• No results found

beeld:

 De beheersingsgerichte regisseur is in staat om op basis van machtsbronnen, zoals een hiërarchische positie of het bezitten van bevoegdheden, andere partijen de wil op te leggen en te laten handelen naar het script van de regisseur. De regisseur heeft tevens de mogelijkheid en de vrijheid om het script aan te passen en daardoor lokale innovatie of maatwerk te bewerkstelligen.

 Wanneer de regisseur niet in staat is om zelf het script te schrijven, maar wel over doorzettingsmacht beschikt, is er sprake van een uitvoeringsgerichte regisseur.

 Voor de visionaire regisseur is het van belang om andere te enthousiasmeren, mobiliseren en te laten meewerken. Deze regisseur beschikt namelijk over de vrijheid om zelf het script te schrijven, maar is voor de uitvoering ervan afhankelijk van andere partijen. Het openstaan voor en het accepteren van compromissen aangaande het eigen script kan dan ook een vereiste zijn voor de visionaire regisseur.

 Wanneer de regie in handen is van een partij die geen doorzettingsmacht heeft en tevens niet zelf het script schrijft, betreft het een faciliterende regisseur. Deze partij regisseert in de naam van andere partijen en heeft daarbij een rol als coördinator, organisator of woordvoerder. (Pröpper e.a., 2004).

Onafhankelijk van het type regisseur is de feitelijke invulling van de regierol vervolgens afhankelijk van het overzicht over de situatie, het afleggen van de verantwoording, het uitzetten van beleidslijnen ten aanzien van het geheel en het organiseren van samenwerking tussen partijen (Pröpper e.a., 2004).

4.4 Conclusie

Uit de voorgaande paragrafen is duidelijk geworden dat samenwerking tussen verschillende partijen uit de samenleving een steeds belangrijkere rol inneemt rondom besluitvormingsprocessen. Deze samenwerking en noodzaak of behoefte aan onderlinge afstemming komt meestal voort uit een wederzijdse afhankelijkheid bij het bereiken van de eigen doelstellingen van partijen.

In theoretisch perspectief kan deze ontwikkeling richting toenemende afhankelijkheden en

horizontalisering van het bestuur worden gekoppeld aan de netwerkbenadering. Deze benadering gaat uit van het bestaan van beleidsnetwerken. Binnen deze netwerken vindt in verschillende arena‟s overleg en onderhandeling tussen actoren plaats en er worden besluiten genomen. Wanneer zich meerdere arena‟s vormen rondom een bepaald thema of vraagstuk ontstaat een beleidsspel. Door de onderlinge afhankelijkheden en het toenemende aantal actoren rondom (maatschappelijke) vraagstukken komt er meer nadruk te liggen op het verloop van het besluitvormingsproces. Naast een analytische visie op beleids- en besluitvorming, waarbij wordt uitgegaan van een cyclisch proces en hiërarchische besluitvorming en sturing, is het daarom van belang om ook aandacht te besteden aan de uiteenlopende factoren die op besluitvorming van invloed kunnen zijn. Deze denkwijze is vervat in de politieke visie op besluitvorming. De invloed van en communicatie met andere organisaties neemt in de politieke visie een belangrijke plaats in en sluit aan bij de netwerkbenadering.

Omdat er sprake is van horizontale, niet-hiërarchische relaties binnen de beleidsnetwerken en het besluitvormingsproces, is regie nadrukkelijk van belang om tot uitkomsten te komen. De regie binnen het proces is afhankelijk van de doorzettingsmacht van de regisserende partij en de mate waarin er sprake is van een eigen script of beleidskader van de regisseur. Op basis hiervan kan de regie beheersingsgericht, uitvoeringsgericht, visionair of faciliterend zijn.

41

4.5 Conceptueel model

In figuur 4.2 op de volgende pagina is het conceptueel weergegeven waarin de bevindingen uit de hoofdstukken 3 en 4 (het theoretisch kader) vereenvoudigd worden verbeeld in een denkmodel. Dit model zal als analysekader dienen voor het empirische gedeelte van het onderzoek. Nadrukkelijk moet worden gesteld dat het model een doorlopend proces weergeeft, waarbij besluitvorming dus op verschillende momenten kan plaatsvinden.

4.5.1 Toelichting op het model

Zoals al benoemd bleek uit hoofdstuk 2 dat er diverse actoren betrokken zijn bij vraagstukken rondom krimp en bereikbaarheid. De verkennende actoranalyse in paragraaf 2.4 maakte duidelijk dat het daarbij kan gaan om overheden, vervoerders, ondernemers en maatschappelijke organisaties. De veronderstelling op basis van de theorie is dat deze actoren actief zijn in beleidsnetwerken, gebaseerd op wederzijdse afhankelijkheid. Een netwerk bestaat uit één of meerdere beleidsspelen, waarbij partijen in diverse arena‟s samenkomen en keuzes maken. Eventueel kan er ook sprake zijn van interactie tussen meerdere beleidsnetwerken en beleidsspelen. Het overleg en eventuele

onderhandelingen in de arena‟s leiden uiteindelijk tot besluitvorming. In het theoretisch kader zijn hierbij de mogelijke invloeden van politieke aspecten (aansluitend bij de politieke visie op

besluitvorming) en van regie meegenomen. In het empirische gedeelte van het onderzoek zou dit van belang kunnen zijn in relatie tot mogelijke verdeeldheid van macht en bevoegdheden.

Op basis van de doel- en vraagstelling van het onderzoek zal er worden gekeken naar twee typen uitkomsten cq. besluitvorming in de arena‟s. Enerzijds zal bestaand beleid onderdeel zijn van de analyse, wat zal worden aangevuld met verwachtingen van actoren over de uitkomst van lopende of nog op te starten besluitvormingsprocessen. Hierbij zal de invloed van verwachte toekomstige ontwikkelingen en andere relevante factoren worden meegenomen in de analyse. Ook kan uiteraard bestaand beleid het uitgangspunt vormen voor nieuw of ander toekomstig beleid. Uiteindelijk is het doel van het onderzoek om vast te stellen welke effecten het optreden van krimp kan hebben op de bereikbaarheid van voorzieningen en werklocaties middels het OV. Daarom zal worden gekeken naar de effecten van reeds genomen of verwachte besluiten op de in hoofdstuk 3 opgestelde indicatoren voor bereikbaarheid per OV in krimpgebieden. De ontwikkeling van de actieruimte van specifieke doelgroepen, als zijde het individu, geldt daarbij als optelsom van veranderingen in de ruimtelijke ordening en veranderingen in het OV-netwerk en vormt daarmee de basis voor de ontwikkeling van de bereikbaarheid van voorzieningen en werklocaties per OV in het algemeen.

4.5.2 Relatie met de uitvoering van het onderzoek

Uiteraard heeft dit denkmodel een relatie met de gehanteerde onderzoeksmethoden en de wijze waarop data zal worden geanalyseerd. Vooruitlopend op de toelichting op de methodologie van het onderzoek in het hierna volgende hoofdstuk 5, kan worden gesteld dat de theorie over

beleidsnetwerken, beleidsspelen en besluitvorming in arena‟s zal worden ingezet om het speelveld van actoren in kaart te brengen en onderlinge relaties te identificeren. De theorie aangaande de invloed van politieke aspecten en regie zal worden benut om uitspraken te kunnen doen over sturingsmogelijkheden van actoren om vastgesteld beleid uit te voeren of invloed uit te oefenen op mogelijk nieuw of ander beleid. Bestaand beleid zal in dat verband worden geanalyseerd op basis van (beleids)documenten. Mogelijk toekomstig beleid zal worden vastgesteld op basis van de persoonlijke verwachtingen en opvattingen van betrokken actoren. Deze informatie zal worden verkregen middels het afnemen van diepte-interviews. Waar mogelijk zullen deze persoonlijke verwachtingen en

opvattingen worden onderbouwd met beschikbare documentatie. Uiteraard kan daarbij ook worden gekeken naar de samenhang met het bestaande beleid.

De vastgestelde indicatoren voor bereikbaarheid gelden als slotstuk van de analyse, aan de hand van de bevindingen over het bestaande beleid en verwachte toekomstige besluiten zal een uitspraak worden gedaan over de ontwikkeling van deze indicatoren voor bereikbaarheid.

42