgerschapsonderwerpen:

‘In de lessen bij Engels hebben we het nadrukkelijk over sommige waarden en normen van de Joods-Christelijke traditie in West-Europa en hoe dit onze samenleving heeft gevormd’

57 Daarnaast kwamen ook de mogelijkheden van themaweken of themadagen, zoals paarse vrijdag, uit de antwoorden naar voren. Dat was geen optie van de meerkeuzevraag gebaseerd op Unesco’s vormen van implementatie (2015) en zou daar eventueel een aanvulling op kunnen zijn .

Bij de implementatie van wbo op klasniveau gaven de respondenten van de lerarenvragenlijst aan tijdens hun lessen voornamelijk gebruik te maken van een

klassengesprek (85,7% van de gevallen) en een groepsopdracht (77,1% van de gevallen) en een (buitenland) excursie (77,1% van de gevallen). In tabel 20 staat een verdere verdeling van werkvormen die gebruikt werden door de respondenten. Bij de optie “anders, namelijk” werden door de respondenten nog andere suggesties gedaan, namelijk projecten en

individuele opdrachten. Ook uit de kwalitatieve data kwamen aanvullingen naar voren. Zo werd ook een aantal keer de nadruk gelegd op het onderzoeken. Een voorbeeld hiervan is:

‘Project over children’s rights’. Kinderen leren over de rechten van het kind: kijken naar een documentaire over kinderen en gaan onderzoeken in

hoeverre/waarom/waardoor de rechten van kinderen worden geschonden. Ze denken vervolgens na over hoe zij bepaalde problemen zouden willen oplossen. Ook staan ze stil bij de redenen dat die problemen niet veel eerder zijn opgelost.’

Ook werd benoemd dat leerlingen een portfolio moesten maken. Een verdere inhoudelijke toelichting van wat de school verwachtte van de leerlingen in de portfolio’s ontbrak echter. Tot slot was uitwisselingen/reizen een veelgenoemde term in de open vragen, wat

overeenkomt met de resultaten uit de meerkeuzevraag. Tabel 20

58 Werkvormen wbo Percentages van respondenten van de lerarenenquête

die aangaven gebruik te maken van de volgende werkvormen Klassengesprek 85,7% Groepsopdracht 77,1% (Buitenland) excursie 77,1% Theorie behandelen 51,4% Debat 31,4% Één-op-één gesprekken 2,9% Anders, namelijk 8.6%

Respondenten van de lerarenenquête gaven aan voornamelijk gebruik te maken van de actualiteit (77,1%), een combinatie van bestaand en zelf ontwikkeld materiaal (57,1%), of alleen zelf ontwikkeld materiaal (57,1%). Het gebruik van actualiteiten werd in sommige gevallen ook benoemd door respondenten in antwoord op de open vragen:

‘De leerlingen moeten zich bewust worden van actuele problematiek, hiervoor zijn wekelijks nieuwsopdrachten in de klas die de leerlingen zelf moeten voorbereiden.’ Van de respondenten gaf 14,3% aan gebruik te maken van bestaande methoden. De methoden die daarbij genoemd werden zijn Leefstijl, Global Studies, Leefwijzer en Perspectief.

Daarnaast gaf één respondent aan materiaal met betrekking tot tto (tweetalig onderwijs) te gebruiken.

Kortom, de implementatie van wereldburgerschapsonderwijs wordt op schoolniveau voornamelijk ingericht door middel van integratie in bepaalde vakken en school brede

implementatie. Een mogelijke aanvulling op de vormen van implementatie op schoolniveau is om project- en themaonderwijs als losse implementatievorm toe te voegen. Op klasniveau

59 wordt wbo voornamelijk verzorgd aan de hand van een klassengesprek, groepsopdracht en een (buitenland) excursie. In hun lessen gebruiken leraren voornamelijk de actualiteit en zelfontworpen lesmateriaal.

4.3. In hoeverre bestaan er verschillen in visie op, en implementatie van