Appendix 2. Enquêtevragen
Geef aan in hoeverre u het eens bent met de stellingen 1 t/m 7.
1. Ontwikkeling van duurzaam toerisme in mijn bedrijf kan zorgen voor een verbetering van mijn bedrijfsreputatie.
2. Ontwikkeling van duurzaam toerisme in mijn bedrijf kan zorgen voor een (extra) concurrentie voordeel.
3. Ontwikkeling van duurzaam toerisme in mijn bedrijf kan zorgen voor een goedkope lening, subsidie of belasting voordelen door duurzame investeringen.
4. Ontwikkeling van duurzaam toerisme in mijn bedrijf kan zorgen voor een verhoging van goodwill bij belangengroepen.
5. Ontwikkeling van duurzaam toerisme in mijn bedrijf kan zorgen voor meer zelfvoldoening.
6. Mijn prioriteiten liggen niet bij ontwikkeling van duurzaam toerisme omdat daar meer financiële middelen voor nodig zijn.
7. Ontwikkeling van duurzaam toerisme is geen taak voor ondernemers want bedrijven moeten streven naar winstmaximalisatie en kostenreductie.
Voor alle zeven stellingen bestaan de antwoord mogelijkheden uit: 1= zeer mee eens
2= mee oneens
3= enigszins mee oneens
4= noch mee oneens, noch mee eens 5= enigszins mee eens
6= mee eens 7= zeer mee eens
Maak de zinnen 8 t/m 12 af.
8. Een verbetering van de bedrijfsreputatie door ontwikkeling van duurzaam toerisme is:
9. Een (extra) concurrentievoordeel door ontwikkeling van duurzaam toerisme vind ik: 10. Een goedkopere lening, subsidie, of belastingvoordelen voor de ontwikkeling van
duurzaam toerisme vind ik:
11. Een verhoging van de goodwill bij belangengroepen door ontwikkeling van duurzaam toerisme vind ik:
12. Het ervaren van meer zelfvoldoening door ontwikkeling van duurzaam toerisme vind ik:
Voor alle vier zinnen bestaan de antwoordmogelijkheden uit: 1= zeer ongewenst
2= ongewenst
3= enigszins ongewenst
4= noch ongewenst, noch gewenst 5= enigszins gewenst
6= gewenst 7= zeer gewenst
13. Geef aan in hoeverre u het eens bent met de stelling: Ik vind duurzaamheid belangrijk en in de nabije toekomst wil ik duurzame activiteiten uitvoeren in mijn bedrijf.
1= zeer mee eens 2= mee oneens
3= enigszins mee oneens
4= noch mee oneens, noch mee eens 5= enigszins mee eens
6= mee eens 7= zeer mee eens
14. Nummer de belangrijkste groepen/personen die u het meest beïnvloeden bij beslissingen in uw bedrijf in een top drie.
1ste 2de 3de
a. Familie 0 0 0
b. Werknemers 0 0 0
c. Gasten 0 0 0
d. Personen uit een netwerkgroep 0 0 0
e. Collega’s 0 0 0
f. Vrienden 0 0 0
g. Voorbeeldbedrijven 0 0 0
h. Professionele adviseurs 0 0 0
15. Maak de zin volledig: Ik laat mij ... door het advies van de in vraag 14 genoemde invloedrijkste groepen/personen bij het nemen van beslissingen in mijn bedrijf. 1= helemaal niet beïnvloeden
2= niet beïnvloeden 3= enigszins beïnvloeden
4= noch niet beïnvloeden, noch beïnvloeden 5= enigszins beïnvloeden
6= beïnvloeden
7= helemaal beïnvloeden
16. Geef aan wat u denkt dat de in vraag 14 genoemde invloedrijkste personen/groepen vinden van duurzaamheid.
1= Zij vinden duurzaamheid alleen maar verkooppraatjes. 2= Zij vinden duurzaamheid onrendabel.
3= Zij vinden duurzaamheid belangrijk.
4= Zij vinden dat de duurzame technologie nog niet ver genoeg ontwikkeld is. 5= Zij hebben geen mening over duurzaamheid.
Geef aan in hoeverre u eens bent met de stellingen 17 t/m 19. 17. Ik vermijd het liefst risicovolle activiteiten of investeringen
18. Ik beschik over voldoende kennis om duurzaam toerisme in mijn bedrijf te ontwikkelen.
19. Ik beschik over voldoende tijd om duurzaam toerisme in mijn bedrijf te ontwikkelen Voor alle drie stellingen bestaan de antwoord mogelijkheden uit:
1= zeer mee eens 2= mee oneens
3= enigszins mee oneens
4= noch mee oneens, noch mee eens 5= enigszins mee eens
6= mee eens 7= zeer mee eens
Geef aan in hoeverre u het eens bent met de stellingen 20 t/m 24
20. Ik verwacht dat mijn financiële of personele middelen te schaars zijn om duurzaam toerisme in mijn bedrijf te ontwikkelen.
21. Ik verwacht dat ik mijn leveranciers kan overhalen om mee te werken aan het ontwikkelen van duurzaam toerisme in mijn bedrijf.
22. Ik verwacht dat mijn bedrijf zich snel kan aanpassen als er veranderingen optreden (bijvoorbeeld veranderde consumentenvraag).
23. Ik verwacht dat mijn bedrijf voort kan blijven bestaan als het zich specialiseert in het aanbieden van duurzaam toerisme
24. Ik denk dat ik of mijn werknemers dicht bij de gasten staan Voor alle vijf stellingen bestaan de antwoord mogelijkheden uit: 1= zeer mee eens
2= mee oneens
3= enigszins mee oneens
4= noch mee oneens, noch mee eens 5= enigszins mee eens
6= mee eens 7= zeer mee eens
25. Als u plannen maakt voor uw bedrijf, hoeveel jaar kijkt u dan vooruit? 1= 1 jaar of minder.
2= 1-5 jaar. 3= 5-10 jaar. 4= 10 jaar of meer.
Geef aan in hoeverre u eens bent met de stellingen 26 t/m 29.
26. Ik verwacht dat ik maatschappelijke druk zal ervaren om duurzaam toerisme te ontwikkelen.
27. Ik verwacht dat ik kan samenwerken met mijn leveranciers om duurzaam toerisme te ontwikkelen
28. Ik verwacht dat samenwerkingsverbanden ontwikkeling tot duurzaam toerisme kan stimuleren
29. Ik verwacht van brancheorganisaties (bv. RECRON, HISWA) dat zij duurzaam toerisme stimuleren.
Voor alle vier stellingen bestaan de antwoord mogelijkheden uit: 1= zeer mee eens
2= mee oneens
3= enigszins mee oneens
4= noch mee oneens, noch mee eens 5= enigszins mee eens
6= mee eens 7= zeer mee eens
Maak de zinnen 30 t/m 32 af.
30. Het verkrijgen van de financiering voor investeringen in duurzaam toerisme is: ... 1= zeer moeilijk
2= moeilijk
3= enigszins moeilijk
4= noch moeilijk, noch makkelijk 5= enigszins makkelijk
6= makkelijk 7= zeer makkelijk
31. De wet- en regelgeving: ... de ontwikkelingen van duurzaam toerisme in het MKB. 1= belemmerd ten zeerste
2= belemmerd
3= belemmerd enigszins 4= belemmerd noch stimuleert 5= stimuleert enigszins
6= stimuleert
7= stimuleert ten zeerste
32. De kennis en informatie over duurzaam toerisme voor het MKB verstrekt door de overheid is: ...
1= zeer ontoegankelijk 2= ontoegankelijk
3= enigszins ontoegankelijk
4= noch ontoegankelijk, noch toegankelijk 5= enigszins toegankelijk
6= toegankelijk 7= zeer toegankelijk
33. Nummer de drie grootste belemmeringen waarvan u verwacht dat ze de ontwikkelingen in duurzaam toerisme het meest belemmeren in een top drie.
a. ontoegankelijkheid van kennis en informatie 0 0 0
b. belemmerende wet- en regelgeving 0 0 0
c. ontoegankelijke financiering 0 0 0
d. gebrek aan risicokapitaal 0 0 0
e. gebrek aan tijd 0 0 0
f. onmogelijk om leverancier mee te krijgen 0 0 0
g. korte termijn focus 0 0 0
h. onduidelijkheid over wat duurzaamheid is 0 0 0
i. duurzaamheid is een te groot risico 0 0 0
j. een te klein netwerk 0 0 0
34. Heeft u wel eens duurzame activiteiten uitgevoerd? 1= ja, in mijn huidige bedrijf.
2= ja, bij bedrijven waar ik hiervoor werkzaam was. 3= nee, alleen bedrijf (of efficiency) verbeteringen. 4= nee, helemaal niet.
(Route: zo nee naar vraag 36, zo ja naar vraag 35)
35. Hoe zou u de in vraag 34 genoemde duurzame activiteiten, als eerdere ervaring(en) waarderen?
1= zeer slechte ervaring(en) 2= slechte ervaring(en)
3= enigszins slechte ervaring(en)
4= noch slechte ervaring(en), noch goede ervaring(en) 5= enigszins goed ervaring(en)
6= goede ervaring(en) 7= zeer goede ervaring(en)
36. Wat zijn uw persoonlijke gegevens? a. voornaam: ...
b. achternaam: ... c. leeftijd: ...
d. geslacht: 0 man 0 vrouw e. functie in het bedrijf: ... 36. Wat zijn uw bedrijfsgegevens?
a. naam van uw bedrijf: ...
b. aantal werknemers (full time): ... c. aantal werknemers (part time): ...
37. Verleent u met uw bedrijf diensten aan toeristen? 1= ja, al mijn gasten zijn toeristen of recreanten.
2= ja, maar niet al mijn gasten zijn toeristen of recreanten. 3= nee, mijn gasten zijn alleen omwonenden.
4= nee, onder mijn gasten bevinden zich geen toeristen of recreanten. Maak de zinnen 38 en 39 af.
38. Ik zou mijn bedrijf typeren als een: ... 1= jachthaven.
2= kampeerterein.
3= verhuur van vakantiehuisjes of appartementen. 4= jeugdherberg/vakantiekamp.
5= hotel of B&B.
6= eet- en/of drink gelegenheid.
7= kunstgalerie, museum of expositie ruimte. 8= pret- en/of themapark.
9= overig, namelijk: ... 39. Mijn bedrijf: ...
1= heeft een duurzaamheid prijs ontvangen. 2= voert duurzame activiteiten uit.
3= heeft een duurzaamheid certificaat. 4= heeft een veiligheid certificaat.
5= heeft een prijs ontvangen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). 6= voert geen duurzame of MVO activiteiten uit.
40. Wat wint u het liefst?
1= Een weekendje weg naar Friesland. 2= Een boek (“ondernemen doe je”).
Appendix 3. Interview Gids