Vuurwerkramp 30 Evaluatie Vuurwerkramp, Nazorg Vuurwerkramp, Vuurwerkramp, Nazorg Vuurwerkramp, GGZ Enschede,
3.1 Vragenlijst professionele hulpverleners Algemeen
1 Naam 2 Leeftijd 3 Geslacht
4 Hulpverleningsdienst 5 Functie
(tijdens ramp en momenteel) 6 (E-mail)adres
7 Telefoonnummer
Pre -Incident
8 Waar was u toen het incident plaatsvond?
9 Waar was u mee bezig op dat moment?
10 Op welk moment merkte u voor het eerst dat er een incident gaande was?
11 Hoe merkte u voor het eerst dat er een incident gaande was?
12 Welke informatie kreeg u over het incident? (inschatting van de ramp) En van wie?
13 Hoe reageerde u hierop?
14 Wat ging u vervolgens in eerste instantie doen?
Aankomst en eerste inzet
15 Op welke plaats in het incidentgebied bent
u in eerste instantie hulp gaan verlenen? (kaart) 16 Wat trof u aan op deze locatie? (sfeer)
17 Welke handelingen heeft u op dat moment ondernomen?
18 Waren er bij uw aankomst burgers aanwezig?
Zo ja; hoeveel burgers en slachtoffers
aanwezig?
Retournees Anxious Helpers Curious Exploiters Fans
18A Zo ja, wat deden deze burgers op het moment van aankomst?
18B Indien burgers hulp verleenden, welke handelingen voerden zij dan uit?
Waren er voldoende helpende burgers t.o.v.
slachtoffers?
Verhouding
hulpvraag/helpers 18C Hoe reageerde u toen u ter plaatse kwam
op deze burgers en hoe ging het toen verder?
18D Hoe reageerden de andere hulpverleners toen zij ter plaatse kwamen op deze burgers en hoe ging het toen verder?
18E Hoe kijkt u nu terug op deze en uw eigen reactie?
19 Heeft u tijdens het incident mensen gezien die
in paniek waren
stuurloos rondliepen of doelloos voor zich uit keken
begonnen te plunderen of ander asociaal gedrag vertoonden
Doorvragen of het écht om paniek, apathisch wanneer u naar de volgende definitie/kenmerken kijkt?
Burgerhulp en samenwerking tijdens het incident 20 Heeft u gedurende het vervolg van het
incident nog gebruik gemaakt van hulp van burgers?
Als nee, waarom niet
20A Wanneer en waarom kwam het in u op om burgers bij de uitvoering van de
handelingen te betrekken?
20B Heeft u hulp van burgers gevraagd of
boden zij deze hulp spontaan aan? Spontaan (was deze aangeboden hulp noodzakelijk?)
Op eigen verzoek, hoe ging dit?
Was het moeilijk om mensen te vinden die wilden helpen
20C Bij welke handelingen heeft u burgers betrokken?
20D Hoe verliep de samenwerking tussen
hulpverleners en burgers? Goed, waarom?
Niet goed, waarom?
21 Hoe reageerden slachtoffers op de hulp van hulpverleners en burgers?
22 Indien materiaal nodig was bij
handelingen, hoe kwamen burgers aan het benodigde materiaal voor de handeling?
Achtergrond en selectie
23 Was u op de hoogte van de achtergrond
van de betrokken burgers? (zie ook 23A) Indien ja, hoe kwam u achter deze
achtergrond?
23A Welke achtergrond hadden deze burgers?
Burgers:
Kennis: BHV -diploma, EHBO-diploma, Achtergrond: medisch, chauffeur, huisarts, bouwvakker etc.
'typen' mensen: jong/oud, man/vrouw, volwassenen/kinderen,
familielid/vriend(in) slachtoffer(s), culturele achtergrond
Persoonskenmerken
24 Heeft u een selectie van burgers gemaakt? Ja, zie volgende subvraag?
Geen selectie gemaakt 24A Hoe heeft u de selectie in de praktijk
uitgevoerd? Op basis waarvan?
25 Heeft u naar uw idee optimaal gebruik gemaakt van de vaardigheden en kennis van de burgers?
Ja, waarom?
Nee, wat had beter gekund (voorbeelden)
Instructie
26 Heeft u burgers instructies gegeven? Ja, zie volgende subvragen
Nee, waarom niet?
26A Welke instructies gaf u (aan wie) en hoe
deelde u deze mee? Welke en hoe
meegedeeld?
26B Werden de instructies opgevolgd en op de
juiste wijze uitgevoerd? Door wie wel/niet?
Niet, waarom?
Toezicht/controle?
Tijdsduur hulp en aflossing
27 Hoe lang (globaal aantal uren), zijn
burgers betrokken bij de handelingen? Repressieve fase Nazorg
28 Was de hulp van burgers bij de
hulpverlening achteraf gezien langer (of korter) gewenst dan deze daadwerkelijk heeft plaatsgevonden?
Ja, waarom?
29 Is er nog sprake geweest van aflossing bij
burgers? Zo ja, hoe werd deze
aflossing uitgevoerd?
Door wie?
Nee, waarom niet? (Wel noodzakelijk?)
Coördinatie en overleg
30 Was er tijdens de uitvoering van de
werkzaamheden sprake van coördinatie of aansturing van burgers?
Ja, hoe ging dat en wie deed dat?
Nee, waarom niet?
31 Was coördinatie/aansturing op dat moment
noodzakelijk? Waarom wel/niet
32 Is er onderling overleg geweest tussen hulpverleners en burgers over de stand van zaken?
Ja, hoe ging dat?
Nee, waarom niet?
33 Op welke manier en met welke middelen heeft er communicatie plaats gevonden tussen de hulpverleners en burgers?
Impact en nazorg
34 Heeft u nog contact met de burgers die ten tijde van ramp hulp hebben verleend?
Waarom en op welke basis?
35 Weet u wat de gevolgen waren van het incident op het persoonlijk leven van deze persoon?
hulpverlenende burgers? Zo ja, werd deze
aangeboden door de overheid, andere instanties of burgers (vrienden, familie, buren)?
36A Heeft deze persoon gebruik gemaakt van
deze opvang? Waarom wel/niet
Neveneffecten
37 Hebben handelingen van burgers een belemmering/meerwaarde opgeleverd bij de operationele uitvoering van de
rampenbestrijdingsprocessen?
Meerwaarde, waarom?
Belemmering, waarom?
38 Zijn er door handelingen van burgers neveneffecten opgetreden bij andere rampenbestrijdingsprocessen?
Ja, welke neveneffecten?
Nee 39 Is door handelingen van burgers schade
aan mens, dier, milieu en/of materieel voorkomen/toegebracht?
Voorkomen, welke schade?
Toegebracht, welke schade?
40 Hebben burgers de informatievoorziening omtrent de oorsprong, omvang en/of gevolgen van de ramp
belemmerd/bevorderd?
Belemmeren, waarom?
Bevorderen, waarom?
Knelpunten en meningsverschillen
41 Zijn er tussen burgers en hulpverleners en tussen hulpverleners onderling
meningsverschillen geweest bij/over de door burgers uitgevoerde
handelingen/hulp?
Zo ja, welke?
Nee
41A Hoe werden deze meningsverschillen
opgelost? Zo ja, op welke wijze?
Indien deze niet werden opgelost, waarom niet?
42 Zijn er knelpunten geweest bij de uitvoering van de handelingen door burgers?
Zo ja, welke?
42A Hoe zijn deze knelpunten opgelost? Zo ja, op welke wijze?
Indien deze niet werden opgelost, waarom niet?
Leerervaringen en verbeterpunten
43 Hoe heeft u de hulp van burgers tijdens het incident beleefd?
44 Zou u een volgende keer weer gebruik
maken van burgers? Waarom wel/niet
44A Zo ja, zou u dit de volgende keer anders
doen ? Zo ja, wat?
45 Op welke aspecten heeft hulp van burgers
volgens u meerwaarde? Handelingen bij
rampen-bestrijdingsprocessen 46 Op welke aspecten heeft hulp van burgers
volgens u een nadelige invloed? Handelingen bij
rampen-bestrijdingsprocessen 47 Op welke onderdelen kan hulp van
burgers bij een volgend incident op een betere manier worden uitgevoerd?
Waarom?
48 Heeft u nog andere ideeën om de
hulpverlening te verbeteren door de hulp van burgers
49 Wat zijn volgens u noodzakelijke
randvoorwaarden om hulp door burgers succesvol te laten verlopen/een
meerwaarde te laten hebben?
50 Had u van tevoren een mening over
burgerhulp tijdens een ramp/incident? Zo ja, welke?
50A Is deze mening door deze ervaring
bijgesteld? Zo ja, hoe?
51 Bent u in uw professionele opleiding getraind hoe u om dient te gaan met burgers bij een ramp/incident?
Zo ja, hoe?
Contactpersonen
52 Kent u burgers/hulpverleners/slachtoffers?
die betrokken zijn geweest bij het incident en ervaring hebben met burgerhulp die wij kunnen benaderen voor een interview (contactgegevens)?