• No results found

Regelgeving en kamerstukken

Bijlage 2: Vragenlijst interviews

VRAGENLIJST t.b.v. SEMI-GESTRUCTUREERDE INTERVIEWS

ONDERZOEK naar HUWELIJKSDWANG, ACHTERLATING EN VROUWELIJKE GENITALE VERMINKING (versie: huwelijksdwang)

Universiteit Leiden

Elk interview vangt aan met een korte introductie van de interviewers, gevolgd door een uitleg over de inhoud en achtergrond van het onderzoek. Ook dienen de

volgende onderwerpen te worden besproken:

- Opnemen ja of nee?;

- Verwerking persoonlijke gegevens;

- Het versturen van de uitgewerkte tekst, ter autorisatie;

- De planning van het onderzoek.

1. Voor welke organisatie bent u werkzaam? 2. In welke functie bent u werkzaam?

3. Hoelang bent u in uw huidige functie al actief?

4. Hebt u binnen of buiten de organisatie ook andere functies gehad?

1. Ons onderzoek spitst zich toe op drie thema’s: huwelijksdwang, achterlating en vrouwelijke genitale verminking. U bent vooral actief bij de aanpak van [huwelijksdwang]. Kunt u kort vertellen wat u onder ‘huwelijksdwang’ verstaat?

1a. Wat verstaat u onder een huwelijk? 1b. Wat verstaat u onder dwang?

1c. Bestaat dwang alleen uit geweld of bedreiging?

1d. Met welke middelen van dwang komt u vooral in aanraking? 2. Is huwelijksdwang volgens u problematisch? Zo ja, waarom?

3. Vindt u dat huwelijksdwang te allen tijde moet worden gestopt of moet er ruimte zijn om situaties van huwelijksdwang in sommige gevallen toe te laten?

1. INTRODUCTIE

2. PROBLEEMDEFINITIE

1. We hadden het net kort al over de term huwelijksdwang. Kunt u vertellen op welke manier u in uw werk met huwelijksdwang in aanraking komt?

1a. Hoe komen signalen tot u?

1b. Om wat voor soort informatie gaat het dan? 1c. Uit welke bronnen komt die informatie?

1d. Bestaat een werkwijze of handelingsprotocol voor de situatie waarin u met een signaal in aanraking komt?

2. Welke rol en taak heeft uw organisatie bij het tegengaan van huwelijksdwang? 3. Hoe verhouden uw rol en taak zich tot die van andere organisaties?

1. Huwelijksdwang wordt in de praktijk ervaren als een moeilijk op te lossen probleem. Herkent u dat?

1a. Wat maakt huwelijksdwang zo moeilijk om op te lossen?

2. Hoe vaak komt u naar schatting in aanraking met gevallen van huwelijksdwang? 2a. Wat verstaat u onder een ‘geval’ van huwelijksdwang?

3. In de literatuur wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende fasen bij huwelijksdwang: de fase van de partnerkeuze, de fase van de voltrekking van het huwelijk en de fase na die voltrekking (dan ook wel ‘huwelijkse gevangenschap’ genoemd). Herkent u die fasen uit uw praktijkervaring?

3a. Is er een fase die volgens u meer problematisch is dan een andere? Moeten alle fasen worden ‘aangepakt’?

3b. Kan in al deze fasen sprake zijn van dwang?

4. Is in de situaties waarmee u te maken heeft volgens u vaak duidelijk sprake van huwelijksdwang? Vraag evt. door naar overlap met andere fenomenen, zoals gearrangeerde huwelijken, schijnhuwelijken, polygame huwelijken.

4a. U gaf aan dat het soms niet duidelijk is of sprake is van een situatie van

huwelijksdwang. Hoe maakt u het onderscheid tussen huwelijksdwang en de andere fenomenen die u noemt?

5. Doet huwelijksdwang zich vaak in dezelfde vorm voor of juist niet?

5a. Kan volgens u worden gesproken van een standaard of ‘typische’ situatie van huwelijksdwang en zo ja, hoe ziet die eruit?

5b. Bestaan er verschillende vormen van dwang? Zo ja, in welke vormen komt dwang voor? Denk aan fysieke dwang versus psychische dwang

6. Wat is in uw ervaring het motief voor mensen om anderen tot een huwelijk te dwingen? 6a. Maakt het uit vanuit welk motief iemand tot een huwelijk wordt gedwongen? Zo ja, waarom?

7. Vindt de huwelijksdwang waarmee u te maken hebt plaats binnen Nederland of ook daarbuiten? Indien de situatie ook buiten Nederland plaats heeft, bemoeilijkt dat uw werk? 8. Als de huwelijksdwang ook een internationale component heeft: welke gedragingen vinden precies in het buitenland plaats?

9. Bent u in die gevallen voor het goed kunnen verrichten van uw werk afhankelijk van buitenlandse autoriteiten?

9a. Zo ja, hoe verloopt het contact met die buitenlandse autoriteiten? 9b. Hebt u bevoegdheden om in het buitenland op te treden?

1. We spraken net al kort over uw rol bij de aanpak van huwelijksdwang en de taak van uw organisatie. Zijn die rol en taak voor u duidelijk?

2. Is sprake van een taakverdeling tussen uw eigen en andere organisaties? 2a. Zo ja, vindt u die taakverdeling juist en helder?

2b. Is sprake van samenwerking tussen die organisaties? 2d. Hoe ervaart u die samenwerking?

3. Komt u bij de aanpak van het fenomeen huwelijksdwang problemen tegen en zo ja, welke? 3a. Wat kwalificeert u als het grootste probleem bij het tegengaan van huwelijksdwang? 3b. Wat zou volgens u moeten gebeuren om dit probleem op te lossen?

3c. Bestaan er best practices (is de Forced Marriage Unit een best practice)? 3d. Wie zou die oplossing moeten bieden?

4. Wat is de relatie van uw organisatie of uzelf met het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang? 4a. Hoe zou u die relatie omschrijven?

5. Wat is de relatie van uw organisatie of uzelf met het Openbaar Ministerie? 5a. Deelt u signalen van huwelijksdwang met het OM?

5b. Deelt u die signalen altijd?

5c. Weet u wat het OM met de signalen doet?

5d. Moet in situaties van huwelijksdwang volgens u strafrechtelijke vervolging worden ingesteld? En zo ja, tegen wie?

1. Zijn er nog zaken die wij niet besproken hebben die volgens u wel relevant zijn om ons mee te geven?

5. HUWELIJKSDWANG, DE ROL VAN DE PROFESSIONAL EN VAN DE ORGANISATIE