• No results found

- Treinvervoer - Busvervoer

- Aanvullend vervoer

 De gevolgen voor de bereikbaarheid van voorzieningen voor specifieke doelgroepen

 De koppeling tussen ruimtelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen in het OV (toekomstgericht)

5.3 Validiteit en betrouwbaarheid

Tot slot zal worden ingegaan op validiteit en betrouwbaarheid van het onderzoek. Deze twee aspecten zijn belangrijk in relatie tot de uitvoering en de kwaliteit van het onderzoek. Hieronder zal worden toegelicht hoe is getracht het onderzoek zo valide en betrouwbaar mogelijk te laten zijn.

Met betrekking tot validiteit kan er een onderscheid worden gemaakt tussen de interne en externe validiteit. Interne validiteit gaat over de mate waarin de juiste data is gebruikt in relatie tot de vraagstelling van het onderzoek en of de causale verbanden die in het onderzoek worden gelegd correct zijn (Saunders e.a., 2008; Verschuren & Doorewaard, 2007). In dit onderzoek geprobeerd om een zo goed mogelijke interne validiteit te bereiken door personen te interviewen die een directe betrokkenheid hebben bij het onderwerp van onderzoek. Tevens is het probleem vanuit zoveel mogelijk verschillende perspectieven benaderd, zodat de waarschijnlijkheid dat vrijwel alle mogelijke invloedsfactoren ter sprake zijn gekomen groot is. Daarnaast zijn de gebruikte documenten afkomstig van organisaties die direct betrokken zijn bij krimp en/of OV gerelateerde ontwikkelingen in de regio. De externe validiteit het betrekking op de generaliseerbaarheid van de onderzoeksresultaten, de mate waarin de resultaten toepasbaar zijn op andere onderzoekssituaties (Saunders e.a., 2008; Verschuren & Doorewaard, 2007). Omdat dit onderzoek een enkelvoudige casestudy betreft (weliswaar met een vergelijkende casus), zijn de resultaten in principe lastig te generaliseren naar andere gebieden. Dit wordt enigszins ondervangen doordat specifieke contextuele factoren worden benoemd en worden meegenomen in het onderzoek. Hierdoor kunnen er betere uitspraken worden gedaan over de mate waarin de resultaten toepasbaar zijn in andere gebieden die vergelijkbare omstandigheden kennen. Tot slot is de betrouwbaarheid van het onderzoek een belangrijk aspect om te benoemen en op te reflecteren. De betrouwbaarheid geeft aan in welke mate de bevindingen van het onderzoek

consistent zijn en er dus bij herhaling van het onderzoek sprake zal zijn van dezelfde uitkomsten. De onafhankelijkheid van de onderzoeker en het meetinstrument zijn daarbij belangrijke factoren (Saunders e.a., 2008; Verschuren & Doorewaard, 2007).

Bij kwalitatief onderzoek is de betrouwbaarheid een lastig punt, omdat er tijdens het onderzoek bevindingen worden gedaan die afhankelijk zijn van de interpretatie en opvattingen van de onderzoeker. Omdat het vrijwel onmogelijk is om geheel onafhankelijk kwalitatief onderzoek uit te voeren, is het van belang om dit te ondervangen door in ieder geval inzichtelijk te maken welke

keuzes er tijdens het onderzoek zijn gemaakt en welke interpretaties er worden gedaan. Dit is gebeurd door het verloop van het onderzoek en de wijze waarop de analyse is uitgevoerd duidelijk te

beschrijven (zie paragraaf 5.2) en daarnaast de interviews volledig uit te werken, zodat bekend is welke vragen er zijn gesteld en hoe de geïnterviewde hierop heeft geantwoord. Bij de verwerking van de interviews in de casusanalyse is tevens aangegeven hoe bepaalde uitspraken zijn geïnterpreteerd. In het verlengde daarvan geldt dat er natuurlijk ook sprake is van een bepaalde mate van subjectiviteit bij de geïnterviewden. Uit de uitwerking van de gesprekken is grotendeels duidelijk geworden welke interpretaties en standpunten geïnterviewden er in dat verband op na houden en tijdens het

onderzoek is daarom ook een kritische houding aangenomen tegenover de informatie die is verkregen middels de interviews, bijvoorbeeld door uitspraken van verschillende geïnterviewden over eenzelfde aspect of thema onderling te vergelijken en tegen elkaar af te zetten.

51

6. Analyse: Krimp en bereikbaarheid in de Achterhoek

In dit hoofdstuk zal de casestudy voor de regio Achterhoek worden uitgewerkt. Hierbij vormt het opgestelde analysekader op basis van de hoofdstukken 3 en 4 het uitgangspunt. Ter inleiding zal eerst worden ingegaan op de gebiedskenmerken van de regio en de verwachte demografische ontwikkelingen. Hierna zullen de belangrijkste actoren worden aangewezen, waarna er een analyse zal worden opgesteld van het huidige beleid dat van invloed is op de bereikbaarheid van

voorzieningen en werklocaties per openbaar vervoer.

Vervolgens worden de bestaande netwerken van actoren in kaart gebracht, met daarbij ook aandacht voor de onderlinge verbanden tussen deze actoren en de besluitvormingsprocessen binnen arena‟s die te onderscheiden zijn. Deze arena‟s zullen afzonderlijk worden besproken, voornamelijk op basis van de interviews, aangevuld met ondersteunende documentatie. Tot slot wordt in de conclusie vastgesteld welke effecten het bestaande beleid in combinatie met de verwachte besluitvorming in de toekomst heeft op de vastgestelde zes indicatoren voor bereikbaarheid.

6.1 Gebiedsbeschrijving

De regio Achterhoek wordt gevormd door het meest oostelijk gelegen deel van de provincie Gelderland en bestaat uit de gemeenten Bronckhorst, Berkelland, Oost-Gelre, Winterswijk, Aalten, Oude-IJsselstreek, Doetinchem en Montferland. Onderstaande kaart (figuur 6.1) geeft de geografische ligging van deze gemeenten en de positie ten opzichte van andere regio‟s weer (aan de hand van de inzet van de gehele provincie Gelderland rechtsboven, met de Stadsregio Arnhem-Nijmegen als rood gemarkeerd gebied).

Figuur 6.1: Kaart regio Achterhoek, met linksboven positie binnen de provincie Gelderland (Arbeidsmarkt Gelderland, z.j.).

De regio kent een robuuste ruimtelijke structuur, bestaande uit kleine en grotere kernen die verspreid zijn over de regio waardoor zich een dorpenlandschap vormt. De invloed van de aanwezige

infrastructuur op de ruimtelijke structuur is beperkt. Doetinchem en Winterswijk zijn de centrumgemeenten van de regio, waarbij Doetinchem als kern van groot belang is voor de leefbaarheid van de regio. In Doetinchem is een groot aantal voorzieningen aanwezig, daarnaast herbergt de stad een koopcentrum en biedt het werkgelegenheid in de dienstensector met een regionaal verzorgende functie. In dat kader kan worden gesteld dat Doetinchem ook afhankelijk is van de omliggende gemeenten wat betreft het economisch draagvlak voor veel voorzieningen (Regio Achterhoek, 2012c). Deze ruimtelijke structuur lijkt het meest aan te sluiten bij de netwerkstructuur

52