• No results found

Deze vragenlijst over wiskundehuiswerk bestaat uit een aantal onderdelen. In het eerste gedeelte vragen wij een aantal persoonlijke gegevens van u. Deze gegevens hebben wij nodig om meer kennis te hebben over de achtergrond van de leerlingen. Voor het onderzoek is het van belang dat wij uw vragenlijst kunnen koppelen aan de door de leerlingen gemaakte huiswerkopdrachten en vragenlijsten. Daarom vragen wij u om uw naam en dat van uw kind op de vragenlijst te noteren. De vragenlijsten worden alleen door de onderzoeker bekeken en zullen in het onderzoek anoniem worden behandeld. De vervolgvragen gaan vooral over het wiskundehuiswerk. Persoonlijke vragen

Naam/namen ouder(s)/verzorger(s):

Ouder/verzorger 1 Ouder/verzorger 2

……… ……… Gezinssamenstelling:

Mijn gezin/ons gezin bestaat uit:

Naam van uw kind (eren) in klas 1 van het Sweelinck:

Hoeveel kinderen hebt u totaal (waarvoor u de zorg hebt):  1  2 3 4 5 meer dan 5 Wat is uw leeftijd?

Ouder/verzorger 1 Ouder/verzorger 2  jonger dan 30 jaar  jonger dan 30 jaar  tussen 30 en 40 jaar  tussen 30 en 40 jaar  tussen 40 en 50 jaar  tussen 40 en 50 jaar  ouder dan 50  ouder dan 50

Waar bent u en waar zijn uw vader en uw moeder geboren? Zet een kruisje in het juiste vakje. Ouder/verzorger 1 Ouder/verzorger 2 Land U Uw vader Uw moeder Land U Uw vader Uw moeder Nederland Nederland Suriname Suriname Nederlandse Antillen Nederlandse Antillen Marokko Marokko Turkije Turkije Anders, namelijk Anders, namelijk Hoe lang woont u in Nederland?

Ouder/verzorger 1 Ouder/verzorger 2  mijn hele leven  mijn hele leven

 bijna mijn hele leven  bijna mijn hele leven  nog niet zo lang  nog niet zo lang

Wat is uw hoogst genoten opleiding. Kruis alleen een opleiding aan die u heeft afgerond met diploma of voldoende getuigschrift.

 Geen opleiding (lager onderwijs: niet afgemaakt)

 Lager onderwijs (basisschool, speciaal basisonderwijs)

 Lager of voorbereidend beroepsonderwijs (zoals LTS, LEAO, VBO, VMBO basis/kader)

 Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (zoals MAVO, (M)ULO, VMBO-t)

 Middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs (zoals MTS, MEAO, MBO)

 Hoger algemeen en voorbereidend

wetenschappelijk onderwijs (zoals HAVO, VWO, Atheneum, Gymnasium, HBS)

 Hoger beroepsonderwijs (zoals HBO, HTS, HEAO)

 Wetenschappelijk onderwijs (universiteit)

 Anders,namelijk:……… Wordt thuis Nederlands gesproken?

 We spreken thuis altijd Nederlands.

 We spreken thuis meestal Nederlands, soms ook een andere taal.  We spreken thuis weinig Nederlands, meestal een andere taal.  We spreken thuis nooit Nederlands.

Vragen over wiskundehuiswerk

U krijgt een aantal vragen/stellingen over hoe uw kind het wiskundehuiswerk maakt en welke hulp het krijgt. Kunt u per vraag/stelling aankruisen in welke mate u het ermee eens bent? U dient het antwoord te kiezen dat het beste uw mening weergeeft. Het is belangrijk dat u maar voor één antwoord kiest, anders is uw vragenlijst niet meer bruikbaar voor het onderzoek. Als er wordt gesproken over huiswerk, wordt wiskundehuiswerk bedoeld.

Stellingen over hoe kind huiswerk maakt Nooit Soms Vaak Altijd Weet ik niet 1. Mijn kind probeert het huiswerk volledig te maken.

2. Mijn kind heeft al het opgegeven werk gedaan als hij naar de les gaat.

4. Mijn kind kan zich concentreren op het huiswerk. 5. Mijn kind zorgt zelf voor rust tijdens het maken van

huiswerk.

6. Mijn kind raffelt het huiswerk af.

7. Mijn kind doet het huiswerk probleemloos. 8. Mijn kind vergeet het huiswerk van school mee te

nemen naar huis.

9. Mijn kind vergeet het huiswerk van huis naar school mee te nemen.

10. Mijn kind doet alsof het geen huiswerk heeft. 11. Mijn kind klaagt veel over huiswerk.

12. Het huiswerk is onduidelijk voor mijn kind. 13. Mijn kind kopieert huiswerk van klasgenoten.

Nooit Soms Vaak Altijd Weet ik niet 14. Mijn kind heeft wel eens straf op school gehad,

omdat het huiswerk niet af was 15. Mijn kind levert het huiswerk te laat in. 16. Mijn kind maakt het huiswerk vlak voor de les.

Als u op een of meer van bovenstaande vragen geantwoord heeft “Weet ik niet”, kunt u dan aangeven waarom u dit niet weet:

 Ik weet het niet, omdat mijn kind huiswerk maakt als ik nog niet thuis ben.  Ik weet het niet, omdat huiswerk de verantwoordelijkheid is van mijn kind.  Ik weet het niet, ……….

Stelling over hulp bij huiswerk Nooit Soms Vaak Altijd 17. Hoe vaak helpt u uw kind met het wiskundehuiswerk?

18. Als een ouder/verzorger helpt, is dat verzorger 1 19. Als een ouder/verzorger helpt, is dat verzorger 2 20. Je hebt wiskundekennis nodig om je kind te helpen met

wiskundehuiswerk.

21. U helpt uw kind met huiswerk pas als het om hulp vraagt. 22. U helpt uw kind met huiswerk, ook al zegt uw kind geen

vragen te hebben.

23. U helpt uw kind met huiswerk pas als uw kind zegt dat het er problemen mee heeft.

24. Als uw kind huiswerk maakt, bent u in de buurt voor het geval uw kind er vragen over stelt.

25. U controleert regelmatig of uw kind het huiswerk doet. 26. U zorgt ervoor dat uw kind een opgeruimd bureau heeft en de

juiste spullen bij de hand als het huiswerk doet.

27. U zorgt ervoor dat uw kind in rust het huiswerk kan doen. 28. U helpt uw kind met het plannen van het huiswerk. 29. U vraagt vaak of uw kind zijn huiswerk wel doet. 30. U heeft conflicten over het huiswerk met uw kind. 31. Huiswerk leert mijn kind zelfstandig te worden. 32. Huiswerk samen met uw kind maken vinden we beiden

prettig.

33. Ik leer mijn kind te bepalen waar en wanneer het huiswerk wordt gemaakt.

34. Huiswerk is een bron van stress bij ons thuis. 35. Soms zeg ik de antwoorden maar voor.

36. Ik moet mijn kind dreigen met straf wil mijn kind zijn/haar best doen voor het huiswerk.

Ruimte voor opmerkingen: