• No results found

De weg naar 250 jaar Vrede van Utrecht

In document ‘DE VREEDE IS TEGENWOORDIG’ (pagina 46-51)

4. De vredes herinnerd: 1813-1963

4.3 De weg naar 250 jaar Vrede van Utrecht

“Het bestuur van de Vereniging van Heemschut te Rijswijk, van mening, dat het

heuglijk feit, dat ons oude Rijswijk een plaats in de wereldgeschiedenis bezorgde, voor ons geslacht en voor hen, die na ons komen, in de herinnering moet blijven.”124

Dit boekje, dat op “populaire”, maar “wetenschappelijk verantwoorde” manier de geschiedenis van de Vrede van Rijswijk moest vertellen, is geschreven door de hierboven genoemde A. Rodenburg.125 In het boekje wordt de aanloop naar de Negenjarige Oorlog, de oorlog zelf en de Vrede van Rijswijk omschreven. Uit bovenstaand citaat blijkt dat de Vereniging voor Heemschut te Rijswijk nadrukkelijk de Vrede van Rijswijk heeft willen vereeuwigen in de herinneringscultuur. Men was  en misschien wel terecht  trots op het feit dat de gebeurtenissen in zo’n klein dorp, kunnen worden gezien als de “belangrijkste gebeurtenis voor ons land en geheel West-Europa”.126

4.3 De weg naar 250 jaar Vrede van Utrecht

Honderd jaar na de Vrede van Utrecht, in een tijd dat de Napoleontische Oorlogen Europa in haar greep hielden, is het vredescongres gek genoeg toch gebruikt als een middel tegen deze oorlogen. De Fransgezinde krant Staatkundig Dagblad van het Departement der Zuiderzee greep de herdenking aan om te herinneren aan de geallieerde eisen tot overgave in 1713.127 In een periode dat Nederland bezet was door Frankrijk, maar de geallieerden oprukten, is de herinnering aan de Vrede van Utrecht als symbolische lieu de mémoire gebruikt om het tij te doen keren. Het jaar 1863 zal niet de boeken ingaan als het jaar waarop het 150-jarig bestaan van de Vrede van Utrecht grootschalig is gevierd. Integendeel, er was slechts een prijsvraag in de Nederlandse Staatscourant die de lezer even weer terug deed denken aan 1713.128

Het was het 250-jarig bestaan van de Universiteit van Utrecht dat ervoor gezorgd had dat ook de Vrede van Utrecht herinnerd werd. Jacob Johan Doesburg heeft in dit jubileumjaar zijn proefschrift over de Vrede van Utrecht gepubliceerd, waarin hij het 250-jarig bestaan van de Universiteit van Utrecht benoemt in zijn voorwoord.129 Doesburg bekijkt de oorzaken en de uiteindelijke wording van de Vrede van Utrecht vanuit een Engels politiek oogpunt. Zo

124 A. Rodenburg, De Vrede van Rijswijk (Rijswijk: V.A. Kramers, 1947), 3. 125 Rodenburg, 3.

126 De Tijd, “Vrede van Rijswijk 250 jaar oud,” 19-09-1947. 127 Onnekink en De Bruin, 101.

128 Nederlandse Staatscourant, “Prijsvragen,” 12-07-1863.

129 Jacob Johan Doesburg, De wording van den Vrede van Utrecht, Proefschrift. Universiteit van Utrecht, 31-03-1886, voorwoord.

43 beschrijft hij de politieke strijd tussen de Whigs en Tories en heeft hij veel aandacht voor de rol van de hertog van Marlborough in zowel de binnenlandse Engelse politiek als de veldslagen. In zijn conclusie stelt Doesburg dat de Republiek en Engeland het telkens bij het rechte eind hadden. Frankrijk wordt daarentegen neergezet als het grote kwaad.130 Daarnaast wijzen Onnekink en De Bruin op de ‘Maskerade Vrede van Utrecht’, die onderdeel uitmaakte van de festiviteiten rondom het 250-jarig bestaan van de Universiteit van Utrecht.131

In 1913, aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, heeft historicus W.A.F. Bannier het stedelijk gymnasium in Utrecht toegesproken met een rede over de Vrede van Utrecht. In het jaar, waarin men overladen zou worden met herdenkingen aan de Nederlandse onafhankelijkheid in 1813, is het volgens Bannier goed om aandacht te hebben voor andere belangrijke historische gebeurtenissen. Reden genoeg voor hem om de Vrede van Utrecht te bespreken.132 Bannier richt zich in zijn rede met name op de functie van de stad Utrecht in aanloop naar en op de vredesonderhandelingen. Hij verbindt de Vrede van Utrecht met de onafhankelijkheid van Nederland. 1713 markeerde volgens Bannier het begin van een teleurstellende achttiende eeuw voor Nederland, waar in 1813 juist weer een stijgende lijn werd ingezet.133 Bannier wil dat de herdenkingen aan de 100-jarige onafhankelijk gevierd moeten worden, maar dat een blik op de geschiedenis uitwijst dat er in de toekomst ook weer mindere tijden zullen komen. De Vrede van Utrecht wordt hiermee door Bannier gebruikt in Assmanns bewoonde geheugen. Bannier (drager) verbindt de herinnering aan de Vrede van Utrecht (verleden) in 1913 (heden) door iets te zeggen over de toekomst. Volgend citaat laat zien op welke manier Bannier dit de gymnasiasten probeert duidelijk te maken:

“Welnu, wellicht zal een leeraar aan het Utrechtsch Lyceum over nog eens honderd

jaar Uwen kindskinderen kunnen verhalen, niet van den vrede van Nijmegen of dien van Rijswijk of van Utrecht, maar van den eeuwigdurenden pais en vree van Nederland!”134

Het laatste onderdeel van deze paragraaf wordt gevormd door de herinneringen aan de Vrede van Utrecht naar aanleiding van het 250-jarig bestaan in 1963. A. Graafhuis schreef volgens het Utrechts Nieuwsblad een “boeiende samenvatting” van “Utrecht, stad, mensen en

130 Idem, 155-156.

131Onnekink en De Bruin, 102.

132 W.A.F. Bannier, De Vrede van Utrecht, rede. Stedelijk Gymnasium in Utrecht, 11-04-1913, 1. 133 Idem, 30-31.

44 momenten” in een tijd dat Utrecht een “wereldcentrum” vormde.135 Het boek geeft een historisch overzicht van allerlei facetten, zoals de stadspoorten, parken, binnenstad en universiteit. Aan de Vrede van Utrecht heeft de auteur slechts één hoofdstuk gewijd. Hierin beschrijft Graafhuis de rol van de stad Utrecht tijdens de vredesonderhandelingen. Zo was zij onder andere verantwoordelijk voor de rust en orde in de stad.136

In een politieke kwestie rond Gibraltar staat het Weekblad voor de Curaçaose

Eilanden stil bij de Vrede van Utrecht. Deze “eeuwenoude kwestie voor de V.N.” was in 1963

weer opgelaaid nadat Franco het stuk land had opgeëist.137 Gibraltar is op het vredescongres in Utrecht aan Groot-Brittannië geschonken en is sindsdien een Brits overzees gebied. Door deze “eeuwenoude kwestie” spelen politieke besluiten uit 1713, en daarmee de Vrede van Utrecht ineens weer een rol in contemporaine geopolitieke zaken. In de Leeuwarder Courant wordt in datzelfde jaar verslag gedaan van een veel luchtiger onderwerp, namelijk de connectie tussen het 250-jarig bestaan van de Vrede van Utrecht en de Franse stad Orange. Het Nederlandse koningshuis dankt zijn naam aan deze Franse stad. Tijdens de Vrede van Utrecht is vastgelegd dat de Nederlandse leden van het huis Nassau-Dietz, dat voortaan de stadhouders leverde, in het vervolg de titel van prins en prinses van Oranje zouden mogen dragen. De Leeuwarder Courant concludeert dat het huidige Orange “voor dat nog steeds geldende besluit terecht bijzonder erkentelijk is.”138

Het is duidelijk dat de Vrede van Nijmegen het minst herinnerd is in de achttiende en negentiende eeuw. Er hebben geen grootse herdenkingen plaatsgevonden en daarmee lijken de herinneringen aan de Vrede van Nijmegen  los van de aandacht die Van Schevichaven aan de vrede heeft gegeven  in een diep dal te zijn geraakt. In de volgende twee hoofdstukken zal echter te zien zijn dat de herinneringen aan het vredescongres in 1678 in de twintigste, maar toch ook zeker in de eenentwintigste eeuw weer opbloeien.

De vredes van Rijswijk en Utrecht zijn in deze periode wel daadwerkelijk herdacht. In Rijswijk waren het met name de media die verslag deden van de herdenkingen aan de Vrede van Rijswijk in 1897 en 1947. De herinneringen in het tweede decennium van de twintigste eeuw komen uit een onverwachte, maar zoals te zien is geweest, verklaarbare hoek. De naoorlogse, maar feestelijke herdenking in 1947 heeft geleden onder de tijd waarin zij zich afspeelde. Er was simpelweg te weinig geld om de vieringen in spreekwoordelijk vol ornaat te

135 Utrechts Nieuwsblad, “Utrecht, stad, mensen en momenten,” 24-04-1963.

136 A. Graafhuis, Utrecht: Stad, mensen en momenten. Uit het verleden van een oude stad (Utrecht: Utrechtsch Nieuwsblad, 1963), 153-154.

137 Amigoe di Curacao, weekblad voor de Curacaose Eilanden, “Eeuwenoude kwestie voor de V.N. Franco eist

rots van Gibraltar formeel op,” 21-09-1963.

45 vieren. De Vrede van Utrecht is sporadisch herdacht, maar er hebben zich geen grote herinneringsmomenten voorgedaan. De aanwezigheid van de Naald van Rijswijk, die in 1947 bijvoorbeeld in het middelpunt van de festiviteiten had gestaan, kan een verklaring zijn waarom de Vrede van Rijswijk in deze periode meer herinnerd is dan de andere twee vredes. Met de gedenknaald hadden de Rijswijkenaren een fysieke lieu de mémoire in handen, waar zij bij een wandeling door het Rijswijkse Bos altijd aan herinnerd werden. Dit ontbrak in Utrecht en Nijmegen.

47

In document ‘DE VREEDE IS TEGENWOORDIG’ (pagina 46-51)