• No results found

gevallen wordt daarbij gebruik gemaakt van een categorieënstelsel. Het gaat daarbij om het benoemen van concrete aspecten die voortkomen uit de vraagstelling van het onderzoek, welke vervolgens worden gebruikt bij het bekijken van de inhoud van documenten. Een dergelijk

categorieënstelsel kan uiteenlopen van een globale tot een zeer gedetailleerde lijst, met daarop een aantal onderwerpen cq. aandachtspunten die voortkomen uit de vraagstelling van het onderzoek (Verschuren & Doorewaard, 2007). Saunders e.a. (2008) spreken in relatie tot inhoudsanalyse tevens over categorisatie en stellen dat bijvoorbeeld termen die voortkomen uit eigen gegevens of uit de gebruikte theorie of literatuur hierbij kunnen worden gebruikt.

In het onderzoek voor de Achterhoek is de inhoudsanalyse als volgt uitgevoerd. Eerst is gezocht naar relevante documenten die aansluiten bij het onderwerp van dit onderzoek. Meer concreet is dit

gedaan door publicaties te zoeken van actoren cq. organisaties zoals die zijn vastgesteld en benoemd in hoofdstuk 2. Uiteraard betreft het publicaties van organisaties die in verband staan met regio Achterhoek. Bij de selectie van relevante documenten is gekeken naar mogelijke verbanden met het beleid voor:

 de ruimtelijke ordening: locaties voor voorzieningen als onderwijs, zorg, winkelen en werk  het openbaar vervoer: visie op het OV-netwerk en het aanbod van de diverse typen OV Ook zijn er vanzelfsprekend documenten geraadpleegd die ingaan op de demografische ontwikkelingen in de regio. Tevens zijn enkele documenten verkregen naar aanleiding van de

afgenomen interviews, omdat tijdens het gesprek bleek dat deze relevant waren voor het onderzoek. Bij het bestuderen van de documenten is vervolgens gelet op een aantal specifieke aspecten, waarbij is uitgegaan van bevindingen die zijn opgedaan tijdens de verkenning van de krimpproblematiek (hoofdstuk 2) en bij het opstellen van het analysekader (hoofdstukken 3 en 4). Hieronder zijn deze aspecten waar naar is gezocht in de documenten weergegeven, waarbij onderscheid is gemaakt tussen een viertal categorieën:

Demografische ontwikkelingen in de regio

 Uitspraken en kwantitatieve data omtrent demografische ontwikkelingen: - Ontwikkeling bevolkingsaantal: factoren en prognoses

- Ontwikkeling samenstelling bevolking: factoren en prognoses

Effecten op ruimtelijke ordening en mobiliteit:

 Uitspraken over beleid omtrent locaties van maatschappelijke voorzieningen voor: - onderwijs

- zorg

- evt. andere typen maatschappelijke voorzieningen

 Uitspraken over het ruimtelijk-economisch beleid van de regio: - locaties voor bedrijventerreinen

- locaties voor detailhandel (winkelvoorzieningen)

Het regionale openbaar vervoer:

 Uitspraken over het OV-beleid op regionaal en lokaal niveau: - Visie op het (regionale) OV-netwerk

- Beleid rondom trein- en busvervoer en aanvullend vervoer - Invloed van krimp op OV in de regio

48

Betrokkenheid van actoren bij ruimtelijke ordening en OV en onderlinge relaties:

 Uitspraken over bevoegdheden en mogelijkheden tot sturing  Uitspraken over deelname aan besluitvormingsprocessen

Op deze manier is getracht een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de ontwikkelingen in de regio en het huidige beleid rondom een aantal relevante thema‟s. Tevens is geprobeerd inzicht te krijgen in de betrokkenheid en positionering van de verschillende actoren in het beleidsmatige speelveld in de Achterhoek. Daarnaast bleek op basis van de eerste analyse van documenten dat de Regiotaxi, het begrip „basismobiliteit‟ en de coöperatie Achterhoek Agenda 2020 een belangrijke rol vervulden in de context van dit onderzoek. Naar aanleiding daarvan is gezocht naar aanvullende documentatie én uitspraken over deze thema‟s in de reeds geraadpleegde documenten.

Afnemen van interviews bij betrokken actoren

Personen zijn in sociaalwetenschappelijk onderzoek vaak een belangrijke bron van data en informatie. Dit komt door de grote diversiteit aan informatie die via personen kan worden verkregen en de relatief korte tijd van informatieverzameling die dit vergt. Daarnaast biedt het raadplegen van personen de mogelijkheid om gerichte vragen te stellen, afgestemd op de opzet van het onderzoek (Verschuren & Doorewaard, 2007). De keuze om gebruik te maken van interviews past bij het verkennende karakter van dit onderzoek. Volgens Saunders e.a (2008) bieden diepte-interviews in dat kader een goede mogelijkheid om te onderzoeken welke ontwikkelingen er spelen en om nieuwe inzichten op te doen. In relatie tot het type interviews geldt dat interviews kunnen worden ingedeeld in drie categorieën:

 gestructureerde interviews  semi-gestructureerde interviews  ongestructureerde interviews

(Saunders e.a., 2008).

Saunders e.a. (2008) stellen dat bij verkennend onderzoek semi-gestructureerde en niet-

gestructureerde interviews het vaakst worden gehanteerd. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van semi-gestructureerde interviews. Bij dit type interviews wordt vooraf een lijst met thema‟s en

onderwerpen opgesteld, met als doel deze tijdens het gesprek aan bod te laten komen. Deze lijst met thema‟s en onderwerpen is tevens afgestemd op de geïnterviewde, waarbij bepaalde thema‟s zijn toegevoegd dan wel weggelaten. Tijdens de interviews staat de volgorde waarin de vragen worden gesteld niet vast en worden er eventuele aanvullende vragen gesteld (Saunders e.a., 2008). De bovenstaande aanpak is in dit onderzoek gehanteerd. Er is met verschillende typen partijen gesproken, waardoor er geen standaard vragenlijst kon worden gemaakt voor alle interviews.

Daarnaast kent het onderzoek een vrij brede focus, waarbij gekeken wordt naar vrijwel alle mogelijke relevante factoren en ontwikkelingen rondom krimp en bereikbaarheid. Middels een semi-

gestructureerd interview is ervoor gezorgd dat het interview wel een bepaalde inkadering heeft wat betreft de gespreksonderwerpen, maar dat geïnterviewden wel de vrijheid hadden om waar nodig andere relevante onderwerpen en inzichten in te brengen. Er zijn dan ook vooral open en uitdiepende vragen gesteld. Tevens bood het de mogelijkheid om waar nodig andere vragen te stellen met betrekking tot thema‟s die eerst geen onderdeel waren van de lijst met onderwerpen, maar tijdens het interview wel relevant bleken te zijn.

Met betrekking tot de onderwerpen die tijdens het interview aan bod komen stellen Verschuren & Doorewaard (2007) dat de vragenlijst wordt opgesteld op basis van de vraagstelling van het onderzoek en de belangrijkste kernbegrippen. Dit vertoont dus grote overeenkomsten met de wijze waarop de documenten zijn geanalyseerd. In bijlage 1 is de interviewguide opgenomen, waarmee inzichtelijk wordt gemaakt welke vragen er over het algemeen zijn gesteld tijdens de interviews. Deze

49