• No results found

Vragenlijsten strafrechtketen en slachtoffers

In document Een keer is erg genoeg (pagina 161-164)

1. Vragenlijst respondenten strafrechtketen

In opdracht van het WODC/ministerie van Justitie doen wij een onderzoek naar secundaire

victimisatie van slachtoffers als getuigen in het strafproces. Onder secundaire victimisatie verstaan

wij extra schade of leed toegebracht aan het slachtoffer door het strafproces. Secundaire victimisatie is ruimer dan (secundaire) traumatisering, aan de andere kant is het ook niet zo dat alle negatieve gevoelens over het strafproces secundaire victimisatie opleveren. Mogelijke gevolgen van secundaire victimisatie zijn re-traumatisering (verergering van de effecten van het oorspronkelijke trauma); negatieve effecten op het vertrouwen van het slachtoffer in zichzelf, de toekomst, het rechtssysteem en de wereld; belemmering van herstel; victimisatie door een nieuw trauma. Factoren die van invloed kunnen zijn op het ontstaan van secundaire victimisatie zijn: veiligheid, controle/beheersbaarheid, voorspelbaarheid en rechtvaardigheid.

Naast een literatuurstudie en focusgroepen houden we interviews met politie, OM en RM. Het gaat dan vooral om de vraag of de professionals in de strafrechtketen actief proberen het risico op secundaire victimisatie te beperken, en hoe zij dat doen. Daarbij komen onder andere vragen aan de orde rondom de afweging tussen de belangen van de verdachte, het strafproces (waarheidsvinding en processuele belangen) en die van het slachtoffer aan de orde: vindt er een belangenafweging plaats, op welke momenten in het strafproces, op welke wijze, en zijn hier voorbeelden van te geven? Het gaat zowel om volwassenen als kinderen. Het interview zal ongeveer een uur duren.

Wij vragen vooral naar uw eigen ervaringen en oordelen. Voorbeelden uit de praktijk van collega's zijn echter ook zeer welkom.

Vragen

1. Op welke wijze kan, naar uw mening, het strafproces het slachtoffer (extra) schade of leed toebrengen?

2. Houden u en uw collega's hier actief rekening mee? Op welke momenten? Op welke manier? 3. Kunt u hier voorbeelden van geven? (indien mogelijk uitgesplitst naar dimensie veiligheid,

beheersbaarheid, voorspelbaarheid, rechtvaardigheid)

4. Maakt het voor u daarbij uit om wat voor soort zaak het gaat (ernst van het misdrijf en/of aard van het misdrijf: ‘who’s done it’ vs ‘what happened’)?

5. Of om wat voor soort slachtoffer het gaat (persoonlijke eigenschappen, zoals leeftijd, verstandelijke beperking, eerder getraumatiseerd enz.)?

6. Of de sociale omgeving van het slachtoffer, bijv. de aanwezigheid van een steunend netwerk? 7. Kunt u hier voorbeelden van geven?

8. Wat zijn, naar uw mening, kritieke momenten in uw werk waar het gaat om negatieve of juist positieve effecten van het strafproces voor het slachtoffer?

9. Wat zijn, naar uw mening, momenten waarop in uw werk de belangen van het slachtoffer op gespannen voet staan met andere belangen van het strafproces? (waarheidsvinding, processuele belangen, belangen van de verdachte)

10. Kunt u hier voorbeelden van geven?

11. Kunt u een voorbeeld geven van een situatie waarin u het belang van het slachtoffer voor liet gaan op andere belangen? En omgekeerd? Waarom maakte u de afwegingen op deze manier? 12. Ik wil met u een aantal momenten doorlopen in het strafproces waar sprake kan zijn van een

belangenafweging (voor zover niet al aan de orde geweest). Kunt u aangeven of u dit herkent, en zo ja, of en hoe u op zulke momenten een belangenafweging maakt? (zie lijst hieronder van aandachtspunten per fase /beroepsgroep.)

13. Heeft u voldoende juridische mogelijkheden om te zorgen dat slachtoffers geen extra schade of leed van het strafproces ondervinden?

14. Zijn er zaken die u veranderd zou willen zien? Tot slot leggen wij u graag twee stellingen voor:

I Het strafrecht heeft de moeilijke taak om zowel de verdachte voor onschuldig te houden totdat het tegendeel is bewezen, als om de aangever als slachtoffer te beschouwen totdat het tegendeel is bewezen.

II De wettelijke opdracht om de verdachte voor onschuldig te houden totdat het tegendeel is bewezen brengt mee dat het verhaal van een aangever op voorhand niet als waar beschouwd mag worden.

15.Met welke van deze twee stellingen bent u het het meest eens? Waarom?

16.Met welke stelling denkt u dat de meeste van uw collega's het het meest eens zijn? Aandachtspunten t.b.v. interviewer

Algemeen

ƒ Bejegening

ƒ Geven van informatie aan het slachtoffer

ƒ Mogelijkheid van het slachtoffer om informatie in te brengen en wensen kenbaar te maken en

ƒ Geven van informatie over de zaak aan derden, waaronder de media

ƒ Schadebemiddeling en het voegen als benadeelde partij

Aandachtspunten politie

ƒ Informatief gesprek (gevolgen aangifte, kans op aanhouding en veroordeling); herhaling

informatie, combinatie met schriftelijk info, dosering info (bijv. over opvragen medisch dossier)

ƒ Melding (mutatie); verschil melding en aangifte

ƒ Wel of geen aangifte

ƒ Bedenktijd

ƒ Duur tussen informatief gesprek en aangifte (eerste verhoor)

ƒ Aangifte: zelfde rechercheur, locatie, man/vrouw, domiciliekeuze, info dat verdachte toegang

heeft tot complete aangifte, incl. adresgegevens; uitleg (‘blaming’ the victim’; gevoel niet te worden geloofd)

ƒ Kopie aangifte

ƒ Medisch onderzoek (zedenzaken: kennis van protocollen en procedures door arts)

ƒ Opsporingsonderzoek: onderzoek in woning, onderzoek aan en inbeslagname goederen,

afluisteren en volgen

ƒ Machtiging informatie opvragen bij derden (arts, therapeut) (informatie in strafdossier!)

ƒ Inwinnen van informatie bij derden in Nederland en buitenland

ƒ Nader verhoor

ƒ Studioverhoor kinderen/verst gehandicapten/autisten: wachttijd (therapie)

Aandachtspunten OM

ƒ Gelegenheid (advocaat) slachtoffer tot het geven van (medische) informatie, bijv. over ernst

gevolgen (toevoegen aan dossier)

ƒ Inwinnen informatie bij derden in Nederland en buitenland; rogatoire commissie

ƒ Opsporingsonderzoek: onderzoek in woning, onderzoek aan en inbeslagname goederen,

afluisteren en volgen

ƒ Inzage in/afschrift van aangifte en strafdossier (in 1e aanleg en hoger beroep; weigering o.g.v.

art. 51 lid 2 Sv, ‘disclosure’: jurisprudentie?): - voorbereiding getuigenverhoor

- vordering benadeelde partij, slachtofferverklaring, spreekrecht - uitleg aan slachtoffer waarom bv sepot

- art. 12 Sv procedure

ƒ Rol officier van justitie bij verhoor RC (voorafgaand gesprek)

ƒ Beslissingen omtrent voorlopige hechtenis

ƒ Informeren slachtoffer over aanhouding, schorsing of weigering verlenging voorlopige hechtenis

ƒ Beslissing over wijze van afdoening: sepot, transactie, TOM zitting, snelrecht, ad informandum

voegen, niets mee doen -> klachtmogelijkheid, vordering benadeelde partij, onderbouwing schade, mogelijkheid toevoegen stukken aan dossier. Communicatie met advocaat voor beslissing TOM zitting.

ƒ Informeren slachtoffer over wijze van afdoening en evt. klachtmogelijkheid; informeren

slachtoffer over (voorgenomen) sepot

ƒ Beslissing omtrent hoger beroep

ƒ Informeren slachtoffer over mogelijkheid gesprek officier van justitie

Aandachtspunten RC’s

ƒ Psychische schade verhoor (reden om af te zien van verhoor? Kinderen, verstandelijke

beperking?)

ƒ Kennen/rekening houden met belangen slachtoffer in planning verhoor (tijdstip, tijdsduur,

wachttijden, voor niets komen)

ƒ Bejegening: actief beschermende houding (uitleg; ‘blaming the victim’; corrigeren/ingrijpen bij

bepaalde vragen verdediging; rekening houden met feit dat delict vaak al jaren geleden is gebeurd (discrepanties)

ƒ Verschil ‘who’s done it’ en ‘what happened’ zaken?

ƒ Meerdere verdachten (slachtoffer batterij advocaten tegenover zich): video verhoren?

ƒ Tolk

ƒ Eigen advocaat slachtoffer

ƒ Verhoor kinderen: speciale maatregelen? Training?

Aandachtspunten rechters

ƒ Psychische schade verhoor (reden om af te zien van verhoor?; Kinderen, verst. gehandicapten?)

ƒ Verhoor ter zitting (ook na verhoor politie en RC)

ƒ Verhoor buiten aanwezigheid verdachte

ƒ Confrontatie verdachte voor of na afloop zitting (gescheiden wachtruimtes)

ƒ Bejegening: actief beschermende houding (uitleg; ‘blaming the victim’; corrigeren/ingrijpen bij

bepaalde vragen verdediging; rek. houden met feit dat delict vaak al jaren geleden (discrepanties); erkenning slachtoffer/ letten op belangen slachtoffer)

ƒ Slachtofferverklaring, spreekrecht, vordering benadeelde partij

ƒ Eigen advocaat slachtoffer

ƒ Tolk

ƒ Duur strafzaak (in voordeel van verdachte)

ƒ Motivatie niet ontvankelijk verklaring, afwijzing vordering benadeelde partij, niet toekennen

schadevergoeding in vorm van schadevergoedingsmaatregel

ƒ Informeren slachtoffer over uitspraak; toezending vonnis

2. Vragenlijst slachtoffers Introductie van het onderzoek.

We willen graag met u praten over hoe u vindt dat het strafproces is gegaan. Het interview duurt ongeveer een uur.

Vragen

1. Heeft de strafzaak u goed gedaan of juist niet? Waarom?

2. Had u het gevoel dat u van te voren wist wat u ongeveer kon verwachten en dat u hierop voorbereid was? Wie had u hierover geïnformeerd? (uw rechten en plichten, de gang van zaken tijdens het verhoor en de evt. rechtszitting, evt. opvragen van informatie van derden, evt. aanhouding en vrijlating van de verdachte)

3. Had het strafproces invloed op uw gevoel van veiligheid? Waren er specifieke momenten, personen of gebeurtenissen die u bedreigend vond of die direct te maken hadden met uw gevoel van veiligheid of onveiligheid? Werd hier rekening mee gehouden? (fysieke veiligheid, voorkomen van herhaling; veilige omgeving (verhoor politie/RC/ter zitting, rechtszaak); bejegening, vertrouwen in de intenties van politie en justitie, steun van derden, privacy bescherming.) 4. Had u het gevoel dat u invloed kon uitoefenen op het strafproces: dat u uw mening kon geven,

dat er naar u geluisterd werd en dat er rekening werd gehouden met uw wensen en behoeften? 5. Heeft u het gevoel dat er recht gedaan is? (rechtvaardigheid proces en uitkomsten)

6. Wat is uw meest positieve ervaring met het strafproces? Wat de meest negatieve? Waarom? 7. Wat in het strafproces heeft u (het meest) schade toegebracht of juist bijgedragen aan herstel?

In document Een keer is erg genoeg (pagina 161-164)